Artikelindex

Lianne, Michael, Iris, Sander en RubenLianne en Michel rondreis met tieners Vietnam
31 juli t/m 31 augustus 2009

Reisverslaafd kun je deze familie inmiddels wel noemen. In 2007 reisden Lianne, Michel met Iris, Sander en Ruben door Thailand en Laos en in 2008 door Marokko. Hun nieuwe reis staat in het teken van punthoedjes en rijstvelden, want in de zomer van 2009 trekken ze door Cambodja en Vietnam.

Door Lianne Bosch


Weerzien met de Mekong
Dinsdag 4 augustus 2009. Chau Doc, Vietnam.

Heel vroeg uit de veren, al om zes uur. Er is ons beloofd dat we kunnen ontbijten voor vertrek naar Vietnam, maar om even na half zeven is er nog niets geregeld. Maar met man en macht wordt er aan ons ontbijt gewerkt, met als resultaat dat we toch nog een broodje naar binnen kunnen werken voor vertrek.

Om even na zeven uur worden we opgehaald bij the Kabiki door een Toyota met chauffeur die ons naar het kantoor van Mekong Delta Vietnam tours brengt. Als alle 21 personen gearriveerd zijn gaan we met twee minibussen naar de boot. Dit is nog zo’n 60 á 70 kilometer rijden, over soms hele slechte wegen. Soms is het verhard met gaten, dan weer een stuk zandweg of iets met kiezels en zand. Dat schiet dus niet echt heel erg op.

Als we aankomen bij het bootdok van Neak Loung kunnen we meteen de boot op. Een blauwe houten boot, die ons in twe uur tijd over de Mekong rivier zal varen tot aan de grens. Het is voor ons een weerzien met de mighty Mekong. In Laos hebben we al eens twee hele dagen op de slowboat gezeten op dezelfde bruine kolkende rivier. De Mekong is in Cambodja heel erg breed, veel breder dan in Laos. Soms zie je de oever nauwelijks. Het is ook niet zo heel interessant om rond te kijken, de oevers zijn te ver weg. Maar gelukkig hebben ze weer formuliertjes voor de grensformaliteiten in Vietnam!

altalt

Als we aankomen bij de Cambodjaanse grenspost moet iedereen even de boot uit om de paspoorten uit te stempelen. Dan nog een minuut of vijf verder varen naar de grenspost van Vietnam. Hier ondergaan we weer een health check, en oeps … ze hebben hier ook hokjes met quarantaine erop! Wel moet iedereen verplicht 2000 Dong (betaaleenheid in Vietnam, omgerekend is dit nog geen tien eurocent) dokken voor deze healthcheck die echt helemaal nergens over gaat. De formaliteiten duren ongeveer een half uur en je hebt dan net tijd om een bordje rijst met groente te bestellen en te verorberen. Hoe praktisch wil je het hebben?

Oké, we zijn dus aangekomen in Vietnam. Het begint hoe langer hoe harder te regenen, en dat is erg jammer, want nu komt net het interessante stuk! In een kleinere wiebelboot gaan we nu langs de kleinere kanaaltjes -aftakkingen van de Mekong- verder varen. Het is nog tweeeneenhalf uur tot de eerste stad, Chau Doc. De jongens vallen erbij in slaap, het was ook zo vroeg vanochtend. Ondanks de regen zien we nog wel iets van het plattelandsleven in de Mekong Delta. We zien heel veel vissers, met grote schepnetten. Kindjes die spelen op de oevers, en ook veel, heel veel mensen duttend in een schommelend hangmatje. Hoe simpel kan het leven zijn?

altalt

Rond drie uur komen we aan in Chau Doc. We hebben hier zelf een hotel geregeld, Trung Nguyên hotel. Een mooi schoon hotelletje met lekkere bedden, een eigen badkamer, tv en airco en een schattig balkonnetje dat uitziet over een druk kruispunt met heel veel brommertjes. Het personeel is hier superaardig en behulpzaam. Eerst maar even allemaal een frisse douche. We gaan op aanraden van de receptioniste eten bij een restaurantje hier even verderop, het Trung Van restaurant. Het eten is hier heerlijk, voor de kinderen hebben ze zelfs frietjes en voor Ruben ook nog een gebakken ei. Uiteraard eten wijzelf Vietnamees eten en het is echt heerlijk. Voor nog geen tien Euro hebben wij gegeten en gedronken (voor vijf personen dus!). Het is hier veel goedkoper dan in Cambodja, dat scheelt echt heel veel.

We gaan nog even pinnen, we trekken zomaar 2,5 miljoen Dong uit de muur. Ook lopen we nog even langs een felverlichte Chinese tempel waar het heerlijk naar wierrook ruikt. Er hangt een hele aangename, serene, uitnodigende sfeer, we mogen gerust hier even rondkijken.


Goodmorning Vietnam!
Woensdag 5 augustus 2009. Phong Dien, Vietnam.

Voor de eerste keer wakker worden in Vietnam. Als we om half zeven beneden komen blijkt er nog niets van een ontbijt in zicht, ondanks dat we gisterenavond al hebben opgegeven wat het moest zijn. Op z’n allertraagst komt er dan toch een ontbijt, het komt ergens van de overkant van de straat. Enfin, de banana pancake en het broodje ei zijn ook zo naar binnen geduwd.

Dan gaan we naar Vinh Phuoc 2 Hotel. De hostess van Mekong Delta tours komt meteen met een mooie verjaardagstaart aanzetten, want vandaag is Lianne jarig. Een superschattig, klein taartje met luchtige chocomousse en twee poppetjes bovenop. Wat een verrassing, dus toch nog taart! Wie had dat nou verwacht... Het is de bedoeling dat de taart meteen genuttigd wordt, dus om zeven uur ’s ochtends is het al taarteten geblazen.

Te voet gaan we naar een kleine boot die ons naar de overkant van de Mekong brengt, via kleine kanaaltjes naar een Cham-dorpje. Deze mensen komen oorspronkelijk uit Maleisië en zijn moslim. Midden in het dorp prijkt een grote, witte moskee. En alle vrouwen hebben een hoofddoekje om. De Cham zijn matriarchaal, dus de vrouw is de baas. Zij krijgt de bruidsschat en de kinderen krijgen haar achternaam. In dit dorp bekijken we hoe ze sarongs en doeken weven, die uiteraard in het aangrenzende winkeltje te koop zijn.

altaltalt

We bezoeken ook nog een drijvende fishfarm op de Mekong. Je ziet hier veel van die fishfarms, het zijn drijvende huisjes/hutjes die een grote ijzeren kooi onder het huis hebben. Hierin kweken ze Mekong catfish (soort van meerval) op tot ze groot genoeg zijn voor de verkoop aan fabrieken. Per kilo vis krijgen ze 1USD en in de farms passen met gemak zo’n 15.000 vissen. Ruben mocht de vissen voeren met korrels en dan is het meteen een gespartel van jewelste in het visluik. Heel apart om te zien.

Met de bus verder naar Can Tho, een grote stad aan de Mekong delta. Het is zo’n drie uur rijden. De meeste mensen uit onze groep worden hier gedropt bij een hotel, maar wij gaan verder met een kleine boot naar Phong Dien, een dorpje op een eilandje. We worden hier goed ontvangen en krijgen met ons vijven de huiskamer ter beschikking. Er staan twee grote bedden in de huiskamer en in een aangrenzend klein kamertje nog een groot bed. In de kamer staat tevens een huisaltaartje met foto’s van overledenen (voorouder verering) en heel veel wierrook stokjes.

We gaan eerst lunchen en krijgen wintermeloensoep, en mekongvis in soyasaus en eggplant (aubergines). Het smaakt allemaal heerlijk. De middag is voor eigen besteding, dus we gaan een eindje wandelen naar het dorpje. We zien heel veel kindjes en mooie grote bonte vlinders, net als in Laos. Veel fruitbomen en een hele verzameling witte ganzen. We drinken ergens wat en krijgen van de uitbater van het cafee’tje nog een tros bananen mee. Ook krijgen we onderweg verse pomelo aangerijkt door een familie. We moeten proeven, het is lekker fris van smaak.

altaltalt

’s Avonds schuiven we aan voor diner. We zitten bij Pascal, Francoise en Anne Marie uit Parijs. Heel toevallig is Pascal vandaag ook jarig en hij wordt 57 jaar. Als diner krijgen we allemaal dunne rijstvelletjes, vis en groenten. We moeten het velletje vullen met mihoen, groente, vis en wat kruiden, dan rol je ‘m dicht als een sigaret. Je sopt het in een pittig sausje als je wil en smullen maar!

Het is erg gezellig aan ons tafeltje en er arriveren nog meer mensen. We zijn totaal met twintig gasten. De meesten krijgen een rieten hutje aan de overkant van het zandpad toegewezen, die er ook heel schattig uitzien en zelfs een balkonnetje hebben aan de rivier. Het is ook nog volle maan, dus wij houden onze eigen fullmoon party ter ere van de verjaardag(en) van Pascal en van Lianne.


Floating Markets
Donderdag 6 augustus. Ho Chi Minh City, Vietnam.

De vrouw des huizes komt om zes uur alle deuren en ramen opengooien. Ze zegt dan wel niet dat we er uit moeten, maar de boodschap is duidelijk! Heel idyllisch ontbijten we met z’n allen op het buitenterras, met een stokbroodje met la-vache-qui-rit smeerkaas. Ja, je ziet hier in Indochina nog duidelijke franse trekjes.

We nemen afscheid van de familie en gaan op weg naar de 'drijvende markt' van Cai Rang. Een hele authentieke drijvende markt. Je ziet grote en kleine bootjes die van allerhande koopwaar aanbieden. Meestal groente en fruit. Je kunt zien wat de boten te koop hebben, omdat ze aan een lange bamboe stok een voorbeeld hebben hangen van wat ze verkopen. De boot met ananassen heeft een lange stok met een ananas in de lucht steken. Prachtig om dit gade te slaan vanuit een boot. Je beweegt je er midden tussen en dat levert dan weer prachtige beelden op. Dan bezoeken we een fabriekje waar ze rijstvellen maken. De rijst wordt gekookt en geweekt tot een brij die op een grote ronde plaat uitgesmeerd wordt en gebakken tot een groot wit flubberding. Die vellen worden op bamboe matten uitgespreid en te drogen gehangen in de zon.

altaltalt

We varen nog een heel stuk verder de Mekong Delta in om nog een andere drijvende markt te bezoeken, maar hier is niet zoveel actie meer. Het is al te laat in de ochtend. Terug in Can Tho gaan we een hapje eten. Voor Ruben is er zelfs friet, voor Iris een tomatensoepje en voor Michel, Lianne en Sander een lokaal gerechtje. In dit restaurant is er ook de mogelijkheid om te kiezen voor een gerecht met snake, frog of rat, maar die opties laten we aan onze neus voorbij gaan deze keer.

Vervolgens steken we met de bus de zeer brede Mekong over per ferry. De wachttijden voor de ferry zijn lang, er is pas een brug ingestort en nu moet alles per ferry over. We moeten uit de bus, te voet de ferry op voor de veiligheid. Ja ja, aan alles wordt gedacht. De Vietnamese mensen mogen gewoon blijven zitten. Dan een lange zit (vier uur) naar Saigon. Deze stad heet overigens nu Ho Chi Minh city. 

altDoor een wirwar van straatjes worden we gedropt in District 1. En laat dat nu net amper vijftig meter van ons guesthouse zijn! Als we ons melden weten ze meteen dat wij Michel Bosch en zijn familie zijn. Onze kamers zijn helemaal goed! En onze kamer met window met no view klopt ook. Er zit een raam, maar dat is geblindeerd en kan ook niet open. Verder is het hier schoon, ruim, we hebben tv en free wifi. Wat wil een mens nog meer? We gaan nog een paar tourtjes boeken voor de komende dagen, in heel Vietnam werken ze met tourtjes en die zijn zo goedkoop dat je niet eens de moeite wil nemen om zelf dingen te regelen. Relaxed backpacken noemen ze dat!

We eten bij SaSa Café. Ze hebben hier namelijk pizza’s en daar heeft Ruben zich al een paar dagen op verheugd. Hij neemt dus ook een large pizza en eet als een bouwvakker. Geen kruimel blijft er over!

 

Heel veel brommertjes
Vrijdag 7 augustus 2009. Ho Chi Minh City, Vietnam.

We gaan van start met een ontbijtje bij Luan Vu Guesthouse. Een sapje, broodje en een banaan en dan zijn we er helemaal klaar voor. Het minibusje staat al klaar bij TNK-travel, we zijn met een klein groepje.

Allereerst gaan we naar het War Remnants Museum. Dit is een museum over de Vietnam oorlog. Veel beeldmateriaal en heel veel verschrikkelijke foto's over de schade die de napalm bommen en de 'Agent Orange' heeft aangericht na deze smerige oorlog. De beelden van de misvormde kinderen die nu nog steeds worden geboren als gevolg van deze laffe daad van de Amerikanen raken ons diep. Tja, de Vietnam oorlog, je ontkomt er hier niet aan. Deze oorlog is pas in 1975 beeindigd, nog zo kort geleden. In de tuin van het museum staan nog enkele overblijfselen ten toon gesteld in de vorm van US army helicopters en tanken. Ook zie je hier bommen en bommenwerpers staan. Daar tussen scharrelen gehandicapte oorlogs slachtoffers die ansichtskaarten willen verkopen.

altalt

We stoppen bij een Chinese tempel, de Thien Hau Pagoda. En ineens ben je in een andere wereld van rood, goud, wierrook en chinese goden. Heel apart en totaal anders dan de tempels in Thailand of Laos. Ook erg speciaal zijn de rokende wierrook spiralen die aan het plafond hangen. Allmaal prachtig om te zien.

Bij de Binh Tay markt, ook in Chinatown gelegen, hebben we een uur de tijd om rond te snuffelen tussen de diverse koopwaar. Hier is echt alles te koop, in gigantische hoeveelheden. Tussen smalle gangetjes schuifel je van het een naar het ander. We blijven ons verbazen. We scoren uiteindelijk shorts voor Sander, een nep Lacoste polo voor Iris, en Boeddha armbandjes voor Lianne. Helemaal goed. Dan rijden we naar het kantoor waar we ook nog een lunch krijgen. Hoe kan dat allemaal voor 4,50USD per persoon voor de hele tour vraag je je af? De lunch is simpel maar goed; rijst met ei en groenten en een heerlijk groente soepje dat naar andijvie smaakt. 

's Middags gaan we naar het Reunification Palace, het paleis van de president van zuid Vietnam. Ze hebben het gelaten zoals het in 1975 was na het bombardement. Het paleis is in sobere communistische stijl met groots vertoon. Op de bovenste verdieping zijn zelfs een bioscoop en een casino! De helicopter waarmee het bombardement is uitgevoerd staat nog op het dak. Nu zijn zuid en noord Vietnam een land, maar vroeger waren het twee aparte landen. Ho Chi MInh heeft de beide landen tot een land samengebracht.

Ook bezoeken we nog de Giac Lam Pagoda, een andere Chinese pagoda. Hier is een grote vijver met schildpadden, grote en kleine. Je kan bij de ingang een schildpadje kopen en in die vijver vrij laten voor good luck. Iets verder staat de 'Notre Dame' kathedraal, ruim 130 jaar oud. Zo'n 20% van alle Vietnamezen is katholiek, dus je ziet hier vrij veel katholieke kerken. Heel vreemd in een Aziatisch land. Echt bijzonder is de kathedraal niet van binnen, ik vind de kerk van Oerle net zo mooi!

altalt

Tegenover bevindt zich het koloniale postkantoor van Saigon. Die is erg mooi, zowel van binnen als van buiten. We maken van de gelegenheid gebruik om alvast wat postzegels te kopen zodat we jullie straks van een kaart kunnen voorzien. Dan gaan we weer terug naar het guesthouse. Ruben zijn sandaal heeft het begeven, dus moeten we op zoek naar schoenen. Op straat bij een kar kopen we (nep) slippers van PUMA voor een Euro. En in een winkel verderop betere slippers met een goede zool.

's Avonds eten we weer bij SaSa restaurant, want je hebt er heel veel keus voor een goede prijs. Hier eet Lianne haar eerste kom met Pho (spreek uit; fo) het nationale gerecht van Vietnam. Het is een rundvlees bouillon met noedels erin. Verder krijg je een heel bord met groenten en kruiden om het zelf op smaak te maken. Heel smakelijk! Wat verder hier in Saigon opvalt zijn de ontelbare brommertjes. Niet te geloven zoveel! Er schijnen er hier wel meer dan vijf miljoen rond te tuffen. Als je een straat over wil steken, heeft het geen zin te wachten tot er een gaatje komt. Je moet gewoon doelbewust naar de overkant lopen en vooral niet haperen onderweg. Je ziet dan dat het verkeer zich voor en achter je als een vloeiende beweging in elkaar sluit. Wonderbaarlijk!

 

Ondergronds bij de Vietcong
Zaterdag 8 augustus. Ho Chi Minh City, Vietnam.

Ook vandaag trekken we er opuit. Met een bus gaan we zo'n honderd kilometer buiten de stad. Dat is hier zo'n 2,5 uur rijden. We gaan naar Tay Ninh, naar een tempel van een hele speciale religie, de Cao Dai. De Cao Dai Great Tempel staat hier en het is de moeite waard om de dienst van twaalf uur bij te wonen.

De Cao Dai religie is een mix van Taoisme, Boeddhisme en Katholicisme. De daarbij horende kleuren blauw (Taoisme), rood (Katholicisme) en geel (Boeddhisme) voeren hierbij de hoofdtoon. De Cao Dai mensen (twee miljoen in Vietnam) bidden vier keer per dag volgens een strikt patroon. Het gebouw is heel apart met kleurrijke draken kolommen en een groot alziend oog boven op het altaar. De Cao Dai mensen zijn geheel in het wit gekleed, de hoogwaardigheids bekleders in het geel, rood of blauw. Er zijn negen stappen te gaan tot het nirwana en elke vijf jaar promoveer je een stap ophoog. Het gebouw bestaat inderdaad ook uit negen trappen. Het is heel apart om de dienst bij te wonen, dat mag vanaf het balkon. Je hebt dan perfect uitzicht over de Cao Dai mensen, het is een heel kleurrijk geheel.

altaltalt

We lunchen ergens onderweg in een klein restaurantje met mega snelle service. Het smaakt goed en is zeer goedkoop. We rijden nog anderhalf uur naar de Cu Chi tunnels van Ben Dinh. Die tunnels van de Vietcong liggen bij het plaatsje Cu Chi, dus vandaar de naam. Het is een gangenstelsel diep onder de grond en het is drie lagen diep. Hier vonden heftige bombardementen plaats en waren er gevechten tussen de Vietcong, (Noord-Vietnam) de US-army en Zuid-Vietnam. De Vietcong kon tijdens de bombardementen schuilen in de gangen.

De ingangen van het tunnelsysteem zijn perfect gecamoufleerd door een luikje dat met bladeren bedekt werd. De originele gangen zijn slechts 60 x 80 cm, wat erg krap is. Kijk maar op de foto met Sander, dat is de originele. Ze moesten er dan ook kruipend doorheen. Speciaal voor ons westerlingen is een stuk van 100 meter uitgegraven in dubbele afmeting. Daar zijn wij dus ook allemaal doorheen gekropen. Benauwd en nog steeds krap voor ons. Wel een belevenis om het te doen. We kregen hierna een kopje thee en stukjes gekookte tapioca met pinda. Heel eenvoudig maar smakelijk. Het zweet gutste iedereen van het lijf na dat gekruip in de tunnels. Heel het systeem is zeer inventief, de Vietcong dat waren slimme jongens. Verder is hier nog een aantal valkuilen te zien met gemene pinnen. Om de vijand te grazen te nemen. Erg interessant, vooral ook voor de jongens om dit tunnelstelsel te zien, hoe het was en hoe de mensen daar leefden. In dit deel van Vietnam vonden de heftigste gevechten plaats, het ligt aan de Ho Chi Minh Trail.

altalt

Rond een uur of zes zijn we weer terug in Saigon. We eten bijtijds, want Ruben heeft hoofdpijn. Hij ligt nu in bed en ze kijken nog even naar een film van Ratatouille die op tv is. We hebben namelijk ook tv in de kamer, super! Wij werken de website bij en pakken alvast een beetje in omdat we morgen weer verder reizen naar Hoi An.


Naar Hoi An
Zondag 9 augustus 2009. Hoi An, Vietnam.

Vandaag een kort bericht, want we hebben lekker rustig aan gedaan. Na het ontbijt was het de bedoeling dat we opgepikt zouden worden door een taxi, voor de free ride naar het vliegveld van Saigon, Tan Son Nhat Airport. Nu zijn we per ongeluk in een 'verkeerde' taxi gestapt, want deze man begreep nog wel dat we naar the airport moesten, maar verder dan oké reikte zijn Engels niet. Dus moesten we toch nog betalen, wel bijna vijf Euro. Nou ja, het is niet anders.

Bij Jet Star Pacific, een Australische lowbudget maatschappij ingechecked. Heel veel van die kleine Vietnameesjes willen voordringen, maar wij dringen net zo hard mee. Onze vlucht is met een half uur vertraagd, we stijgen op om 11.15 uur. En een dik uur later landen we al in Danang. Dit is niet ons einddoel voor vandaag, dat is het stadje Hoi An dat dertig kilometer verderop ligt. Ook hier kost het flink wat moeite om voor een normale prijs een taxi te charteren. Bussen gaan er namelijk niet vanaf het vliegveld. Dus dan maar iets meer betalen. Dit is echt de dag van de vervelende taximannetjes. Soms tref je dat. Hij zet ons overigens wel precies voor het opgegeven adres af; hotel Thanh Binh.

altalt

Even een kijkje nemen. Het zwembad is groot en ziet er heerlijk uit. De kamers kunnen er ook mee door. Niet luxe, maar wel met een prachtig uitzicht op het stadje en de bergen in de verte. Als je onder de douche staat zie je door het openstaande klepraampje de groene rijstvelden liggen vlak achter het hotel.

De jongens gaan helemaal los in het zwembad, ze genieten dat het een lieve lust is. Dit is precies wat ze nodig hebben na een druk programma in een nog drukkere stad! 's Avonds lopen we het oude stadje in. Heel, heel veel kleermakers, Hoi An staat dan ook bekend om zijn tailors en de mooie stoffen. Hoe je het ook wil hebben, hier ben je aan het goede adres. We strijken neer in restaurant Sao Mai (morning star) aan de kade langs de Thu Bon rivier. Heerlijk Vietnamees eten, en ze hebben er zelfs ook spaghetti voor Ruben. De kinderen nemen hier ook nog een ijsje als dessert. Hoi An is een heel gezellig relaxed plaatsje en overal zie je heel veel lampionnen. Er is hier vast veel moois te zien en te koop!

altalt

Oude vrouwtjes en oude huisjes
Maandag 10 augustus 2009. Hoi An, Vietnam.

Lekker uitgeslapen, dat hadden we verdiend. Het ontbijt in Thanh Binh hotel is uitgebreid, een soort buffet met broodjes, ei en vers fruit. Dan gaan we het stadje Hoi An verkennen. We kopen een setje Old Town Town tickets, die je toegang verschaffen tot de bezienswaardigheden. Op een ticket mag je naar een museum, een oud huis, een assembly hall, een tempel en naar een handwerkplaats met tradionele muziekvoorstelling. Het ticket is drie dagen geldig.

altaltaltalt

We bezoeken eerst het oude huis van Phung Hung. Dit huis is 226 jaar oud en staat in een heel pittoresk straatje. Het oude houten huis bestaat uit twee verdiepingen waar je uitleg krijgt over hoe men hier leefde en woonde. Dit huis is overigens nog steeds als woonhuis in gebruik. Bij een piepklein stokoud vrouwtje kopen we nog wat tijgerbalsem. Dan komen we bij de Japanse brug, die geheel overdekt is. Gebouwd in 1590, en gefinancierd door de Japanse gemeenschap van Hoi An om verbinding te maken met de Chinese wijken aan de overkant van het riviertje. Midden op de brug is een kleine inpandige tempel (Chua Cau) met heel veel rood en goud en twee bronzen beelden van kraanvogels. Het straatbeeld in deze wijk is heel erg sfeervol met kleine lage huisjes, veel bloeiende bomen, en heel veel kleine vrouwtjes met rieten punthoedjes die met een juk en draagschalen lopen. Je blijft fotograferen, dit land is een paradijs voor fotografie liefhebbers.

Iets verderop bevindt zich de Assembly Hall of the Cantonese Chinese Congregation. En omdat die er al zo mooi uitziet van de buitenkant, gaan we naar binnen. Gesticht in 1786, en met fantastische gemosaïcte draken in een soort Gaudi stijl is het de moeite waard.

altalt

Dan hebben we genoeg cultuur geabsorbeerd voor vandaag. We laten in een schoenen winkel sneakers maken voor de kinderen. Met een 'echt' Nike-logo. Lianne bestelt een paar laarzen. Je kan alles zelf samenstellen, de kleur, het model, precies zoals jij het zelf wil. En morgen zijn ze al klaar! Bij het BoBo- restaurant gaan we eten. Het ziet er een stuk sfeervoller uit dan de naam doet vermoeden. Ook bestellen we vandaag nog brillen voor Michel, Sander en Ruben. Eerst meten ze de brillen door, dan doen ze nog een extra oogmeting. Het gaat er hier secuur aan toe. De monturen ogen hip en degelijk. Iets verderop zit een kleermaker (één van de plm 400-500 hier in Hoi An). Daar laten we winterjasjes maken voor Iris en Sander. Alle bestellingen zijn morgen klaar. We zullen het zien. Genoeg geld uitgegeven in korte tijd! Nog lekker even zwemmen en dan is de dag weer ten einde.

 

De Zuid Chinese Zee
Dinsdag 11 augustus. Hoi An, Vietnam.

We gaan vandaag fietsen huren. Tegenover Thanh Binh hotel staat een mannetje. We huren vijf fietsen; twee mountainbikes en drie damesfietsen met mandje. We rekenen 60.000 dong af, dit is nog geen drie Euro voor vijf fietsen! Nog goedkoper dan in Laos, ongelofelijk! Eerst wat boodschappen doen in het dorp, om jullie kaarten naar het postkantoor te brengen. Dan even langs Sinh Café om ons te informeren over de bus naar Hué. In een 200 jaar oud handelshuis genieten we van een cultureel optreden van zangers, dansers en muzikanten op tradionele intrumenten. Vooral de dansact is heel leuk, een soort Chinese dansacrobatiek. Ook zien we hier hoe de zijden lantaarns gemaakt worden.

altalt

Dan zetten we koers naar het Cua Dai strand aan de Zuid Chinese Zee.(klinkt wel he!) Dat is zo'n vijf kilometer fietsen door het dorp Hoi An, dan langs de Thu Bon rivier en langs allemaal rijstvelden. Een laatste bruggetje over en dan ben je bij het strand. Het strand ziet er heel mooi uit, allemaal strandtentjes met ligbedden en parasols. Wij zitten liever in de schaduw van het palmenbos. De zee is heerlijk, het water is gewoon warm. De jongens spelen heerlijk in de branding, het is echt genieten! Er komen wel vrij veel verkoopmevrouwtjes langs in het palmenbos strand, maar de meesten weten we af te wimpelen. Toch zijn we na een uur een zakje rambutans (heerlijk fruit), muggenolie en een aantal armbandjes rijker.

altaltalt

Bij een strandtent eten we wat. Michel en Lianne gaan voor de verse geroosterde krab, die net nog in een bak water aan het zwemmen was. That's life. Hij smaakt goed, maar het is wel vrij veel gepeuter met minimaal resultaat. We zien een donkere lucht aankomen en besluiten eerder weg te gaan van het strand. Als we op de stoep van het hotel staan, beginnen er dikke druppels te vallen. He he, net op tijd!

Aan het eind van de middag gaan Michel, Lianne en Iris nog op de fiets door het stadje. We bezoeken nog een tempel en een keramiek museum. Dan begint het weer te gieten en vluchten we een café binnen. De stroom valt ook nog uit, maar er komen meteen kaarsen. Als het wat droger wordt fietsen we weer terug. We gaan de brillen ophalen die perfect gemaakt zijn. Aan de kleding en de schoenen moet nog een kleinigheid veranderd worden. Morgen terugkomen om te passen. Iris bestelt een (gala-)jurkje in zwart en Lianne een tuniek-blouse. Ook die zijn morgen klaar beloven ze. We eten bij een klein restaurantje waar we in gesprek raken met andere Nederlanders. De man doet ontwikkelingswerk hier, en zijn vrouw is nagekomen om samen wat rond te reizen. Net als wij vinden zij Vietnam een heerlijk land.

 

Rat op het menu?
Woensdag 12 augustus 2009. Hoi An, Vietnam.

He he, alweer om zes uur klaarwakker. Dan kan ik me toch net zo goed meteen aankleden en naar de vismarkt lopen aan de Thu Bon rivier. Het is nog heerlijk rustig op straat, alle winkeltjes zijn nog dicht. Wel zit half Hoi An op straat te eten aan van die lage tafeltjes op minikrukjes. Het lijkt wel of niemand hier thuis iets eet, allemaal gaan ze 'uit eten' langs de kant van de weg.

Bij de vismarkt aangekomen is het een drukte van jewelste. De bootjes komen met ladingen vis aan die gelost moet worden. De vis gaat in grote manden aan wal en wordt meteen schoongemaakt en doorverkocht. Er is een grote kist waar je ijsblokjes kan kopen om tussen de vis te leggen. De helft is koper de andere helft is verkoper. Het is een gekakel van jewelste, de meute bestaat voor 90% uit vrouwtjes (jawel de meesten met rieten punthoedjes). Het is allemaal heel puur, amper een toerist te bekennen. Er is ook nog een groente markt die naadloos aansluit op de vismarkt. De groentemarkt is gedeeltelijk overdekt. Om half acht ben ik weer terug en is de rest van de familie ook wakker.

altaltalt

We boeken vanochtend alvast enkele bustickets voor trajecten die komen gaan. Dan lopen we Hoi An weer in, kopen nog een paar Old Town Tickets, en bezoeken het oude huis van de familie Tan Ky. Een prachtig bewaard oud houten huis. Met voorouder altaar, mooie meubels en een open binnenplaats. Op een paal hebben ze bijgehouden hoe hoog het water is gekomen tijdens de jaarlijkste overstromingen. In 2007 stond het water bijna tot de eerste verdieping. Dit huis ligt dan ook pal aan de rivier. De overstromingen zijn meestal in de maanden oktober en november. We eten een hapje aan de rivieroever, het restaurantje heeft een balkon. Mooi uitzicht en heerlijk eten.

altaltalt

Ook kopen we weer veel te veel dingen om mee naar huis te nemen. Een paar prachtige gongen, zijden sjaals en een rode zijden lampion. De kleding en schoenen zijn klaar en naar wens. In de middag komt er een heftige moessonbui. Die duurt bijna een uur en de straat verandert in een kleine rivier. Dit is de eerste echte moessonbui sinds we in Vietnam zijn. Na een uur is het weer droog en een stuk koeler. Dat voelt fijn. 's Avonds eten we bij Café 96-restaurant. Aanbevolen door de Lonely Planet. De verf bladdert van de muren, dat heeft toch wel iets gezelligs. We maken onze keuze uit het menu, en terwijl we wachten op onze bestelling komt ie voor de eerste keer voorbij. Daarna nog twee keer, en hij loopt over een spleet tussen de muur en het dak. Het is een rat! Het eten smaakt overigens prima.

 

Kookles bij de Gele Bloem
Donderdag 13 Augustus 2009. Hoi An, Vietnam.

Ook vandaag huren we weer fietsen. Heel makkelijk tegenover het hotel. Daar staan verschillende fietsenmannetjes. Op de fiets door Hoi An dus. We bezoeken nog wat laatste tempels en een assembly hall. Allemaal even prachtig met veel goud, rood en wierrook. De tempels zijn hier weer heel anders dan bijvoorbeeld  in Thailand of Laos. Je hebt eerst een hoofdpoort, dan een open ruimte met rijen grote potten met mooie bloeiende planten, en dan heb je de uiteindelijke tempel met beelden en altaar pas. In de binnenhof staat meestal een grote sierlijke pot op pootjes. Dat zie je steeds weer terugkomen. De tempels hier doen eerder Chinees aan, met heel veel draken en schilpadden en bontgekleurde deurversieringen van mannen met baarden. Heel apart!

altalt

We eten bij het Hoa Váng (gele bloem) restaurant. Hier bespreken we voor vanavond alvast een cookingclass. We eten voor lunch crispy noodles met garnalen, Lao Cau (specialiteit van Hoi An) en de kinderen gewoon een pizza.

Vanuit het restaurant fietsen we meteen door naar het strand. De kinderen willen ontzettend graag nog een keer naar het strand. We parkeren de fietsen bij een andere strandtent, en doen een keer luxe; we huren drie strandbedden met parasol! Da's relaxed genieten. De Zuid Chinese zee is nog steeds heerlijk warm, de golfjes kabbelen rustig voort. De jongens bouwen een zandkasteel en kliederen lekker met water. Wij liggen lekker wat te lezen op het strandbed. Hoe simpel kan het leven zijn? De verkoopmevrouwtjes op het strand willen absoluut niet bruin worden (witte huid is hier een schoonheids ideaal), en lopen in dikke gebreide truien. Maar da's nog niet alles; ze hebben ook handschoenen aan en dikke sokken in hun slippers, echt waar! Je weet niet wat je ziet. Als we gedonder in de verte horen pakken we onze biezen en fietsen terug naar Hoi An. Het zal de hele avond nog blijven donderen en bliksemen, maar uiteindelijk valt er geen druppel.

altaltaltalt

Om 19.00 uur gaan we terug naar het restaurant van Gele Bloem (Hoa Váng). Het ligt heerlijk romantisch aan het water. Aan de overkant zien we heel veel restaurants die verlicht zijn met de lantaarntjes waar Hoi An zo beroemd om is. Sander en Lianne nemen een kookles; je maakt zelf je eigen gerecht klaar, met uitgebreide uitleg. Midden in het restaurant. Sander maakt fresh springrolls, verse loempia's dus. Die worden niet gebakken, het is een soort salade met vlees en garnalen in rijstvellen gerold. Lianne maakt grilled fish in banana leaf, gegrilde vis in een bananenblad. Heel simpel om te maken. Van de speciale saus die hiervoor nodig is slaan we meteen een potje in. De kookles is een succes, en erg leuk om te doen. Je moet alles met stokjes opeten, lachen! Terug in het hotel herpakken we de rugzakken. We hebben aanzienlijk meer spullen dan toen we hier kwamen. Gelukkig past het allemaal nog in de rugzakken. 


Het ligbusfenomeen
Vrijdag 14 augustus. Hué, Vietnam.

Al om 7.40 uur worden we al verwacht bij Sinh-café. Van hier vertrekt onze bus naar Hué. En inderdaad, even voor acht uur komt een mooie blauwe bus voorrijden. Dan maken we voor het eerst kennis met het fenomeen; 'de ligbus'. Omdat we alleen nog kaartjes voor deze bus konden boeken, besloten we het er maar op te wagen. In de ligbus heb je dus geen gewone stoelen, maar drie rijen met stapelbedden. De schoenen moeten in een plastic zakje en blootsvoets schuif je in het ligbed. Het ligt net zoals een ligbed op het strand. Maar de rugleuning kan gelukkig ook omhoog. Zo relaxed hebben we eigenlijk nog nooit gereisd. En dat voor net iets meer dan twee Euro p.p. een flesje drinkwater inbegrepen. Het is echt een uitvinding, hadden ze zoiets nu ook maar voor de bus naar Spanje!

altalt

De afstand die we moeten overbruggen is slechts 120 kilometer, de reis duurt toch nog bijna vier uur. De eerste stop is bij Marble Mountains. Bij deze bergen zijn veel marmer-werkplaatsen. De meest prachtige beelden staan er te koop. Onmogelijk hier iets te kopen en mee te sjouwen. In de Marble Mountains zijn grotten en pagoda's. We kunnen niet omhoog, want we hebben maar een half uur.

Op zo'n dertig kilometer van Danang begint de Hai Van pas (wolkenpas). Meestal zijn de toppen van de bergen in de wolken gehuld, dus vandaar de naam. De pas slingert zich omhoog langs de groene bergwand, maar sinds 2005 is er ook een Hai Van tunnel. Dat scheelt een uur reistijd. Bijna alle bussen nemen de tunnel van 6,2 kilometer lang. Onderweg van Hoi An naar Hué zien we dat de rijst net weer is geoogst. Ze spreiden de rijst uit langs de kant van de weg om te drogen. Ook zien we zo nu en dan vissers met hele grote netten vissen in de meren en rivieren.

altaltalt

In Hué gaan we naar het Holiday hotel. Wat een vondst van een naam, erg origineel ook! Het is een smal hoog gebouw in fel lila. De kamer is een aangename verrassing. Heel luxe en met rozenblaadjes en verse rozen op de kussens. Er is een groot bed, een smal bed en nog een matras op de grond. Zo passen we allemaal in één family room. Het personeel is superaardig en behulpzaam, en dit hotel heeft zelfs een lift. 's Middags eten we bij Bloom restaurant, en eten we nog een gebakje bij de French Bakery. Beide worden gerund door kansarme kinderen, je hebt hier best veel van die goede doelen eettenten. We doen niet echt veel vandaag, lopen een beetje rond door Hué. En gaan 's avonds weer lekker Vietnamees eten en nog wat shoppen.

 

Met de drakenboot op de Parfumrivier
Zaterdag 15 augustus 2009. Hué, Vietnam.

Voor vandaag staat er een uitstapje op het programma. Met een zogenaamde dragonboat (drakenboot) gaan we op de Parfumrivier varen. De boten zijn inderdaad prachtig, met grote bonte drakenkoppen, en een flinke staart vanachter. Je zou het kitsch kunnen noemen, maar op een bepaalde manier is het toch ook heel erg mooi. Eerst varen we langs een drijvend vissersdorpje. Hier is op dit moment van de dag niet veel actie te bekennen. Vier kilometer  stroomafwaarts ligt de Thien Mu Pagoda. Hier gaan we aan wal. De pagoda is 21 meter hoog en bestaat uit zeven etages, en dateert uit 1601. Het is een prachtig ding, en ook de bijgebouwen met tempels, grote bellen, een stele met reuzenschildpad doen niet voor de pagoda onder. Je staat hier op een heuvel langs de Parfumrivier en hebt een prachtig uitzicht op de rivier en de bergen daarachter.
Een heel stuk verder varen ligt de Hon Chen tempel. Ook heel mooi, maar de pagoda was tien keer mooier en sfeervoller. We lunchen op de boot, een soort 'afhaal chinees' in bakjes. Het smaakt heel goed, en ondertussen zien we het landschap aan ons voorbij trekken. Een buffel in de rivier met twee kraanvogels op zijn rug trekt onze aandacht. En heel veel bootjes die zand van de bodem omhoog halen met mankracht. Ontzettend zwaar werk is het!

altaltalt

Dan komen we aan bij de tombes van de keizers van de Nguyen-dynastie (1801-1945). Het zijn vrij extravagante bouwwerken, met veel tempelhoven. Meestal kom je eerst in een soort voorhof met beelden van krijgers, draken en olifanten. Dan een eerste tempelgebouw, tuinen, nog een tweede tempel gebouw, weer tuinen en vijvers met lotusbloemen, en uiteindelijk de graftombe zelf. Werkelijk magnifiek wat er hier allemaal gebouwd is. Een hele aparte, serene sfeer hangt er, en alles klopt. We bezoeken achtereenvolgends de tombes van Minh Mang, Khai Dinh, en die van Tu Duc. Allemaal bezaten ze vele vrouwen en nakomelingen. Minh Mang had 400 vrouwen en 134 kinderen. Wij vinden de tombe van Minh Mang het allermooist, en het beste in tact. Deze tombe ligt ook het verst van Hué verwijderd, twaalf kilometer.

altaltalt

Met een bus gaan we terug naar Hué. Onderweg bezoeken we nog een werkplaats waar ze wierrook stokjes maken. De stokjes hebben verschillende kleuren, voor de verschillende geuren. Een vrouwtje doet voor hoe ze gemaakt worden. Ze rolt de stokjes door de wierookpasta en laat ze dan drogen. Zo kan ze wel 3000 stokjes per dag van een laagje wierrook voorzien! Het was vandaag een heftige dag, het was namelijk bloedheet, zo'n 37 graden, en we hebben veel gezien en gedaan. Heel wat trappetjes beklommen. 's Avonds barst er weer een hevige bui los, en we kunnen het Missy Roo restaurant nog maar net droog bereiken. Australisch restaurant met vlees van de BBQ, maar voor Ruben gelukkig ook pizza!

 

De verboden stad
Zondag 16 augustus 2009. Hué, Vietnam.

Lekker uitslapen, da's ook wel eens lekker. Vooral op de zondagochtend. Bij het ontbijt kregen we stukjes dragonfruit, dat zijn die rode vruchten met een soort kiwi pitjes erin. Heerlijk smaken ze! Dan gaan we alles weer op ons gemak inpakken, en we zetten de rugzakken beneden in de lobby. We gaan in onderhandeling met een groepje cyclomannetjes. Na flink afdingen komen we tot een prijs. We gaan met vier cyclo's (dat zijn fietsen met een bakje ervoor waar iemand in kan zitten) op pad. Het is weer een nieuwe belevenis, zo'n cyclo. Over de Trang Tien brug, naar de Citadel. Het is nog best een eindje fietsen, maar in de cyclo is het genieten.

altaltalt

Binnen in de citadel bevind zich de Verboden Paarse Stad van de keizers van de Nguyen dynastie. Rondom de citadel is een muur van twee meter dik en tien kilometer lang, die dateert uit 1804. Voor het gebouw staat een vlaggemast met de Vietnamese vlag die 37 meter hoog is. Een joekel van een ding dus! De keizerlijke gebouwen strekken zich uit over een heel oppervlak, dus we bezoeken alleen de belangrijkste gebouwen. Het Thai Hoa paleis, de hal van de Mandarijnen, enkele tempels. De verboden stad zelf is bijna geheel plat gebombardeerd, daar staan enkel ruines. Maar eens moet het heel indrukwekkend geweest zijn, dat staat vast. In de verboden stad woonde de keizer met zijn concubines, en de enige bediendes die hier binnen mochten komen waren de eneuchen. Ze zijn op dit moment bezig met het opnieuw opbouwen van de gebouwen, en wat we er van zien oogt werkelijk schitterend.

Voor het Hiem Lam pavillioen staan negen mega grote kruiken van twee meter hoog die ieder meer dan 2000 kilo wegen. Indrukwekkend! Natuurlijk wil Ruben erin kijken of er nog muntjes in liggen... Ze zijn zo groot dat ze wel als zwembadje zouden kunnen dienen. Het is namelijk weer bloedheet, ze drinken en drinken en hoeven niet naar het toilet. Je zweet alles gewoon weer uit. Soms is dat wel handig als je weet hoe de openbare wc's er hier soms (niet) uitzien. Op een gegeven moment hebben we het dan ook wel gehad met de Verboden Stad, hoe mooi alles ook is. We hebben genoeg moois gezien voor 55.000 dong. Weer opnieuw met de cyclo terug, want dat is goed bevallen. Alleen nu allemaal in drie cyclo's, het gaat net!

altaltalt

In Doi Pham Ngu Lao-straat laten we ons afzetten bij het Friendly restaurant. Ze doen hun naam eer aan en zijn inderdaad erg vriendelijk. Ook het eten is lekker. We nemen extra drinken vanwege de hitte. Dan gaan we terug naar het hotel. We computeren nog wat, doen een bestelling bij Bloom restaurant. We bestellen broodjes voor in de slaapbus. Om 17.00 uur komt de minibus ons ophalen, en vertrekken we uit Hué. We gaan met een bus van Camel tours. Omdat we als laatste opgehaald worden is er geen keuze meer in plaatsen. Gatver... we hebben de aller-slechtste plaatsen achterin de bus. Met heel weinig ruimte. Je kan je stoelen niet eens rechtop zetten. Wat een afgang na de rit met Sinh tours, die was echt tien keer luxer en comfortabeler. Hoe we de nacht gaan doorkomen weten we nog niet, het is ruim twaalf uur liggen/hangen naar ons volgende plaatsje; Ninh Binh. We proberen er maar het beste van te maken.


Eendjes, geiten en waterbuffels
Maandag 17 augustus 2009. Ninh Binh, Vietnam.

Wat een kl... bus is dit! Niemand heeft een oog dicht gedaan. Of nou, misschien een hazeslaapje. De bus is van Camel Tours, en waar wij liggen schud je inderdaad heen en weer als of je op een kameel zit. Om even voor vijf uur in de ochtend zijn we op onze bestemming: Ninh Binh. Het is nog een geluk dat wel heel zijn aangekomen, gezien de rijstijl van onze buschauffeur.

We worden opgehaald door Lu’c van Ngoc Anh hotel. In de auto die ons komt halen passen maar vier personen, dus de jongen van het hotel zoekt een vrijwilliger die bij hem achterop de bromfiets wil. Dat is kaasje voor Sander! Uiteraard zonder helm, maar hij arriveert even later heelhuids en met een big smile bij het hotel. We kunnen gelukkig meteen op onze kamers, en gaan meteen maar plat voor een paar uur. Bij het ontbijt maken we kennis met de eigenaar van Ngoc Anh, meneer Tam. Hij runt samen met zijn zuster dit hotel. Supervriendelijke mensen. Het ontbijt is heerlijk, we nemen bijna allemaal een banana pancake. Ook het brood is knapperend vers.

We besluiten fietsen te huren, dat kan vlakbij het hotel. Lu'c, de aardige jongen die ons vanochtend in alle vroegte op kwam halen, legt ons uit hoe we het beste kunnen fietsen. Het is zo'n tien kilometer fietsen naar Tam Coc. We willen een bootje huren, en de aankoop van de kaartjes heeft behoorlijk wat voeten in aarde (voor iedere persoon een kaartje, en dan nog kaartjes voor de boot, en dan nog extra toeslagen omdat er meer dan twee personen in één boot gaan). Dus we zeggen dat de kinderen 7-8-9 jaar zijn, dan kunnen ze voor kinderprijs. Niemand die daar moeilijk over doet! Soms moet je gewoon een beetje gehaaid zijn.

Eindelijk kunnen we dan vertrekken. De dames (Lianne en Iris) en heren (Michel, Sander en Ruben) gaan in aparte bootjes vandaag. Met in iedere boot één of twee roeisters. De vrouwtjes die de bootjes vooruit roeien doen dit met de voeten, en leunen relaxed achterover! Je weet niet wat je ziet, maar het werkt wel! We volgende de rivier en komen langs rijstvelden, stukken met heel veel rose bloeiende lotusbloemen. Er wordt ook flink gevist op de rivier, overal zie je netten uitgezet. Het landschap is adembenemend mooi, al dat groen, de rivier en de vele karstbergen, het is werkelijk magnifiek! We gaan onder drie grotten door, de rivier stroomt door de grotten. De eerste grot is 127 meter lang, de twee anderen een stuk korter. Onderweg kom je bootjes tegen die je drinken, en andere koopwaar aanbieden. En op de boot zelf gaat ineens een box open waar allerhande borduurwerken uitkomen. Allemaal voor een zacht prijsje natuurlijk! Na bijna twee uur zijn we weer terug in het dorpje.

altaltalt

We fietsen verder en gaan eten bij Chez Loan. We nemen allemaal een kom Vietnamese groentesoep (Pho), behalve Ruben, die gaat voor de frietjes. De soep is heerlijk en spotgoedkoop. Dan fietsen we nog een paar kilometer verder naar Bich Dong,, een tempel in een grot. We klimmen helemaal naar boven, langs heel veel trapjes en door grotcomplexen. Als je dan gutsend van het zweet boven staat zie je nog net de bootjes van Tam Coc voorbij varen.

altaltalt

De terugweg nemen we een landelijke route. Langs de karstbergen en rijstvelden uiteraard. Maar ook zien we heel veel eendjes kwetteren in de sloten bij de rijstvelden. En waterbuffels die heel loom in het water liggen. Verder zien we veel geiten, de lokale specialiteit is geitenvlees hier. Als dat net zo smaakt als die geitenkaasjes, dan wil ik het niet eens proberen. Ook komen we door dorpjes waar de tijd heeft stil gestaan. Veel kindjes die zwaaien en hello roepen. En mannen die op hun hurken onder de grote dorpsboom de laatste nieuwtjes uitwisselen. Terug in Ngoc Anh hotel krijgen we van mevrouw allemaal een vers glas ananassap. 'Goed voor de vitamine C', vindt ze! De mensen zijn hier hartverwarmd aardig. Fijn dat we hier drie nachten blijven dus.

 

Cuc Phuong
Dinsdag 18 augustus 2009. Ninh Binh, Vietnam.

altWe hebben vandaag beschikking over een auto met chauffeur en gids. Een Mitsubishu 7-seater. We gaan op pad naar het Cuc Phoung National Park. Onderweg komen we langs allerlei fruitplantages. Vooral heel veel ananassen, velden vol. Tot op de top van de bergen, allemaal ananassen. Ook velden met maniok (een soort aardappel-achtig iets), passievruchtplantages, mango- en longanbomen. We stoppen bij een huisje met een dragonfruit plant. Die zie je hier niet zo veel. De drakenfruit-vruchten groeien echt heel apart. Een grote stam met daaraan allemaal slierten (soort cactus-achtig iets). Aan de slierten komen mooie witte grote bloemen, die later het fruit zelf worden. De planten kunnen heel hoog worden, deze familie had ze over een muurtje groeien.

altNa 45 km over hele slechte weg komen we aan bij de ingang van het Cuc Phoung National Park. We bezoeken hier het Endangered Primates Rescue Center, waar kleine aapjes worden opgevangen. Veel van deze aapjes vallen onder de bedreigde diersoorten. We zien grappige gibbons, langurs en andere kleine aapjes. Veelal uit handen van stropers gered. Een man van het centrum leidt ons rond en geeft uitleg. We hebben hier ook nog een ontmoeting met een andere diersoort; er komt een slang van minimaal een meter voorbij glijden. Hij is heel dun en razendsnel. Fantastisch!

We rijden nog twintig kilometer verder het Nationaal Park in. Bij centrum Bong gaan we eerst wat eten en drinken. De lucht is hier vol vlinders, en bij een vochtige plek vlakbij het restaurant zitten er honderden. Als je langsloopt vliegen ze allemaal op. Heel veel witte, en enkele feloranje, rode en blauwe. Een prachtig gezicht. We eten een eenvoudige maaltijd, Pho Ga (kippensoep) en gebakken rijst met groente. Dan starten we de hike.

We lopen naar de 'boom van duizend jaar oud'. Het is een tocht van zes kilometer, maar met veel klimmen en dalen. Pufpuf, en het is al zo vochtig in het regenwoud. Hiem, onze gids loopt voorop. De trail is gedeeltelijk verhard met stenen treden, maar tussenin blijft het glad. Lianne gaat dan ook twee keer languit. Onderweg zien we niet veel dieren, het is dan ook midden op de dag, dan zijn de meeste dieren niet zo actief. Wat zien we wel? Fel oranje vlinders zo groot als gebaksbordjes, wandelende takken zo groot als een hand, hagedissen en grote spinnen. We genieten van gefluit van vogels, en van het aanhoudende concert van krekels of iets dergelijks. Zo nu en dan menen we een roep van een groter dier (aap?) te horen. Het regenwoud is prachtig in vele kleuren groen. De plantengroei is overweldigend. Veel wurgvijgen die grote bomen overwoekeren. Het blijft schitterend om hier rond te mogen wandelen. De thousand year old tree is mega groot. Je hebt 24 mensen nodig om hem te kunnen omspannen. Het is een echte woudreus!

altalt

Na het Cuc Phuong rijden we verder naar het bootdok van Kenh Ga. We huren hier een motorbootje om ons naar het dorp zelf te brengen. Kenh Ga (kippen dorp) ligt helemaal in het water. Heel veel bootjes dus, en aan wal ook huisjes en een katholieke kerk. We zijn eigenlijk gekomen voor de hot springs. Het water komt hier uit een bron van 55 graden. Hiermee hebben ze bassins gevuld van 37 graden en van 27 graden. We dompelen ons onder in het warme mineraalrijke water. Dit hebben we verdiend na de trail. Het loopt overigens geen storm in deze hot springs, we zijn bijna alleen. Een oude man dobbert samen met ons. Na een tijdje kleden we ons weer om en gaan met het bootje terug. Onderweg veel piepkleine vissersbootjes die de netten binnenhalen, kinderen die zwemmen in de rivier, waterbuffels en geiten. Op de achtergrond het karstgebergte. De zon gaat al bijna onder, het is een magisch gezicht.

altaltalt

Fietstocht met hindernissen
woensdag 19 augustus 2009. Ninh Binh, Vietnam.

Dit is de laatste dag dat we de gelegenheid hebben om fietsen te huren. Dat gaan we zeker doen, het is ons tot nu toe goed bevallen op de fiets. We gaan vandaag de andere kant op, ons doel is Hoa Lu. Het is zo'n twaalf kilometer van Ninh Binh vandaan. De weg waar we op fietsen is best druk. Gedeeltelijk verhard, en heel veel stenen en stuifzand. Vooral als er grote vrachtwagens met zand langsdenderen fiets je in een zandwolk. Maar goed dat we allemaal (zonne)brillen op hebben. Dan slaan we een zijpad in naar de pagoda van Ban Long.

We zien drie vrouwen stenen maken van zand en water. Ze stampen de brij in een vorm, duwen de massa goed aan, en keren de mal om. De steen is klaar, en word in de zon te drogen gelegd. Niks geen Gamma of Boerenbond, de stenen maken ze hier gewoon zelf met de eigen hand. Er ligt al een heel rijtje stenen te drogen. Even verderop gebeurd het, een slappe fietsband. Sh..! In geen velden of wegen een dorp te bekennen. We kunnen echt niet meer verder met de fiets, wat nu? Lianne loopt een erf op en informeert in haar beste Vietnamees of deze mensen misschien in het bezit van een fietspomp zijn. Gelukkig, ze begrijpen het. Maar het rubber van de fietspomp is versleten, dus het lukt niet erg. Twee mannen komen zich er mee bemoeien, trekken heel ons fietsventiel eruit. Pssssss zegt de band nu, en is zo plat als een dubbeltje. Na heel wat geprobeer, komt er zowaar een nieuw ventiel uit het schuurtje. Nog wat gepruts hier en daar, en dan pompen maar met de geimproviseerde pomp. Het lukt, de band is weer hard voor zo lang als het duurt. Toch fijn dat er dan mensen zijn die je vooruit helpen.

altaltalt

We komen bij de Ban Long pagoda aan, die er prachtig, en heel kleurrijk uitziet. Voor de ingang is een piepklein winkeltje waar we wat drinken. Lage plastic stoeltjes (peuter formaat) worden aangesleept, en daar zitten we dan met onze colaatjes. Het landschap is weer schitterend, veel karstbergen, veel water, en hier en daar een waterbuffel. Enkele kilometers verder is het 'koninkrijk van Hoa Lu'. De fietsen stallen we bij een primitieve eettent. Ja ja, mevrouw zal er goed op passen, maar komen we dan alsjeblief wel straks bij haar eten?

Hoa Lu was de hoofdstad van Vietnam tijdens de 'Dinh'- en 'Le'-dynastie (968-1009). Dus pakweg zo'n duizend jaar geleden. Er zijn twee prachtige tempels te zien, de Dinh Tien Hoang tempel en de Le Dai Hanh tempel. Via mooie vijvers met lotusbloemen en waterlelies kom je in de tempelhof met beelden. Dan uiteindelijk in de tempels zelf. Het zijn lage gebouwtjes met heel veel rood en goud. Kolommen in de tempels zijn versierd met gouden draken en Chinese tekens. Verder zie je beelden van de koningen. Veel offers met fruit en wierrook en geld. Ook zien we oude grote trommels, gongen, en oude wapens. Na al dit moois beklimmen we een heuvel waarop het graf van koning Dinh Tien Hoang is. Vanaf deze heuvel heb je namelijk een prachtig uitzicht over het koninkrijk van Hoa Lu en omgeving.

altaltaltalt

Terug bij het restaurant rijst de vraag; doen we het of doen we het niet?. Omdat we onderweg ook geen restaurants hebben gezien, wagen we het er maar op. Het restaurant heeft dan wel geen Michelin ster, daarvoor is de keuze te beperkt. We bestellen weer Pho, altijd een veilige keuze. Meer dan één Pho Ga (kippensoep) is niet mogelijk, de kip is op. Dan maar Pho Bo, de rundvlees variant. We nemen een grote schaal watermeloen na. De keuken is open, en ik ga een kijkje nemen. Ongelofelijk hoe de mensen hier met zo weinig middelen toch iets op tafel kunnen toveren.De fietsband is weer slap, en ook hier hebben ze een fietspomp. De band houdt het gelukkig net tot we terug bij het hotel zijn. Onderweg zien we nog een begrafenis. Terug bij Ngoc Anh wacht ons een frisse watermeloen shake. Die slaan we graag achterover.

's Avonds vinden we met grote moeite een restaurant waar ze én eten, én drinken hebben. Ninh Binh heeft geen restaurant cultuur. Wel heel veel goudwinkels en karaokebars. In een straatje achteraf vinden we zowaar een soort van fastfood restaurantje. Het is meer een gat in de muur, een hokje van drie bij drie meter met wat stoeltjes. Maar je gelooft het niet, mevrouw kan kipburgers met friet maken! En we nemen nog een Chinese aardbeien/milk/thee/shake met jellybolletjes na! We eten hier smakelijk voor nog geen zeven Euro met vijf man.


Struinen door de straatjes van Hanoi
Donderdag 20 augustus 2009. Hanoi, Noord Vietnam.

Na de allerlaatste banana pancake gaan we alle spullen weer inpakken. En hoewel we hier in Ninh Binh echt niets gekocht hebben, lijkt de massa meer te zijn geworden. Na wat creatieve inpakmethodes kan alles toch mee. De bus vertrekt om 10.20 uur, zegt meneer Tam. Uiteindelijk blijkt er ook al om 9.30 uur een bus langs te komen die naar Hanoi gaat. Dus waarom langer wachten als dat niet hoeft? Goodbye Mr. Tam, goodbye Luc, en hupsakee de bus in! De bus is een lokale bus, een soort groot uitgevallen minibus. We zitten verspreidt over de bus, de plaatsen zijn erg krap. Het buskaartje kost slechts 42.000 dong, ongeveer 1,75 euro. Daarvoor reis je dan 90 kilometer en anderhalf uur verder. De bus heeft er flink de vaart in, en in een wip zijn we in Hanoi. Je ziet meteen dat dit een drukke stad is. Veel meer auto's en minder brommers dan in Saigon. Het busstation waar we gedropt zijn heet Giap Bat, en we moeten met de taxi verder naar de oude binnenstad. Dit is zo'n acht kilometer verderop. De taxichauffeur kan de straat niet vinden waar we moeten zijn, en hij blijft maar rondjes rijden. De taximeter tikt gewoon door natuurlijk. Gelukkig zijn de taxi's hier heel betaalbaar!

Na enig vragen onderweg weet de chauffeur toch het Prince II hotel te vinden. Hier kunnen we de rugzakken stallen. We gaan meteen op weg door de sfeervolle en drukke straatjes van de oude stad. Alle straatjes lijken op elkaar. Dan zijn we ineens bij het Hoan Kiem meer, midden in de stad, en zien de kinderen een KFC-restaurant. Geen denken aan dat we niet naar binnen gaan... We nemen nog een ijsje na.

altaltaltalt

We zien een tempel op het eilandje in het Hoan Kiem meer. Je gaat er naartoe via een prachtig roodhouten bruggetje, de The Huc (rijzende zon) brug uit 1885. De  Ngoc Son tempel is prachtig, er wordt megaveel wierrook geofferd, heel het complex walmt van stevige wierrookdampen. Binnen in de tempel veel vrouwtjes die bidden en offeren, het blijft toch heel apart.

We wandelen langzaam terug door alle nauwe steegjes en vergapen ons aan de aangeboden koopwaar. Je kunt het niet bedenken of het wordt hier wel verkocht. Veel straatverkoop van fruit, stalletjes met thee langs de weg. Mensen die op lage plastic krukjes eten of drinken. het blijft een fantastisch schouwspel.

We kopen twee bronzen Vietnamese draken, Lianne had namelijk nog een cadeau tegoed voor haar verjaardag. We drinken thee bij een cafeetje met allemaal zangvogeltjes in kleine hangende kooitjes. Een flinke regenbui barst los. En we gaan nog even op zoek naar een restaurant voor het avondeten. Hier scoort Ruben weer een pizza, na enkele dagen voornamelijk Vietnamees eten. In het hotel wachten we op de taxi die ons op komt halen om naar de trein te gaan. Vannacht slapen we namelijk in de trein en morgen hopen we wakker te worden aan de Chinese grens.


De rijstvelden van Cat Cat
Vrijdag 21 augustus 2009. Sapa, Noord Vietnam.

Oeps....wakker worden! Het is 5.45 uur en we zijn al bijna in Lao Cai. Dit is het eindstation van deze trein, je bent hier aan de grens met China. De cabine heeft zes bedden, drie bedden boven elkaar.  Je kunt de cabine afsluiten met een schuifdeur. Er liggen flinterdunne matrasjes op de bedjes. Het ligt dus best wel hard, gelukkig zijn de kussens goed en er zijn keurig dikke warme dekbedden. We hebben de cabine gedeeld met een Vietnamese jongen die niet veel te melden heeft. In Lao Cai dus komen we met het ochtendgloren aan. Er staan ontzettend veel minibussen te wachten, een heel plein vol. Er staat ook een mannetje met een velletje papier met onze naam erop. De rit naar Sapa duurt anderhalf uur. Het is maar 38 kilometer, maar de weg is erg bochtig en stijl. Het landschap is hier totaal anders dan wat we tot dusver gezien hebben. Hoge bergen, riviertjes en heel veel verschillende tinten groen. Rijstvelden in terrassen op de bergen, het is een prachtig gezicht.

altalt

In Sapa gaan we naar het Cat Cat View hotel, we zullen hier twee nachten blijven. Onze kamer is op de zevende verdieping en we hebben een groot terras voor de deur met een killerview over de omgeving met dorpjes en rijstterrassen! We lopen wat door het dorp, wat meteen al opvalt zijn de vele etnische minderheden. Er zijn hier in de omgeving veel dorpjes met etnische minderheden van de Black H'Mong, Flower H'Mong en de Zday. Al deze mensen lopen in hun eigen klederdracht wat er schitterend uitziet. Ze hebben ook hele andere gelaatstrekken dan de Vietnamezen, meer chinees/tibetaans. De H'Mong vrouwen lopen met manden op hun rug door het dorp, en proberen aan iedereen die ze tegenkomen hun koopwaar te slijten. Ze hebben prachtig borduurwerk, geverfd met blauwe indigo kleurstof. Daarop soms geweldig gedetailleerde borduursels in groen, rood en blauw. Veel vrouwen hebben een klein kindje in draagdoek op hun rug.

altaltalt

We lunchen bij Cat Cat View, en het valt niet tegen. Voor de jongens is er zelfs een kipschnitzel verkrijgbaar. Die kunnen ze niet weerstaan natuurlijk! Wij eten een sizzling menu van de bakplaat. Het sist nog na als het opgediend word, en het smaakt overheerlijk!

s' Middags gaan we een lichte trekking doen. Categorie; easy. We lopen vanuit Sapa de berg af het dal in naar het Black H'Mong dorp Cat Cat. De tocht is hartstikke leuk, je loopt tussen de terrassen van de rijstvelden, langs kleine riviertjes. Dan kom je in het dorp zelf. Kleine houten/bamboe hutjes met de H'Mong mensen erbij in locale klederdracht. Bijna allemaal hebben ze wel een klein miniwinkeltje waar ze hun borduursels en wat sieraden proberen te slijten. We zien heel veel kindjes, de kleinsten lopen gewoon in hun blote kontje. Onderbroeken en luiers, daar doen ze hier niet aan! We lopen verder naar een grote waterval met een wiebelbrug. Altijd weer leuk die hangbruggen over een snelstromende rivier. Kindjes nemen een bad in de rivier en zwaaien enthousiast.

altalt

Dan gaat het verder omhoog via stenen traptreden langs de rivier. Er ligt een kudde waterbuffels loom in de rivier. Dan is er een tweede hangbrug. Van hieruit kun je met brommertjes terug naar Sapa. En omdat we geen zin hebben in een lange steile klim, nemen we met ons vieren twee brommertjes. Lianne en Ruben op een brommer, en Ruben en Iris op de andere. De brommermannetjes rijden ons relaxed weer terug naar Sapa. Michel wil liever lopend terug. Bij wat H'Mong vrouwtjes kopen we wat borduursels. Ze willen allemaal wel iets verkopen, en binnen een mum van tijd zijn we omsingeld door tien vrouwtjes. 's Avonds lopen we over de gezellige avondmarkt, en eten we bij ‘Baguette & Chocolat’. Een hele hippe tent, met goed eten. We nemen nog een taartje na.

 

Sapa Soppa
Zaterdag 22 augustus 2009. Sapa, Noord Vietnam.

Vroeg op, en na een heerlijk ontbijtje van lemon-sugar pancakes en een vers fruitsapje gaan we op pad.  Bij het Casablanca hotel vertrekken we met gids Mai, die ons zal begeleiden op onze trek vandaag. Mai behoort tot de Red Dzao, een etnische minderheid. We lopen vanuit Sapa een heel eind naar beneden, over de verharde weg. Er steekt een hardnekkige mist op, en dat is jammer, want het uitzicht moet hier fantastisch zijn. Helaas is ons zicht beperkt tot een meter of tien. We zien heel veel mensen in lokale klederdracht. Er lopen drie Black H'Mong vrouwen met ons mee. Eén van de meisjes heeft een baby van zes maanden op haar rug. Ze spreekt een beetje Engels, geleerd van de toeristen. Het andere meisje is 23 jaar en heeft al drie kindjes. De meisjes trouwen hier jong, als ze vijftien of zestien zijn. Ze worden dan gekidnapt door één van de jongens van de stam. Ze blijven dan een dag of drie weg en komen terug in het dorp. Dan wordt er een varken geslacht en zijn ze getrouwd. Het meisje heeft geen inspraak, de jongen bepaalt welk meisje hij zal trouwen. Gelukkig gaat het er bij ons anders aan toe...

altaltalt

De baby's worden in een draagdoek op de rug van de moeder gedragen. Ze hebben geen luier aan, alles valt gewoon in de doek, die maar eens in de drie dagen gewassen wordt. Toch ruikt het niet echt. We komen aan in het Black H'Mong dorp Y Linh Ho. Hier is een klein cafeetje. We zitten even en bekijken alle vrouwen en kinderen die daar rondhangen. En zij op hun beurt bekijken ons. We slaan een zijpad in en dalen af tussen de rijstvelden die we maar amper kunnen zien in de mist. Wel zien we hele grote spinnenwebben tussen de struiken. We moeten ondiepe riviertjes oversteken, met de hink-stap-sprong-techniek, om droog de overkant te halen. En ook al zien we niet veel, toch is het mooi. De trail is niet moeilijk, het zijn lokale paadjes tussen de velden en door het bamboe bos. Ineens wordt het helder en krijgen we meer zicht. Het is hier prachtig! Vanaf een berg dalen we af, langs glibberige steenpaadjes naar het Black H'Mong dorp Lao Chai. Over een wiebelhangbrug, en dan een cafeetje in. We genieten van een drankje, en kopen nog wat kleinigheden bij de vrouwtjes die met ons meeliepen naar dit dorpje. Dan begint het hard te regenen. Sh....!

altalt

We wachten even maar het wordt niet droger. Dan de regencapes maar aan, die hebben we toch ook niet voor niks meegenomen. Het zicht is nu wel beter, je ziet de eenvoudige huisjes van hout, en de dieren die daar omheen scharrelen. Veel eenden in kleine watertjes bij de huizen, kippen met kuikens die los rondlopen, en een enkele waterbuffel. Verder heel veel kindjes, en mensen in lokale kleding. Ondanks het weer is het schitterend. Verder gaat het langs de rijstvelden in terrassen naar het volgende dorp Ta Van. Hier wonen de mensen van de Dzay. Hun kleding is heel anders, een lichtblauw hesje en een bonte geruite hoofddoek. De mensen maken hier hun kleding van hennep. De vezel van de hennep is oersterk. Ze weven de kleding, en verven de doeken dan in een bad van indigo. Het kleurt diep blauwzwart. Dan komen er vervolgens borduursels op in felle kleuren. Het is prachtig.  De vrouwen hebben ook lappen om hun onderbenen gewikkeld zodat het lijkt of ze lange sokken aan hebben.

altalt

In Ta Van eten we bij een homestay. Mevrouw bakt eitjes voor ons en er is brood, komkommer en tomaat. Ook al is deze lunch eenvoudig, het smaakt geweldig. Er zijn bananen na, ook altijd goed. Als we klaar zijn  met eten, regent het nog steeds. We hebben nog een paar kilometer te gaan, langs een bredere rivier, over een laatste hangbrug, en dan hebben we de trek van ongeveer twaalf kilometer volbracht. Een stokoude terreinwagen brengt ons terug naar Sapa. Ondertussen is het droog geworden en begint de zon te schijnen. Nou ja!!!

alts' Avonds zijn we uitgenodigd bij meneer Kien (kie-jen) van het Casablanca hotel. Hij vindt ons zo gezellig dat we met hem, zijn vrouw en het personeel moeten komen eten. Om zeven uur worden we verwacht. Een grote tafel is gedekt en er zijn wel zeven verschillende Vietnamese gerechten; o.a. heldere spinaziesoep, rundvlees met bleekselderij, varkensvlees met bamboescheuten, kip met paprika, spinazie met knoflook, en een tofu schotel. Voor Ruben is er friet! We praten gezellig met meneer Kien over van alles en nog wat. Zijn vrouw verwacht in februari hun eerste kindje. Ze spreekt helaas geen Engels.  Het is erg gezellig, en we mogen echt niets betalen.

Elke zaterdagavond is er in Sapa een love market. Hier ontmoeten de jongelui van de stammen uit de omgeving elkaar. We gaan kijken, en zien eigenlijk niets meer of minder dan een lokale hangplek. Wel zijn er heel veel kraampjes en etnische minderheden die handwerk verkopen. Er zijn veel mensen op de been, 90% is lokale bevolking, en dat is wel heel erg leuk om te zien.


De bloemen H'Mong van Bac Ha
Zondag 23 augustus 2009. Lao Cai, Noord Vietnam.

We vertrekken weer uit Sapa. Jammer, we hadden hier nog wel een dagje willen blijven, vooral nu het weer stralend en zonnig is. Met de minibus gaan we naar Lao Cai. De rit gaat veel sneller dan op de heenweg, want het is grotendeels bergaf.  De minibus zit helemaal vol, we zijn met vijftien man. In Lao Cai droppen we de rugzakken bij een restaurant. We komen hier straks terug om de trein te nemen. De meneer van het restaurant zal op de tassen passen. De laptop nemen we voor de zekerheid zelf maar mee.

Dan is het nog ongeveer 65 kilometer naar het dorp Bac Ha. Op zondagochtend is hier een grote markt waar vooral de etnische minderheid van de Flower H'Mong aanwezig zal zijn. De bloemen H'Mong heeft deze naam omdat ze zo uitbundig gekleed zijn. In allemaal felle kleurtjes. Ze dragen een soort  strokenrok die bestikt is met allemaal gekleurde bandjes. Daarboven een hes, en dan een grote stola die ook weer helemaal gekleurd is. Een felle hoofddoek completeert het geheel. Het is prachtig om te zien hoe deze mensen gekleed zijn.

altaltalt

We hebben geluk dat dit jaar de nieuwe weg naar Bac Ha gereed is gekomen. Nu gaan we vrij relaxed in anderhalf uur daar heen. Voorheen was het wel vier uur over een weg vol gaten en rood stof en kwam je geradbraakt aan. De markt is een lust voor het oog. Er wordt van alles verhandeld. Natuurlijk het gebruikelijke zoals groente en fruit, maar ook vlees en vis en er is zelfs een beestenmarkt.   Hier zie je mensen één hond, een paar biggetjes of een grote waterbuffel verhandelen. Het varken gaat krijsend een rijstzak in, en dan achter op de bromfiets naar huis in een korf. En er zitten vrouwtjes met grote jerrycans met pruimenlikeur, die nog goedkoper blijkt te zijn dan een flesje water!

Er zijn eettentjes, er zijn vele ijskarretjes. Ruben en Sander kopen een ijsje bij een vrouwtje. Of dit helemaal safe is qua hygiëne valt te bezien. Bij een cafeetje kopen we een lekkere koele lemonjuice, en overzien het geheel vanaf het terras. Bij het restaurant in de hoofdstraat nemen we een lunch. Het is er druk en hectisch. Toch weten ze in een mum van tijd het gevraagde op tafel te toveren. Ook kopen we op de stoep nog een geborduurde H'Mong tas voor een prikkie.

altaltalt

Met de minibus gaan we verder naar het Flower H'Mong dorp Ban Pho. We lopen wat door het dorp, en bezoeken enkele huisjes. De mensen zitten net te eten en bieden ons een borreltje maïsbocht aan. We proeven, het is mega sterk, vergelijkbaar met de ‘Lao-lao’ in Laos. We zien hoe de mensen hier leven en wonen. Ze drogen de rijst en de maïs. Verder is het heel idyllisch, gewoon een eenvoudig en armoedig H'Mong dorpje, zoals alle andere hier in de buurt.

Terug met de minibus, naar Lao Cai. Hier stoppen we nog even aan de grens met China. Het is een drukke grensovergang, er staan rijen vrachtwagens te wachten. De grensrivier de Song Nam Thi is de grenslijn, en aan de overkant zien we gebouwen met vreemde Chinese tekens er op. Dan gaan we terug naar het restaurant met de rugzakken. We moeten nog ruim vier uur wachten voor de trein vertrekt. We doden de tijd met -alweer- een ijsje, nog een lemonjuice en een paar potjes kaarten. We eten in dit restaurant, en het is lekker. Nog wat Pringles voor in de trein kopen en dan gaan we naar het station. We delen de coupé met een oudere Vietnamese dame die grote zware dozen meesjouwt.


Waterpoppentheater
Maandag 24 augustus 2009. Hanoi, Noord Vietnam.

Het volkslied schettert luid door de trein. Kwart over vijf in de ochtend. De boodschap is duidelijk: opstaan! Om half zes dendert de trein het station van Hanoi binnen. Er zou hier iemand moeten staan om ons op te halen, we zien honderd taximannetjes maar niemand met een briefje met onze naam. Een tijdje later komt er toch een mannetje op de brommer. Hij regelt een grote taxi die ons naar het Prince II hotel brengt. In het hotel kunnen we nog niet op onze kamer, we gaan buiten zitten en zien Hanoi ontwaken. Er heerst nog niet veel bedrijvigheid, de eetstalletjes worden opgebouwd en wachten op hun eerste klanten van de dag.

altaltalt

Onze kamer blijkt een aangename verrassing. Heel ruim en van alle gemakken voorzien. Zo is er ook een vaste computer, en supersnel internet. De kinderen kunnen naar hartenlust msn-en en spelletjes spelen. Eerst gaan we van deze luxe genieten en rusten wat uit. s' Middags gaan we een stukje lopen door het oude gedeelte van Hanoi. We eten wat in het super eenvoudige The Whole Earth-restaurant. Het is zeer smakelijk en erg low-budget. We eten als volleerde Vietnamezen alles met stokjes. Het gaat ons steeds makkelijker af, en dat moet ook wel want bestek is lang niet altijd voorhanden. De heerlijke verkoelende yoghurt-honing lassie drank is maar 40 eurocent.

We volgen een deel van de Lonely Planet walking-tour door oud Hanoi. Nauwe straatjes,winkeltjes die tot de nok zijn volgestouwd met koopwaar. Vrouwtjes met een juk met  draagmanden, de eetstalletjes langs de weg, vogeltjes in kooitjes, het is er allemaal! Tel hierbij de bedrijvigheid van brommertjes, karretjes en straatverkopers en het beeld van Hanoi is compleet. Hanoi is een grote stad, maar toch voelt het vertrouwd en gezellig. We maken de wandeltocht niet af, het is te heet. We gaan een cat toc in, de kapper! Het meisje knipt achtereenvolgens Ruben, Sander en Lianne zeer zorgvuldig. Nog wat gel erin en föhnen voor net iets meer dan één euro de man.

altalt

s' Avonds eten we op een balkonnetje van het Quán Bia Minh-restaurant in de Dinh Liêt straat. Tussen de kerstverlichting en de lampionnetjes is het hier goed zitten. Je hebt bovendien goed zicht op het straatleven beneden je. Dan gaan we naar het Thang Long Waterpuppet Theater. Dit oude poppenspel dateert van heel lang geleden, toen rijstboeren het speelden in de bevloeide akkers. De poppen zijn tot vijftig centimeter hoog en wegen tot vijftien kilo per stuk. De spelers staan tot hun middel in het water achter een gordijn en bewegen de poppen onder water met lange stokken. Het is een fantastisch gezicht, we zien vuurspuwende draken, bootjes met mensen, springende vissen en boeren voorbij komen. Tel hierbij een klein orkestje met traditionele instrumenten en zang, en het geheel is compleet. Het optreden duurt ongeveer een uur en is heel apart om te zien. Ook de kinderen genieten volop.

 

Oompje Ho
Dinsdag 25 augustus 2009. Hanoi, Noord Vietnam.

altMaar eens een beetje uitgeslapen, we hebben geen haast vandaag. Tijdens het ontbijt valt de stroom uit en zitten we in het pikkedonker. Geen paniek, er komt een grote looplamp op tafel. We nemen een taxi naar het mausoleum van de wereldleider Ho Chi Minh. Hier blijkt toch nog het communistische karakter van het land. We worden gedrild in keurige rijtjes en mogen per groepje het mausoleum in. Tassen en camera's mogen niet mee. Omdat Iris en Ruben in korte broek zijn, mogen ze sowieso niet mee naar binnen en blijven ze bij de spullen. Ze willen toch niet naar ‘die dooie man’. Er is heel veel bewaking en een officier loopt met ons mee. In het mausoleum is het steenkoud. Over de rode loper gaan we wat trappen op, een bochtje om, en dan ineens ligt ie daar; Ho Chi Minh zelf. In een glazen kist ligt zijn gebalsemde lichaam omgeven door vier erewachten. Langzaam schuifel je langs de wereldleider. "Niet te lang stil blijven staan", maant de officier. Voor je het weet sta je weer buiten. Dit is niet wat Ho Chi Minh zelf had gewild. Het was een zeer eenvoudige man, hij wilde het liefst een simpele crematie. En dat zijn as uitgestrooid zou worden over zuid-, midden- en noord Vietnam. Maar het geschiedde anders. Naar communistisch gebruik werd hij na zijn dood gebalsemd, zoals ook Lenin, Stalin en Mao. En nu ligt hij dus in deze kille grote kolos, wat een mekka is voor de Vietnamezen. Ieder jaar gaat hij voor onderhoud drie maanden naar Rusland. Vandaag is hij gelukkig in Hanoi. Ho Chi Minh is populair bij de Vietnamezen en wordt vaak liefkozend ‘oompje Ho’ genoemd. Vlakbij het mausoleum ligt het presidentiële paleis en het huisje op palen waar Ho Chi Minh liever verbleef. Hier woonde en werkte hij van 1958-1969. Het is nog net zo als toen hij het verliet, simpel en eenvoudig ingericht met maar enkele meubels.

We lopen naar de One Pillar Pagoda, een tempeltje van hout dat steunt op een stenen pilaar in een lotusvijver. Klein en schattig. De originele pagoda was helemaal gebombardeerd door de Fransen maar is weer opgebouwd door de regering. We lopen ongeveer een kilometer verder naar de Temple of Literature. Een groot complex uit 1070, met heel veel tempelhoven. Je gaat van het ene tempelplein door schattige poortjes met lampionnetjes naar het volgende tempelplein. Mooie gebouwen, megagrote tempelbellen en trommels. De tempel was de eerste universiteit van Hanoi. Hier kregen de zonen van de Mandarijnen onderwijs. Er zijn heel veel stenen schildpadden met stéles met inscripties. Rijen achtereen al die schildpadden, het is prachtig. We ontmoeten hier een groep Nederlanders van Sawadee, de eerste groep op onze reis.

Terug met de taxi naar het hotel en we eten wat in een Italiaans restaurant: Little Hanoi. De pizza's zijn fantastisch, het deeg wordt in de smalle gang met de hand gekneed zien we later. s' Middags gaan we nog een eindje lopen, de kinderen blijven liever computeren in het hotel. Op de stoep drinken we een kopje koffie bij een stalletje. Er is hete koffie of koele ijskoffie met melk. Het smaakt buitengewoon goed, onze eerste kop koffie sinds bijna een maand!

altaltalt

's Avonds gaan we opnieuw eten bij The Whole Earth-restaurant. We nemen een set-menu voor nog geen twee euro. Sander laat zijn sandalen repareren op straat, er is een bandje los gegaan. Het mannetje plakt en stikt dat het een lieve lust is.  Ruben koopt nog een waterpuppet van hout, net zo één als Sander gisteren. Er wordt vandaag flink geïnvesteerd. Hoe we het allemaal mee naar huis gaan krijgen is nog niet bekend.


De kop van de draak
Woensdag 26 augustus 2009. Halong Bay, Vietnam.

Het busje komt om acht uur voorrijden, we gaan twee dagen naar Halong Bay. We verlaten het drukke en hectische Hanoi, en rijden over een hoge brug over de Rode Rivier. De komende 3,5 uur zien we vlakke rijstvelden afgewisseld met industrie. Restaurantjes adverteren op borden dat ze thit bo, thit ga, en thit chó in de aanbieding hebben; rund-, kip- en hondenvlees. Vietnamezen eten echt alles!

Als we er bijna zijn zien we de zee, de Golf van Tonkin. We zijn nu in Noord Vietnam, niet zo heel ver van China. Vietnam wordt ook wel het 'land van de rijzende draak' genoemd. We zijn nu helemaal bovenin, in de kop van de draak dus.

We nemen een klein bootje dat ons naar onze houten jonk brengt. Onze boot heet Cristina Cruiser. We brengen onze bagage naar de kleine hut met uitzicht op zee, en gaan dan lunchen. We zitten aan chique gedekte tafels en genieten van al het lekkers wat op tafel komt. Een hele grote vis, roerbak kip schotel, garnalen, spinazie en fruit. Het smaakt heerlijk, en het is zoveel dat we het niet op kunnen.

altalt

We varen een stukje verder naar Hang Sung Sot (amazing cave), een indrukwekkend grottenstelsel met drie grote kamers. Stalactieten en stalagmieten, en dan nog aangestraalt in kitscherig gekleurd licht. Toch heeft het wel wat, maar het allermooiste krijg je pas te zien als je de laatste grot verlaat. Dan heb je echt een spectaculair uitzicht over een klein stukje Halong Bay, met de houten jonken.

altVerder gaat het met de boot en we stoppen bij een drijvende visfarm. Mega grote vissen spetteren in de kooien. Hier hebben ze ook bootjes, en we gaan een uurtje zeekajakken. Nooit eerder gedaan, maar waarom ook niet? Sander en Michel gaan in een kajak, Iris en Ruben in een andere, en Lianne gaat alleen. In no time zijn we drijfnat van al het water wat van de peddel afdruipt, maar wat geeft het? We kajakken naar een open grot, en om een rotsblok/eilandje heen. Ook zien we veel visfarms drijven op het water. We houden het droog, in zoverre dat niemand omkiept.

Terug op de boot kan er gezwommen worden. Dat laten de jongens zich geen twee keer zeggen. Zwembroeken aan, en dan huppekee, van de boot af springen. Sander durft zelfs van het allerhoogste zonnedek naar beneden te jumpen. Het springen vanaf de bootdekken en het kajakken zijn de hoogtepunten van de dag. En wij… wij liggen lekker te genieten op de zonnebedden, lezen wat en praten met mede reizigers. De anderen komen uit Maleisië, Israël, Duitsland, en de USA. Het is gezellig en lekker warm. De spectaculaire zonsondergang krijgen we er gratis en voor niks zomaar bij.

Het diner wordt opgediend. Wederom een verwennerij. Deze keer met een soepje vooraf. Er is zelfs friet, maar die smaakt zoet, verder heel veel vis en zeevruchten. Na het eten kun je gaan vissen op inktvis. Met een simpel bamboe hengeltje en een haakje. De kinderen willen dit wel proberen, zittend op het achterdek zie je de visjes voorbij schieten. Er gaan meer mensen vissen maar uiteindelijk heeft alleen Iris beet. Een kleine krab. De rest van de avond zitten we op het zonnedek op de bedjes en praten we tot laat met de medereizigers. Er worden tips en ervaringen uitgewisseld en het is erg gezellig. In de verte zie je de lichtjes van de andere bootjes.

altalt


De baai van Ha Long
Donderdag 27 augustus 2009. Hanoi, Vietnam.

Wakker worden in Ha Long, een gebied dat op de Unesco werelderfgoedlijst staat, dat is toch heel bijzonder... We ontbijten met uitzicht op de karstbergen die uit de zee oprijzen. Er zijn hier meer dan 3000 grote en kleinere eilandjes. De meesten zijn onbewoond. Onwillekeurig vergelijk je dit mooie landschap met gebieden die we eerder bezochten. Het lijkt op de Pha Nga-baai in zuid-Thailand, en op Vang Vieng in Laos. Maar toch is het ook weer heel anders, heel uniek. Dit gebied is megagroot. En oké, er varen veel boten, maar omdat het zo groot is, hebben alle boten ruimte genoeg. Het is nog niet meteen zonnig, een soort mistige waas omhult de bergjes.

altaltaltalt

Eerst varen we naar Cat Ba eiland. Dit eiland is bewoond, en veel mensen brengen hier nog een extra dag door. Wij zetten hier wat mensen af, en er komen nieuwe mensen op onze boot. Nog enkele uren varen we door het steeds wisselende landschap. Dan komen we aan in Ha Long City en gaan we van boord.

In het Thang Long restaurant gaan we lunchen. Het is de Vietnamese equivalent van 'van der Valk', het is er in ieder geval heel druk en chaotisch. Het eten, wat snel op tafel komt, is wel heel lekker. We eten rijst met vis, inktvis, en varkensvlees. De jongens gaan voor de grote garnalen, dat kliedert namelijk lekker met afpellen. We zitten samen aan de tafel met de Israeliër en de Maleisische dames uit Kuala Lumpur. Verder met de krappe minibus. Nog 3,5 uur te gaan. Elke plaats is bezet en omdat het landschap onderweg niet echt boeiend is, dutten we wat weg. Dan gaat de tijd ook sneller. Als we weer over de Red River rijden, zijn we snel weer in het drukke Hanoi.

We hebben nu een kamer op de 2e verdieping, dus we hoeven niet zoveel trappen te lopen. Als we alle bagage weer boven hebben doen we effe lekker lui. 's Avonds gaan we op zoek naar een restaurant. We gaan een keer linksaf in plaats van de gebruikelijke route. We komen terecht in het Blue Butterfly- restaurant, waar ze traditioneel vietnamees eten (zoals pizza?) verkopen. Michel gaat voor de duck en die valt niet tegen. Ach ach, zo'n lief klein eendje, zoals we er zoveel in de slootjes zagen kwetteren. Als afsluiter nemen we nog een ijskoffie op de stoep van Hué Café, vlakbij ons hotel. Hoe gemakkelijk kan het leven in Hanoi soms zijn.



Aan alles komt een eind
Vrijdag 28 augustus 2009. Hanoi, Vietnam.

De laatste dag in Vietnam. Al vroeg in de ochend schettert het volkslied knoerhard uit de luidsprekers. Zo merk je dat je toch in een communistisch land bent. Aan het eind van de werkdag klinkt het volkslied overigens opnieuw.

Eerst maar een ontbijtje. De meeste vietnamezen eten als ontbijt pho, een soepje met noedels. Lianne besluit de dag in Vietnamese stijl te beginnen met pho bo, een rundvleessoepje dus. Het wordt aan de overkant van de straat klaargemaakt op de stoep, en in een keurig kommetje van het hotel opgediend. De anderen houden het toch liever bij een eitje met geroosterde witte boterhammen.

altaltalt

We gaan redelijk vroeg op pad, dan is het nog niet te heet. We gaan het tweede deel lopen van de Lonely Planet looproute. De route gaat voor het grootste deel door de nauwe straatjes van de oude wijk. Deze straatjes zijn vernoemd naar de spullen die hier oorspronkelijk werden verkocht. Al in de 13e eeuw vestigden zich hier 36 gilden, die elk een straat innamen met hun eigen beroep. De straatnamen luiden als volgt; Hang Bac (zilversmeden), Hang Chieu (matten), Hang Bo (manden), Hang Huong (wierrook), om maar wat voorbeelden te noemen. Wij lopen door straatjes met ijzerwerk waar volop ijzer gesmeed werd, en in straatjes met huisaltaartjes en religieuze artikelen. Het is echt heel apart om dit te zien.
De huizen in Vietnam zijn heel smal, de panden zijn soms nauwelijks drie meter breed. Wel heel diep, en heel hoog, soms wel zes verdiepingen. Het is echt een hele aparte bouwstijl zo smal en hoog. Onderweg hebben we een ijsje gekocht, voor het luttele bedrag van minder dan een Euro voor vijf verpakte ijsjes. Zittend op een bankje aan het Hoan Kiem meer likken we ze lekker op. Er komt een jongen aanlopen met een doosje met drie schildpadjes. Hij laat ze vrij in het meer. For good luck! De schildpadden die je ziet op de markten eten de Vietnamezen namelijk niet op. De schildpad staat voor een lang leven, en door ze vrij te laten, doe je een goede daad die je succes zal brengen. De schilpadjes zwemmen snel rond in het meer. Minuten later zien we de kopjes zo nu en dan nog boven de waterspiegel uitsteken.

altaltalt

We eten voor de allerlaatste keer in het The Whole Earth restaurant. En wederom is het een groot succes. Super smakelijk eten voor een lowbudget prijs. Ondertussen valt er een stevige moessonbui. De straathandel speelt er meteen op in door regencapes in de verkoop te gooien. 's Middags betalen we het hotel alvast en kijken hoeveel Vietnamese Dongen we nog te spenderen hebben. Morgen verlaten we namelijk dit prachtige land.

We pakken de rugzakken in, tjee wat hebben we veel spullen gekocht in Hanoi! We komen langs een telefoonwinkeltje en bellen nog even naar Nederland, het kost amper wat. Omdat het de kinderen zo goed is bevallen bij het Blue Butterfly restaurant gaan we nog een keertje terug. Sander en Lianne gaan voor de stir fried chicken with cashewnuts en Michel voor een ander eendgerecht. Iris voor de kip met citroenblaadjes en Ruben natuurlijk voor zijn pizza! We hebben teveel Dongs gepind en die moeten nog opgemaakt worden. We kopen nog wat dingen maar nog steeds zijn we er niet doorheen. Gelukkig kunnen we in het hotel de Dongs terugwisselen voor Dollars. De koers is helemaal niet slecht.




Thuiskomen in Bangkok
Zaterdag 29 augustus 2009. Bangkok, Thailand.

Nog één keer wakker worden met het Vietnamese volkslied. Na een maand Vietnam verlaten we dit fascinerende land. We zeggen 'dag', tegen de vrouwtjes in pyamapakjes, tegen de brommertjes die afgeladen vol zijn gepakt, tegen de punthoedjes, tegen de straat stalletjes, tegen de kommen met pho en de loempia's, tegen de Zuidchinese zee, tegen de mooie tempels en oude huisjes. 'Dag' tegen de rode- en de parfum rivier, de tombes van de keizers, de cyclo's en de bergvolkeren. Vietnam is en blijft een geweldig land, met een vriendelijke open bevolking. Het is een land vol verrassingen, en het doet je steeds weer versteld staan van al het moois wat het te bieden heeft. Een maand hebben we hier rondgereisd en we hebben nog lang niet alles gezien, daarvoor was de tijd te kort. Maar alles wat we wel gezien hebben, heeft ons bekoord (op de ratten en kakkerlakken na dan, want die waren er ook!).alt

Nu rijden we dus met een taxi naar het Noi Bai Airport van Hanoi. Het vliegveld ligt best ver van de stad, het is bijna een uur rijden. We zijn maar net op tijd voor onze vlucht met Air Asia naar Bangkok. Precies op tijd vertrekt het vliegtuig en amper anderhalf uur later landen we op Suvarnabhumi Airport. Dit is geen onbekend terrein voor ons. Met gemak vinden we onze weg naar buiten.

Met een ruime taxi gaan we naar het Lamphu Tree House. Het hotel is een aangename verrassing. Heel veel mooie houten versieringen en een leuk zwembad omgeven door orchideën. Zelfs op het toilet staan orchideën! Eerst gaan we een hapje eten, en wat smaakt het Thaise eten weer goed. Zelfs Ruben eet iets Thais vandaag (ze hadden namelijk geen pizza). Dan gaan we een eindje lopen naar Khao San road. Het mekka van de rugzaktoerist. De hele straat is propvol goedkope guesthouses, T-shirt winkeltjes, kettingverkopers. Tel daarbij nog een heleboel straatstalletjes met satéetjes en pad thai of fruit, en je beeld van Khao San is compleet.

altaltalt

We schieten de eerste de beste 7/11 winkel in die we zien, op zoek naar de heerlijke slurpies die ze twee jaar geleden verkochten. Helaas, die zitten niet meer in het assortiment. Wel verkopen ze superlekkere smoothies.

Dan zien we ineens iets geweldigs! Een fish-spa! We gaan naar binnen en zien grote bakken met kleine visjes. We moeten met onze voeten op de rand van de bak gaan zitten, en dan komen er talloze visjes aan je voeten knabbelen. Het zijn zogenaamde docters fish, die de dode huidcellen van je voeten eten. We zitten wel een uur in de bak. Er komen Nederlandse mensen met kleine kindjes bij ons zitten. We herkennen ze! Het zijn Marcella en Mark die net als wij, ook door de site verre reizen met kinderen.nl gevolgd worden. Hoe klein kan de wereld zijn? Het is een grappig en kriebelig gevoel als al die kleine visjes aan je voeten en tenen knabbelen. Als je er aan gewend bent is het ook heel relaxed, en je voeten voelen zo zacht als babyvoetjes na de fish-spa.

altalt

De kinderen gaan nog even zwemmen, en wij kijken of de wifi hier werkt. 's Avonds eten we op verzoek van de kinderen bij de Mc Donalds. Die hadden ze in Vietnam namelijk niet! Nou, vooruit dan maar. We lopen in het donker weer terug naar het hotel en komen langs een gouden tempel. De poort is al dicht, door de spijlen zien we een prachtige goudverlichte Boeddha. Bangkok is een miljoenenstad, toch is het zo vertrouwd dat het voelt als thuiskomen. Wat is Thailand toch een heerlijk land.

 

Chatuchak weekendmarkt
Zondag 30 augustus 2009. Bangkok, Thailand.

Wakker worden met onweer en harde regen, vroeg in de ochtend. Hé, dit weer hebben we toch niet besteld? Het regent en dondert maar door. Eerst maar even ontbijten. Het ontbijt wordt hier geserveerd in buffetvorm en overtreft alle verwachtingen. Er is van alles; van verse fruitsapjes tot muesli, en uitgebakken bacon. Zulke ontbijtbuffetten hebben we in Vietnam echt niet voorbij zien komen...

Na al dat lekkers klaart het een beetje op en nemen we een taxi naar het MBK shopping center. Om klokslag negen uur staan we voor de deur. Jammer dat het om pas om tien uur opengaat! Gelukkig is er vlakbij een station van de skytrain en wijzigen we onze plannen, met de skytrain gaan we naar het eindstation ‘Mo Chit’. De skytrain is een soort van metro die hoog boven alle files uitzoeft. We glijden snel en efficiënt boven alle verkeer. De trein zit vol met  lokale bevolking die net als wij onderweg zijn naar de Chatuchak weekendmarket. Het begint weer zachtjes te regenen maar gelukkig is de weekendmarkt grotendeels overdekt. Het is megagroot en je kunt het niet bedenken of het wordt hier verkocht. We scoren al snel shirtjes en een skinny- jeans voor Iris. Lianne tikt een Chinees Boeddhabeeld op de kop. We slenteren hier enkele uren rond en zien nog geen tiende deel van de markt. Het aanbod varieert van tweedehands schoenen (wat zijn die schoenen toch vies, ahh zijn ze tweedehands??) tot verse fruitshakes en alles wat daartussen zit. We snacken wat aan een kraampje, en drinken fris uit een plastic zakje met rietje. Het is helemaal goed! Met de skytrain weer terug naar MBK shopping center. Hier kopen we nog wat nepshirtjes van G-star en Diesel. Kost allemaal geen kapitaal. We zijn er een beetje moe van, van al die winkels. Dus gaan we met de taxi terug naar ons hotel.

altaltalt

De jongens gaan lekker zwemmen en Iris gaat liever msn-en. Moet kunnen. Wij gaan zelf een stukje lopen. Vanaf het dakterras zie je in de verte een tempel op een heuvel liggen. Daar willen we naar toe. Het is de Golden Mount, oftewel de Wat Saket. Het valt nog niet mee om de ingang te vinden. En het is een hele klim naar boven (pufpuf, en het is al zo'n klef vochtig weer), maar je wordt wel beloond met een schitterend 360 graden uitzicht over Bangkok. Wat staan hier veel wolkenkrabbers! Daar tussen steken de stoepa's van tempels omhoog. We gaan binnen in de tempel en een stijl trapje voert naar het hoogste platform. Veel biddende mensen, grote tempelbellen en een enkele monnik. Het is een prachtig gezicht. Amper een buitenlander te bekennen, dit voelt erg puur.

altaltalt

's Avonds voor de allerlaatste keer naar de Khao San road. Het is hier 's avonds nog een grotere kermis dan overdag. De meest vreemde, vage figuren komen hier voorbij. Op je beurs letten dus! We doen hier nog de allerlaatste aankopen en besluiten lekker rustig in ons hotel te gaan eten. Is ook veel goedkoper dan hier. Een goed besluit blijkt later, want er barst een groot onweer los. Het heeft dan al de hele dag gedreigd. De saté's in Lamphu Tree house smaken vele malen beter dan die op straat in Khao San. En de satésaus met kokos is verrukkelijk! Een mooie afsluiter van onze reis. Voor de allerlaatste keer de rugzakken inpakken. Buiten regent het dat het giet, een moessonbui met heftig onweer die urenlang aanhoud. Zo vallen we in slaap...


Mr. Pimpee Wichai
Maandag 31 augustus 2009. Oerle, Nederland.

De allerlaatste dag van onze reis. Een maand is ook niks, het vliegt voorbij voor je er erg in hebt. Twee nieuwe landen hebben we bezocht, veel nieuwe indrukken opgedaan. Wat hebben we genoten van al het moois onderweg, het landschap met de rijstvelden, de zee en de tempels. Het eten en de mensen. Ja, het was echt de moeite waard…

Maar aan alles komt een eind, als we straks thuis zijn zullen we weer zelf moeten schoonmaken, zelf moeten rijden, de bedden opmaken, eten koken en wassen. Toch is reizen niet alleen vakantie. Je bent ook elke dag intensief bezig met plannen, wisselkoersen bijhouden, pingelen, onderzoeken, vertalen, menukaarten ontcijferen, enzovoorts. Reizen is hard werken maar vooral veel genieten.

We zitten nog aan het ontbijt, als Mr. Pimpee Wichai ineens voorbij komt. De taxichauffeur die ons van het vliegveld naar Bangkok heeft gebracht hebben we gevraagd om ons twee dagen later ook weer terug te vervoeren met zijn seven seats rood/blauwe taxi. Hij is een half uur te vroeg maar dat is niet erg. We pakken onze spullen en lopen naar de brug waar hij zijn vehikel geparkeerd  heeft. In de ochtendspits met file gaan we onderweg. Het is hier natuurlijk een gewone maandagochtend en iedereen is onderweg naar zijn werk. Meneer Pimpee spreekt anderhalf woord Engels maar vertelt toch heel veel. Hij heeft een mooie dochter van 26 jaar die ‘iets met computers’ doet en hij woont vlakbij het vliegveld. Zijn duimnagel is wel vijf centimeter lang. Dat zie je hier wel bij meer mannen. Statussymbool ofzo?? We komen voor een laatste keer langs de Bayoke Skytower en leggen de dertig kilometer naar Suvarnabhumi Airport in minder dan een uur af. Dag! Meneer Pimpee, tot een volgende keer misschien.

altaltalt

Het inchecken gaat vlot en voor we het weten zitten we in Air Berlin vlucht AB1751 weer terug naar Dusseldorf. De vlucht duurt elf uur dus dat zijn drie films en drie keer eten. Het eten is smakelijk en de films zijn erg grappig. Het vliegtuig is tot de laatste stoel gevuld. Gelukkig gaat de tijd gaat relatief snel en voor we het weten landen we in Dusseldorf. Opa en oma Tops vormen het ontvangstcomité. Ze hebben lekkere abrikozenflappen meegenomen. Enkele uurtjes later zet deze taxiservice ons veilig af op onze oprit in Oerle. Het  zit er weer op, en het was geweldig! Het nagenieten kan beginnen... Maar waar zullen we volgend jaar eens heen gaan?

altalt

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!