Artikelindex

Anouck en Sammy op avontuur met kind in VietnamSammy, Anouck en Largo
3 augustus - 23 augustus 2008

Na jaren van verre strandvakanties maakte deze Belgische familie in 2007 hun eerste rondreis door Namibië. Dat vonden ze geweldig en smaakte naar meer. Dit jaar trokken Sammy, Anouck en Largo (9) drie weken door Vietnam. Geniet mee van de smakelijke beschrijvingen van deze bijzondere, soms zelfs gevaarlijke reis.

Door Sammy Tempels


REISVERSLAG VIETNAM 2008

Vorig jaar hebben we in Namibië de smaak van het rondreizen pas echt te pakken gekregen. Omdat ik zelf niet van grote groepen hou en we met een kind reizen, gaan we liever een beetje alleen op rondreis. Om toch enkele zekerheden te hebben laten we graag bepaalde uitstappen en hotels op voorhand vastleggen. Zo kwamen we terecht bij de Nederlandse reisorganisatie Vietnam-online, onderdeel van Riksja. Deze organisatie biedt reizen aan op maat, individueel terwijl zij samen met jou veel op voorhand regelen. Je hebt inspraak in de uitstappen, hotels en manier van verplaatsen zodat je alles op eigen tempo kan doen en je alleen datgene gaat bekijken wat je echt wil zien. Dit is ons goed bevallen, alles was in orde en ik kan het iedereen aanraden die op deze manier wil reizen. Hieronder ga ik een poging doen om een goede beschrijving te geven van onze drie weken door Vietnam.

Klik hier voor de blog van Sammy


Vertrek vanuit Amsterdam
Zondag 3 augustus 2008. Hanoi, Vietnam.

Om 7.00 uur loopt de wekker af maar natuurlijk lig ik al eventjes wakker. We maken ons klaar en vertrekken met de wagen richting Schiphol. Het is een rit van iets meer dan twee uur maar dat kan geen kwaad, we zijn ruim op tijd vertrokken en ons plaatsje op de parking is lang op voorhand geregeld. Je kunt op Schiphol voordelig lang-parkeren op parking P3 en dit door gewoon op voorhand te boeken via internet (100,00 euro voor drie weken). De rit verloopt zonder problemen en we staan dan ook vlug in de vertrekhal. De vlucht vertrekt op tijd. We vliegen in ongeveer veertien uur via Hong Kong naar Hanoi in Vietnam.


Aankomst Hanoi
Maandag 4 augustus 2008, Hanoi

Brommertjes in HanoiNa een lange reis komen we aan in Hanoi en gelukkig staat er een chauffeur van het hotel op ons te wachten. De eerste indrukken zijn overweldigend. Enorme drukte, en een zwoele, hete en vooral vochtige warmte. De rit van de luchthaven naar het hotel duurt ongeveer een half uurtje en onderweg krijgen we enkele typische Vietnamese taferelen te zien: de mensen op het veld met hun typerende conische hoeden op, en natuurlijk… de ontelbare brommertjes op straat.

Wanneer we aan ons hotel komen kijken we onze ogen uit. Het hotel is een klein, smal gebouw gelegen in de meest drukke buurt van Hanoi: het Old Quarter. Uitstappen is hier een levensgevaarlijke bezigheid en oversteken met zware rugzakken is vragen om problemen. Op één of andere manier lukt het ons toch en komen we in ons hotel.

Binnen is het interieur typisch Vietnamees en de patroon verwelkomt ons zonder veel poespas. We mogen direct op onze kamer die eenvoudig maar proper is, meer dan goed genoeg voor ons. Beneden in ons hotel is de touroperator Queen Travel (zelfde naam als het hotel) en dit is één van de betere organisaties in Hanoi om uw excursies en vliegtickets te boeken. Vietnamonline heeft hier ook onze excursies geboekt dus we zitten handig dicht bij de bron.

Eten op straatWe bekomen even van de reis en gaan dan de stad verkennen. Buiten razen de brommers vervaarlijk dicht tegen ons voorbij maar het went snel en we wandelen onvervaard door de straten van het Old Quarter. Overal zijn er winkeltjes, en natuurlijk de typische kleine gaarkeukens waar je voor weinig geld een simpele maar goede maaltijd kan gebruiken. Mensen zitten op straat te eten op kleine plastic stoeltjes, meestal noedels, noedelsoep of een andere vorm van dit gerecht. We drinken iets in de bar waar ze naast het plaatselijke Tiger Beer ook Stella, Leffe en zelfs Hoegaarden hebben.

Zware mandenTerug op straat mag Largo ondervinden hoe zwaar de typische Vietnamese manden wegen waarmee de vrouwen hier op de schouders lopen. De manden hangen aan een stok die op de schouders wordt voort gedragen. De inhoud varieert van bananen en ander soort fruit tot de meest onmogelijke dingen. We eten in een restaurant dat ons is aangeraden: de 69 in de Ma May Street. Heerlijke 69 soep vol scampi’s en andere lekkere dingen. Daarna vis bereid op typisch Hanoi’se wijze met noedels en rijst en dit alles voor de prijs van circa 8,00 euro per persoon inclusief drank. De reis is goed begonnen en nu slapen maar.


Hanoi
Dinsdag 5 augustus 2008, Hanoi

MausoleumVandaag de eerste echte dag van de reis. Na het simpele maar goede ontbijt verlaten we het hotel en nemen een taxi naar het mausoleum van Ho Chi Minh, de grote Vietnamese leider. De Vietnamezen dragen hun leider op handen en het is dan ook een beetje raar dat hij hier in dit mausoleum in Hanoi ligt want de grote leider had gevraagd om zijn as te bewaren op de drie grote bergen in Vietnam in het noorden, het centrum en het zuiden van het land. De leiders van de communistische partij beslisten er echter anders over en nu ligt hij hier in een grote, vierkanten stenen bunker. Het gebalsemde lichaam is elke dag te bekijken van 7.30 uur tot 10.30u (kom ruim op tijd) behalve in de maanden oktober en november want dan wordt het gebalsemde lichaam opnieuw behandeld.

Vanaf het grote grasplein voor het mausoleum, waarop een groot aantal vrouwen met de typische conische hoed aan het werk zijn, zie je de menigte toeristen al geduldig in lange rijen staan wachten,  tot ze één voor één naar binnen mogen. Elke groep wordt vergezeld door een bewaker en het is verboden foto’s te maken (je moet alle bagage inclusief camera afgeven) en je mag niet praten of blijven stilstaan.

We hebben een uur staan wachten in een onmogelijke hitte om daarna ongeveer een minuut in het mausoleum te zijn maar toch was dit zeer de moeite waard. Het respect en de eerbied die de Vietnamezen hun vroegere leider toedienen maakt indruk. Ho Chi Minh zelf ligt vredig in een glazen kist tussen vier wachters en heeft een ietwat oranje kleurtje. Na het bezoek kun je je bagage terug gaan ophalen en een kijkje nemen in het vlakbij gelegen museum. Naast foto’s en standbeelden van de grote leider kan je hier oorlogsfoto’s en documenten bekijken maar het interieur komt een beetje kitscherig en potsierlijk over. Beneden kan je dan iets drinken en even verfrissen. Het museum is open van 8.00 tot 11.00 uur en van 13.30 tot 16.00 uur. Naast het museum bekijken we de pagode met één pilaar die gelegen is in een mooie vijver vol lotusbloemen.

Met Riksja op padWanneer we buiten wandelen nemen we een typisch Vietnamees vervoermiddel: de fietsriksja. Deze fietsen met een kar ervoor zie je overal rondrijden en is een leuke manier om de stad te verkennen (voor diegene die niet moet trappen toch), zeker als het zo warm is maar je moet wel op voorhand een duidelijke prijs afspreken.

Largo op de marktWe rijden een tijdje rond en laten ons afzetten aan het westelijke meer. Hier vinden we een lokale markt en dat is altijd één van de leukste dingen om te doen in een vreemd land. Varkenskoppen, darmen, ogen, alle soorten vlees en ingewanden liggen er rustig tussen vis, padden, slakken en andere lekkernijen, dit bij een temperatuur van ongeveer 34 graden! De geur is altijd doordringend op dit soort markten maar je bent er wel echt tussen de plaatselijke bevolking.
Later wandelen we rond het meer en stoppen bij enkele jonge Vietnamezen die staan te vissen. Met een gewone houten stok en een haak vissen ze in het meer. Wanneer ze een grote vis hebben verdwijnt die in een plastic zak waarna één van de restauranthouders uit de buurt ze komt ophalen. Het rare was dat er heel veel stekelbaars werd bovengehaald. Bij ons worden die beesten meestal terug in het water gegooid maar niet in Vietnam. Hier kloppen ze die beesten enkele keren met hun kop tegen de stenen waarna ze achteloos op de straat worden gegooid. Raar zicht een straat vol vis, de katten hier hebben zeker geen honger.

Wanneer we verder wandelen zien we twee kleine jonge hondjes in een wel heel verdacht klein hokje zitten. De eigenaar is niet te zien maar ze zitten buiten vlak voor een guur en obscuur uitziend restaurant. Zijn deze honden huisdieren of…? We willen het niet weten en wandelen verder.

We eten weer in de 69 en gaan daarna naar het Hoan Kiem meer. We bekijken de schildpaddenpagode, zien de brug van de rijzende zon en bezoeken de Den Ngoc tempel. Buiten aan de tempel zitten oude mannen luidruchtig een Vietnamese variant van schaken of dammen te spelen. We gaan tickets kopen voor het waterpoppentheater en ondanks dat je overal hoort en leest dat je niet moet reserveren zijn alle voorstellingen uitverkocht. Meer zelfs: de eerste twee dagen zijn er geen plaatsen meer. We kopen dan maar kaartjes voor volgende week.



Cruise door Halong Bay
Woensdag 6 augustus 2008

Vandaag moet een eerste hoogtepunt van de reis worden. We gaan naar Halong bay en blijven daar een nachtje slapen. Halong Bay is wereldberoemd geworden door de film ‘Indochine’. De baai staat op de werelderfgoedlijst van Unesco. Bergen in alle vormen en formaten steken hier boven de zee uit. Het groene water, het bergmassief dat als het ware uit de zee steekt en de (relatieve) rust zorgen, ondanks de massa toeristen, voor een rustige en ingetogen sfeer.

In gevecht met de krabDe kajuitWanneer het busje ons komt ophalen om naar de baai te rijden maken we kennis met twee toffe Nederlanders (echt waar ze bestaan!). Peter en David gaan mee en we beginnen aan onze rit van circa drie uur naar de baai. Onderweg is duidelijk dat Vietnam een mooi land is op gebied van natuur maar dat langs de grote wegen niks te zien is. Ik krijg de indruk dat de mensen hier zoveel van het toerisme verwachten, het land is pas ongeveer tien jaar geleden geopend voor westerlingen, dat iedereen er een eigen zaakje voor begonnen is. Overal zie je hetzelfde winkeltje met dezelfde dingen erin. Meestal een rek of koelkast met een paar blikjes of flesjes drank erin. De mensen zelf zitten er gelaten bij of hangen in hun hangmat.

Wanneer we aan de haven waar de boten op ons liggen wachten aankomen, neemt de kapitein onze paspoorten mee ter controle en even later varen we met een kleine boot naar de grote boot waar we twee dagen op zullen verblijven. We hadden wel een proper ding verwacht maar als we aan boord komen kijken we toch even onze ogen uit. Mooi gedekte tafels, wijnglazen op tafel en vooral… stralend weer. Ook de kajuiten waar we deze nacht gaan slapen zijn dik in orde. We trekken vlug andere kleren aan en gaan boven op het dek in de zon liggen. Dit hou ik een recordtijd vol: ongeveer vijf minuten. Veel te warm dus weer naar beneden. Ondertussen zijn er nog twee Fransen en twee Russen bijgekomen, de bemanning is compleet dus we vertrekken. We worden binnen geroepen om aan tafel te gaan en dan begint het feestmaal: krab, tijgergarnalen, vis, inktvis, een soort oesters… noem maar op. Veel te veel om op te noemen.

Na het voortreffelijke maal meert de boot aan. We gaan met een kleine boot een enorme grot bezoeken. De Sung Sot grot is één van de drukst bezochte grotten (60 cent inkom). De grot zelf is volledig ingericht en de verschillende gekleurde lampen nemen alle schoonheid weg. Het mooiste aan deze grot is het uitkijktorentje waar je aan het eind van de wandeling uitkomt en vanwaar je een enorm mooi uitzicht hebt over Halong Bay en de aangemeerde boten.

Wanneer we buiten komen regent het maar gelukkig niet lang en een uurtje later varen we alweer op het helder groene water richting een rots waarin onderaan een kleine doorgang is. Je vaart met een kleine boot letterlijk onder de berg. Eens je door het gat bent kom je in een onwerkelijke omgeving. We zijn langs alle kanten omringd door dichtbegroeide bergen. Het helder groene water, de prachtige, ingesloten omgeving en de stilte, als de toeristen even zwijgen tenminste, maken van deze plaats een topper!

Terug op de boot is het zwemmen geblazen en natuurlijk is Largo de eerste die van de rand van de boot in het warme, groene water springt. Ik spring er lenig, gezwind en galant achteraan (denk ik). Daarna weer eten (vis natuurlijk) en dan vissen. Ik hoop dat de visser voorraad heeft meegebracht want anders hebben we morgen honger. We vangen niks! Het enige dat voorbij onze dobber passeert is een enorme kwal (en het was niet één van die Nederlanders). Na enkele whisky’s is het snel tijd om te gaan slapen en wanneer ik buiten kijk is het een onwerkelijk zicht. De donkere baai, de schaduwen van de bergen en de kleine lichtjes van de boten die hier in de baai liggen.


Halong Bay
Donderdag 7 augustus 2008 

Vandaag weinig te beleven want het is rotweer! Normaal zouden we een eiland gaan bezoeken en daarna kajakken maar niks van dit alles. De schipper blijft nog een uurtje afwachten maar beslist dan toch om terug naar de haven te keren. De eerste tyfoon van het jaar is op komst en uiteraard wordt er geen risico genomen. Terug naar de haven dus, de bus op en weer naar Hanoi.

We nemen afscheid van onze Nederlandse vrienden en na een douche wandelen we weer door Hanoi. We wandelen weer langs het Hoan Kiem. Hoan Kiem betekent teruggeven zwaard. Een legende uit de 15e eeuw vertelt dat Le Loi, een arme visser, een magisch zwaard had gekregen van de heilige schildpad van het meer, om het koningrijk te verdedigen tegen de Ming aanvallers. Hij behaalde samen met het Vietnamese volk een hele reeks overwinningen en het zwaard deed geruime tijd dienst tegen de Chinezen. Toen de keizer echter op een bepaalde dag langs het meer wandelde wipte het zwaard uit de schede en werd meegetrokken naar de bodem van het meer door een reuzenschildpad. Vreemd genoeg werd enkele jaren geleden een enorm schild van een gewonde schilpad uit het meer gehaald. De legende blijft dus voort leven…



Hanoi & nachttrein naar Sapa
Vrijdag 8 augustus 2008  

Iets langer geslapen want vanavond nemen we de nachttrein naar Sapa in het noorden. We lopen rond in een redelijk groot winkelcentrum en gaan daarna naar de Hoa Lo gevangenis. De Fransen bouwden deze gevangenis eind 1800 maar ook Amerikaanse gevangenen hebben hier gezeten. Zij hebben de gevangenis zijn bijnaam Hanoi Hilton gegeven. De gevangenis was oorspronkelijk bedoeld als gevangenis voor politieke gevangen in de periode dat de Fransen in Vietnam baas waren. Tijdens de oorlog met Amerika werden gevangengenomen Amerikaanse piloten hier opgesloten. Doordat de gevangenis in het centrum van Hanoi ligt dachten de Vietnamezen te kunnen ontsnappen aan de bombardementen door hier Amerikanen onder te brengen. Het is nog gelukt ook want Hanoi is één van de steden die betrekkelijk goed zijn weggekomen.

Men kan hier levensechte beelden zien die het leven in de gevangenis goed ten toon stellen. Je kunt de originele, kleine cellen bekijken en het meest morbide is wellicht de guillotine. Deze guillotine is laats gebruikt in 1953. De mand waar de hoofden in werden opgevangen staat er trouwens naast. Na deze vrolijke en billenkletsende uitstap (was wel heel interessant hoor) hebben we honger en eten we in restaurant Golden Land. Lekker!

20.00 uur en we vertrekken met het busje naar het station waar we de nachttrein naar Sapa nemen. We reizen samen met zes andere Belgen, maken even kennis en al vlug zijn we aan het station. De zes andere mogen onmiddellijk op de trein en wij… moeten wachten. Blijkt dat de kerel van de touroperator onze tickets is vergeten. De man breekt het record op de 100m en spurt naar buiten om terug naar het bureau onze tickets te gaan ophalen. Wij zitten rustig en kalm te wachten maar als hij terug is zijn al mijn nagels afgebeten. Hij is echter nog ruim op tijd en daar gaan we dan. De coupé’s van de trein zijn niet al te proper en redelijk klein maar hé… dat geeft niks want er staan vier bedden en wij zijn maar met drie. We hopen dat het laatste bed vrij blijft zodat we met ons gezin alleen liggen. De andere zes Belgen zijn we ondertussen kwijt maar uiteindelijk vertrekt de trein en wij zitten erop.

In de trein naar sapaDe controleur komt even kijken, spreekt geen woord Engels en sluit de deur terug. Even later komt er een oudere Chinese dame binnen, kruipt op het bed boven me en draait zich om. We liggen dus toch niet alleen. Tien minuten later begint de Chinese te roepen in haar gsm. Ze staat op, gaat buiten, komt terug en kruipt weer in bed. Een minuut later gaat de deur open en kruipt er nog een Chinese in datzelfde minibed. Wanneer ik diep inadem komt mijn buik voorbij de rand van het bed en zij liggen daar met twee in!

Ik vind vijf personen in dit hondenhok iets te veel van het goeie en besluit de vriendelijke controleur even te roepen. Ik denk dat die mens vriendelijk was, mijn Vietnamees is niet zo goed, maar de Chinese die laatst is bijgekomen is dat zeker niet. Met veel misprijzen en handgebaren verdwijnt ze terug uit onze coupé. Eindelijk rust? Nee! Er wordt weer aan onze deur gerammeld en er staan ineens drie Vietnamezen voor de deur. Jan Thijs riep het al: KOM ER BIJ!!!!! Het is hier precies opendeurdag.

Het Vietnamese koppel heeft een klein kindje bij en staat ineens met tickets te zwaaien. De oude Chinese veert recht, pakt haar schoenen en verdwijnt. Bleek dat de vriendelijke controleur ons overgebleven bed onder den toog verkocht had. De vrouw en het kind kruipen in bed, de man verdwijnt en wij gaan slapen. Morgen zijn we op het hoogtepunt van onze reis Sapa! (dachten we toen nog…)



Overstroming & evacuatie Vietnamees leger
Zaterdag 9 augustus 2008

Om 02.30 uur worden we wakker gemaakt met de mededeling dat de trein niet meer verder kan. Ik lag goed te slapen en had niet eens gemerkt dat de trein al gestopt was en het is dan ook met een dwaas hoofd dat ik op onderzoek uit ga. Op vijf uur tijd heeft de controleur nog altijd geen Engels geleerd dus veel meer dan dat de trein stilstaat kom ik niet te weten. Uiteindelijk komt er iets uit dat lijkt op minibus. We vragen verder en hij bevestigt dat er een minibus in het station staat. We kijken buiten en merken dat we inderdaad ergens in één of ander boerengat zijn terechtgekomen maar geen idee waar we zijn.

Het regent pijpenstelen als we alle drie met onze rugzakken op midden in de nacht naar het vermeende station stappen op zoek naar de minibus. In het gebouw wat voor een station moet doorgaan liggen drie mensen te slapen en zij weten niks van een minibus. We zien wel dat het dorp daarachter volledig blank en onder water staat en langzaam komen we tot het besef dat niet de trein in panne staat zoals we eerst dachten maar dat er wel eens een andere oorzaak zou kunnen zijn.
We lopen terug naar de trein want van een minibus is geen sprake, kloppen op de gesloten deuren en kletsnat worden we uiteindelijk toch terug binnen gelaten. We gaan maar weer in onze bedden liggen en wachten af. Een uurtje later komen we via via te weten dat we blijven staan tot morgenvroeg en dan ofwel verder naar Sapa rijden ofwel terug naar Hanoi.
De volgende morgen blijven we stilstaan en zitten maar wat voor ons uit te kijken als we zien dat de dorpsbewoners hun kostbaarste bezittingen in veiligheid brengen. Brommers en varkens worden op een geïmproviseerd vlot gezet en naar hogere en drogere gebieden gebracht.

Alles onder water..Bij daglicht wordt de situatie pas echt duidelijk. Het dorp staat volledig onder water, mensen lopen tot aan hun borst in het bruin-gele water en brengen alles weg wat los staat. Ik begin te bellen en bij de touroperator zeggen ze nog altijd dat we moeten blijven zitten. Wat zouden we anders doen? Ondertussen zijn de toiletten op de trein verstopt en kunnen we niet meer naar het toilet gaan. De wc’s lopen gewoon in het water op de sporen en wanneer je toch moet, moet je naar het toilet op het ‘station’ gaan. De details over de wc ga ik jullie besparen maar kakkerlakken… een insectenliefhebber heeft hier een maand eten aan.

Om 15.00 uur begint het spoor naast ons over te stromen en zie je dat iedereen onrustig en ongemakkelijk begint te worden. De helikopters die ondertussen boven ons vliegen en de aangekomen Vietnamese soldaten geven ook niet echt een gerust gevoel. Om 16.00 uur krijgen we dan het bericht dat we de trein moeten verlaten en dat het leger de evacuatie heeft ingezet. De trein verlaten allemaal goed en wel maar waar naartoe? We hebben niet het flauwste benul waar we zitten.
Weer bellen naar de touroperator en hij zegt ons dat we moeten uitstappen en wachten op die zes andere Belgen van gisteravond die hier ook in één van de andere treinen zitten. We stappen uit en lopen met onze koffers op de rug door het smerige water waar ondertussen alle wc’s van twee treinen in uitgekomen zijn. Zelfs de eerder geziene kakkerlakken zijn al op de vlucht geslagen. De kleur en de geur van dit water zorgen ervoor dat je heel voorzichtig oversteekt want vallen is… ongezond!

We staan voor het gebouw en zien in het dorp de soldaten van het Vietnamese leger op kleine bootjes en vloten de mensen evacueren. Wij blijven rustig wachten want de andere Belgen zijn nog nergens te zien. Wanneer alle treinen leeg zijn staan wij nog braaf te wachten en dat was de grootste fout die we konden maken. In het begin verliep de evacuatie ordelijk en rustig maar nu het donker begint te worden raakt iedereen ongerust en een beetje in paniek.

Ik vertrouw het zaakje niet meer en we besluiten om te vertrekken want het water loopt ondertussen al het station binnen. Anouck had dit trouwens al veel eerder voorgesteld maar ik wou weer niet luisteren natuurlijk. Wanneer we staan te wachten wordt er langs alle kanten voorbijgestoken. Mensen komen binnen en duwen iedereen opzij zodat zij vooraan in de rij bij de bootjes komen te staan. Een groep jonge Nederlanders staan te wachten en zij zien ons staan met ons zoontje braaf naast ons. Onder het principe vrouwen en kinderen eerst manen zij ons aan om voor te gaan. (alle respect voor deze groep jonge mensen!) Wij weigeren eerst maar Largo begint nu toch echt een beetje ongerust te worden dus we gaan vooraan staan.

EvacuatieWanneer het volgende bootje er is begint de paniek. Het wordt donker en iedereen wil weg. Een soldaat ziet Largo staan (ik denk dat hij nog het enige kind was) en tilt hem op en zet hem in de boot. Nu is dat bootje niet veel meer dan een grote badkuip dus dat ding begint daar te wiebelen omdat iedereen daar tegelijk wil inspringen. Er wordt geduwd en getrokken, geroepen en getierd maar het ergste is dat Largo in die boot zit en wij niet! Wij weten zelfs niet waar de boot heen gaat.

Nu word ik ook ongerust. De Ignace Crombé in mij wordt wakker en ik begin ook links en rechts te duwen en te trekken. Uiteindelijk slaag ik erin in de boot te springen, en de soldaat attent te maken op het feit dat de kleine zijn moeder nog aan de kant staat. Anouck wordt er nog ergens tussen gepropt en met 20 in een bootje van 10 (+rugzakken) duwen de soldaten ons het smerige water door. Het zicht is onwerkelijk. Een dorp volledig onder water, woningen die tot 1.5m onder water staan en mensen voor die woningen die rustig en soms zelfs lachend staan te kijken naar die rare toeristen in die boot.
Voorbij het dorp is het iets droger hoewel het nog altijd oude wijven regent. Nu is het omgekeerde een feit. Iedereen duwt en trekt om uit de boot te komen (ze weten niet wat ze willen). Het bootje wiebelt weer dat het een lieve lust is maar Anouck en Largo weten betrekkelijk droog aan de kant te komen. Ik zit nog in de boot en laat iedereen maar uitstappen. Een Frans meisje stapt uit, krijgt een duw valt bijna en kan mij nog net vastgrijpen. Wanneer we de sporen oversteken krijgen we weer duwen en hand in hand steken we de ondergelopen sporen over.

Voila, deel één gelukt. Maar nu, hier staan we dan. We weten niet waar we zijn of waar we naartoe kunnen. We lopen verder kletsnat en vragen naar een hotel. In dit boerengat is één hotel en dat is natuurlijk al lang volzet. Een jonge Vietnamese komt naar ons en mompelt iets als hotel tegen ons. Blijkt dat zij ons aan een kamer kan helpen. We lopen met haar mee maar als we bij haar thuis komen blijkt dat we op de grond op een matje moeten slapen. Nu had ik altijd graag eens Peking-Express gedaan en bij mensen thuis geslapen maar doorweekt met strontwater en moe en dan nog met een kind erbij probeer ik eerst iets anders.

Ik bel naar de touroperator, geef de Vietnamese de gsm en zij kan onze locatie doorgeven. Hij beloofd ons te komen ophalen en in het dorp ernaast een hotel te regelen. Even later stopt er een jeep die al een tijdje naar ons op zoek bleek te zijn, neemt ons mee en vertrekt. De man rijdt de jungle in door straten die volledig onder water staan en stopt bij een volledig ondergelopen gebied. Hij stapt uit en gaat rechts een domein op. Blijkt dat we hier een familie moeten komen redden waarvan het huis en de grond volledig aan het wegstromen zijn. De mensen stappen rustig bij ons in de wagen en verontschuldigen zich zelfs een beetje voor het feit dat ze ons ten last zijn. Alle respect voor de Aziatische kalmte.

Uiteindelijk belanden we ergens god weet waar maar we zijn al blij dat het er droog is. Proper kunnen we niet zeggen want de lakens stinken, er liggen gebruikte condooms op de kamer. Onder mijn bed staan vieze sloffen enz. maar hé we zijn toch op vakantie!

Na een douche (alweer water) gaan we iets te eten zoeken want dat is ondertussen ook bijna 24 uur geleden. We krijgen een ei met rijst en Anouck schubben en graten van wat ooit een vis was. We genieten van dit feestmaal en gaan dan maar slapen.


Ergens tussen Hanoi & Sapa (we vermoeden in de buurt van Yén Bai)
Zondag 10 augustus 2008  

Ondanks het ranzige geurtje dat uit de dekens en matras kwam hebben we goed geslapen. We staan op en merken dat we in een mooie omgeving zitten. Prachtige natuur, bomen waaruit je zo het sterfruit kan plukken. Het hotel moet vroeger heel mooi geweest zijn, er staan standbeelden in de tuin, er is een zwembad met water van een onbekende kleur en het hele gebouw heeft een ietwat Indische indruk. Het gebouw zelf is groot en mooi maar zoals alles hier in Vietnam heeft het vochtige klimaat en de constante regenval de muren aangetast zodat ze er nu flets en grauw uitzien. De Vietnamezen zelf liggen er niet wakker van en laten de boel vervallen.

Largo kan zich ondanks het rare kleurtje van het zwembadwater niet inhouden, ziet groen maar echt vuil is het niet, en springt in het zwembad. We kunnen hem natuurlijk niet alles ontzeggen het blijft een kind en bovendien weten we niet hoelang we hier vastzitten. Deze morgen hebben we gebeld en de mensen van het touragentschap hebben alvast komende nacht bij gereserveerd voor ons omdat er nog geen ontkomen aan is. Van een plaatselijke gids die Engels spreekt hebben we zelfs vernomen dat er nog meer water op komst is.

Largo speelt verder en algauw komen er een paar gestrande Chinese mensen bij. We raken aan de praat, de moeder geeft les aan de universiteit in China, en het valt ons op hoe weinig mensen België kennen, zelfs mensen die gestudeerd hebben moeten we uitleggen dat ons land in Europa ligt tussen Duitsland en Frankrijk (ofwel denken ze dat België de hoofdstad van Brussel is).

Na het sobere middagmaal gaan we even rusten en krijg ik telefoon. We moeten onmiddellijk inpakken en gaan proberen ontsnappen want er is nog veel meer water op komst. Daar gaan we weer. We worden opgehaald met een busje en daarin zitten de zes Belgen van de vorige dagen. Wat was er nu gebeurd? De touroperator wist niks van het feit dat onze treintickets eerst vergeten waren en dacht dat wij allemaal samen op dezelfde trein zaten. Daarom had hij aan één persoon de gegevens van het hotel doorgegeven. Deze mensen zaten dus in een andere trein en waren al uren eerder langs de achterkant geëvacueerd! Wij hebben dus alle moeite en al die uren in de gietende regen staan wachten terwijl zij al lang weg waren.

Met rugzak over de noodbrugGebrek aan communicatie dus… We vertrekken en onmiddellijk rijdt de wagen door ondergelopen straten en modderwegen waarvan we denken dat we er nooit door komen. We stoppen tussen een rij gestrande vrachtwagens en bussen die midden in de modder staan. Een eind verder is een brug over de rivier ingestort en daar moeten wij over een noodbrug. De wagen kan dit natuurlijk niet dus we nemen onze rugzakken op en beginnen te lopen. Het valt weer op hoe rustig en gelaten de Vietnamezen blijven. De gestrande vrachtwagenchauffeurs liggen of hangen in een hangmat onder de vrachtwagen net boven het vieze slijk.

Evacuatie door de modderWe lopen over een paar planken die de noodbrug moeten voorstellen en komen aan een helling waarvan de modder blijft benedenstromen. Hier moeten wij dus naar boven. De chauffeur van de wagen is natuurlijk achtergebleven en hij was de enige die een beetje Engels sprak. We begrijpen dat we naar boven moeten maar weten niet hoever in deze glibberige modderige troep. De Vietnamezen ruiken een zaakje en onmiddellijk staan er mannen met een brommertje klaar om ons naar boven door de smurrie te brengen. We kruipen met onze rugzakken achterop een brommer (ook Largo) en vertrekken. Het is een roteind en we zijn blij dat we deze klim niet te voet moesten doen.

Boven staan er vier jonge gasten bij een busje dat er rijp voor de schroot uitziet en waaraan de wasdraad met kleren bevestigd is. Onder de camionet liggen twee kerels te sleutelen en te kloppen. Dit blijkt onze taxi naar Hanoi te zijn (rit van vijf uur). We discussiëren nog even over de prijs en uiteindelijk vertrekken we. Het eerste uur rijden we nog over ondergelopen en smerige wegen, we komen door dorpen waar alle elektriciteit weg is en waar alle huizen volledig onder staan maar we rijden wel door een ongelooflijke natuur. Het besef dat ik Sapa en de bergvolkeren niet zal zien komt nu zeker hard aan. Na een helse rit van bijna vijf uur waarbij de rijstijl van de jonge mannen… spannend te noemen is komen we terug in Hanoi. Wanneer we uiteindelijk terug in ons hotel zijn lees ik op internet dat er 97 mensen verdronken zijn, toeristen gewond en toeristen die in allerijl alle bagage en koffers hebben moeten achterlaten. Dan pas besef je hoe serieus het eigenlijk allemaal was.



Hanoi
Maandag 11 augustus 2008  

Na de vorige dagen even de toerist uithangen en een stukje eten, drinken en wandelen door de stad die we eigenlijk ondertussen toch al gezien hebben. We slenteren naar het Westelijke meer, bekijken de vissers, drinken op een boot enz.
Later bezoeken we de Tran Quoc-pagode en dit blijkt één van de mooiste pagodes te zijn die ik ooit gezien heb. De pagode ligt op een soort schiereilandje in het meer en is de oudste van Hanoi. Zij wordt ‘verdediging van het vaderland’ genoemd en is zeer populair bij de Vietnamezen. De verzorgde zalen en de mooie vijver met lotusbloemen geven een prachtig zicht, vooral bij zonsondergang. In de hoofdzaal staat een grote zuil waarop Boeddha’s traditioneel boven elkaar zijn opgesteld. Aan weerskanten de beelden van het goed en kwaad. Links is de leeszaal en in het midden van een kleine binnenplaats zien we miniberglandschap met bonsais. Achteraan kan je nog een paar graven bekijken.

Het valt ons op dat dit eigenlijk een mooi geloof is. Mensen komen de pagode binnen, bidden enkele minuten (je kiest zelf hoelang en hoeveel) geven een kleine donatie en zijn weer weg. De vrijheid is veel groter als in ons christelijk geloof waar je op vastgelegde tijdstippen de kerkdienst moet bijwonen en dit voor tenminste een uur. ‘s Avonds eten we een laatste maal in favoriete restaurant de 69. Ik zal die soep missen!



Excursie naar Kenh Ga
Dinsdag 12 augustus 2008

Vandaag een ongeplande en gratis excursie. Queen Travel wou om ons doorgemaakte leed te verzachten van de voorgaande verloren dagen ons een gratis excursie aanbieden. We gaan het drijvende dorp Kenh Ga bezoeken. We hebben voor alle zekerheid een excursie met een boot gekozen, laat het nu maar regenen wij kunnen ertegen!

WaterbuffelenWe rijden een paar uur met de bus naar de Ninh Binh provincie en komen in een streek met adembenemende natuur. Grote karst-rotsen aan de horizon en daartussen kleine riviertjes en groene bergen. We stoppen aan een tempel en in de vijver ervoor liggen twee waterbuffels te… waterbuffelen zeker.

De tempel is mooi maar na de pagode van Hanoi is deze toch van een mindere schoonheid. De vijver met lotusbloemen is zoals altijd weer goed voor enkele foto’s. We rijden verder en onze gids begint zelf een boel foto’s te nemen. We vragen uitleg en komen bij een heuvel waarop enkele enorme pagodes en tempels gebouwd worden. Eén of andere rijke Aziaat heeft deze laten bouwen en in één van de tempels staat een beeld dat onze gids ons echt wil laten zien.

Na een steile klim over hobbelige en wegen (de site is nog in aanbouw dus…) komen we zuchtend en puffend bij de middelste pagode. Binnenin staat de grootste Boeddha van Zuidoost Azië! Meer dan 100 ton! weegt deze vrolijke jongen en ronddom is het al bladgoud wat blinkt. Blijkt dat de rijke eigenaar van dit project dit allemaal laat bouwen om de goden gunstig te stemmen zodat ze zijn vrouw die aan een ernstige ziekte lijdt weer beter laten worden.

Wanneer we nog hoger klimmen komen we in de laatste pagode vanwaar we een ongelooflijk uitzicht hebben op het omliggende landschap. Binnen is het eigenlijk een beetje beschamend. Hier staan nog drie, weliswaar kleinere Boeddha beelden die het verleden, heden en toekomst voorstellen. Uiteraard ook al bladgoud erachter. De zaal zelf is volledig ronddom bekleed met hout waar overal nissen in gemaakt zijn zodat later de volledige omtrek van de pagode kan volgestouwd worden met beelden. Te veel en het geeft dan ook een kitscherige indruk. Wanneer je beneden in de vallei de woningen van de werkmannen bekijkt die dit allemaal moeten bouwen is het verschil immens groot.
We rijden met onze gids even verloren, gaan eten en uiteindelijk komen we dan toch aan de Hoang Long rivier waarna we met een kleine boot naar het drijvende vissersdorp Kenh Ga varen.

altIn dit dorp met drijvende huizen leven ongeveer 1500 mensen die vooral leven van visvangst en het ontginnen van stenen die ze verkopen aan cementfabrieken. Het mooiste zijn de roeiers van dit dorp die hun boten voortbewegen met hun voeten aan de roeispanen. Oude mensen zitten voor hun deur die vlakbij het water uitkomt. Kinderen zwemmen in de rivier en mensen vissen, eten of slapen op kleine bootjes.

Bij terugkomst aan wal haalt een oude vrouw haar netten binnen en toont trots haar vangst aan de kinderen in onze groep (de zes andere Belgen zijn er ook bij). Largo kijkt en neemt een krab in zijn handen maar wanneer de andere kinderen dit doen krijgen ze onder hun voeten van de ouders die dit vies vinden. De kinderen moeten onmiddellijk de handen ontsmetten en ook de oude vrouw heeft in de gaten wat er aan de hand is en kijkt enigszins beledigd. Wanneer je vies bent van iets dat rechtstreeks uit het water komt en van onschatbare waarde is voor de mensen vraag ik me af of je wel klaar bent voor een reis naar een land als dit?

WaterpoppentheaterBij terugkomst in Hanoi gaan we naar het waterpoppentheater. Het traditionele orkest is leuk maar de voorstelling zelf heeft weinig om het lijf. Gewoon een leuk avondje uit. Daarna eten we in het Boutique Café. Een restaurant boven een Calvin Klein winkel met een uitzonderlijk uitzicht op het Hoan Kiem meer. Dit was onze laatste dag in Hanoi. Morgen vertrekken we richting het midden van Vietnam.

(Klik hier voor meer informatie over de dagtocht naar Kenh Ga bij Vietnamonline)


Vlucht van Hanoi naar Hoi An
Woensdag 13 augustus 2008

Vandaag verlaten we Hanoi en nemen het vliegtuig naar Hoi An in het midden van Vietnam. De vlucht vertrekt op tijd en alles verloopt zoals gepland. Ongeveer een uur later landen we in Danang. We halen onze koffers op en zoals overal staan ook hier de taxi’s te wachten. Van Danang naar Hoi An is een rit van 35km en tijdens deze rit is al meteen duidelijk dat we in een ander deel van Vietnam zitten. Veel minder verkeer, veel minder brommers en vooral… veel minder getoeter! Zalig!
Of deze rust lang zal duren is maar de vraag want de volledige rit rijden we langs bouwwerven. Op de grote weg van de luchthaven naar Hoi An wordt het ene grote hotel naast het andere gebouwd. Het is hier dan ook een uitstekende plaats. Rustig, mooi, vlakbij zee en een veel beter klimaat. De authenticiteit behouden zal een ander probleem zijn want zelfs een groot aqua-park is in aanbouw.

Ons hotel is veel luxueuzer dan in Hanoi met een leuk zwembad. Gratis internet en een receptie waar perfect Engels gesproken wordt. Men overhandigt ons een brief waarop staat hoe laat men ons morgen komt ophalen om naar het tempelcomplex van My Son te gaan.

Het eerste zwembad van de vakantie dus Largo kunnen we niet stoppen. Zwemmen dus en daarna wandelen door het gezellige en aparte Hoi An. Het leven in deze stad speelt zich vooral af aan de rivier. Je kunt hier ook verschillende stijlvolle huizen bekijken doordat deze stad grotendeels gespaard is gebleven van bombardementen.

Hoi An staat bekend om zijn vele kleermakers waar je voor geen geld een kostuum kan laten maken. Nu heb ik in mijn leven nog nooit een kostuum gedragen maar indien het hier echt zo goedkoop is wil ik dit wel eens doen. De eerste winkel is mij nog veel te duur maar enkele straten verder vinden we een winkel met twee heel vriendelijke en goedlachse dames die mij zonder veel gelul een kostuum aan meten. Het passen alleen al was de moeite en ik vindt dit best leuk. De lintmeter die deze dames gebruiken past net rond mijn bovenarmen. Hoe ze mijn buik hebben gemeten weet ik nog steeds niet.
De dames zijn nog verdomd goede verkoopsters ook want wanneer we buiten gaan heb ik niet alleen een kostuum besteld maar Anouck ook een lang kleed! Dat gaat lappen geven, morgen moeten we komen passen! We kopen rijstkoekjes bij een oud dametje op straat, wandelen langs de rivier en eten in restaurant Du Port.

Het restaurant is een klein, groezelig geval met een oud interieur en betonnen (vuile) vloer. Toch is dit een gezellig restaurant aan de oever van de rivier. Ik bestel de vis in bananenbladeren. Terwijl we zitten te wachten zien we ongeveer 20 mensen in en uit de keuken lopen. Het lijken wel opendeurdagen. Het eten komt op tafel en smaakt heerlijk. Blijkbaar is het ook voor één van de uitbaters etenstijd want zij komt gewoon bij ons in het restaurant zitten om te eten. We proberen een gesprek te voeren maar verder dan een paar woorden komen we niet door het taalverschil.


Hoi An en excursie My Son
Donderdag 14 augustus 2008 

My sonOm 8.00 uur komt onze gids ons ophalen om naar My Son te gaan. De afstand tussen Hoi An en My Son is 70 km. We moeten uitstappen bij de site omdat auto’s niet in het heiligdom worden toegelaten. Bij binnenkomst zijn we nog net getuige van een optreden van een traditionele muziekgroep waarbij een oude man, lid van de Cham-stam blaast op een klein fluitje dat ongelooflijk hoge tonen ten gehore brengt. Daarna komen drie danseressen een traditionele dans uitvoeren en daarna vertrekken we naar het tempelcomplex zelf.

My Son is het belangrijkste Cham heiligdom. De plek werd gesticht aan het eind van de 4e eeuw. Eerst werd alles in hout gebouwd maar vanaf de 7e eeuw werd er steen gebruikt. Iedere nieuwe koning liet nieuwe monumenten bouwen en onderhield de oude. Na de dood en crematie werden hier de assen van de koningen bewaard. De tempels zijn gebouwd als hulde aan de hindoe goden, vooral Shiva, als dank na bijvoorbeeld een overwinning van een oorlog of veldslag.

De plaats is moeilijk bereikbaar en werd gekozen om buiten schot te blijven bij een eventuele aanval op de toenmalige hoofdstad van het Cham-rijk. De tempels zijn beschadigd door weer en wind maar vooral door de oorlogen. Vooral de oorlog met Amerika heeft veel verwoest. De site van My Son was een Vietcong-heiligdom en werd daarvoor zwaar bestraft en gebombardeerd door B52 bommenwerpers. Ook werd er veel schade aangericht door mijnen. In principe zijn nu alle mijnen verwijderd maar nog niet zo heel lang geleden moest af en toe een verloren gelopen koe nog haar onwetendheid met de dood betalen. Wegens gebrek aan geld liggen de verdere opgravingen stil.

Onze gids vertelt alles over deze mooie en speciale tempelsite en we wandelen rustig verder. Het is hier gloeiend heet en af en toe moeten we echt in de schaduw gaan staan omdat de zon ongenadig brandt.

We bezoeken de verschillende groepen tempels en in sommige kan je binnenin gaan. Het merkwaardige is de manier waarop deze tempels gebouwd zijn. Je ziet geen voegen tussen de stenen. De monumenten van My Son zijn gebouwd met stenen gemaakt uit een mengsel van aarde en olie. Voor ze geplaatst werden, werden ze heel hard tegen elkaar aan gewreven tot ze perfect pasten. Merkwaardige bouwstijl.

Tegen de middag lijken we alle drie op hard gekookte eieren en rijden we terug naar het hotel waar we vliegensvlug in het zwembad duiken. Ook gewoon luieren kan leuk zijn.

’s Avonds gaan we weer wandelen en natuurlijk ons kostuum/kleed passen. Het resultaat mag er best zijn en we amuseren ons door te zwanzen en zeveren met de twee sympathieke kleermaaksters. Wanneer we vertrekken vertelt de jongste van de twee ons dat we eens naar het strand moeten gaan want dat er vanavond iets speciaals is. Het strand en de Zuid Chinese zee liggen vier kilometer verder dus we huren een taxi en laten ons daar afzetten.

Wanneer we op het strand komen zien we allemaal Vietnamezen samen zitten op het strand met picknickmanden en vooral een hoop lampions en lichtjes. Blijkt dat elke 14e van de maand in Hoi An alle lelijke neonlichten uit moeten en er alleen sfeervolle Chinese lampions en lantaarns mogen branden. Wanneer het donker wordt is het dan ook een mooi schouwspel. De branding van de zee, de ondergaande zon en een strand vol kleine lichtjes. Leuk! We eten op het strand veel te dure en weinig smaakvolle tijger garnalen en nemen de taxi terug naar het hotel.


Fietsen en koken op Hoi An
Vrijdag 15 augustus 2008  

Largo aan het roerVandaag een vrije dag in Hoi An en we hebben gisteren bij onze gids een fietstocht geboekt. Om 8.00 uur worden we opgehaald en na enig gesukkel met de veel te kleine fietsen vertrekken we. We rijden naar de rivier en zetten onze fietsen aan boord van een boot. We vertrekken en de zon schijnt weer heerlijk over het water. We zien de netten die de vissers op stokken in de lucht hangen om te drogen. We zien echter ook een volledig stuk land, middenin de rivierbedding dat volledig ontbost wordt om er een luxe hotel op neer te zetten. Een klein brugje zal de enige verbinding zijn met het vasteland. Benieuwd of de toeristen die hier gaan verblijven ook weldegelijk aan land zullen gaan en hun hotel zullen verlaten? Wanneer we verder varen roept de schipper Largo bij zich en mag hij zelf varen en op aanwijzen van de man de boot besturen. Largo is op twee minuten tijd tien centimeter gegroeid van fierheid!

We meren aan na een uur varen en gaan eindelijk fietsen! Onze (vrouwelijke) gids heeft net zoals gisteren in My Son, waar het toch rond de 40 graden was, weer een pak kleren aan. Gisteren een jas, gezichtsmasker, hoed en parasol en vandaag heeft ze er zelfs nog een paar handschoenen bij aangetrokken. Blijkt dat het masker niet alleen dient om de uitlaatgassen niet in te ademen zoals ik dacht maar vooral…..om niet bruin te worden! Maakt dat de mensen wijs!

In ons land betalen vrouwen een fortuin aan zonnebanken en solariums en ginder hebben ze een zonnig klimaat en gaan ze zich volledig bedekken. De redenering is dat de westerse vrouwen het rolmodel spelen voor de Vietnamese vrouwen en de westerse vrouwen zien allemaal relatief bleek. De westerse vrouw is een rijke vrouw en de mensen die op het land of buiten werken zijn de armere mensen en dat zijn dan ook de mensen die snelst bruin worden natuurlijk. Daarom bedekken ze zich zo goed mogelijk zodat er geen zon aan hun lichaam kan en ze bleek blijven. Onze gids haar moeder had zelfs gezegd dat ze vlug moest trouwen voor ze zo bruin zag dat ze niet meer van straat ging geraken! Als er één ding is dat ik geleerd heb tijdens onze reizen is het wel dat de mensen overal anders zijn en dat het nergens goed is: waar ze geen zon hebben klagen ze en waar er zon is… klagen ze ook.

Fietsen dus maar na 500 meter is de pret echter al weer voorbij en gaan we iets drinken. Het lijkt wel een Vlaamse wielerclub. Geen trappist zoals de wielertoeristen in Vlaanderen maar een drankje gebrouwen uit eigen tuin met zelfgeplante groenten. Het is ongelooflijk gezond en zo smaakt het ook! Het is niet te zuip… drinken!

Dan volgt en wandeling over het land. We zien een oude vrouw in oude lompen het land bewerken onder een loden zon. Hoewel één van de gidsen vertelt dat de mannen het zware werk doen zien we enkel vrouwen. Een vrouw loopt met een stok achterop de schouders met twee gieters eraan. Zij gaat in een bak water staan (met schoenen en al), bukt zich zodat de gieters vollopen en dan gaat ze het land besproeien. Wanneer de gieters leeg zijn begint alles opnieuw.

Zware mandenWe bekijken de verschillende gewassen en daarna is het onze beurt. Eerst moeten we een lapje grond omploegen, we doen er zeewier in want dat gebruiken ze hier als bemesting, en gooien het daarna weer dicht. Daarna maken we kleine putjes en planten er basilicum in. Daarna is het mijn beurt om de stok met gieters op de schouders te nemen en de planten te besproeien. Nu had ik net mijn benen geschoren en gemasseerd om te fietsen en nu moet ik zware gieters op mijn schouders nemen.

Aan de kook...Na het kwartiertje boer en tuinder spelen hoop ik eindelijk te gaan fietsen maar nee toch! Koken gaan we doen. Ik hou er mij wijselijk tussenuit en Largo & Anouck gaan aan de slag. Eerst moeten ze een hoop groenten en garnalen oprollen en samenbinden met bladeren en daarna worden er een soort pannenkoeken gebakken die eigenlijk veel meer op omeletten lijken. Daarna gaan we aan tafel en worden de zelfbereide gerechten opgegeten. Gelukkig heb ik niet mee gekookt. De pannenkoeken zijn best lekker en Largo heeft zich geamuseerd met het omgooien in de pan natuurlijk.

Na het eten eindelijk fietsen! We vertrekken langs smalle wegjes tussen de velden en zien enkele buffels in het water liggen terwijl op het land de mensen aan het werk zijn. Na een kilometer komen we echter op een grote baan en tien minuten later zijn we aan het hotel. Dit is een tegenvaller! Teleurgesteld blijven we de rest van de middag aan het zwembad liggen in het hotel.

Na het eten steken we de rivier over en komen op een soort Vietnamese braderie terecht. Oude kraampjes en kermismolens staan hier tussen etenswaren en schoenen. Ik koop mij een paar lederen sandalen voor 2 Euro en Anouck een paar voor 3,00 euro. We kunnen weer enkele jaren verder.

Ondertussen is het hier een drukte van jewelste aan het worden. Vandaag is het Midherfstfeest. Het feest van de maan wordt hier gevierd de 15e van de 8ste maanmaand. Wat het ook mag zijn, het is vandaag. De mensen hebben hier allemaal pannenkoeken gebakken en de kinderen lopen rond met papieren lampions in de vorm van padden of konijnen. Zij zouden de oorspronkelijke bewoners van de maan zijn. Op de gitzwarte rivier zitten vrouwen in een boot terwijl ze allemaal kleurrijke lampions met binnenin een klein lichtje op het water laten drijven. Terwijl we zitten te eten aan de oever van de rivier genieten we van de drukte en de vele lichtjes.

Het is ondertussen alweer onze laatste dag hier in Hoi An. Morgenvroeg leveren ze ons kostuum/kleed en daarna vertrekken we naar Ho Chi Minh City. Het zuiden van Vietnam is dit.




Vlucht van Hoi An naar Saigon
Zaterdag 16 augustus 2008   

Vanmiddag een vlucht om 13.00 uur dus we doen niet veel. Rechtover de deur is een klein restaurantje waar ze het echt typisch Vietnamees ontbijt serveren. De Cao Lau. En enorme kom noedelsoep met groenten, kruiden en rundvlees! Lekker en ik kan jullie vertellen dat wanneer je dit op hebt je voor een paar uurtjes verder kan zonder eten. Een beetje zwemmen nog en om 10.00 uur wordt ons kostuum geleverd! We bekijken de eindafwerking nog eens en voor de prijs die we betalen mogen we zeker niet klagen. Ik kan dan ook de volgende tip meegeven: Zoekt u een kostuum of kleed op maat gemaakt dat niet te veel mag kosten (bijvoorbeeld om af en toe eens aan te doen of zelfs als souvenir) één adres: DA PHUONG 2 Cloth Shop. ADRES: Hoang Dieu street 35 Hoi An. Tel: 0935 617753. Leuke, eerlijke mensen en de prijs kwaliteit is dik in orde.

Onze vlucht verloopt weer voorspoedig en wanneer we in de taxi naar het hotel zitten valt ons op dat de rust al weer ver weg is. Hanoi was druk maar dit is… geschift! In Hanoi reden duizenden brommers naast elkaar door de smalle straten maar hier zijn de straten breder met als gevolg dat er duizenden brommers rijden maar allemaal door elkaar en in verschillende richtingen. Voor geen geld van de wereld zou ik hier in een auto willen stappen en zelf rijden!

We komen aan in ons hotel en dat ziet er naar onze smaak veel te chique uit. Piccolo’s in kostuum komen de deur opendoen en helpen je naar je kamer. Achter onze straat is de back-packers wijk en daar zijn allemaal kleine maar propere en gezellige hotelletjes en daar zou ik veel liever liggen.

Ondertussen is het gaan regenen maar tussen de buien door gaan we toch even wandelen in Ho Chi Minh City. De stad is veranderd van naam maar iedereen spreekt hier toch nog altijd over Saigon. We wandelen naar het park en daar staan tientallen vrouwen bij een oude vals spelende cassetterecorder fitness te doen. Op westerse muziek bewegen ze vrijuit zonder zich van de mensen rondom iets aan te trekken. Nu zeg ik wel vrouwen maar algauw stond daar ook een jongen tussen natuurlijk. Largo ging ook met zijn buik en kont schudden. Het is wel aangenaam om naar te kijken hoe het leven van de mensen hier zich grotendeels in open lucht en op straat afspeelt.

Twee jonge Vietnamezen komen bij ons staan en beginnen in slecht Engels een gesprek met ons. Onze voelsprieten gaan al overeind staan en we verwachten één of andere verkoopstruc maar nee, het zijn gewoon twee jonge mensen die studeren aan de universiteit van Saigon en die de kans grijpen om met ons hun Engels een beetje te oefenen. Largo turnt en voetbalt ondertussen mee (ze voetballen hier met een soort pluimpje) met de plaatselijke bevolking.

Na het park bezoeken we een kleine Chinese markt die grotendeels bestaat uit eetkramen waar je de verse en levende vis eerst kan gaan aanduiden voor hij op je bord komt. Iets te druk voor ons dus we gaan naar de ‘Thamstreet’. De backpacker buurt van Saigon. Hier zijn de kleine groezelige bars en restaurantjes. Kleine restaurantjes met een open keuken aan de straatkant waar boven op de eerste verdieping een paar slaapkamers zijn. Gezellige drukte ook. We eten een niet al te lekkere maaltijd die verspreid over een uur op tafel gebracht wordt en gaan daarna slapen.


Cu-Chi tunnels
Zondag 17 augustus 2008   

Zeven uur opstaan en ontbijten want straks komt een gids ons halen om samen naar de Cu Chi tunnels te gaan. De gids blijkt een jonge kerel te zijn die heel goed Engels praat. We vertrekken en we krijgen al meteen te horen dat de toer aangepast is. Normaal zouden we een stukje per bus en een stuk per boot doen tot aan de tunnels maar de boot is stuk dus… rijden maar. Het voordeel is echter wel dat we nu vlugger aan het tunnelgebied zullen zijn en dus meer tijd gaan over hebben om daar rond te lopen.

We rijden over een grote degelijke baan wanneer de gids ons verteld dat hier één van de meest schrijnende beelden van de Vietnam oorlog gemaakt is. Op de plaats waar we nu zijn is de foto gemaakt die iedereen wel kent van het kleine, naakte meisje dat op de vlucht gaat voor de Amerikaanse bombardementen. Later bleek dat het om de negenjarige Kim Phuc ging.

KimKim was negen toen op 8 juni 1972 bommen vielen op het tempelcomplex waar zij met haar familie schuilde. Zij en haar tante raakten gewond door het kleverige napalm, twee neefjes stierven. Zij waren slachtoffer van wat zo wrang friendly fire heet:de bommen waren per vergissing afgeworpen door uit de koers geraakte piloten van de eigen Zuid-Vietnamese luchtmacht. De journalisten en fotografen die langs Highway 1 de oorlogshandelingen van die dag hadden gevolgd, stonden op het punt naar Saigon terug te rijden toen deze bizarre vergissing zich voor hun ogen afspeelde. Toen Kim er aan kwam rennen, was de Zuidvietnamese fotograaf Nick Ut, werkzaam voor het persbureau Associated Press, de enige die nog een filmrolletje in zijn toestel had.

Op de redactie scheelde het weinig of de foto was in de prullenbak terechtgekomen, gezien de richtlijn van AP tegen frontal nudity. Toch werd de foto de wereld in gestuurd. Die zou Ut later de Pulitzerprijs bezorgen. Nick Ut heeft Kim en haar tante naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis gebracht. Haar ouders waren haar uit het oog verloren en wisten niet of ze nog leefde. Op goed geluk zijn ze naar Saigon gegaan en hebben alle ziekenhuizen afgezocht. Toen ze het bijna hadden opgegeven, wees een schoonmaker hen op een houten paviljoen op het achterterrein en zei: 'Daar liggen de kinderen die gaan sterven'.

Kim lag daar inderdaad, met derdegraads verbrandingen over bijna een derde van haar lichaam. Ruim een jaar bleef ze in het ziekenhuis en onderging huidtransplantaties. Thuis probeerde ze het gewone leven van een schoolmeisje weer op te pakken, maar ze bleef veel pijn houden. Het leven onder het communistische regime werd steeds zwaarder. De noedelkraam van Kims moeder, Nu, die het gezin onderhield, werd onteigend. De familie zakte steeds dieper weg in honger en armoede en zag zich eind jaren zeventig gedwongen te verhuizen naar een ander dorp, vlakbij de Cambodjaanse grens. Daar raakten ze in de greep van alweer een oorlog, een waar ze nóg minder van begrepen, die tussen Vietnam en de Rode Khmer in Cambodja.

Kims foto was in het Westen zo beroemd geworden dat journalisten bij elke herdenking van de oorlog naar haar vroegen. Het regime begreep dat zij nuttig kon zijn als propaganda. Na de middelbare school wilde ze arts worden, maar ze werd zo vaak van haar studie afgehaald dat ze die moest opgeven. Toch moest ze blijven zeggen dat ze medicijnen studeerde, dat alles heel goed ging. Ze hielden haar aan een touwtje.

Eind jaren tachtig mocht Kim in Cuba gaan studeren. Na een paar jaar vond ze het idee dat ze terugmoest naar die poppenkast in Vietnam onverdraaglijk. Onderweg naar Moskou voor hun huwelijksreis in 1992 vertelde ze haar kersverse Vietnamese echtgenoot met wie ze in Havana was getrouwd, dat zij asiel wil aanvragen tijdens een tussenlanding in Canada, en dat ze hoopt dat hij meegaat. Sindsdien wonen zij in de buurt van Ontario, inmiddels met hun twee zoontjes, en is Kim goodwill-ambassadeur voor de UNESCO, het kinderfonds van de Verenigde Naties. Haar ouders hebben zich bij hen gevoegd. Meteen wordt pijnlijk duidelijk dat we één van de meest gebombardeerde gebieden van Vietnam betreden.

Onderweg maken we een stop bij een werkplaats die opgericht is om de Vietnam-veteranen die in Saigon geen werk meer vonden, te helpen. Mannen zitten hier met engelengeduld prachtige kunstwerken te maken met schelpen van eieren enz. De schelpen worden behandeld en geschilderd zodat er later een soort schilderij met een landelijk Vietnamees tafereel overblijft. Precisie en geduld zijn hier vereist! Alles gebeurt hier manueel en met de hand en dat is duidelijk aan de prijs te merken. Het spijt ons echt maar 60 euro voor een piepklein kadertje met een foto op is ons te duur.

We stoppen in het tunnelgebied en bekijken een filmvoorstelling die een beeld moet geven van het terrein waar we ons bevinden. Dit gebied staat bekend als de ‘ijzeren driehoek’ samen met een ander gebied vanwege de intense bombardementen maar ook omwille van de hardnekkige strijd en onverzettelijkheid van de anti-Amerikaanse strijders.
Het gebied is een uitgestrekt net van onderaardse tunnels en gangen met de hand gegraven door de Vietcong om zich te verbergen voor de Amerikanen. Dit moet je echt gezien hebben. Ten eerste om een idee te krijgen van de vindingrijkheid en hardnekkigheid waarmee de Vietnamezen verzet boden met weinig of geen middelen tegen het grote en machtige Amerika. Ten tweede om een idee te krijgen van de ellendige omstandigheden waarin de Vietcong moest leven. Dit gebied ligt in een soort jungle en is daarom één van de meest geteisterde gebieden door bommen, ontbladeringsmiddelen en napalm.

Heel smalNadien gaan we onder begeleiding van onze gids op weg. We lopen door het gebied en zien de eerste ingang van een tunnel. Het is onbegrijpelijk hoe smal, klein en eng deze gaten zijn. Largo is een klein kind van negen en past net in de tunnel. Hoe konden die volwassen soldaten met rugzak en geweer daar ooit in verdwijnen?

De eerste tunnels werden reeds in de jaren 40 gegraven door Vietnamese verzetslui in het verzet tegen de Fransen. Zij verstopten er hun munitie in maar gebruikten ze zelf ook om beschutting te zoeken in geval van aanvallen. Eens ze onder grond waren konden ze zich verplaatsen van het ene gehucht naar het andere. De speciale grondsoort in dit gebied was hard om uit te graven maar ideaal om aanvallen te doorstaan en bovendien was het peil van de rivier hier zo laag dat de tunnels niet konden onderlopen.

Later werden de tunnels ook gebruikt in de oorlog tegen de Amerikanen. Het tunnelnet werd zelfs uitgebreid. Van 17 naar meer dan 200 kilometer! Een titanenwerk dat werd uitgevoerd door dorpelingen en boeren gesteund door in Zuid Vietnam geïnfiltreerde communistische officieren. Het gebied was ondertussen een echt Vietnamees bolwerk geworden.

In 1965 beslisten de Amerikanen dat de rust in deze zone moest hersteld worden. Om het verzet op te rollen werden er in deze streek verschillende bases gebouwd. De Amerikanen bouwden een basis in Cu Chi recht boven de tunnels zonder dat ze het wisten. Nadien stegen vliegtuigen op met de opdracht tonnen ontbladeringsmiddelen, benzine en napalm te droppen boven de rijstvelden en bossen om zo het gebied onbewoonbaar te maken. Wanneer de vegetatie weg gebrand was zaaiden ze een soort gras dat onmiddellijk in brand vloog wanneer er een bom op viel en in zijn brandende weg alles vernielde wat het tegen kwam.

De vijand probeerde dan met Duitse herdershonden te tunnels te ontdekken maar de honden hun reukzin werd misleid door peper en veel honden liepen op mijnen. De soldaten zelf geraakten door hun veel struisere lichaamsbouw niet in de tunnels. Wanneer iemand dan toch in de tunnels of het terrein kwam liepen ze vaal in de gecamoufleerde vallen en valkuilen. De middelen waar de verzetstrijders mee vochten waren primitief zoals bamboestokken, speren en met gif bewerkte pijlen maar dodelijk efficiënt. Op één dag kreeg deze regio tot 3600 bommen te verwerken en verloren de Vietcong hier 10.000 manschappen.

ToeristentunnelWe komen bij een tunnel die speciaal voor de toeristen iets breder gemaakt is. Anouck gaat niet mee maar ik wel dit best eens van binnen zien. De tunnel is even laag gebleven dus ik moet helemaal door de knieën buigen om hier in de kunnen. Hoewel de tunnel aangepast is komen mijn beide schouders tegen de wand van de tunnel. Het is hier uiteraard pikdonker smal en laag en zodra je de ingang verlaten hebt en het licht volledig weg is krijg je een ongelooflijk benauwd gevoel. Je ziet geen steek en wanneer de tunnel dan nog iets versmalt begint mijn ademhaling sneller te gaan. Je weet niet waar je bent of gaat uitkomen en ook je oriëntatiegevoel verdwijnt. Bij de eerste uitgang ga ik dan ook naar boven terwijl Largo, die veel kleiner is, verder gaat. Hij passeert uiteindelijk nog het ondergrondse hospitaal en komt boven in wat vroeger de keuken was.

We lopen verder en verwonderen ons over de vindingrijkheid van de Vietnamezen. We wandelen rond en onze gids wijst ons op een boom waar, wanneer je heel goed kijkt, je onderaan een paar kleine gaten ziet. Niks opvallends eigenlijk maar het zijn wel de luchtgaten die verse lucht in de tunnels voeren. We lopen hier nu al een tijdje rond op paden die vrijgemaakt zijn voor de toeristen en pas nu zien we overal rond ons deze luchtkokers. Onmogelijk voor de Amerikanen om vroeger, wanneer dit nog dichtbebost gebied was, dit te ontdekken. Het is dan ook dankzij hun kennis van het terrein, hun vindingrijkheid en hun onverzettelijk karakter dat de Vietnamezen hier stand hebben gehouden.

We komen bij een schietstand waar je voor een bepaald bedrag (niet goedkoop) een paar kogels kan kopen en kan schieten met authentieke geweren uit de oorlog. Een ongelooflijk lawaai. We kopen hier ook een fles slangenwijn als souvenir. De doorschijnende fles dient bij ons om op de kast te zetten, je ziet in de wijn een slang en schorpioen zitten, maar hier wordt dit ongelooflijk straf goedje ook echt gedronken.

Wanneer we terug naar Saigon rijden ben ik nog altijd onder de indruk van wat we hier gezien hebben. We vragen aan de gids om ons af te zetten aan het oorlogsmuseum van Saigon. We gaan eerst frieten eten, hebben we Largo beloofd, in een Koreaans soort Mc Donalds (best lekker).

We betalen 50 cent inkom en komen in een museum terecht waar je afschuw voor deze oorlog alleen maar kan groeien. De gruwelijkste foto’s van verminkte napalm slachtoffers, Amerikaanse soldaten die met aan flarden gescheurde lijken rondlopen. Vietnamezen die halfdood achter een jeep meegesleurd worden… Vooral de foto’s van verschrikkelijk verminkte gezichten en kinderen zijn niet voor gevoelige zielen. Je kunt hier ook oude wapens en bommenwerpers bekijken. Hoewel het museum één van de meest bezochte plaatsen in Saigon is, en het zeker de moeite van een bezoek waard is, kun je niet ontkennen dat dit eigenlijk een propaganda is voor het Vietnamese standpunt. Van de gruwelijkheden en oorlogsmisdaden van de Vietcong geen woord. De foto’s gaan allemaal over de Vietnamese slachtoffers en zijn gebaseerd en gekozen op hun schaal van gruwelijkheid waarbij de best scorende opgehangen zijn. Het komt mij over alsof de Vietnamese regering met deze gruwelijkheden de publieke opinie wil overtuigen van de wreedheid van de Amerikanen terwijl het over zijn eigen rol in alle talen zwijgt. Bij het buitengaan speelt er ook nog een film met alweer napalm slachtoffers in de hoofdrol maar deze propaganda hebben we laten passeren.

We willen nu nog naar de Chinese wijk en laten een taxi stoppen. We leggen uit dat we naar Chinatown willen en de man zegt dat hij ons begrijpt. Het verbaast ons sterk want tot nu toe heeft er in Saigon nog geen enkele taxichauffeur ons begrepen. Tien minuten later stoppen we en wordt onze deur opengedaan. Wauw een Chinatown met bediende hebben ze hier. De deur wordt voor ons opengemaakt door een bediende in kostuum en met handschoenen aan en op en top opgeblonken. Blijkt dat we niet in Chinatown zijn maar in het Sheraton! Toch verkeerd begrepen dus, er zijn nog zekerheden in het leven. Met mijn t-shirt vol aarde uit de Cu Chi tunnels en onze sandalen aan passen we niet echt in dit interieur en we gaan dan maar terug richting ons, ondertussen bescheiden, hotel.

We eten in de backpackers wijk in het voortreffelijke Sasa café. Het restaurant doet aan als een refter met allemaal tafeltjes netje achter elkaar maar wanneer je de talrijke boekverkopers en andere leurders kan verdragen is dit best een goed adres om te eten in Saigon. Lekker en spotgoedkoop (circa 6,00 euro p/p).



Saigon-Mekong delta-Can Tho
Maandag 18 augustus 2008   

Onze derde en laatste week in Vietnam begint en normaal moeten de volgende twee dagen hoogtepunten worden in onze vakantie. Samen met de bergen in het noorden en Sapa, wat we dus door de overstroming gemist hebben, is de Mekong-delta de reden waarom ik naar Vietnam wou komen.

We vertrekken met een bus richting Mekong gebied. De bus zit vol toeristen die allemaal een andere dagplanning blijken te hebben dus hoe en waar we terecht gaan komen weet ik niet. Na een rit van ongeveer vier uur stopt de bus en worden we naar het water gebracht. Een kleine boot ligt op ons te wachten en mijn opluchting is groot wanneer blijkt dat onze groep maar uit acht mensen plus gids blijkt te bestaan.

We varen de rivier op onder donkere onweerswolken en bezoeken de drijvende markt. Veel markt is er niet meer te zien, daarvoor moet je hier heel vroeg in de ochtend zijn, maar we zien wel nog veel drijven. Eigenlijk drijft er van alles in het water dat dan ook nog een bruine kleur heeft maar vervuild schijnt deze rivier niet te zijn.

Aan de mekongDe boot vaart dan maar verder en we krijgen al een klein beeld van het leven langs de rivier. Aan de oever staan allemaal gebouwtjes die je met enige zin voor overdrijving en met veel optimisme huizen kan noemen. De mensen zitten vlakbij het water en doen hun dagdagelijkse dingen zoals groenten wassen, de vaat en hun kledij wassen. Allemaal in het water van de Mekong uiteraard!

We varen een breed stuk water over en komen in een smalle vaargeul die uitkomt op wat een stuk eiland in de Mekong blijkt te zijn. We stoppen en gaan aan wal om te eten. In een plaatselijk restaurantje eten we de befaamde ‘Elephant Ear Fish’. Een lelijke vis die gevangen wordt in de Mekong en best lekker is. Samen met de noedels, rijst en tijgergarnalen laten we het ons smaken terwijl vlak naast ons in de beek de vissen boven springen. Wanneer je een pan naast de beek zou houden sprongen de vissen er zo in!.

Op de fietsNa het eten staan er fietsen op ons te wachten en hebben we tijd om het eiland te verkennen. Rustig en groen is het hier uiteraard. Kleine baantjes met tientallen bruggetjes over riviertjes en kleine beekjes. De plaatselijke bevolking kijkt ons lachend na en zwaait naar ons. Vooral de kleine blonde kop van Largo heeft veel succes. We rijden verder en het eiland doet heel landelijk aan. Wanneer we terug rijden stoppen we even op een brugje om een foto te nemen van ons drietjes.

We vertrekken weer, ik met Largo op kop, en ineens horen we een gerammel achter ons! Blijkt dat Anouck ondertussen ZO verliefd op Vietnam is geworden dat ze beslist heeft om de Vietnamese bodem eens innig te omhelzen. Blijkbaar was de liefde niet echt wederzijds want ze houdt er een geschaafde knie en elleboog aan over (plus een reputatie bij de Vietnamezen).

We zetten de fietsen terug op stal, wat veel veiliger is, en ondertussen is de lucht niet meer donker maar pikzwart. Wanneer we aan de boot komen zit de schipper dan ook met een verdacht glimlachje ons op te wachten. Ook het felroze regenjasje dat hij ondertussen heeft aangetrokken geeft ons weinig moed.

Het regentWe vertrekken en de hemelsluizen gaan open. Vietnam is een mooi land maar wanneer het er regent… regent het meestal ook goed. Met andere woorden: het giet! We hebben één troost: onze gids verteld dat de boottocht maar drie uurtjes duurt dus…

Even wassen...Een uurtje later hebben we geluk en vermindert het een beetje met regenen zodat we ondertussen toch al de oever kunnen zien. Dit is het Vietnam zoals ik het me had voorgesteld. De mensen leven hier op, naast en vooral met het water. We zien mensen de vaat doen, vis en groenten wassen, hun lichaam wassen, hun haar en kledij wassen en kinderen die met emmers water overgoten worden als douche. Het meest tot de verbeelding sprekende was echter de man die vanuit zijn ‘huis’ rechtstreeks in de Mekong aan het pissen was terwijl zijn buurman naast hem…  zijn tanden aan het poetsen was (echt waar).

Onderweg stoppen we nog even bij een huisje waar ze rijstpapier en poprijst maken (een soort popcorn maar dan van rijst). Na uren in de regen, ik heb het ondertussen echt koud gekregen, komen we aan in Can Tho. Can Tho is de hoofdstad van de gelijknamige regio en de grootste stad in de Mekong delta.

We slapen deze nacht in het Ninh Kieu hotel, een ongezellige vierkante bunker. Dit hotel was vroeger een legerkazerne en dat is er aan te zien ook. We klagen echter niet en zijn al lang blij dat we even droog zitten en andere kleren kunnen aantrekken.

SlangendrankjeIn Can Tho is eigenlijk niks te zien behalve een klein marktje en een mooi standbeeld van Ho Chi Minh en we gaan dan ook eten. In het restaurant Nam Bo kan je zowel Aziatisch als westers eten. Ook enkele specialiteiten staan op het menu waaronder slang. Er is een volledig slangenmenu te verkrijgen, voorgerecht en hoofdschotel met slang, maar we beslissen om alleen het slangenvoorgerecht te proberen. Slang is niet slecht maar ook niet mijn ding. Een ietwat speciale smaak en structuur die je met weinig andere vleessoorten kan vergelijken. Lekker maar niet om elk jaar te eten…

 

 


Mekong Delta
Dinsdag 19 augustus 2008  

Tweede dag op de Mekong en ongelooflijk: de zon schijnt als nooit tevoren en het leven lacht ons toe. Vanmorgen vroeg opgestaan en een typisch Vietnamees ontbijt genomen met noedels enz… dus ik kan ertegen!

Drijvende marktOnder een stralend zonnetje vertrekken we met een klein bootje naar de drukke drijvende markt van Cai Rang. De Mekong is de op twee na langste rivier van Azie en stroomt door zes landen namelijk China, Birma, Thailand, Laos, Cambodja en Vietnam. Dit is dus één van de meest levende en bevaren rivieren ter wereld. De Mekong is druk bevolkt met schippers, vissers, groente- en fruitverkopers, en daartussen de ontelbare kleine roeibootjes van de vrouwen die naar de grote boten varen om hun inkopen te doen.

De grote boten komen van overal en de schippers weten niet hoelang ze hier gaan blijven. Zolang ze goederen in het ruim hebben liggen, leven soms ganse families op de boot. Pas wanneer alles verkocht is keren ze terug naar huis. Welke goederen er aan boord zijn kan je zien aan de grote stok die op de voorplecht hoog in de lucht steekt. Wat daarop gespiest is, wordt er verkocht.

Kleinere wendbare bootjesWe zien stokken met ajuinen, look, pompoenen…. Grote kolen en boten vol ananas komen voorbij gevaren. Het wordt ondertussen zo druk dat de gids beslist om over te stappen op een nog kleiner roeibootje dat gemakkelijker bestuurbaar is en meer wendbaar. Het leuke is dat het overstappen moet gebeuren midden op het water terwijl links en rechts de boten voorbij razen. Ik denk even over Anouck en haar evenwicht (zie haar fietstochtje) maar zet deze (hoopvolle) gedachte vlug opzij.

We stappen over en varen tussen de plaatselijke bevolking die naar de markt komt per boot. Vrouwen klimmen schijnbaar moeiteloos uit hun roeibootje om daarna de goederen te gaan keuren en op het dak van de boot wordt over de prijs onderhandeld. Bij akkoord worden de goederen van op de grote boten in de kleine gegooid wat een raar schouwspel geeft.

Een oude vrouw zit boven op het dak van een boot lekkere verse ananas te schillen en voor de democratische prijs van 25 eurocent kopen we er één. De drijvende markt is een onvergetelijk schouwspel van kleuren, geuren en mensen.
Na de drijvende markt gaan we naar een plaatselijke markt aan wal. We zien kramen met verschillende soorten rijst en ook de geur van gedroogde vis is onmiskenbaar. Iets verderop zijn de kramen met vleeswaren, altijd leuk. Varkenskoppen en alle soorten ingewanden hebben we ondertussen al gezien maar lekkere verse varkensogen die je liggen aankijken blijft toch iets vreemd.

verse visVerderop hebben we de visverkopers. Een vrouw opent voor Largo een enorme ketel waarin honderden levende palingen zitten. Een vrouw komt net paling kopen en we zien het dier onzacht dood geklopt worden. Met een houten stok wordt, een keer of tien, op de kop van de paling geklopt tot het dier uiteindelijk niet meer durft te bewegen. Gaia zou hier weer werk hebben. Het rare is dat tussen de viskramen één kraam staat met… beha’s! De logica ontsnapt ons.

Achter de hoek komen we de vreemdste kraam tegen. Levende padden liggen met de poten aan elkaar vastgebonden de raarste capriolen uit te hangen. Achter de padden liggen de slangen. Het ziet er allemaal lekker uit en het stokoude vrouwtje is verschrikkelijk lief en vriendelijk maar toch kopen we niets. Dit is één van de dingen die ons het meest opgevallen zijn in Vietnam. Op internetforums lees je over de opdringerigheid en onvriendelijkheid van de Vietnamezen maar wij hebben nog niets ondervonden. Iedereen is vriendelijk en ook op deze markt beginnen de mensen spontaan te lachen en tonen ons trots hun waren en goederen.

We vertrekken na iets gedronken te hebben en stoppen bij een rijstfabriek. Ik blijf echter buiten staan en sta versteld te kijken naar twee mannen die een boot met rijst aan het laden zijn. De boot is al bijna vol en de mannen moeten elke keer met twee grote zware manden op de rijst naar boven klimmen om de volgende mand uit te kappen. Tussen de wal en de boot ligt één enkel smal plankje waar ik zelfs zonder mand niet over raak.

Zware mandenDe man ziet dat ik een foto wil nemen en blijft rustig met zijn zware lading staan poseren. Ik haast me om de foto te nemen en hij vraagt of ik ook eens de manden wil optillen. Ik durf niet weigeren en zet mijn schouders onder de manden. Ik ben geen slappeling maar ik was blij toen ik ze terug op de grond kon zetten. (Anouck deed trouwens verdacht lang over het nemen van de foto terwijl ik de manden optilde). Ik schat dat elke mand ongeveer 40kg woog. Dus 80 kg op de schouders en dat tot een volledige boot vol is. Mijn respect voor deze twee mensen is onmetelijk groot en meer dan terecht! Ze waren trouwens niet de enige die hard aan het werk waren. In het water passeren twee mannen met een meterslang visnet achter hun. Dit zal ook wel een deftig gewicht hebben. Iets verder trekken ze dan met enkele personen het loodzware visnet boven waarna de vis in de boot wordt uitgekieperd.

De Mekong delta is Vietnam op zijn best en alleen al voor deze twee dagen is het de moeite waard! Eindelijk eens echt tussen de mensen en het alledaagse leven. De rit terug naar Saigon duurt ongeveer vijf uur dus wanneer we daar eindelijk terug zijn is het nog alleen iets gaan eten, trouwens u gelooft het nooit maar… het regent hier alweer pijpenstelen!




Saigon - Phan Thiet (Mui Né)
Woensdag 20 augustus 2008    

Laatste dagen in Vietnam dus… even rust nog. We vertrekken naar Phan Thiet en meer bepaald het kuststadje Mui Né. We nemen de taxi naar het station en komen met onze koffers in de trein. We hebben genummerde plaatsen in de eenvoudigste coupés. De banken zijn oud en vuil maar kunnen ongelooflijk ver achteruit. We zitten echt tussen de plaatselijke bevolking. Ik vraag me af waarom de vrouwen zelfs hier op deze trein hun mondmaskers ophouden? Zouden ze hier bruinen door de lampen in de trein of is de lucht hier ook niet goed genoeg?

We vertrekken aan een slakkengangetje en alle vijf minuten stopt de trein. Blijkt dat op sommige plaatsen er maar één spoorlijn ligt en blijkbaar hebben de treinen die uit de andere richting komen altijd voorrang. Wanneer die trein gepasseerd is vertrekken wij terug. Dat gaat hier een tijdje duren.

Ik maak mij niet druk en geniet van het uitzicht en de omgeving hoewel dat eigenlijk ook niet echt meevalt. De Vietnamees achter mij heeft ontdekt hoever zijn zetel achteruit gaat en heeft daarbij zijn voeten op de vensterbank naast mij gelegd. Wanneer ik mijn hoofd draai en buiten kijk zie ik een paar Vietnamese voeten vlakbij. Speciaal! Uiteindelijk duurt de rit veel langer dan verwacht: vijf uur!

We komen aan in Phan Thiet tegen de middag en gelukkig gaat het inschrijven vlug en is onze kamer al vrij. Het hotel is mooi en verzorgd met een mooi zwembad en heel mooie tuin vlakbij de Chinese zee. Het klimaat is hier ook stukken beter en de zon schijnt volop. Een verademing na Saigon. We trekken ons zwembroek aan en duiken meteen in het zwembad. Daarna een stukje eten vlakbij het strand en met zicht op zee. Ik heb al slechtere momenten gekend.

Na de middag zwemmen en luieren en ’s avonds even wandelen. We krijgen meteen te zien waarom ze dit een kuststad noemen. Aan de rechterkant van de straat heb je hotels en aan de linkerkant restaurants. Spannend! We wandelen voorbij tientallen restaurants, die grotendeels BBQ aanbieden. Nu hebben we in alles goesting behalve in BBQ dus we eten in het hotel. Hadden we beter niet gedaan want het was niet lekker. Morgen beter.


Strand van Mui Né
Donderdag 21 augustus 2008  

Haha, weer uitstekend weer dus we kunnen weer genieten van zon, zee en strand. We zwemmen dat het geen naam heeft, amuseren ons, gaan in de sauna en er vlug weer uit (das toch warm zo een sauna!) en tegen de middag… zijn we het beu! Zon, zee en strand: het is niets voor ons.

Brommertje hurenWe vertrekken dan maar en huren twee brommertjes om de omgeving te verkennen. We rijden richting Mui Né ‘stad’ en toeteren naar goede Vietnamese gewoonte naar alles wat nog maar in onze buurt komt. De Vietnamezen zelf kijken niet eens om als die twee rare toeristen passeren. In Mui Né komen we terecht in smalle, onverharde straatjes waar de vis buiten ligt te drogen. Speciaal geurtje hier! De mensen zelf lachen ook hier ons vriendelijk toe en zwaaien wanneer we voorbij rijden.

Wat wel opvalt is de manier waarop ze hier met het milieu omgaan. De stad ligt aan zee en de smalle straatjes komen allemaal aan zee uit maar aan het eind van de straat liggen ongelooflijk grote bergen vuil en afval. Het is hier echt smerig en hopelijk beseffen ze binnen enige tijd dat ze hier iets gaan moeten aan doen. Mijn brommer heeft benzine nodig en na enige navraag komen we bij een man die twee flesjes benzine heeft staan. Wanneer hij de flessen in mijn tank gooit beginnen de mannen aan de overkant van de straat te lachen en te roepen en ik begrijp dat ze willen zeggen dat hij het vierdubbele moet vragen van de normale prijs. Ik lach en doe teken dat ik hen begrepen heb, mij gaan ze niet liggen hebben, en betaal uiteindelijk gewoon… het dubbele.

Red Sand DunesWe rijden verder en trekken de duinen in. Mui Né heeft grote rode zandduinen. Je verwacht dit niet in Vietnam maar wanneer je er tussen rijdt doet de omgeving je aan Afrika denken. We stoppen en Largo gaat met een klein meisje mee naar boven om te ‘zandsurfen’. Anouck zegt dat ze op de brommers blijft passen dus ik ben het slachtoffer dat mee moet om foto’s te trekken. Met mijn tong op mijn schoenen en een kwartier achter de kinderen kom ik uiteindelijk boven en krijg een adembenemend uitzicht cadeau. Mijn trofee voor mijn inspanningen! Largo en het meisje zijn al druk bezig een soort piste aan te leggen en even later schuift hij dan ook naar beneden. Wanneer ik ronddraai zie ik overal dieprode duinen en in de verte een baai van de Chinese zee met honderden kleine bootjes erin. Mooi!

Terug naar Phan Thiet en nu eten we op straat. Ik bestel een ‘hot pot’. Vis en scampi’s aan tafel in een speciaal soort pot klaargemaakt met noedels en groenten. Lekker en negen scampi’s voor 5,00 euro is geen geld.



Terug naar Saigon
Vrijdag 22 augustus 2008  

uitzicht in SaigonDe reis zit er nu zo goed als op, vandaag alweer terug naar Saigon. In de ochtend zwemmen we nog (een mens sport wat af op reis) en daarna terug op de trein. Alweer vijf uur rijden want nu hebben de treinen die uit Saigon komen voorrang! De omgeving en het uitzicht zijn wel totaal anders want dit keer geen Vietnamese voeten naast mijn hoofd. Wanneer we in Saigon komen regent het maar dat had u al begrepen. We eten weer in het Sasa café waar ik ondertussen de nasi-goreng en de vis in mosterdsaus kan aanbevelen.

 

 


Vertrek naar Amsterdam en onverwachts shoppen in Hong Kong
Zaterdag 23 augustus 2008  

Het zit er alweer op en we vertrekken naar huis. Nu ja naar huis: eerst naar Hong Kong en daar moeten we acht uur wachten op de volgende vlucht. Dit is datgene waar ik het meest tegenop zag, acht uur wachten op een luchthaven.
Nu zit Anouck tijdens de landing, dus vlak voor we landen in Hong Kong in een tijdschrift te kijken en merkt dat je voor China binnen te komen geen visum nodig hebt. Bij mij gaat er een belletje rinkelen en mijn hart gaat twee keer sneller slaan. Misschien moeten we geen acht uur wachten op de luchthaven.

Na aankomst begeven we ons naar de info balie en inderdaad, we kunnen de luchthaven zonder problemen buiten. Een probleem: we weten over Hong Kong alleen dat ze er Chinees spreken maar verder niks. We zien wel. We gaan naar een stand waar een vrouw staat die de taxi’s regelt. Wanneer zij ons vraagt waar we naartoe willen en wij zeggen dat we het niet weten valt er een veelbetekenende stilte maar uiteindelijk komen we er toch uit. We gaan naar Kowloon of toch ergens daar in de buurt. We hebben geen flauw benul wat Kowloon is en eigenlijk hebben we ook geen flauw benul waar we heen gaan.

mega-flatsWe stappen in en de taxi vertrekt over mooie ruime en goede wegen. De omgeving is eerst mooi en algauw doemen de eerste mega-flats op. Hong Kong is een wereldstad en dat zie je al van ver. Nu blijkt dat de luchthaven op een soort eiland ligt en daarom moeten we een brug over. De taxichauffeur overhandigt een kaart aan de tolbediende en mompelt al lachend iets tegen ons dat we niet verstaan. We lachen vriendelijk terug maar dat verandert wanneer we de prijs voor dit ritje horen. 35,00 euro enkele reis. We betalen met onze Amerikaanse dollars… en daarmee zijn die ook op.

Drukte in HongKongWe hebben geen geld en we weten niet waar we zitten maar hé… we zijn op reis. Hong Kong is… druk. Meer kan je eigenlijk niet zeggen. De winkelstraten zijn hier enorm groot en breed, overal zie je grote reclameborden en schreeuwen de neonlichten je toe. En mensen! Duizenden mensen lopen hier naast (en ik denk soms over) elkaar. Shoppen kan je dit niet noemen want je ziet geen enkele etalage. Wel valt me op hoe tuttig de Chinese meisjes en vrouwen hier zijn. Ze zien er allemaal heel jong en zelfs kinderachtig uit en, voor de dame’s die dit lezen, de nieuwste mode in China op schoenengebied zijn… rubberen laarzen. De caoutchou botten zoals wij hier zeggen. Overal zie je deze laarzen, in alle kleuren en meestal met bloemetjes op. Mijn grootmoeder moest het nog meemaken.

Wat ook opvalt zijn de onnozelheden en futiliteiten die hier in de winkels liggen. Poppetjes, speelgoed mannetjes en allerhande prullaria kan je hier overal kopen. We wisselen enkele dollars en ontdekken dat hier geen Chinese yen als betaalmiddel gebruikt wordt maar de Hong Kong dollar. We leren alweer iets bij.

Ik geniet met volle teugen van deze onverwachte namiddag maar Anouck loopt, om het zacht uit te drukken, toch een beetje ongerust achter me aan. Het onbekende, niet weten waar we zijn en hoe we terug moeten en de drukte stellen haar niet op haar gemak.

We drinken een koffie in een Starbuck’s en spreken het meisje van de bediening aan. Anders dan in Vietnam spreekt hier iedereen Engels en zij vertelt ons dat er goedkopere manieren zijn om terug naar de luchthaven te gaan als per taxi. Dus nemen we het openbaar vervoer, hebben we dat ook eens gedaan. Het moet gezegd: het is hier een wereldstad maar de mensen zijn hier ongelooflijk beleefd en vriendelijk en behulpzaam. De Chinese politie helpt ons nog een handje om de juiste bus te vinden en we bereiken zonder problemen de luchthaven waar onze vlucht al twee uur vertraging heeft. We eten in de luchthaven een maaltijd die ons ongeveer evenveel kost als het eten in Vietnam de vorige drie weken samen en twee uur later dan verwacht, vertrekken we naar huis.

Foto's van onze reizen kan je bekijken op www.flickr.com/photos/sammytempels

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!