Artikelindex

We zijn er
Maandag 10 januari 2011. Ho Chi Minh City, Vietnam.

Het heeft wat gekost maar dan heb je ook wat! We zijn we gisteren in Vietnam geland (Ho Chi Minh City ofwel Saigon) en dat beschouwen we toch als een cadeautje. Want ook al hadden we de visa van de betrouwbare mr. Thai, helemaal vanzelf ging het alsnog niet. We hadden namelijk onze vlucht noodgedwongen uitgesteld, daarvoor moesten we een klein bedrag betalen en dat moesten we op het vliegveld in Bangkok bij Vietnam Airlines voldoen.

Maar ja, we vlogen op zondag en precies, dan is Vietnam Airlines op de luchthaven dicht. Dan maar bij de incheckbalie proberen. Oei, daar moest een manager bij komen. Deze zat twintig meter verder op en stond natuurlijk niet op, dus wij uit de rij en naar de manager. Daar kregen we te horen dat de mevrouw die ons net naar haar manager had gestuurd het geld mocht innen. Wij weer terug naar de incheckbalie. De mevrouw had het begrepen maar kon het geld niet innen. Wij weer terug naar de manager, die ons weer verwees naar de incheckbalie. Van onze incheckmevrouw moesten we vervolgens naar een andere balie, schuin tegenover, ongeveer vijftig meter lopen. Wij wederom uit de rij en naar de andere balie. Danielle legde dit keer in normaal Engels (ze kan heel goed Thai Engels en spreekt dat met meestal veel succes) uit dat we onze vlucht ‘gerescheduled’ hadden. De mevrouw achter deze balie kreeg zowat een hartverzakking: You change flight!?! Afijn, volgende keer maar weer Thai Engels. Uiteindelijk mochten we betalen, met het betalingbewijs weer naar de incheckbalie en jawel, we mochten door! Voor degene die de film 'Astrix en de helden' kennen: het was net de uitdaging 'Vrijgeleide A38'.

En zo kon het gebeuren dat we toch op 9 januari om drie uur bij ons hotel in Saigon aankwamen. We voelden ons meteen thuis in deze grote metropool met het onvoorstelbaar aantal scooters (4,4 miljoen: vergelijk met slechts 600.000 auto's). De scooter is voor de Vietnamees van levensbelang: zonder scooter, geen vriendin. Nou, dan wil je wel!

Even vlug de koffers neer gegooid en hup naar het Warmuseum dat om vijf uur sluit. Indi heeft daar uitgebreid verslag van gedaan en zoals Tomar zegt: leuk was het niet maar wel heel interessant. We wilden graag snel naar dit museum omdat we verwachten dat het een andere dimensie en gevoel aan onze reis door Vietnam zou geven. En last but not least dat het ons na drie weken Thailand snel zou doen landen in Vietnam.

altaltalt

Het pakte nog 'beter' uit dan we hadden gehoopt, zowel voor onszelf als voor de kinderen. Vietnam is dan wel Azië maar compleet verschillend van Thailand. Hoe dat precies kan, blijft deels een raadsel, maar enig historisch besef helpt wel. Zoals de overheersing door de Chinezen, de kolonialisering door de Fransen (Thailand is als enig Aziatisch land nooit gekolonialiseerd geweest), de vrijheidsstrijd gevoerd door Ho Chi Minh, het invoeren van het communisme, de splitsing van het land in Noord en Zuid en last but not least uiteraard de Vietnamoorlog en de wederopbouw.

altaltalt

Vandaag hebben we bovendien een bezoek gebracht aan de Cu Chi tunnels van waaruit de Vietcong de Amerikanen bestreden. Boeken genoeg over gelezen en films voldoende over gezien, maar als je het dan met eigen ogen ziet en, al is het maar enkele meters, aflegt in het 240km lange ondergrondse tunnelstelsel, dan wordt de gruwelijkheid van deze oorlog voor in de eerste plaats de Vietnamezen maar zeker ook voor de Amerikaanse soldaten een klein beetje voelbaar. Kortom: we zijn in Vietnam en daar zijn we heel blij om. Morgen, op naar de Mekong Delta!

 

Stoer
Woensdag 12 januari 2011. Ho Chi Minh City, Vietnam.

De directeur van de school van Tomar en Indi ‘triggerde’ ons wel met zijn vraag: zijn we (onze waarden) nu veranderd door deze reis. Hmm, de vraag komt af en toe terug. En nee, niet in de zin dat ons wereldbeeld heel anders is doordat we andere delen van de wereld zien. Dat gevoel kennen we wel trouwens. De confrontatie met armoede, drukte, jezelf over grenzen heen tillen als reizen tegen zit. Maar dat is een ervaring van al weer lang geleden, toen we voor de eerste keren ver buiten Europa reisden. Die hebben we al gehad zeg maar en reizen heeft absoluut ons wereldbeeld en leefstijl gevormd.

Tomar en Indi zien we wel nu die ervaring hebben. Besef dat hun leven rijk bedeeld is, leidt bij hen tot gulheid en rekening houden met anderen. Zo vond Tomar het vandaag echt erg dat hij het eten dat hij had besteld echt niet lustte (wat geheel begrijpelijk was), terwijl de mensen hier er zo veel moeite voor deden. Ook het positieve gevoel dat de wereld mooi is en er overal aardige mensen wonen als je maar even zoekt, is prachtig om te zien bij hen.

En ja, toch zijn er een hoop nieuwe inzichten. Ten eerste leren we hoe het reizen met kinderen is. Dat is heel erg gaaf. Geeft een hele andere dimensie, je let op andere dingen (meer details en dat het varken dat tien kleine biggetjes zoogt toch veel leuker en indrukwekkender is in de fruitplantage, dan de plantage zelf met mega doerians, cactusbloemen, mango's etc.). Wat we ook leren van deze reis en van het reizen met Indi en Tomar is dat je ook tijdens reizen ‘in’ je reis moet duiken. Het lijkt misschien onvoorstelbaar, maar zelfs in de tropische hitte van Azië kan je disconnected zijn. Bijvoorbeeld: reizen in Azië is makkelijk geworden in vergelijking met tien jaar geleden. Alles is bedacht en geregeld. Zonder moeite kan je je van de airco airport in een airco taxi naar je aircohotel laten rijden (en daar hoef je echt niet rijk voor te zijn). Om vervolgens na een westers ontbijtje in de hal van je hotel je tourtje te regelen in de aircobus voor de volgende dag, waar je met andere toeristen door het raam ‘kijkt’ naar al het moois. Dan heb je een prachtige visuele ervaring en hele mooie foto's, maar niets gevoeld van het land. De kunst is om ‘mee te doen met op z'n Montesorri's ‘hoofd-hart-en-handen’. Simpel door niet alleen naar het strand te kijken, maar met de prachtige schelpen een zandkasteel te bouwen, het fruit te proeven (wel goed kijken waar), een broodje met la vache qui rit (Frans overblijfsel) op straat te kopen, beetje Vietnamees te leren en veel fysieke activiteiten op te zoeken. Een uitdaging op zich, want zeker Aziaten doen er alles aan om jou lui te laten zijn. Er in duiken dus in plaats van aan de zijlijn blijven staan kijken, is wat we hier bewust proberen te doen. Dat is zeker een nieuw levensinzicht, en dat geldt natuurlijk niet alleen hier.

Een ander inzicht is dat we enorm getroffen zijn door de schoonheid en de onvoorstelbare (brute) kracht van natuur en klimaat. In Nederland merk je dat weinig (misschien nu ook wel na drie maanden kou!). In Australië hebben we meer dan ooit gemerkt dat natuur zijn eigen wetten kent, waar niet mee te spotten valt. Nu met die overstromingen is dat wel een heel pijnlijk understatement. Ook in het klein merken we hoe regen, warmte, kou, smog, lawaai, stilte je hele fysieke toestand en ook stemming van moment tot moment kan bepalen. De ervaringen hier zijn zo veel intenser. Smog is letterlijk verstikkend, lawaai van 4,4 miljoen scooters echt uitputtend, zee werkelijk schoonspoelend, mooi regenwoud stilte afdwingend.

En last but not least vinden we onszelf inmiddels heel erg stoer! Vooral de laatste dagen hier in Vietnam. Zonder groepje en zonder reisplanning vooraf, go with the flow met onze helden op stap. En die helden zijn ook heel stoer. Wat er dan zo stoer was:

Stoer is dat we van Bangkok naar Vietnam zijn gevlogen zondag. En toen in plaats van rustig acclimatiseren en wennen aan een nieuw land, wat we eerst nog deden, hop gelijk op pad in deze crazy town naar het Warmuseum. Stoer is dat Tomar en Indi naar heftige oorlogsbeelden en Vietconggevallen kijken en daar heel goed hun verhaal van kunnen maken en er hun eigen lessen, passend bij respectievelijk zeven en tien jaar uit trekken.

Stoer is om hier over te steken tussen de 4,4 miljoen scooters door. Ieder een kind aan hand, diep inademen, voet op de weg, kijken of de eerste kudde scooters je ziet en omtrekkende bewegingen maakt en dan langzaam gaan lopen. Niet stoppen, want dat snappen ze niet. Langzaam blijven doorlopen tot je aan de overkant bent. (Ooit heb ik een paper geschreven over crosswalkers in Saigon tijdens mijn studie antropologie. In de oude communistische tijden was het een jeugdrage om te ‘crosswalken’. Schuin in plaats van recht de straat over te steken. Als je gesnapt werd door de politie werd je tien minuten in een kooi op de hoek van de kruising tentoongesteld. Ik blijf de neiging houden).

Ook stoer is dat we in Australië nog piepten dat we het wel klein vonden met z'n vieren op één kamer als die wat klein uitviel in plaats van in een groot appartement. Ha, ha, we lachen ons daar nu slap om. Inmiddels slapen we gerust met z'n vieren in een dormitory hotel met te dunne dekentjes, koude douches, of zoals nu in een kamer waar we van de vier bedden één grote maken om de koffers nog open te kunnen maken. Ook voor inmiddels uit elkaar vallende schoenen, vieze kleren, dagcremes die eigenlijk shampoo blijken te zijn draaien we ons hand niet meer om. Back to basic. En Tomar en Indi vinden het nog steeds leuk en we vinden elkaar nog steeds héél erg lief.

Heel stoer was arme Tomar de afgelopen twee dagen. Na mij was hij nu aan de beurt voor heftige buikgriep/voedselvergiftiging (?). En dat op onze tweedaagse Mekong Delta toer. Dus geen plek om een bed in te kruipen, maar geel van ellende liggen in de bus, op houten bootjes, hangmat in een restaurantje, zelfs plat op de grond in de fruitplantages. Echt heel zielig. En dan toch doorgaan en mompelen dat hij het ‘toch een erg leuk toertje’ vindt. Ultiem stoer is dat. Dus... zijn we best trots op onszelf en ons gezin, wat een lekker gevoel is. Na al deze filosofische beschouwingen willen jullie wellicht ook gewoon weten hoe het in de Mekong Delta was. Mooi!

altalt

We hadden een toertje met vele medetoeristen geboekt, dus werden onder leiding van Dong (erg grappig, want dat is hier de munteenheid, dus Indi en Tomar noemden hem steevast Euro) in de bus gestopt. De eerste dag was vooral erg veel rijden. Met onderweg mooie uitstapjes naar allerlei ambachtelijke werkplekken: een imker, een kokosplantage en een kokossnoepjesmakerij. Slang vastgehouden en kuikentjes gevoerd. Met arme Tomar die steeds maar instortte wat tot allerlei bemoeienissen van Vietnamese dametjes leidde (jasmijnolie in navel, gember in mond, water in nek, tijgerbalsem onder neus).

altaltalt

Ons gezelschap in de bus om ons heen bleek onderweg bijzonder aangenaam te zijn. Een Australiër met Cassowary humor die op de boot in de kokosplantage Pirate Day begon te vieren en onze boot wilde enteren. Een gezellig Duits herenstel, dat vreselijk pissed off was omdat ze eigenlijk een fietstoer hadden geboekt en nu opeens in deze bus gestouwd waren, twee jonge Nederlandse meiden die al zes maanden aan het rondreizen zijn, een ander gezellig Nederlands stel en nog heel veel andere soorten en maten.

In de avond zijn we aangekomen in Can Tho, een grote stad in de Mekong Delta. Wij hadden geboekt voor een homestay, bij mensen thuis aan de rivier. Maar Tomar was echt te ziek (daar moesten we nog een half uur achter op een scooter heen) en dus hebben we daar van afgezien en hebben ons bij veel andere groepsleden in het budgethotel in de stad gevoegd. Ouderwetse dormitory, maar wel voor ons vieren. Good old times! Vier keiharde bedden op een rij, waar we er direct één van gemaakt hebben en daarmee was ie weer heel speciaal. Te dunne dekentjes en tl licht. Wat te eten gehaald voor op de kamer en op het megabed gegeten, kwartet gespeeld en Tomar O.R.S.(mineraaloplossing) gevoerd.

altaltalt

De volgende dag was Tomar niet meer misselijk maar wel heel zwak. Toch wilde hij wel mee op pad. Toen kwam de beloning voor de lange busreis. Met een boot de echt schitterende Mekong op naar de drijvende markt. En hoe anders dan in Thailand hier geen souvenir te bekennen, maar het ware noeste handelsleven van de Vietnamezen. Bootjes vol watermeloenen, vis, bloemen, pompoenen, rijst. Aan een bamboestok hangt een stuk handelswaar zodat je kunt zien wat de boot verkoopt. Kopers hebben een lege stok. Prachtig schouwspel en we voelen ons bevoorrecht om het nog te zien. Met de komst van de nieuwe snelweg is de verwachting dat het snel voorbij is met de drijvende markten. De regio wordt nu ook voor verkeer ontsloten en de nieuwe generatie investeert niet meer in nieuwe boten maar in scooters en auto's. Langs de rivier is het harde leven zichtbaar. Echte krotten zoals in Slumdog miljonair. Gemaakt van drijfhout en golfplaten. Kinderarbeid op de bootjes. Oeps, armoede bestaat nog, ook in het Vietnam van nu waar het economisch erg goed gaat sinds de opheffing van het V.S. handelsembargo.

altaltalt

Daarna hebben we gezien waar de rivier nog meer voor dient. Een fruitplantage bezocht. In het vruchtbare slib groeien schitterende fruitbomen. We weten nu ook hoe een ananas groeit en de heerlijke cactusvrucht. Vervolgens op naar een noedelmakerij (heel grappig, dat noemen ze hier een workshop; dat je gaat kijken hoe iets gemaakt wordt).

altaltalt

En gaandeweg begon Tomar zich steeds weer meer verticaal in plaats van horizontaal te verplaatsen. Na een kopje noedelsoep en nog een uurtje slapen in de bus kwam er echt weer leven in en hebben Tomar en Indi zich enorm goed vermaakt (en waren ze groot vermaak voor anderen) met kwartetten met onze nieuwe vrienden-voor-een-dag. Grappig om een Duitser het Drentse camping kwartet te zien spelen (moet je proberen hem ‘attractiepark drouwenerzand’ te laten uitspreken).

En dat is ook stoer: dat ze zomaar met vreemde mensen in het Engels zitten te kwartetten in een vier uur durende busreis terug naar Saigon. En nu dus: lekker slapen. Morgen vliegen we naar Hoi An. De 'kou' tegemoet (terwijl het hier nu 34 graden is, is het in Noord Vietnam aan het vriezen, Hoi An ligt in het midden dus het kan alle kanten op).

Inhoudsopgave

  1. Ho Chi Minh City
  2. Hoi An
  3. Hanoi
Altijd gesloten?

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!