Artikelindex

GezinsfotoSentaAndre2016Senta en Andre reizen met twee tienerdochters door Vietnam
9 juli - augustus 2016

De knoop is vorig jaar al doorgehakt. De bestemming werd vastgelegd. Het reisplan liet even langer op zich wachten maar nu zijn ze er klaar voor. Senta en André trekken deze zomer met Luna (12) en Dille (10) door Vietnam. Niet zoals ze de afgelopen jaren gewend waren met hun eigen (huur)auto maar met het OV.  

door Senta


Een reis met het openbaar vervoer
Zaterdag 9 juli 2016. Nederland.

In het najaar ging het weer kriebelen. Waar zullen we volgend jaar naar toe? Er staan nog zoveel landen op onze bucketlist. Op mijn werk raak ik toevallig aan de praat met een collega, die afgelopen zomer met kinderen naar Vietnam is geweest. Hij vertelt dat het er prachtig is, maar dat het wel steeds toeristischer wordt. En dat je beter niet te lang kunt wachten dus... Goed argument. We lezen nog wat reisverhalen van andere ouders en hakken al vrij snel de knoop door. Het wordt Vietnam! En we boeken een ticket.

Pas in het late voorjaar gaan we ons weer verder voorbereiden. Welke route willen we doen? Dat is altijd het lastigst. Een auto huren blijkt niet mogelijk in Vietnam. Dan moet je er eerst drie maanden gewoond hebben. Het wordt dus een OV reis. De highlights zijn al snel duidelijk. We twijfelen nog lang over Dalat. Het dorpje lijkt niet zo bijzonder, maar er zijn wel veel leuke outdoor activiteiten.

Uiteindelijk hebben we de volgende route uitgestippeld:
Ho Chin Min (twee nachten)
Mekong Delta (drie nachten)
Hanoi (een nacht)
Sapa (vier nachten)
Nachttrein
Halong Bay (twee nachten)
Hanoi (een nacht)
Hue (twee nachten)
Hoi-An (vier nachten)
Dalat (drie nachten)
Mui-Ne (twee nachten)

De hotels boeken we deels via booking.com en deels rechtstreeks. De prijzen vallen ons best mee na Brazilië vorig jaar. We zorgen er natuurlijk ook voor dat er vaak een mooi zwembad bij is. Het blijkt trouwens dat Luna haar skivriendinnetje Jazzlyn ook naar Vietnam gaat. Wat een toeval.

Voorbereidingcollage

Luna maakt alvast een mooie fotocollage om op haar reisdagboek te plakken. We hebben er allemaal al heel veel zin in!


Eerste indrukken
Maandag 11 juli 2016. Ho Chi Minh City, Vietnam.

‪Op zondagavond na een lange en best wel vermoeiende reis aangekomen in Ho Chi Minh City aangekomen. Snel door richting ons hotel: Beautiful Saigon Boutige Hotel in district 1 (in het backpackersdeel). Snel, want Luna wilde nog heel graag haar skivriendin Jazzlynn zien. We spreken af op de Ben Thanh markt. Het is maar tien minuten lopen, maar een heel avontuur.

HCMCbrommers

We maken namelijk kennis met het avontuur dat ‘weg oversteken in HCMC’ heet. Voor mensen die al eens in Vietnam zijn geweest een heel herkenbaar verhaal. Er zijn namelijk amper stoplichten en het verkeer (voornamelijk bromfietsen) raast maar door op een vierbaansweg. In Nederland hadden we al wat tips gekregen als ‘gewoon op dezelfde snelheid door blijven lopen en niet twijfelen’. Wij kunnen daar nog aan toevoegen ‘kinderen aan de buitenkant’, want die zijn zo schattig, daar stoppen die bromfietsen toch wel voor. In ieder geval moet je oogcontact houden en gewoon gaan anders kom je nooit aan de overkant.

We kwamen ook langs een gezellig park (‪23/9 park) met een leuk pleintje waar je skates en hooverboards (ja, ja, hier ook!) kon huren. Luna dus gezellig met Jazzlynn over de markt gelopen en gekletst. Daarna moesten we nog eten. Het was al bijna half elf (lokale tijd), maar de keuken in het aangrenzende Oasis restaurant naast ons hotel was nog net open. Andre koos voor ‘roll it yourself springrolls’. Eerst dachten we dat hij er plastic rondjes bij kreeg, maar dat was gewoon rijstpapier dat je kon eten. Voor twaalf Euro prima gegeten met zijn allen. Lekker goedkoop hier!

De volgende dag deden we rustig aan. Het is immers al warm genoeg (warmer dan dertig graden). We hebben de City Walk Old Saigon uit de Lonely Planet gedaan. Over de LP trouwens nog een anekdote. Op weg naar Schiphol kwamen we erachter dat we onze LP naast de computer hadden laten liggen thuis. Was ons nog nooit overkomen. Snel naar AKO Travelstore op Schiphol gebeld. Die hadden er nog een en hebben 'm apart gelegd. Voila. Wat hadden we nu zonder LP moeten doen...

Het was een leuke wandeling van ongeveer vijf kilometer. We begonnen weer op de Ben Thanh Markt. Om een waaier te kopen voor de meiden. Eerst even rondkijken natuurlijk. We hadden al snel door dat een waaier ongeveer dertigduizend Vietnamese Dong kost (circa één Euro twintig), maar er was een vrouw die het lef had om te beginnen met driehonderdduizend Dong (twaalf Euro!). Daar trapten we niet in ook al was het natuurlijk net een mooie kleur.

De wandeling was natuurlijk met wat stops in air conditioned tentjes om wat te drinken of een ijsje te eten. Het oude postkantoor en Notre Dame Cathedral en oude standbeelden. Het was leuk om te zien. We eindigden hoog op de 23e verdieping in het Shri Restaurant of the Centic Tower. Een prachtig uitzicht en we konden precies zien hoe we gelopen hadden. Er was ook een infinity pool bij. Helaas hadden we de zwemkleding niet mee.

HCMHmeidenophoogte

Rond vijf uur ‘s middags moesten we weer terug zijn voor een behandeling in een spa. One hour full body massage met verschillende technieken. We lagen samen in een mooie ruimte. Alles was heel rustgevend. De dames gingen best redelijk hardhandig te werk, maar toch heel heerlijk. Na drie kwartier gingen de meiden door voor hun nagels. Ze kregen er Nail Art op. Echt fantastische mooi geschilderd op die kleine nagels. Dit gaan we vast nog een keer doen. 's Avonds gegeten in Royal Saigon in de bekende Bui Vien straat. Goede rating op tripadvisor. Voor zestien Euro waren we nu klaar.


Bukken voor bananenbladeren
Donderdag 14 juli 2016. Mekong Delta, Vietnam.

We fietsen over een smal oeverpaadje langs een rivier in de Mekong Delta. Soms schreeuwt de gids voor ons ‘motorbike’ en moeten we even opletten voor een passerende bromfiets. We zijn in het land van de ontelbare bromfietsen... Vietnam. Als echte Nederlanders pakken wij natuurlijk de fiets. Het is smal en hobbelig en we moeten vaak bukken voor de bananenbladeren die over de weg hangen. Halverwege gaan we met een klein pontje de rivier over. We zijn op weg naar een baksteenfabriek. Met de niet meer vruchtbare klei van de rijstvelden worden in een lokale fabriek (een familiebedrijfje) vele bakstenen gebakken. Duizend bakstenen worden verkocht voor vijftig dollar. De vliesjes van de rijst worden gebruikt als brandstof. Het is best zwaar werk en vlakbij de oven is het erg heet. Als er geen klei is, hebben ze geen werk. Ze hebben onvoldoende ruimte om een voorraad aan te leggen.

MekongdeltafietsendoorbananenMekongdeltabootjevaren

Op de terugweg zien we een speciale wc. Via een loopplank, kun je je behoefte doen boven een klein meertje. De catfish in het meertje eet de uitwerpselen dan op. We slapen hier in de Mekong Lodge. Een prachtige ruime groene lodge aan de Mekong rivier met bungalows met een kleine privé pool en een groot vijfentwintig meter zwembad, omringd door palmbomen. De bungalows zijn mooi ingericht en hebben allemaal een buitenbadkamer en een bad in de vorm van een traditionele houten boot.
We worden in de watten gelegd. Tweemaal per dag een vijfgangen lunch/diner met exotische gerechten. Vooral Dille vindt het erg leuk om met stokjes te eten. De klamboe wordt 's avonds voor ons opgehangen. Het personeel is erg behulpzaam. Normaal gesproken is er ruimte voor honderdtwintig gasten, maar we zijn maar met zijn tienen vanwege het laagseizoen. We worden verwend. Echt genieten dus!

Op dinsdag werden we opgehaald door een busje. Samen met een Engels gezin werden we naar Cai Be gebracht. Op de pier wachtte een boot op ons die ons naar Mekong Lodge bracht. Het is broeierig warm in de Mekong. Het verkoelende zwembad lonkt dus. Dus voor de lunch springen we er al in. 's Middags dus de excursie naar de baksteenfabriek. 's Avonds volgt een cooking class, waarbij we typische Vietnamese soep, loempia's en een varkensvleesgerecht maken. Opvallend is dat de Vietnamezen bijna overal suiker bij gooien. Met name het zoetzure eten is erg lekker. ‪

Op woensdagochtend vertrekken we met de boot naar de drijvende markt van Cai Be. Drijvende markten zijn typisch voor Vietnam. Op het water verkopen ze alleen groenten en fruit, want vlees en vis kan niet goed gekoeld worden. In de mast hangen ze een voorbeeld van wat ze verkopen, dus bijvoorbeeld een ananas of een zoete aardappel. Het schip blijft ongeveer een week liggen, dan is de voorraad op. We bezoeken ook nog een drukke markt op het land. Ondanks de smalle paden van amper een meter breed, hebben bromfietsen hier vrij toegang en wordt er flink op los getoeterd als wij in de weg lopen. Bijzonder om te zien. De bromfiets is koning hier. De meiden besluiten trouwens spontaan vegetarisch te worden bij het zien van alle hompen vlees, spartelende vissen en octopussen en vastgebonden padden.

MekongdeltavegetarischMekongdeltarijstpoppen

Leuk daarna is wel het bezoek aan klein familiebedrijfje dat candy maakt. Dat wil zeggen caramel snoepjes en pop rice (soort popcorn maar dan met rijst). In een super grote wok wordt de rijst vermengd met super zwart en heet zand gepopt binnen een minuutje. Ook zien we hoe het rijstpapier gemaakt wordt voor de springrolls. Na afloop worden er de nodige lokale delicatessen ingekocht. Verderop drinken we nog mierzoete honingthee en durft Andre lokale alcohol te drinken uit een fles waar een dode cobra inzit....

Na een verkwikkende duik in het zwembad gaan we 's middags weer fietsen. Deze keer naar een Boeddhistische pagode die verbouwd wordt. In Vietnam is maar veertig procent van de bevolking gelovig. Ongeveer twintig procent is Boeddhist. Ook stoppen we nog bij een soort Intratuin. Hier worden jonge boompjes verkocht. Voor tachtig cent neemt onze gids twee mangobomen mee. 's Avonds krijgen we nog een ontspannen voetmassage aan het zwembad. Daarna een carving class. Met zeven mesjes mooie figuren snijden in winterpenen ter decoratie van het avondeten. Best veel werk. Nog meer respect voor dat wat 's avonds op ons bord ligt dus.

Op donderdag gaat onze gids weer alleen met ons op stap. We gaan nu verder weg met de boot richting Vinh Long. Hier zien we weer een familiebedrijfje. Hier worden tapioca pannenkoeken gemaakt. Tapioca is een cassavewortel. Er zijn veel lokale familiebedrijfjes in de Mekong Delta. Er zijn weinig machines. Hier is één machine die de aardappel plet tot meel en één machine die rondjes snijdt uit het deeg. Het personeel, vier vrouwen en zes mannen, zijn goed op elkaar ingespeeld. Aan de lopende band rollen de natte pannenkoeken eruit. Deze moeten eerst buiten drogen. Als het gaat regenen, moeten ze alles snel binnenhalen. Erg leuk om te zien! De pannenkoeken waren zelf wat minder lekker, beetje taai.

Mekongdeltapannenkoeken

De fietsen zijn meegenomen op de boot, dus gingen we hier ook weer fietsen. De Mekong Delta is een groot stelsel van waterwegen. Er zijn ook veel pontjes om mensen snel over te zetten. Tussen ‪vijf uur ’s ochtends en zeven uur ‘s avonds kost dit per bromfiets drieduizend Dong (twaalf cent). Na zeven uur betaal je het driedubbele.
Onderweg delen Luna en Dille af en toe cadeautjes uit aan kinderen. We hebben zo'n vijf kilo aan cadeautjes voor kinderen mee, variërend van stiften, notitie blokjes, playmobil en loomelastiekjes. Een reisorganisatie in het noorden van Vietnam had ons ook gevraagd om dit mee te nemen voor als we bij mensen in een klein dorpje gaan slapen. Vijf kilo dus. En dat op de veertig kilo bagage die we totaal meehebben. Kunnen er op de terugweg mooi souvenirs in. De kinderen hebben nu schoolvakantie. In Vietnam gaan ze van hun zesde tot hun achttiende naar school. Ze gaan vier uur per dag. Er is een ochtendploeg ‪van zeven tot elf uur en een middagploeg van één tot vijf.

De gids laat ons een ander type pagode zien. Die van het lokale Vietnamese geloof. Cao Daism. Dit is een mengeling van Franse en Chinese invloeden. Binnenin zien we dus een afbeelding van Jezus onder Boeddha hangen en Chinese goden. Ziet er allemaal erg verdraagzaam uit. Morgen (vrijdag) gaan we weer weg uit de Mekong Delta. Terug naar HCMC en dan meteen een binnenlandse vlucht naar het noorden, naar Hanoi toe. We gaan even afkoelen in de bergen van Sapa.


Overvolle stoepen
Zondag 17 juli 2016. Hanoi, Vietnam.

Na ons vertrek uit de Mekong Delta zijn we van Saigon naar Hanoi gevlogen. Ook hier hadden we weer een super leuk hotelletje in het centrum (Old Quartier). Het Art Trendy Hotel in een klein zijstraatje. Klein, maar comfortabel en super vriendelijk personeel. Het enige nadeel was dat in het kleine zijstraatje een erg gezellige foodstall zat, waar tot middernacht nog veel vertier was.

HanoifietsmetbagageHanoifoodstall

De stoepen in de Vietnamese steden, maar zeker Hanoi zijn sowieso een verhaal apart. In Nederland zijn de stoepen vaak bedoeld voor de voetgangers. Hier zijn het bijna altijd parkeerplaatsen voor bromfietsen. Die staan er overdwars op en als voetganger mag je dus op straat lopen. En op elke kruising zit wel een foodstall. Kleine eettentjes waarbij er een klein plastic tafeltje op straat staat met plastic krukjes die nog kleiner en lager zijn dan de stoeltjes in een kleuterklas in Nederland. Verder zijn er overal winkeluitstallingen op de stoep.

Grappig is dat alle winkels hier geclusterd zijn. Dus als je bijvoorbeeld een slotenwinkel ziet, zie je er meteen vijf. Schoenenwinkels, meteen tien op een rij. Bamboe, bloemstukken, gereedschappen, doucherekjes, meubels, kleding. Alles is geclusterd bij elkaar. Dus wat betreft de stoep, als voetganger moet je op de weg lopen en dan oppassen dat je niet aangereden wordt door een van de vele bromfietsen.

Andre was wat ziek geworden, waarschijnlijk door eten in de Mekong, dus ben ik met de meiden op stap geweest. In de Lonely Planet stond dat elk zichzelf respecterend kind de Waterpuppet Show moest zien, dus kochten wij voor vier Euro een kaartje. Een leuke show, niet te verstaan, maar wel een beetje te begrijpen, waarbij mooie poppen in het water werden voortbewogen door mensen achter een gordijn. Echt super knap gemaakt.

De volgende dag zijn we voor de zekerheid even naar het ziekenhuis geweest voor Andre. We werden prima geholpen door een Engels sprekende dokter en een uurtje later kwamen we met een drietal medicijnen weer naar buiten. We hebben ons vertrek naar Sapa in de bergen (met beperkte medische voorzieningen) wel een dagje uitgesteld. Tijd dus om Hanoi nog verder te verkennen. De hitte was nog intenser dan in Saigon. Dus het werd een rondwandeling met af en toe een vlucht in een airco ruimte.

We beginnen bij een foto tentoonstelling van Vietnam Focus. Meteen inspiratie op doen. Vietnam is erg fotogeniek met al zijn mooie kleuren. We lopen langs een oud treinspoor en de brug. Bezoeken een tempeltje en een oud huis. Steken met vele toeristen over naar het kleine eilandje in het Hoan Kiem Lake. En gaan terug met een fietsrickshaw waar we natuurlijk teveel voor betaald hebben. ’s Avonds na het eten nog even langs de night market. De straat was afgezet. Maar natuurlijk niet voor bromfietsen. Die rijden luid toeterend over de markt. Irritant!


Uitgestrekte rijstvelden
Donderdag 21 juli 2016. Sapa, Vietnam.

De volgende ochtend om kwart voor zeven (na een heerlijk ontbijt met appelpannenkoeken en wentelteefjes) vertrokken we met een shuttle bus naar Sapa. Er is een nieuwe expressway, dus we kwamen al om twaalf uur aan in dit bergstadje op vijftienhonderd meter hoogte. We zijn wel weer in onze overtuiging gesterkt dat zelf rijden veiliger is. Onze chauffeur kreeg het voor elkaar om met een mobiel aan zijn oor gevaarlijke inhaalmanoeuvres uit te voeren in onoverzichtelijke situaties bergop. Als je dit ziet, snap je dat er in Vietnam jaarlijks helaas veel verkeersdoden zijn.

Onze eerste indruk van Sapa: een grote bouwput. Overal werd gebouwd en afgebroken. Later hoorden we dat de nationale overheid hier in 2020 een stad van één miljoen inwoners van wil maken (het zijn er nu vijftigduizend). Lijkt een onmogelijke opgave gezien de fysieke ligging en de beperkte infrastructuur. De afvalreiniging werkt nu al niet goed. We slapen hier in het Cat Cat View Family Hotel. We slapen in een familiekamer op de negende verdieping met werkelijk een prachtig uitzicht over de bergen.

SaparijstveldSapaUitzichthotel

In Sapa hebben we vanuit Nederland excursies geregeld via Ethos Travel. Een organisatie die de arme bergvolkeren in de omgeving van Sapa wil helpen door ze educatie en een baan te geven. Hier werken dus vijftien vrouwen uit de omgeving, die nu Engels hebben geleerd en als gids aan de slag zijn en daar goed voor betaald krijgen. In deze regio leven veel bergvolkeren elk met hun eigen taal, cultuur, kleding en leefwijze.

De eerste dag gaan we met Ca op stap. Ze is een super leuke jonge meid van twintig jaar. Ze is van de Black Hmong stam. Ze is op haar vijftiende getrouwd en kreeg op haar zestiende haar eerste kind. Ze is erg kordaat, vrolijk en spreekt goed Engels. Ze is trouwens even groot als Dille. In Vietnam zijn onze meiden reuzen. Ca neemt ons mee naar haar dorp: Xa Seng Village. Eerst gaan we samen op de markt in Sapa boodschappen doen, want de bedoeling is dat we samen met haar familie een lunch gaan klaarmaken. Ik heb verteld dat we vegetarisch zijn, dus we kopen groentes en tofu. Na een kleine hobbelige autorit beginnen we onze wandeling. Het is echt prachtig hier. Maisvelden en rijstvelden, heuvels en rivieren. We komen onderweg buffels tegen en heel kleine kinderen die 'hello' roepen. Na ongeveer een uur lopen, komen we in een klein dorpje terecht.

SapaLunametvrouwinrijstveldSapaspelenmetvierjarige

Het huis van Ca is echt traditioneel. Met een kleien vloer, rieten dak met palmbladeren, een grote ruimte met kleden hangend voor de slaapvertrekken voor enige privacy. Heel rokerig binnen vanwege het open vuur in de keuken. Aan de muur heel veel certificaten en diploma’s. Buiten scharrelen de varkens en de kippen rond. Er zijn twee honden en schattige drie weken oude puppy’s en ook baby poesjes. Ca woont hier met haar schoonfamilie, dertien mensen in totaal, inclusief overgrootouders. In haar cultuur trouw je vroeg rond je vijftiende en ga je daarna bij je schoonfamilie wonen. De ouders van de bruid krijgen een bruidsschat van tien tot dertig miljoen Vietnames Dong en een buffel en twaalf kippen. Daarna kan de dochter gaan werken bij de schoonfamilie.

Sapavuurkoken

Ca is erg spontaan en open en vertelt over haar bevalling van haar tweede kind, vlakbij het dorp op een rots. Het kwam vijf weken te vroeg. Ze zijn niet naar het ziekenhuis geweest, maar hebben het allebei gelukkig overleefd. In deze streek is de levensverwachting maar zesenveertig jaar, met name doordat bij de geboorte één op de vier baby’s overlijdt. Ca is erg blij met de kansen die haar geboden worden bij Ethos. Ze is nu ook bezig om samen met mode ontwerpers te kijken hoe ze traditionele stoffen kunnen verwerken in kleding die ook in de Westerse wereld verkocht kan worden. Mooi om te zien hoe de vrouwen hier empowered worden.

Luna en Dille spelen de hele middag met Mai Khu, het vierjarige dochtertje van Ca. Ze spelen bij het riviertje en in de maisvelden. Drie uur later en na een heerlijke lunch, nemen we afscheid en vervolgen we onze wandeling naar het volgende dorp waar een heilige driehonderd jaar oude boom staat. Onderweg laat Ca de hennep plant zien, waar ze hier kleding van maken. Met planten kleuren ze de geweven stof later in indigo. Na twee uur heerlijk wandelen en veel indrukken, rusten we uit onder de heilige boom. Kindjes spelen er onder. Ca vindt onze mueslireep van de Albert Heijn erg lekker. Wat een fantastische dag.

De tweede dag gaan we met Min May op stap. Zij is van de Red Dao stam. We gaan nu eerst met een auto anderhalf uur noordwaarts rijden. Eerst over de hoogste pas van Vietnam van vijfentwintighonderd meter hoog. Helaas in de mist, dus geen uitzicht. Het is hier echt koud. Daarna naar beneden, waar het weer warmer wordt. Ook hier doen we eerst in het dorpje Binh Lu op de markt boodschappen voor onze lunch bij een lokale familie. We bezoeken hier de Lu stam. Hier staan de huizen op palen en scharrelen de dieren eronder en liggen er voorraden van rijst of mais. Deze stam draagt weer hele andere kleding. Hier staat in elk huis een weefgetouw. De kleding is kleurrijk. Getrouwde oudere vrouwen kleuren hun tanden zwart (met geplette vliegen). Dit dorp ligt nog hoger, bijna op tweeduizend meter. Er zijn hier ook theevelden. Ze maken hier green tea en oolong tea.

Eerst maken we een mooie wandeling door de rijstvelden. De kleine dijkjes tussen de velden zijn nog wat glad en glibberig en lastiger voor ons om op te lopen. Bij de rivier, nemen we een kapotte hangbrug naar de overkant en kijken we hoe de lokale bevolking aan het vissen is. In deze dorpen komen veel minder toeristen dus we hebben veel bekijks. Luna en Dille worden vaak aangeraakt.

Sapalopenoverdijkjes

Rond twaalf uur gaan we hier lunchen bij een lokaal gezin. Er zijn twee buurmeisjes van ook twaalf en tien jaar oud. Luna en Dille hebben hun loomspullen mee en gaan beiden meisjes leren hoe ze een armband kunnen maken van loom elastiekjes. Als dank krijgen Luna en Dille allebei een koperen armband van de meisjes. Super aardig. Voor de jongetjes hebben we playmobil poppetjes meegenomen. Ze spelen er heerlijk mee. Na wederom een heerlijke lunch, leer ik nog hoe het weefgetouw werkt. Behoorlijk arbeidsintensief werk. We nemen weer afscheid en maken nog een wandeling naar een dorp verderop. Weer over een hangbrug en door de rijstvelden. Prachtig. Op de terugreis gaat het regenen, dus we missen wederom het uitzicht vanaf de pas.

Onze laatste dag in Sapa gaan we met onze gids San May naar een Red Dao village op twaalf kilometer afstand van Sapa. San May heeft een zoon en dochter van zestien en veertien jaar oud. Haar man is eigenaar van de herbal baths in het dorp. De kruiden voor deze herbal baths worden in een coöperatie van honderd gezinnen geplukt en geleverd. Het is trouwens gebruikelijk dat je als toerist geld betaalt om deze dorpen te bezoeken. Ongeveer anderhalve Euro. Op het ticket staat dat dit geld naar het dorp gaat en de aanleg van de infrastructuur. Grappig was dat we nog nooit zo’n slechte weg hebben gezien als daar. Al dat gehobbel is maar niets, dus gaan we lekker lopen, dan zien we ook meer.

SaparodedoekenenloomenSapatweevrouwenrodedoek

De vrouwen van deze stam hebben rode doeken op hun hoofd. Eigenlijk een rode deken, maar de jongere vrouwen vinden dat te zwaar en doen een rode doek. Deze stam staat bekend om hun ‘embroidery’. Stoffen worden voorzien van prachtige borduursels. Dit doen ze met zijden draden. Dit is dus het dorp waar we een paar mooie tasjes en etuis kopen. De herbal baths zijn echt geweldig. In een klein houten hutje staan vier houten tonnen klaar met heet kruidenwater en schuim. En als je dan in die ton zit (in kleermakerszit), dan heb je een prachtig uitzicht op de bergen en de rijstvelden. Echt heerlijk ontspannend! Luna maakt hier weer een armbandje met een meisje van tien jaar. Ze pikt het snel op. We geven haar een eigen loomsetje mee. Luna en Dille krijgen als dank weer een armbandje terug.


Indochina Junk
Zaterdag 23 juli 2016. Halong Bay, Vietnam.

‘First kayaking then swimming’, zegt de gids. Maar de zee van Bai tu Long lonkt nu al. We zijn in Halong Bay, maar dan in het meer ongerepte deel van dit Unesco Werelderfgoed. Bijna tweeduizend karstbergen tornen hier boven de blauwgroene zee uit. Ik zie dat de gids twijfelt en zeg tegen Luna dat ze er in kan springen. Al snel maken alle toeristen van de boot een bommetje in het warme en zoute water. Het is heerlijk. Dobberend tussen de mooie karstbergen.

HalongbaykajakkenHalongbayfloatingvillage

Na dit korte intermezzo gaan we dan echt kajakken. Met zijn tweeën per kajak, gaan we vlak langs de karstrotsen en ook een kleine grot in. Het is prachtig. We zitten op de Dragon Pearl 2. Een prachtschip met elf cabines en een prachtig zonnedek. De zevenkoppige bemanning is super vriendelijk en onze gids Chung erg grappig en behulpzaam. Nadat we aan boord gegaan waren, kregen we een heerlijke lunch voorgeschoteld op het dek. Wat ontspannend. Perfect verzorgd door Indochina Junk. Dit is echt vierentwintig uur luxe en ontspannen. De cabines zijn klein, maar comfortabel. De zee is rustig.

Na het kajakken en zwemmen, varen we verder naar onze plek waar we voor de anker gaan in de nacht. Buiten is het zwoel. We eten op het dek en de bemanning heeft zich uitgeleefd op de mooiste kunstcreaties. Dit is echt foodcarving voor gevorderden. Achtereenvolgens hebben ze twee vogels, een arend en het schip gemaakt. Heel attent verrassen ze een andere Nederlandse familie die vijfentwintig jaar getrouwd is met een heerlijke chocoladetaart. Tot laat spelen we allemaal nog (kaart)spelletjes op het dek.

De volgende ochtend worden we twintig over zes wakker als de motor weer gestart wordt. We gaan op weg naar Vung Vien, een zogenaamd floating fishing village. Het is eigenlijk een fishing village in verval. Jaren geleden woonden hier veel vissers met hun kinderen. Maar de vangst loopt terug. Steeds meer kinderen gaan in een kostschool aan wal en het toerisme trekt als andere inkomstenbron.

We worden in een roeiboot rondgevaren. De omgeving is adembenemend mooi. We zien een paar actieve vissersboten en gaan aan wal bij het informatiecentrum en het verlaten schooltje. Overal hangen netten en er worden nog nieuwe houten drijvende woningen gebouwd. Onderweg worden we overvallen door een hoosbui. We trekken onze poncho’s van veertig cent aan en schuilen onder een overkapping in de rotsen. Het blijft regenachtig weer.

We bezoeken tenslotte nog een oesterfarm, waar parels gekweekt worden. Onder een microscoop wordt een klein bolletje ingebracht in een baby oester. Er zit ook een winkel bij. Wat een contrast. Er zijn hier kettingen van vijfenzeventigduizend Euro te koop. Het is een aparte firma, dus het vissersdorp ziet niets van deze inkomsten. We varen terug naar Halong Bay om weer aan wal te gaan.


Bezems van rijst
Zondag 23 juli 2016. Yen Duc Village, Vietnam.

In een luxury van met wifi(!) gaan we door naar Yen Duc Village. Hier blijven we een nacht slapen. Yen Duc is een klein dorpje dat vroeger alleen van de rijstopbrengsten leefde. Door investeringen van Indochina Junk in een waterpuppet theater en een guesthouse is de levensstandaard omhoog gegaan. Gi van vierentwintig jaar is onze gids. Een spontane en vrolijke vrouw. Ze is nog ongehuwd, maar dat is hier in tegenstelling tot in de bergen geen probleem. In een elektrisch klein busje brengt ze ons naar Viet House. Een mooi guesthouse aan de rand van het dorp, grenzend aan talloze rijstvelden. We worden ontvangen met skinny tea zoals Gi dat noemt. Thee om af te vallen. Nou, dat is wel nodig hier met al die vijf gangendiners. Na een uurtje bijkomen, stappen we met Gi op de fiets. Er gaat nog een andere vrouw mee, Van genaamd. Zij is office manager van Indochina Junk in Halong Bay, maar ze vindt het kantoorwerk saai worden en is nu in opleiding voor gids.

We bezoeken een ancient house, waar de vrouw des huizes de stamboom (prominent opgehangen op de muur) toelicht en het huisaltaar dat elke familie hier heeft om de voorvaderen te eren. Ze vertelt ook dat de certificaten die bijna in elk huis aan de muur hangen van de overheid zijn als dank voor bewezen diensten. Vietnamezen vinden dit erg belangrijk en hangen ze dus prominent op in hun huis. De volgende stop is een plek waar we kunnen oefenen met rijst maken. Het scheiden van het vliesje van de rijstkorrel. Het zeven. Het stampen, zodat het echt witte rijst wordt. We doen alle stappen.

Daarna is het tijd om vis te vangen. In Vietnam hebben ze drie manieren. Met visnetten, een hengel of met een bamboe basket. Wij gaan de laatste manier uitproberen in een fish pond. Gehuld in plastic broek en laarzen, waden we tot onze middel de vijver in. Een man doet het ons voor. Op goed geluk plaats je steeds de basket. Als er iets gaat spartelen, weet je dat je een vis hebt. Dan moet je met je hand in de basket de vis moe maken door hem rondjes te laten draaien en daarna kun je de vis eruit pakken. Andre vangt er drie. Luna heeft er wel eentje onder haar basket, maar deze ontsnapt weer. Grappige ervaring. De meiden vinden het maar zielig en vragen of ze aan het eind de gevangen vissen weer terug mogen gooien. Dat mag.

DorpvissenteruginwaterHoianrietstengelsdrogen

Op het dak van de kleine keuken genieten we van de ondergaande zon en de levendigheid op de rijstvelden. Het rijstplantseizoen is begonnen en de velden worden omgeploegd en nieuwe rijst wordt ingeplant. Het is een prachtig gezicht. Luna en ik lopen er naar toe om het van dichtbij te zien. Een van de vrouwen tikt Luna aan en gebaart dat ze mee mag helpen. Luna trekt haar schoenen uit en stapt het modderige veld in. Ze krijgt een bosje rijstplantjes in haar hand gedrukt en de vrouw legt uit waar en hoe ze ze in de grond moet zetten. En daar in het ondergaande zonnetje staat Luna rijst te planten. Wat een leuk gezicht.

dorprijstplanten

We krijgen weer een vijfgangendiner voorgeschoteld. Het is gewoon te veel om op te eten. Gelukkig gooien ze niets weg, wordt ons verteld. Na afloop krijgen we een cooking class om floating rice cake te maken. Leuk om te fröbelen, de smaak is iets minder. ‘Waarom moesten we hier dan ook nog bonen in doen?’, vraagt Luna.

We staan de volgende ochtend op tijd op om naar de markt te fietsen. De markt start al om vier uur ’s ochtends en is rond negen uur wel afgelopen. Gi legt van alles uit over de producten. We kopen rijstpapier voor Dille haar spreekbeurt straks over Vietnam. En natuurlijk nog een halve kilo van die heerlijke rambutans. Fruit is echt heerlijk hier. Onze favoriet is passievrucht. We fietsen nog langs een mooie begraafplaats die tegen de berg is aangebouwd. Hier op het platteland is er nog ruimte voor begraafplaatsen. In de stad is die ruimte er niet. We bezoeken een pagode met een oude entree uit twaalfhonderd. Ze zijn de pagode aan het restaureren.

DorpfietsenHoianrietstengelsdrogen

Onze laatste stop is bij een huis waar bezems worden gemaakt van rijst. We mogen allemaal onze eigen bezem maken. Andre maakt een grote en gaat met een mes aan het werk. Wij maken een kleintje en moeten allerlei ingewikkelde vlechttechnieken leren. Na anderhalf uur geconcentreerd en ingespannen werken, zijn onze bezems klaar. Ze zien er niet zo strak uit zoals de vrouw des huizes ze zelf maakt. Lachend vertelt ze dat deze bezems voor veertig cent op de markt verkocht worden, maar dat onze bezems daar te lelijk voor zijn.

Na een korte lunch nemen we afscheid van Viet House. Luna en Dille mogen achterop de motorfiets bij Gi. We krijgen nog een water puppet show te zien. Zitten zelfde elementen in als in de show in Hanoi, maar dit is buiten in de open lucht. Weer heel leuk en knap om te zien hoe de poppen rijst planten, een vis vangen en dansen. Dan nemen we echt afscheid van dit dorp en gaan we terug naar Hanoi.


Back in town
Maandag 25 juli 2016. Hanoi, Vietnam.

Onze vierde nachtje in Art Trendy Hotel. Het is vertrouwd om weer aan te komen in ons kleine straatje. We maken nog een avondwandeling en worden overvallen door een hoosbui waardoor we noodgedwongen in een ander restaurantje gaan eten als we van plan waren. De volgende ochtend vliegen we door naar Hué. Een klein stadje in Centraal Vietnam. Bekend om het Unesco Werelderfgoed de Citadel. Een oude stad van de Nguyen Dynastie.


Citadel en keizertombes
Dinsdag 26 juli 2016. Hué, Vietnam.

We slapen hier in het Pilgrimage Resort, vier kilometer buiten de stad en – niet onbelangrijk- met een prachtig veertig meter zwembad. Het hotel ligt beschut tussen groene palmbomen en bananenbladeren. Het is wel erg warm, een soort revalidatiebad. Dus niet zo verfrissend in deze hitte.

In de middag gaan we naar de citadel. We worden bestookt door mensen die ons er met de fiets of met de boot naar toe willen brengen. Maar we besluiten te lopen. De citadel is gebouwd tussen 1802 en 1833 door keizer Gia Long van de Nguyen Dynastie. De paleizen binnen de twee meter dikke vestingmuren zijn vaak verwoest door oorlogen (1885 door de Fransen en 1968 door de Viet Cong) en natuurrampen. Een deel is weer gereconstrueerd.

Er is ook een mooie film te zien van hoe het er oorspronkelijk uit zag. We lopen tegen een soort Zaanse Schans achtige attractie aan. Voor vier Euro kun je jezelf verkleden als keizerin met Chinese gewaden en foto’s nemen op de troon. Luna en Dille vinden dit wel leuk. Al snel vinden de Chinese en Vietnamese toeristen het leuk om een foto te maken van onze (donker)blonde dochters. Ze zijn zelf de attractie geworden. Erg grappig. ’s Avonds eten we in het Gecko Café. Een hoogtepunt voor Dille want dit is het eerste restaurant sinds we hier zijn die Lipton Ice Tea Lemon verkoopt... en een lekkere pizza, wat wil je nog meer na veel rijst, noodles en lokale Vietnamese specialiteiten de afgelopen dagen.

HueselfiemetverkledemeidenHuefoodstal

De volgende dag blijven Dille en Andre lekker aan het zwembad. Luna en ik maken in de ochtend een fietstocht van vijftien kilometer naar twee beroemde graftombes. Het is 38 graden en het gebied is heuvelachtig. Al snel zijn we doorweekt van het zweet. De tombe van Khai Dinh (laatste keizer in Vietnam van 1916-1925) staat op een berg met steile trappen en heeft een hele mooie zaal vol met muurschilderingen van mozaïek. Buiten staan beelden van mandarijn wachters en paarden. Ook in deze omgeving staan overal kleine (Boeddhistische) altaartjes buiten bij de huizen. In deze omgeving staat er vaak een stenen paard bij. Op het altaartje ligt veelal etenswaar en wierook. In andere gebieden staat er weer wat anders, zoals een lachende Boeddha. Het geloof in Vietnam is een beetje een mengelmoesje. De tweede tombe is van Minh Mang (1820-1840) en ligt in de bossen. Deze is minder uitbundig. Na het derde paleis zijn we er wel een beetje klaar mee en nemen we een lekker ijsje. Dat je in deze hitte heel snel moet opeten omdat het meteen smelt. We fietsen in een fors tempo terug en duiken bij ons hotel onder een lange koude douche.


Mountainbiken en snorkelen
Zaterdag 30 juli 2016. Hoi An, Vietnam.

De volgende ochtend nemen we de trein van Hué naar Danang. Het treinstation bruist. Buiten staan groene, oranje en gele taxi’s. In de wachtkamer is het een drukte van jewelste. Een kwartier voor aankomst van de trein uit Hanoi, gaat iedereen al op het perron staan. Mensen steken de perrons over. Mannen lopen met houten karren rond om bagage uit de trein aan te nemen. Er staan tien motorfietsen gehuld in plastic klaar om ingeladen te worden. De rit duurt tweeëneenhalf uur. Er is volop catering aanwezig. Veel rijst, noodles en dode kippen. De trein rijdt vlak langs de kust. Prachtig om te zien. Wel in een slakkengang. Rond één uur ’s middags tuffen we het station van Danang binnen. Buiten staat een taxi te wachten.

Hoiantrein

Ik had gelezen dat je in de lokale bus vaak wordt afgezet en drie keer de lokale prijs moet betalen, dus gekozen om voor vijftien Euro met een private taxi voor de deur van ons volgende hotel te worden afgezet. Hoi An Beach Resort. Tussen het strand en de rivier ingeklemd en vier kilometer van het oude stadje vandaan. Wederom een prachtig resort met twee mooie zwembaden. Op booking.com stond een leuke aanbieding waarbij er elke dag een half uur massage bij zit in de aangrenzende spa Waterlily. Dat blijft toch wel heel leuk aan Azië. Die heerlijke massages in prachtige rustieke spa’s en niet zo duur.

’s Avonds gaan we naar de Old Town. Super sfeervol met de vele gekleurde lantaarns. Overal leuke eettentjes en natuurlijk heel veel shops. Dit is echt de meest toeristische plek die we in Vietnam gezien hebben. Oude vrouwtjes of hele jonge kinderen verkopen voor tienduizend Dong een drijvende lampion om in het water te zetten. Dit is echt de stad van de lampionnen.

De volgende dag hebben we fietsen gehuurd. Dat is wel de manier om je hier te bewegen. We begeven ons tussen luid toeterende bromfietsen en bellen vrolijk mee met onze fietsbel. We fietsen naar An Bang Beach, een strandje dat vier kilometer verderop ligt. Het strand bij het hotel is namelijk door erosie aangedaan en wordt door zandzakken beschermd. Op een strandje helemaal voor ons alleen, naast een palmboom en onder een parasol genieten we van de zee. Er liggen ook basket boats op het strand. Ronde tobbes, die de lokale bevolking gebruikt om naar een groter schip te varen.

Op de terugweg stoppen we bij een kleine supermarkt. Tot onze grote verbazing komen we daar een pot Nutella tegen. Eigenlijk hebben we op al onze reizen tot nu toe wel ergens Nutella gevonden, maar we hadden in Vietnam de hoop al opgegeven. Dus toch. In een klein supermarktje in een klein dorpje. Hoe komt die pot hier? We kopen de pot natuurlijk. Omdat het kan. ’s Avonds fietsen we ook naar de Old Town toe. Het is shopping time. De meiden kopen leuke souvenirs voor hun vriendinnen.

De volgende dag hebben we een mountainbike tour geboekt naar de omliggende dorpjes. We gaan vroeg op pad met Wan onze gids. Eerst steken we de rivier over met een kleine boot. Veel dorpjes in de omgeving van Hoi An zijn gespecialiseerd in bijvoorbeeld houtbewerking, groente verbouwen of weven. We kijken eerst bij een scheepswerf. Hier worden grote boten gebouwd. Verderop is er een huisje waar een vrouw met haar dochter matrassen weeft van riet. Luna en Dille mogen het zelf ook proberen. De vrouw is zo’n zes uur bezig met één mat en verkoopt deze dan voor vier Euro op de markt. Haar man ligt ondertussen te slapen op het bed ernaast.

In Coconut Village zien we de plek waar de Viet Cong zich verstopte tussen de kokosnootplantages tijdens het vechten met de Amerikanen. Hier horen we ook een saaie stem door een omroepinstallatie. Het blijkt dat in Vietnam in de dorpen tussen elf en twaalf uur het lokale nieuws wordt voorgelezen door de overheid. Overal hangen omroepinstallaties. Een soort communistische radio dus.

We maken nog een mooie boottocht van een half uur en zien de typische visnetten van dit gebied. Deze hangen overdag boven de rivier. Tegen de avond laten ze de netten via een katrol het water in zakken. Ze doen er dan voer in en hangen lampen op. Zodra er voldoende vissen ingezwommen zijn, halen ze de netten weer omhoog.
We eindigen in het dorp met de vele moestuinen. Hier verbouwen ze geen rijst, maar veel groentes. We helpen bij het inzaaien van kool. Om de aarde vruchtbaarder te maken gebruiken ze zeewier.

Na afloop krijgen we een korte cooking class van een een super grappige kok, die ook kok op de Vietnamese tv is geweest. We mogen proberen onze vegetarische pannenkoeken op ons hoofd te gooien terwijl hij en zijn vrouw erachter staan om ze op te vangen in een vergiet. We lachen ons helemaal rot. Moe en bezweet eindigen we onze tocht weer voor de deur van het reisbureau. Nu hebben we wel een lekker ijsje verdiend. We doen dit in een café die een prachtige foto expositie heeft van de Franse fotograaf Rehahn. Hij heeft prachtige foto’s van oude Vietnamese vrouwen gemaakt.

Onze laatste dag in Hoi An gaan we naar de Cham Islands. We gaan met Blue Coral Diving. Op een grote boot met meer dan veertig duikers en snorkelaars varen we weg. Al snel worden we tegen gehouden door militairen. Of we eerst even een boot die vastgelopen is op een zandbank weg willen trekken. Uiteindelijk komen we na anderhalf uur aan bij onze eerste duikstek. Luna en ik gaan samen met de dive master. Ondanks dat het voor ons allebei alweer een jaar geleden is, hebben we snel weer de slag te pakken. Hier geen schildpadden zoals in Brazilië, maar mooie kleurrijke koralen en kleine vissen, als nemo, angelfish en batfish. We zien een anderhalve meter lange zeekomkommer die op een slang lijkt. Ook de gevaarlijke lionfish zien we onder een koraal schuilen. Dille snorkelt lekker en probeert de kwallen te ontwijken.

Hoianspringendinzee

Op de andere duikstek gaat Andre duiken en ik snorkelen met de meiden. Daarna gaan we lunchen op de eilanden. Er is zowaar een waterpark met drijvende luchtkussen en stormbanen. Voor één Euro zestig veel pret dus. In de namiddag varen we terug. Liggend op het zonnedek. ’s Avonds eten we op het strand en besluiten de avond met nog een massage voor ons alle vier in de spa. Een mooie afsluiting van vier dagen Hoi An. Na het strand is het nu weer even tijd voor de bergen: Dalat!


Een ander Vietnam
Donderdag 4 augustus 2016. Dalat, Vietnam.

Dalat is een ander Vietnam. Weinig typische Vietnamese hoeden, maar mutsen tegen de kou. Dalat op vijftienhonderd meter hoogte is de stad van de eeuwige lente. Door de Vietnamezen ook wel Little Paris genoemd. Temperaturen zijn verfrissend en variëren van vijftien tot vierentwintig graden. Dalat is ook kitscherig met echte Assepoetser koetsen op het plein. En Dalat is de stad van bloemen en koffie. Voor Vietnamezen zelf een hele populaire vakantie bestemming.

We slapen hier in het zogenaamde Crazy House. Een gebouw ontworpen door architect Dang Viet in 1990. Het is een mengeling van Gaudi en de Efteling. Het is een echte attractie met busladingen Russen die het komen bezichtigen. En daar slapen we middenin. Zonder echte privacy. Tussen acht uur ’s ochtends en zeven uur ‘s avonds lopen de toeristen langs onze deur en proberen ze naar binnen te kijken. Geen succes dus.

DalatabseileninwatervalDalatjongenmetkorf

Dalat is ook de stad van de (extreme) buitensporten. André en Luna gaan hier een canyoning tour doen met Highland Holiday Tours. Ze seilen ab van hoge rotsen door watervallen heen en springen van elf meter hoge rotsen naar beneden. Dille en ik hebben een rustiger programma. Wij maken een wandeling van drie uur samen met gids Wan en twee Nederlandse vrouwen. De wandeling start in een pine forest. Dan beneden naar een rivier toe. Het is steil en glibberig en af en toe hangt er een touw. Wan noemt het een easy sunday morning walk. Wij noemen het een best pittige wandeling. We moeten de rivier zes keer oversteken op blote voeten. Na allerlei klauterpartijen eindigen we met een duik onder een koele waterval en een lekkere lunch. In de middag maken we nog een tocht met paarden in de Valley of Love. Beetje erg toeristisch op een asfaltweg en Dille mocht niet in draf.
's Avonds eten we lekker bij Primavera, een Italiaans restaurant met een echte pizza oven en een Italiaanse eigenaar. De volgende ochtend gaan we naar een klein dorpje twintig kilometer verderop. Onderweg zien we veel kassen voor de bloemen. Er schijnen hier veel Nederlandse ondernemers actief te zijn. In het dorpje Lang Dinh An maken we een korte wandeling en zien we dat de kool net geoogst is. De meiden geven onze laatste cadeautjes weg en helpen de kinderen de Playmobil poppetjes in elkaar te zetten. We lunchen met overheerlijke crêpes bij Le Chalet, van een Belgisch-Vietnamees stel. Daarna checken we uit. We gaan een dagje eerder weg vanwege het tegenvallende hotel. Met een private transfer rijden we naar de kust.


Vallende kokosnoten in de jacuzzi
Zaterdag 6 augustus 2016. Mui Ne, Vietnam.

Ons laatste hotel ligt bij Mui Ne. Full Moon Village, geboekt naar aanleiding van goede verhalen op verrereizenmetkinderen.nl. Een prachtig resort geleid door een Nederlandse manager. We hebben een reusachtige twee bedroom villa. De woonkamer is twee keer zo groot als onze woonkamer thuis en prachtig met hout bewerkt. In de tuin liggen zitzakken en een jacuzzi tussen de bananenbomen. De manager waarschuwt dat er wel kokosnoten naar beneden kunnen vallen, als je in de jacuzzi zit. We zijn vijftig meter van de zee verwijderd. Er liggen body boards, kajaks en surfboards klaar voor de gasten. Dit wordt genieten de laatste drie dagen.

Eerst lekker lunchen en dan een duik in de zee en het zwembad. 's Avonds spelen we weer een potje koehandel. Lekker van de vakantie is dat je vier weken echt als gezin fulltime samen bent. Er is veel tijd voor spelletjes en voorlezen. Het ontbijt is prima. We zitten op tien meter van het strand. De zee is aanlokkelijk en al snel liggen we weer op het board. Helaas is er aflandige wind en ongeschikt om een windsurf les te nemen.

's Middags pakken we de shuttle bus naar Mui Ne Village zelf, zo’n vijftien kilometer verderop. De meiden willen heel graag nog nail art op hun nagels. Een van de personeelsleden, Tam, zegt dat ze wel wat weet voor ons. Tam is een kleine Vietnamese vrouw van vierentwintig. Ze vertelt dat ze met veel plezier al zes jaar in het resort werkt. We vragen haar waarom ze een mondkapje draagt. Ze vertelt dat veel Vietnamese vrouwen graag een blanke huid willen, omdat dat het schoonheidsideaal is. Het was ons al opgevallen dat er behalve mondkapjes in het verkeer (voor smog) ook heel mondkapjes gedragen worden door vrouwen op het platteland in de frisse lucht. Het bedekt samen met een hoed je hele gezicht. Ook dragen de vrouwen ondanks de hitte lange mouwen en halve handschoenen zodat er geen lichaamsdeel directe zon krijgt.

Muinespanagels

We stappen met Tam uit in het vissersdorpje en lopen een straat in omhoog. In een kleine kapsalon/massagesalon/nagelsalon laten we alle drie onze teennagels lakken. Er staan een paar kleine krukjes en vier vrouwen worden geholpen en dat allemaal op acht vierkante meter. Nailart hadden ze niet, dus daar moeten we toch nog verder voor doorreizen met de local bus naar het toeristische centrum van Mui Ne. Hier is alles tweetalig Russisch-Vietnamees. De Russen schijnen Mui Ne als vakantie bestemming ontdekt te hebben. In een spa is een vrouw anderhalf uur met de nagels van de meiden bezig en het resultaat is prachtig.

We kopen de laatste souvenirs en nemen de local bus (veertig cent per persoon) weer terug naar Full Moon Village. Bij het diner zien we de lichtjes van alle vissersboten aan de horizon glinsteren. Tam vertelde dat haar broer visserman is. Hij gaat elke middag rond drie uur ’s middags de zee op en is de volgende ochtend om negen uur weer terug. We spelen nog een potje pool met twee Duitse gasten.

Muinemeidenopstrand

De volgende dag is het weer een lekker ritme van de zee in, luieren, zee in, lunchen. Dan komt er een tropische hoosbui aan en vluchten we onze villa in. De zee is ook wat ruwer vanwege de tyfoon die in Hong Kong heeft geraasd. Voor het body boarden wel lekkerder.

MuinerodeduinenMuinerodeduinenslee


Als de regen voorbij is, pakken we de lokale bus naar de zogenaamde Red Dunes. Een bijzonder rood zandduinlandschap tien kilometer verderop. Voor tachtig cent, kun je een sleetje huren en de heuvels naar beneden glijden. Ondanks het natte zand, glijdt het best goed. Bijzonder landschap.

Dan breekt onze laatste dag in Vietnam aan. Natuurlijk weer de zee in. Nog een plons in het zwembad en dan om half twee ‘s middags komt onze taxi eraan. Terug naar Ho Chi Minh City waar onze reis drieëneenhalve week geleden begon. Wat een prachtig land is Vietnam. Veel lieve, behulpzame en vrolijke mensen. Lekker eten. Zo veel leven en gezelligheid op straat. Zo kleurrijk en fotogeniek. Onverwachte salamanders op de muren. Glinsterende groene rijstvelden. Ik zal het allemaal missen. Maar wat ik niet zal missen, is het chaotische verkeer en het voortdurende getoeter.

Inhoudsopgave

Altijd gesloten?

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!