Artikelindex

Triathlon
Vrijdag 1 februari 2013. Koh Lanta, Thailand.

Op 30 januari zijn we begonnen aan deel twee van onze Thailand-trip: ons verblijf op de eilanden Koh Lanta en Koh Lipe. Dit deel twee staat bij ons ook wel bekend als The Big Nothing omdat het vooral veel zon, zee, strand en zwembad zal zijn. Hè, wat vervelend. Maar voordat we ons konden laven aan het eerste eiland was er nog een afstand te overbruggen tussen Chiang Mai en Koh Lanta. Deze afstand hebben we in drie etappes afgelegd. Eerst een reis met de nachttrein van Chiang Mai naar Bangkok, dan een vlucht van Bangkok naar Krabi en vanaf daar de boot.

DSC02738_klein

De nachttrein vertrok om 16.00 uur. Deze was iets anders ingericht dan de vorige keer. Zaten we in de vorige trein nog links en rechts van het gangpad, dit keer loopt het gangpad aan de ene kant van de trein en zitten er aan de andere kant een soort coupés. Ons plannetje om weer elk samen naast één van de kinderen te liggen moeten we dus lichtelijk aanpassen. Tara ziet haar kans schoon om haar Aaaah, mag ik boven?-mantra nog een keer aan te zwengelen en in combinatie met de Deryan slaaptentjes zien wij een veilige en leuke manier om haar tegemoet te komen. We klappen de tentjes open en zetten deze boven, tussen de veiligheidsbanden van de trein, op. Slaapzakje erin, knuffel erin en klaar! Onze dames kunnen prinsesheerlijk slapen.

DSC02752_kleinDSC02786_klein

We bestellen wat te eten in de trein en dat blijkt verrassend lekker. Er wordt een grote houten plank aangesleept waarop zich een soort rijsttafel verzamelt. Allemaal prettige gerechten, dus dat was smullen. Inmiddels is in onze trein de airco aangezet, en die staat op standje ‘we hebben airco en dat zul je weten ook’. Brrr, dan eerst maar eens onze truien opduikelen want het lijkt wel of we in de Transsiberië Express zitten.

Tot onze prettige verbazing heeft ook deze nachttrein geen vertraging. We zijn dus keurig op tijd op Don Muang Airport, vanwaar onze vlucht met Air Asia ons naar Krabi brengt. Ook dit gaat stipt op tijd. Helaas gooit Mila net na de landing nog even haar maaginhoud eruit – misschien behoren chocolademelk en een Snicker toch niet tot de Schijf van Vijf. Voor wie nu naar het Centrum voor Jeugd en Gezin wil hollen om ons te nomineren voor de Familie Flodder Award: rustig, rustig. We letten echt héél goed op voeding, vitaminen, bacteriën etc. oftewel gezondheid in zijn algemeenheid.

Met Mila in een schone set kleding gehesen proberen we een rit naar Koh Lanta te regelen. Bij de balie staan nog twee stellen die, net als wij, stijl achterover slaan van het prijsverschil tussen een privétaxi en een minibus. We steken de koppen bij elkaar en huren met z’n achten een privéminibus. Scheelt een slok op een borrel. We stappen gauw in dit luxe exemplaar met lederen bekleding, maar niet voordat ik bij een winkeltje vier plastic zakjes heb gevraagd voor mogelijke toekomstige oprispingen. Om te voorkomen dat ik verzand in een gesprek in Thais Engels maak ik gewoon het universele braakgebaar mèt geluidseffect. Ah, de dame weet meteen wat ik bedoel! Tien punten voor Hints.

We rijden er, inclusief twee stukjes met de car ferry, precies twee uur over. Op de eerste boot staat Mila op de rand, tot ze heel hard begint te huilen. Weer gespuugd? Nee, een slipper overboord. Gelukkig een goedkoop slippertje van hier, maar weg is weg. Het verdriet van Mila gaat door diverse stadia. 1) ik ben mijn slipper ‘twijt’! 2) mijn slipper gaat zinken! 3) de visjes eten mijn slipper op! 4) nou moet ik hinkelen maar dat kan ik nog niet! Ach gut. We troosten haar zo goed als gaat en het vooruitzicht van nieuwe slippers en de wetenschap dat papa haar voorlopig even draagt maken een hoop goed.

We checken in in onze kamer, rukken de badkleding uit de tas en gaan op een holletje naar de zee. Plons! Aaahhh… Ik kijk op mijn horloge: 15.00 uur. Precies 23 uur geleden vertrok de nachttrein. Onze triathlon zit erop, we mogen nu echt beginnen aan The Big Nothing. Jeuj!

DSC02807-klein

 

Crazy Christine
Maandag 4 februari 2013. Koh Lanta, Thailand.

Na een paar dagen luieren en een dagje doktertje spelen in en om ons huisje in verband met een afgescheurde teennagel van Tara wordt het tijd om The Big Nothing te verruilen voor A Little Bit of Something. We besluiten daarom een tuktuk te huren. De meiden hebben altijd veel plezier in zo’n ding en wij zien een aantal voordelen: we zijn lekker mobiel, we zitten (veelal) in de schaduw en het is natuurlijk een mooie manier om iets van het eiland te kunnen bekijken.

Een restaurant vlak bij ons resort verhuurt zo’n gevaarte voor 500 baht per dag, zo’n 12 à 13 euro. Je paspoort is je borg. Je moet een tuktuk in dit geval zien als een handgeschakelde scooter waar op ingenieuze wijze een bak aangeknutseld is, zodat een driewieler ontstaat. De indeling van tuktuk’s lijkt regionaal bepaald: soms één bankje recht achter de bestuurder, soms twee bankjes tegenover elkaar in het verlengde van de bestuurder en hier op Koh Lanta een L-vormig bankje. Voor de kinderen zijn helmen beschikbaar. Nou ja, maatje jongvolwassene, maar toch: er zit iets van bescherming op hun hoofd.

DSC03017_kleinDSC02964_klein

Maarten laadt al zijn vrouwen in zijn wagen en dan gaan we van start. Op naar Saladan, om de slippers van Mila te vervangen. Het besturen van de tuktuk blijkt even zoeken. Omdat het dus eigenlijk zelfbedachte zijspan is, maar geen echte, trekt de scooter ongecontroleerd naar links bij het optrekken. En bij het remmen trekt ‘ie net zo bokkig, maar dan naar rechts. En eerlijk is eerlijk: voor een lichtelijke controlfreak als ik is dat… nou ja, later we zeggen ‘lastig’. Ik ben thuis uiteraard altijd de beste bestuurder en zit als een Hyacinth Bucket (Bouquéééét!) naast Maarten alle fietsers aan te wijzen en op de mat van de bijrijder zitten mijn slijtageplekken van het meeremmen. Om dan nu even lekker achterover te leunen en te genieten van het landschap, nee. De tuktuk en ik staan op gespannen voet met elkaar, omdat ik het gevoel heb dat hij bij elke stuurbeweging, schakeling of remmanoeuvre probeert mij eruit te gooien. En echt, dat doet ‘ie!

In Saladan slaagt onze slippertjesmissie wonderwel snel. Ik probeer Mila nog een leuk paar Havaianas aan te smeren (Kijk eens hoe leuk Mila! Meisjesslippers met roze en gouden bloemen!) maar nee. Madame wil een paar Thaise slippers met een kerriekleurig velours voetbed en een giga stoffen bloem erop. Ieks. Maar ja, als die iets in haar hoofd heeft… Het worden dus die Thaise slippertjes. Eens zien wanneer we weer op de boot gaan, dan kan ze er misschien weer één kwijtraken…

We maken nog een korte snuffelstop bij een winkel die het best aan te duiden is als Makro meets Blokker meets Gamma meets Xenos. Gereedschappen, waaronder de meest scherpe hak- en kapmessen liggen naast prachtige schalen, serviesgoed, kookgerei, speelgoed, allerhande plastic mandjes en manden, batterijen, rattengif, skippyhertjes, sikkels, potloden en gummetjes, muizenvallen, broodtrommels, enorme dienbladen, cijfersloten en sandalen. Een walhalla als je houdt van rondneuzen, een hel als je drie of vier bent en nergens aan mag komen… We kijken dus even om ons heen, laten de meiden een speelgoedje uitzoeken (want we hadden natuurlijk nog he-le-maal niks bij ons…) en nemen dan met de slippers en nieuwe jurkjes voor de meiden op zak even ergens een lekker mangosapje en besluiten het eiland verder te verkennen. We hebben nu immers vervoer, dus het is een uitgelezen dag voor een ritje.

Om de verstandhouding tussen tuktuk en ik nog verder te verslechteren blijk ik de walvis van het gezelschap en maakt het ineens héél veel uit waar ik zit. Want dat piepende geluid dat je steeds hoort, dat is het voorwiel dat loskomt van de grond wordt mij medegedeeld. Nee, nou wordt ‘ie lekker. En of ik, als we de berg op rijden, toch vooral mee naar voren wil leunen anders haalt hij het niet. Waarom is dat nou nooit zo als die Thai ons ergens naartoe brengen? Maarten doet echt zijn uiterste best dus ik geef gewoon de tuktuk de schuld. De meiden merken gelukkig niets van mijn klamme handpalmen en klotsende oksels en zitten breeduit lachend achterin met hun te grote helmen tegen elkaar te botsen terwijl ik tuktuk in gedachten herhaaldelijk achterstevoren uitspreek.

Goed, op vlakke stukjes zonder bochten en met goed wegdek is het echt wel genieten hoor. De eenvoudige huisjes, de rubberbomen, de enorme hoeveelheid palmbomen die afgeladen vol hangen met kokosnoten, de prachtige bloeiende struiken en bomen, het loslopende vee dat loopt te grazen… het is een heel ander Thailand dan het gekkenhuis dat Bangkok heet. Tegen half vier landen we op een strandje waar we een half uurtje schelpen zoeken. Een favoriet klusje van de meiden, die het liefst het halve strand in de dagrugzak laden om mee naar huis te nemen. Elk schelpje, hoe klein of kapot of gewoon lelijk ook, is in de ogen van onze kinderen prachtig en verdient een nominatie in papa’s grote rugzak voor een enkele reis naar ons kikkerlandje. We stoppen alles in een plastic zakje en gaan De Grote Uitsorteer Discussie op een later tijdstip aan. Rond een uur of vijf rijden we terug naar ons resort en brengt Maarten de tuktuk, die ik inmiddels heb omgedoopt tot Christine naar het boek van Stephen King, weer terug naar het restaurant. Opgeruimd staat netjes!

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!