Artikelindex

Het feest der herkenning
Woensdag 17 juli 2013. Bangkok, Thailand.

Op tijd uit bed, en de laatste dingen in de rugzak doen. De zeer kwetsbare houtsnijwerken uit Bagan hebben we in een handbagage rugzakje gedaan, en ook alle andere aankopen in een kleinere rugzak om breuk te voorkomen tijdens de vlucht. Voor de laatste keer ontbijten en dan gaan we lopen. Grote rugzak op de rug, en de kleinere in de hand. Het is maar vijfhonderd meter lopen naar de 79th street (between 26th and 27th street) voor de free busshuttle naar het vliegveld. Gisteren pas ontdekt, dat Air Asia voor haar gasten een gratis busverbinding naar de luchthaven heeft. Kijk hier houden wij van, van free! Wel jammer dat die taxichauffeur nu voor niets naar het hotel komt, maar free is altijd nog beter! Er verzamelen zich steeds meer backpackers op de straathoek.

Tegenover de verzamelplaats staat een vrachtwagentje vol hout. Twee jongens van hooguit een jaar of negen dragen grote manden gevuld met hout vanaf het vrachtwagentje naar binnen. Ze lopen af en aan, en hebben nog tijd over voor een gulle lach en om naar ons te zwaaien. Het is gewoon honderd procent kinderarbeid wat we hier zien gebeuren. Ik geef de jongens wat kleinigheden die ik altijd bij me heb voor 'bijzondere gebeurtenissen'. Ze zijn er erg blij mee. Het raakt me dat deze kinderen al zo jong, zo hard moeten werken. En niemand die hier een stokje voor steekt.

mandalay-627 (320x240)

De bus vertrekt een half uur te laat, en we laten druk Mandalay achter ons. Het is een grote vieze stad, maar toch ook een fijne stad. Mandalay laat zich niet in één keer ontdekken, je pelt steeds een stukje van de schil af en ontdekt dan een ruwe bolster met een blanke pit. Hier in Mandalay eindigt ons Birmese avontuur.
Het vliegtuig van Air Asia vertrekt een half uur te vroeg, in een uur en drie kwartier vliegen we terug naar Thailand. We nemen hier een blauwe taxi vanaf Don Muang Airport naar ons hotel. Het is een uur rijden, en voor 215 Bath (nog geen vijf Euro vijftig) staan we voor ons hotel, het Lamphu Tree House. Het is een feest der herkenning! In dit hotel logeerden we vier jaar geleden ook toen we vanuit Hanoi (Vietnam) nog enkele dagen Bangkok deden. We hebben een fijne kamer op de eerste verdieping en kijken uit op het kanaaltje voor het hotel.

Natuurlijk mag een wandeling naar de Khao San Road niet ontbreken. Hét backpackers-mekka van Bangkok. Alles is hier op toeristen gericht, de verkoopwaar zoals T-shirts en het eten in de stalletjes, maar ook talloze reisbureautjes waar je voor heel weinig met een airco bus naar een volgende bestemming kunt reizen. Onthouden dus! Ruben laat zich de kipnuggets bij de Mc Donalds goed smaken. 'Eindelijk weer normaal eten' denkt ie!

 

Ayutthaya
Donderdag 18 juli 2013. Bangkok, Thailand.

Hmm, echt super heerlijk geslapen. Ze hebben hier een soort van dunne dekbedden, echt goed. Wat ook goed is, is het ontbijt. Een soort van buffet met allerlei lekkers, american pancakes, yoghurtjes, muesli, eieren, vers fruit. Echt verwennerij!

We nemen een taxi naar het Victory Monument. Het verkeer staat echt muurvast dus we doen ruim een half uur over vijf kilometer of zo. Vanaf het Victory Monument vertrekken er talloze minibusjes naar evenzoveel bestemmingen. De minibus naar Ayuthaya is snel gevonden. We betalen zestig Bath (anderhalve Euro) per persoon. Als de er negen mensen in de minibus zitten gaan we vertrekken. De chauffeur rijdt flink door, we komen weer langs Don Muang Airport, en langs Bang-Pa In, en dan zijn we ineens in Ayuthaya. We moeten er hier uit zegt de chauffeur. En heel vreemd, een tuktuk mannetje geeft geld aan onze chauffeur. Ik twijfel of we er hier uit moeten, er is immers geen busstation. Yes, dit is de laatste stopplaats in Ayuthaya, dus eruit jullie. De tuktuk-mannetjes pushen ons om met hen verder te gaan. Maar wat jammer nou, dat doen we nu net niet! We gaan eerst ergens koffie drinken, en uitvogelen waar we zitten. Zoals we al vermoeden, heeft de chauffeur onder een hoedje gespeeld met de tuktuks, en zitten we vier straten verwijderd van waar we hadden moeten zijn. Corruptie! Maar goed, we lopen gewoon, en tuktuks die gaan we zeker niet nemen!

We komen langs een drukke winkelstraat, en zien ook het guesthouse waar Iris en Danny heen zullen gaan over een paar weken. De prijzen van het eten zijn daar pittig, dus het wordt KFC. Daarna gaan we fietsen huren, het kost dertig Bath per dag (vijfenzeventig eurocent). We krijgen nog een boekje mee over de historische bezienswaardigheden. Het is niet zover fietsen naar de Wat Pra Mahatat. De belangrijkste bezienswaardigheid hier is een zandstenen Boeddhahoofd dat is ingegroeid tussen flinke boomwortels. Het is een heel apart gezicht, en één van de meest bekende dingen hier in Ayuthaya. Er zijn veel Khmer-stijl ruïnes van stupa's. Het valt ons op dat er hier veel is ingestort, ze restaureren het wel, maar er is ook veel verdwenen. Nadat we natuurlijk al ontzettend verwend zijn met de meest prachtige stupa's en tempels in Bagan is dit wel een heel stuk minder. Toch heeft het wel wat, er is een heel historisch park met heel veel tempel ruïnes. Hier en daar staat er nog een heel Boeddhabeeld, maar de meeste zijn onthoofd.

bangkok-037 (320x240)bangkok-056 (320x239)

Verder op de fiets naar Wihaan Mongkhon Bophit, een mooie grote meer recente tempel. Hierin zit een zeventien meter hoog bronzen Boeddhabeeld. Wow, wat een joekel! Je kunt er helemaal omheen lopen en er staan veel andere kleinere Boeddha's die beplakt worden met goudblaadjes. De mensen knielen en bidden overal. Vlak naast deze tempel is de Wat Phra Si Panphet, ook een hele bekende tempel hier. Het origineel was het grootste complex gebouwd in de veertiende eeuw, maar nu staan er enkel nog drie grote witte stupa's op een rij en een heleboel vervallen stupa's en beelden. Aan de afmeting van de stupa's en op de maquette kan je zien hoe immens groot het hier moet zijn geweest.

Bij de meeste tempels moet je vijftig Bath toegang betalen, maar je kunt ook een pas kopen voor 220 Bath voor een dag. Het is flink warm, en we nemen een drankje bij een stalletje. Als we verder fietsen is daar ineens een verschrikkelijke harde knal! Klapband bij Lianne. Het is nog een heel stuk lopen naar de fietsenwinkel, dus neem ik een tuktuk voor dertig Bath. De fiets gaat met de platte voorband in de tuktuk, de rest van de fiets hangt uit de tuktuk, en die moet ik dus heel goed vasthouden en zorgen dat ie 'mee rijdt' tijdens de rit. Wat een idioot idee. Maar goed, het lukt toch! Michel en Ruben fietsen terug en raken maar één keer de weg kwijt.

Tijd voor ontspanning! We zagen al een massage salon vlakbij ('no sex, massage only' hangt er op de deur). Ruben en Lianne nemen hier een footreflexology massage, en Michel gaat voor de neck & shoulder massage. We nemen 45 minuten. Het is echt heerlijk! Ze masseren je voeten met zeep en olie en groen massage spul wat een beetje naar menthol ruikt. De nek en schouder massage gaat er wat ruwer aan toe, maar is ook prima.

Als herboren stappen we naar buiten en scoren een minibus naar Bangkok. Het eerste stuk tot aan de rand van de stad gaat prima, maar dan lopen we vast in dikke verkeersopstoppingen. Voetje voor voetje gaat het vooruit. De motor van de minibus loopt warm. De chauffeur kijkt er een paar keer naar, en zet de motorkap open. Er blijkt iets flink mis te zijn, en iedereen moet er uit. Follow me, wenkt een medepassagier. We volgen de man en gaan met ons gezelschap een andere minibus een stukje verderop binnen, waarschijnlijk is hij van dezelfde firma.

Na dik anderhalf uur komen we aan bij het Victory Monument. Laten we hier eerst maar gaan eten voordat we naar het hotel terug gaan, misschien dat de file dan ook is opgelost. Bij een tien Bath Noodleshop is het een drukte van belang. Altijd een goed teken! Er zijn wachtrijen om binnen te komen, en wij sluiten aan. Na enkele minuten is er plek voor ons. Wat je ook aanwijst op de kaart, alle schaaltjes kosten tien Bath (vijfentwintig eurocent). We nemen lukraak maar wat, het wordt geserveerd met eggnoodle of glass noodle. Het smaakt allemaal prima. Aan het einde van de rit wordt de stapel schaaltjes geteld en vermenigvuldigd met tien. Prima systeem, en het smaakt ook erg goed. Met de taxi naar huis, en net als we in het hotel zijn begint het te donderen en bliksemen. Er valt echter geen druppel.

 

Khlong taxi
Vrijdag 19 juli 2013. Bankok, Thailand.

Na het heerlijke ontbijt gaan we op pad. We gaan iets nieuws doen vandaag, namelijk met de klong taxi. Klongs zijn de kleine kanaaltjes die je heel veel ziet hier in Bangkok, ook ons hotel ligt aan zo'n kanaal. Over deze kanaaltjes varen lang smalle en hele snelle bootjes. Voordeel; je zit niet vast in de verkeers opstoppingen, en het is heel goedkoop. De prijs voor een ritje met de klongtaxi is tien Bath (vijfentwintig eurocent). Het is maar een klein stukje lopen naar de vertrekplaats van het bootje. De boot zit vol locals, ze gebruiken de bootjes als woon-werkverkeer. Enkele kilometers verder stappen we uit, en is het nog maar een klein stukje lopen naar het Jim Thompson's House.

Jim Thompson is een Amerikaan die naar Thailand is gekomen als militair, en besloot daarna te blijven. Hij heeft de lokale zijdeindustrie nieuw leven ingeblazen, en is groot geworden door de zijdehandel. Hij ontwierp nieuwe designs en kleurencombinaties. Aan de klongs heeft hij een prachtig houten huis gebouwd. Het zijn eigenlijk zes huizen die hij aan elkaar heeft verbonden, en zo werd het één groot huis in een prachtige grote tuin. Jim Thompson was een verwoed verzamelaar van allerlei prachtige Aziatische kunst. In 1967 ging hij op reis naar Maleisië, naar de Cameron Highlands. Hij is hiervan nooit terug gekeerd, en er is nooit een spoor van hem meer gevonden. Men neemt aan dat hij is opgegeten door een tijger in die hooglanden, maar zeker weet men dit niet.

Het prachtige huis is nu open gesteld voor publiek, je kan het bezoeken en de meer dan prachtige collectie kunst bekijken. Die man had wel smaak moeten we zeggen, wat een prachtige kunst. Er zijn delicate schilderingen op zijde, houtsnijwerken, (Boeddha)beelden en een grote collectie Chinees porselein. In de tropische tuin zijn prachtige bloeiende planten, bamboegrassen, en een meertje met schildpadden. In grote Chinese potten zitten mooie vissen, één gote vis is een beetje tam, die kan je over zijn kop aaien. Alles wat je hier ziet is werkelijk prachtig, de collectie, het huis en de tuin. Je kunt hier ook artikelen van Jim Thompson zijde kopen, wat we niet doen.

bangkok-056 (320x240)bangkok-180 (320x239)

Verder met de klong taxi. Onderweg zie je niet zoveel. Omdat de bootjes redelijk snel over de klongs varen zitten er over de hele zijkant blauwe plastic schermen. Zodra ze gaan varen trekken de locals het plastic omhoog, waardoor je nauwelijks nog 'uitzicht' hebt. Dat is wel een beetje jammer.

Bij de volgende halte stappen we uit, en wat een wereld van verschil ineens! We staan midden in Pratunam, een shopping district. Overal zijn wolkenkrabbers en hoge gebouwen. Aan één van de shoppingmalls hangen glazenwassers op grote hoogte de ramen te lappen. What a job! We gaan de Platinium Shoppingmall binnen. Allemaal mode, een heel warenhuis vol. Gebouw één is enkel vrouwenkleding, etage na etage. Voor mannenkleding moeten we een gebouw verderop zijn. En inderdaad, hier is naast nog meer vrouwenmode ook iets voor mannen te vinden. Van maatpakken tot shirtjes met opdruk, het is er allemaal! Michel koopt drie overhemden voor een prikkie, Ruben scoort een Amerika-shirt, en Lianne gaat voor een tuniek en zijden sjaals. Je kunt hier blijven kijken en kopen, tot je er bij neer valt. Shop 'till you drop....

Maar dat zijn wij niet van plan, want de inwendige mens wil ook wat. Op de bovenste verdieping in het gebouw is een foodcourt. Wow, dit is geweldig! Een foodcourt is een etage vol kleine restaurantjes van allerlei pluimage. Je koopt tegoed op een kaartje en gaat dan overal kijken wat je zou willen bestellen. Het aanbod is mega gevarieerd; van Indiaas tot Taiwanees, er is zelfs een haaievinnen-tentje, chickenballs (nou nee, bedankt hier hebben we geen goede herinneringen aan in Maleisië), crepes en je kunt niet bedenken wat nog meer. Ruben gaat voor een koude crepe-wrap met bananen, aardbeien en slagroom. Michel gaat voor pad thai met kip en Lianne neemt iets Indiaas met een chappatibrood. We doen ook nog een tweede ronde! Helemaal voldaan van de aankopen en het heerlijke eten nemen we de klong taxi terug naar het hotel.

's Middags wat lezen en internetten. Ook praten we met Nederlanders die net zijn aangekomen. Dit hotel is populair bij Nederlandse gezinnen met kinderen merken we. Het weer is dreigend, het begint flink te waaien, en de lucht wordt erg donker. Toch wederom geen druppel regen. Vroeg in de avond lopen we naar de Rambuttri Road, hier zijn heel veel gezellige restaurantjes. We eten heerlijke saté en stir fried vegetables with cashewnuts bij het Green House Restaurant. Boven ons hangen gekleurde lampionnen in de bomen, het ziet er heel gezellig uit.

Iris en Danny komen in de loop van de avond aan bij het Lamphu Tree House. Ze hebben er een lange dag opzitten en komen nu vanuit Dubai. Hun taxichauffeur heeft hen helemaal aan de andere kant van Khao San Road afgezet dus ze hebben nog een heel eind met volle bepakking moeten lopen. Ook hebben ze nog honger, dus na een douche lopen we nog even de drukte in en scoren we een gigant crepe voor die twee.

 

Wat-blieft?
Zaterdag 20 juli 2013. Bangkok, Thailand.

Het is weer lekker wakker worden in Bangkok! Na een snelle douche schuiven we aan bij het toch wel uitgebreide ontbijtbuffet. Lekker kopje koffie erbij en de dag kan beginnen. Dan gaan we op pad, juist om de hoek is de Wat Bowonniwet tempel (Wat is tempel in het Thais). Een mooie grote kleurrijke tempel waar ook koning Bhumibol en zijn zoons zijn ingetreden om een tijdje als monnik te leven. Bijna elke Thaise Boeddhistische man gaat voor korte of langere tijd het klooster in. Dat kan zijn voor een dag of tien of voor onbepaalde tijd.

Als wij er aankomen zien we al dat het er een drukte van belang is. Een hele rij jonge meiden treden in als novice in het klooster. Ze zijn allemaal kaal geschoren en dragen allen hetzelfde lila gewaad. Het is een belangrijke en feestelijke gebeurtenis, hele families zijn meegekomen en vaders leggen alles met de camera vast. De nonnen krijgen van de stokoude hoofd-monnik allemaal een boek met Boeddhistische teksten er in. De tempel zelf is ook prachtig om te zien, met gedetailleïrde muurschilderingen, maar echt goed kunnen we die nu niet zien.

Verder gaat het naar de Chao Praya rivier, een grote brede rivier die dwars door Bangkok loopt. We nemen de boot met de oranje vlag en kopen kaartjes van vijftien Bath per stuk. Voor die prijs mag je zo lang blijven zitten als je wil, maar wij gaan er na vier haltes uit bij de pier van Tha Tien. De bootjes kan je vergelijken met een soort van waterbussen, goedkoop vervoersmiddel voor over de rivier. Bij Tha Tien staan we aan de verkeerde kant van de rivier en nemen we een andere veerboot (drie Bath) naar de overkant. We zijn dan aangekomen bij Wat Arun, de tempel van de dageraad.

Wat Arun ziet er vanuit de verte uit als een saaie grijze betonkolos, maar als je dichterbij komt is de tempel helemaal bewerkt met stukjes mozaïek. Van scherven zijn weer andere figuren en bloemen gemaaakt. Ook zitten er kleine schoteltjes van Chinees porselein tussen de mozaïeken. Het is een grote tempel die tot heel hoog de hemel in rijkt, omringd door vier lagere pilaren ook helemaal bewerkt. In nissen staan gouden Boedhabeelden en demonen, ruiters te paard en nog veel meer moois. Iris is te bloot gekleed en we kunnen omslagdoeken en sarongs huren zodat ze toch binnen mag. Want je moet je Boeddha respect tonen, en dat gaat nu eenmaal niet in een korte broek en een spaghetti-topje.

bangkok-258 (320x241)

We klimmen helemaal naar boven over de steile treden en van boven heb je een heel mooi uitzicht over de skyline van Bangkok. Zoveel hoge wolkenkrabbers, flats en andere grote gebouwen, en daartussen de blingbling van de tempeltjes. Vanaf de Wat Arun heb je een mooi uitzicht over het koninklijk paleis, maar die zullen wij deze keer niet gaan bezoeken. Met het veerbootje weer terug naar de overkant. Het is best warm en zonnig (32 graden) en we zijn er dorstig van geworden. Bij de 7-eleven kopen we wat te drinken, Iris en Ruben nemen er een ‘slurpee’, net zoals ze die zes jaar geleden ook altijd namen.

We willen gaan lopen naar de Golden Mount, maar we verdwalen en komen totaal ergens anders uit dan gepland. Wel passeren we een hele grote bloemenmarkt. Heel veel mannen en vrouwen zitten hier jasmijnslingers te rijgen, deze worden gebruikt als offerandes in de tempels en bij de geestenhuisjes. Ook de slingers van fel oranje afrikanen doen het goed op deze markt. Lotus bloemen in de knop vinden gretig aftrek onder de locals, het blijft toch een prachtig gezicht al die kleurrijke en geurende bloemen. We nemen twee taxi’s terug naar de Golden Mount. De lucht begint pikzwart te worden, er is iets ‘in de maak’. Onder aan de Golden Mount vertrekken er klongtaxi’s en net als we er in zitten begint het genadeloos te regenen. De eerste tropische regenbui voor Iris en Danny. De schermen aan de zijkant van de boot doen nu goede dienst! Het is alweer bijna droog als we bij de Platinum Shopping mall uitstappen. We gaan weer lunchen bij de foodcourt. Het is nog veel drukker dan gisteren, maar er zijn 1500 zitplaatsen zie ik op een bordje staan. Het smaakt weer opperbest. Nog even wat winkeltjes kijken en dan nemen we het bootje weer terug naar het hotel. Ruben en Danny gaan zwemmen en ik werk de website bij.

‘s Avonds lopen we naar de Ram Buttri Road, waar we bij Green House gaan eten. Volle bak, wederom en live muziek van een Thai die gitaar speelt en niet onverdienstelijk zingt. De grote flessen Chang bier vloeien rijkelijk, en voldaan lopen we terug naar het hotel. Straatjes als Khao San en Ram Buttri zijn heel gezellig om over heen te slenteren maar wij verkiezen de rust van het Lamphu Tree House vele malen!

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!