Artikelindex


Thailand
In Thailand begint onze reis. Na een paar dagen Bangkok gaan we vier weken trekken door dit, ook (of: juíst!) met kinderen uitstekend te bereizen land. Waar we ons zeker op verheugen is ons verblijf op Koh Lanta en Koh Lipe, twee eilanden voor de westkust van Thailand.

Koh Lanta maakt samen met veertien omliggende eilanden deel uit van een Nationaal Park. In 2004 werd het eiland getroffen door de tsunami, maar herstelde zich gelukkig redelijk snel. Koh Lanta staat bekend om haar fraaie zandstranden en vriendelijke sfeer. Aan de westkust van het eiland zijn de zandstranden, en in het oosten zijn o.a. rotsen en mangroven. Het binnenland is bergachtig en heeft tropisch regenwoud met een aantal mooie watervallen en rubberbomenplantages.

Ko Lipe is het meest zuidelijke eilandje van Thailand en onderdeel van het Tarutao National Marine Park. Het eilandje is tot op de dag van vandaag nog niet ontdekt door de grote horde toeristen zoals dat wel het geval is op Phuket en Ko Phi Phi. Op Ko Lipe is het rustig en waan je je volgens onze bronnen in het paradijs – we zullen eens zien. Je kunt er prachtig snorkelen en er zijn in het hoogseizoen dagelijks excursies naar de nabij gelegen eilandjes Ko Adang en Ko Rawi. Verder doe je er blijkbaar weinig anders dan duiken, vissen en een boekje lezen in de zon. En laten wij daar nou ontzèttend veel zin in hebben!

Maleisië
We laten Thailand achter ons en varen naar Langkawi, een eilandengroep aan de westkust van het Maleisisch schiereiland. Daar begroeten we Evert & Ria, de ouders van Edith. Zij trekken de ondernemende schoenen aan en reizen met ons mee door Maleisië. Supergezellig, en voor de meiden en onszelf natuurlijk een unieke ervaring.

Vanaf Langkawi maken we de oversteek naar het eiland Penang, bekend om zijn culturele diversiteit en het heerlijke eten. Vanaf daar rijden we in een huurauto naar Bukit Merah om een orang-oetan opvang te bezoeken. Via de stad Ipoh en de Cameron Highlands (waar de uitgestrekte theeplantages liggen) reizen we naar Kuala Lumpur. Deze drukke stad gebruiken we als uitvalsbasis om van hieruit ‘satelliet-uitstapjes’ te maken naar Malakka, het Elephant Sanctuary, het Firefly Resort en de jungle van Taman Negara National Park. Daarna zwaaien we Evert & Ria en Maleisië gedag en maken we de oversteek naar Japan. Selamat tinggal!

Japan
Tijdens de voorbereidingen van deze reis hebben we onszelf de vraag gesteld ‘waar willen we nou écht heen?’ Een trip als deze ondernemen wij niet regelmatig (duh…), dus als je het toch allemaal in de steigers gaat zetten, dan ook maar goed luisteren naar je innerlijke stem. Japan bleek ons alle twee te trekken: het land met twee gezichten. Van de ultramoderne foefjes, maar ook van de diepgewortelde tradities en rijke geschiedenis. En hoewel dit het land is waar we af en toe wat buikpijn van krijgen, biedt het ook heel veel wat het reizen zal vergemakkelijken. Zo heeft het een goedwerkend treinnetwerk, uitstekende gezondheidszorg en oh ja… heerlijk eten!

We beginnen in Osaka, vanwaar we na een dag of wat per shinkansen (bullet train) doorreizen naar het eiland Kyushu. Daar bezoeken we Fukuoka, Nagasaki (ja, van de atoombom), Kumamoto, Mount Aso en het thermische stadje Beppu. Dan laten we Kyushu achter ons en trekken we verder naar Hiroshima (ja, weer van een atoombom), Kobe, Koyasan en Nara naar het prachtige Kyoto. Daar krijgen we nog een keer bezoek: onze vriend Marco is in Japan voor een congres en brengt een aantal dagen met ons door. Gezellig!

Vanuit Kyoto reizen we via Kinosaki en Nikko naar hoofdstad Tokyo. Daar trakteren we onze supermeiden op een bezoek aan Tokyo Disney, voordat we weer huiswaarts gaan. Op 25 april zeggen we ‘sayonara’ en vliegen we (wederom rechtstreeks met KLM) naar Amsterdam Schiphol, waar we op donderdag 26 april om 15:05 uur aankomen.

EdithMaarten-poppetjes240

 

Fujiwara Ryokan geboekt
Vrijdag 14 december 2012. Nederland.

In Japan heb je hotels met bedden zoals we die gewend zijn, je kunt echter ook overnachten in een ryokan. Een ryokan (旅館) is een Japanse vorm van een familiehotel of pension. De traditionele Japanse ryokans dateren uit het Edo-tijdperk (1603-1868). Zij boden reizigers een kamer met tatami matten, een gemeenschappelijk bad, en andere openbare delen, waar de bezoekers zich konden ontspannen in hun yukata, een soort badjas die aan de kimono verwant is. De kamers met hun matten mogen niet met schoeisel worden betreden. Schoenen worden buiten het hotel uitgedaan en in speciale kastjes geplaatst. Daar staan pantoffels voor de gasten klaar, maar in de kamers moeten ook deze worden uitgedaan. Er staat in zo’n kamer een laag tafeltje en dunne comfortabele matrassen – zogenaamde futon – om op te slapen. Tegenwoordig is er vaak een televisietoestel, maar verder weinig comfort. Ook is er meestal wel airconditioning aanwezig.

Fujiwara-Ryokan

In Nagasaki slapen wij in Fujiwara Ryokan, door reizigers gemiddeld gewaardeerd met een 9,1.

 

YaYoi festival in Nikko
Donderdag 20 december 2012. Nederland.

Een extra bijzondere manier om een land mee te maken is tijdens een nationale of lokale feestdag. Toen we ontdekten dat we door een dagje langer in Nikko te verblijven daar het Yayoi Festival konden meemaken, hoefden we dus ook niet lang na te denken. Doen!

Tijdens dit festival, dat ontstaan is in de achtste eeuw, worden draagbare altaren met daarop lantaarns en kersenbloesems rondgedragen om de lente in te luiden. Het festival wordt gehouden bij de Futurasan tempel en heeft als bijnaam ook wel ‘Festival of Disputes’ omdat de organisatie elk jaar ruziet over triviale zaken rondom de rituelen die volgens de overlevering heel precies gevolgd dienen te worden.

Yayoi

 

Wij wensen je ontdekkingen
Maandag 24 december 2012. Nederland.

Voor het nieuwe jaar wensen je wij je alles wat goed is. Dat gezondheid en geluk op je pad moge zijn, en op het pad van degenen waar je van houdt. We wensen je ontdekkingen. Grote en kleine. In een ver buitenland of in ons eigen kikkerland, in je eigen stad of dorp. Over jezelf of over iemand anders. Ontspan, ontmoet en ontdek!

timthumb.php

 

Onze bagage is onderweg naar Japan.
Donderdag 10 januari 2012. Nederland.

We gaan eerst naar Thailand en Maleisië maar onze bagage voor Japan is al onderweg naar Japan. De temperatuur in Japan is namelijk een stuk lager dan in Thailand en Maleisië dus we hebben warmere kleren nodig voor de weken in Japan. Maar we hadden geen zin om wekenlang met die spullen rond te lopen in Thailand en Maleisië dus we hebben ervoor gekozen om ze op te sturen zodat ze daar klaarliggen als we daar aankomen. Dankzij de inspanningen van zus Marjan die bij DHL werkt was dit zo gepiept. Nu maar hopen dat de kleren ook daadwerkelijk in Osaka zijn als we daar straks zelf landen…

Dhl.a300b4.oo-dlz.arp_

 

Here we go!
Maandag 14 januari 2012. Schiphol, Nederland.

De koffers zijn ingecheckt, nog even een bak koffie en dan vliegen we naar Bangkok. Spannend en leuk tegelijk

 


Fietsen door Bangkok
Donderdag 17 januari 2012. Bangkok, Thailand.

Vandaag hebben we een fietstocht gemaakt door Bangkok met de firma Co van Kessel. Deze (onlangs overleden) Nederlandse fietspionier heeft Bangkok kennis laten maken met fietsen. En wat een ervaring!

We begonnen in Chinatown, waar onze gidsen ons meevoerden door de meest smalle straatjes waar het dagelijks leven ongehinderd door onze komst doorgaat. Slapen, eten, kopen en verkopen: alles gaat z’n gang. Ook fietsen over de markt tussen de verse groenten, garnalen, vlees en pepers… Het kan hier allemaal. Zelfs wanneer je denkt ‘hier kun je toch echt niet fietsen?’, hoor je achter je het gebrom van een scooter. Oh, het kan dus nog gekker.

Onze fietsen (met kinderzitje voor de meiden) werden tot drie keer toe op de boot geladen om snel te verplaatsen naar een ander deel van de stad. Bananenbomen, kokosnoten, limoengras, alles wordt hier vlak om de hoek verbouwd. Tussendoor een lunch om je vingers bij af te likken en onze dag kan niet meer stuk. Bij thuiskomst natuurlijk gelijk even lekker afkoelen in het zwembad, heerlijk. Morgen trekken we met het boemeltje verder naar Kanchanaburi. Tot daar!

DSC00956DSC01059

 

Op een longtailboat door Bangkok
Vrijdag 18 januari 2012. Bangkok, Thailand.

Wie ooit de James Bond film ‘The man with the golden gun’ heeft gezien herinnert zich vast de actiescène waarin met lange boten met een flinke buitenboord motor wordt geracet door de kanalen van Bangkok. Gisteren, tijdens onze fietstocht in Bangkok, zijn we twee keer in zo’n boot verplaatst door de kanalen van Bangkok. Zo’n boot heet een longtailboat; een boot van maximaal twintig meter met een flinke automotor die via een lange aandrijfas direct de schroef aandrijft. De boot lijkt nog het meest op een fors uitgevallen kano maar dan met een over-the-top buitenboord motor. Dit zijn dan ook geen motoren uit een kleine auto maar vaak V6 of V8 motoren met een fors aantal PK’s. Je kunt je voorstellen wat er gebeurt als de man achterin het gas opendraait. Tijdens onze rit op een vrij kanaal haalden we volgens de GPS 50 km/h!

DSC00980_klein

 

Longtail boat part II
Zaterdag 19 januari 2013. Kanchanaburi, Thailand.

Even een tweede deel over de boottochtjes met de longtail boat. Tara was niet te zien in het eerste deel over de longtail boat en we kregen vragen of Tara wel mee aan boord was. Uiteraard, Tara zat veilig aan boord en had het prima naar haar zin. Ziehier het bewijs.

DSC01039_klein

 


Brug over de Kwai
Zaterdag 19 januari 2013. Kanchanaburi, Thailand.

Vanmorgen hebben we de meiden (en onszelf) eens lekker uit laten slapen. In ons geval betekent dat: acht uur. Niet slecht. Na een lekker ontbijtje (boterhammen met chocoladepasta, wauw!) zijn we met een tuktuk naar de rivier de Kwai gegaan. Daar ligt – waarschijnlijk wel bekend – de brug die deel uitmaakt van een spoorlijn die in de Tweede Wereldoorlog door krijgsgevangenen onder Japans bewind in moordend tempo is gebouwd. Hierbij hebben zo’n 100.000 mensen het leven gelaten, onder wie vele Nederlanders. Dit historisch besef hebben we Tara en Mila nog maar even niet bijgebracht.

Van de brug zijn alleen de stukken aan de beide oevers nog origineel, het middenstuk is weggebombardeerd. We zijn er overheen gewandeld naar de andere kant, waar een gloednieuwe Chinese tempel stond. Deze hebben we kort bezocht, maar was eigenlijk niet veel bijzonders – doe mij maar een oude tempel.

Eenmaal aan de overkant zat er weinig anders op dan, je raadt het al, weer terug te lopen. Daarna geluncht in een enorme tourist trap genaamd ‘Floating Restaurant’, waar we onevenredig veel betaald hebben voor matig, lauwwarm eten. Wij kwamen tot de conclusie dat wij toch beter zouden moeten weten. Nog zo’n tourist trap, maar dan eentje waar we meer plezier aan hadden, was het vissen voeren dat je daar kon doen. Voor 10 baht (25 cent) een zakje visvoer gekocht – kniepers als we zijn laten we onze kinderen dan één zakje delen… en een lol dat ze hadden.

DSC01214DSC01192

Na nog geen week in Thailand tekent zich een duidelijk beeld af. Twee beelden, eigenlijk. En hoewel ze allebei geen nieuws zijn, verbaast het fenomeen ons toch.

Eén: Thai zijn ongelofelijk gek op kinderen. Vrijwel iedereen knipoogt, verlaagt een prijs, doet er iets extra’s bij ‘for the baby’, lacht, spreekt onze meiden aan. Enorm lief bedoeld.

Twee: onze blanke, lichtgelokte kinderen trekken de aandacht. Van die aandacht uit categorie één, maar dan een beetje gesupersized. Dus de Thai strelen, aaien, knijpen in de wangen, pakken hun handjes, friemelen aan hun haren en zetten ze op de foto. Ook allemaal enorm lief bedoeld overigens, maar hier hebben we wel een goed gesprekje over gehad met Tara en Mila. Zolang ze het leuk vinden is het prima, als ze niet (meer) willen zeggen ze ‘no!’. En daarbij zijn zij wat ons betreft ècht in de lead. Als een dame ‘nee’ zegt, bedoelt ze ook ‘nee’ – en daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen.

 

Erawan Watervallen
Zondag 20 januari 2013. Kanchanaburi, Thailand.

Na een dagje kalm aan doen was het vandaag weer tijd om iets te ondernemen. We zijn om half zeven opgestaan om met het openbaar vervoer naar de Erawan watervallen te gaan, zo’n zestig kilometer van Kanchanaburi. Het was even spannend of we op de juiste plek stonden voor de bus, of de bus wel op tijd zou zijn etc. maar om tien over acht zaten we prima geïnstalleerd in de bus die ons naar de watervallen ging brengen.

DSC01282_klein

Onderweg kijk je je ogen uit. Overal winkeltjes met eten, een heleboel steenhouwerijen (zal wel een groeve in de buurt zijn), mottige honden langs de kant van de weg. Volledig volgens Aziatische veiligheidsnormen stond de deur van de bus fijn wagenwijd open, dus toen Tara en Mila tijdens de rit lekker van plek gingen wisselen sloeg mijn hart even een slag over. Maar ach, thuisblijven is ook niet veilig; Mila heeft inmiddels een fikse bult op haar hoofd doordat ze van het bed af viel. Tsja.

Anyway, anderhalf uur later waren we op de plek van bestemming en wandelden we naar de watervallen. Deze bestaan uit zeven verschillende niveaus. Onze target vandaag: kijken tot hoe ver de meiden het nog leuk vinden. En dat gaat verbazingwekkend goed. Mila stapt vrijwel alles zelf weg, zolang we het maar ‘klimmen en klauteren’ noemen, en geen ‘lopen’. Bij het vierde bassin waagt Tara zich zelfs aan een zwempartij. Wat ze daarbij nog het engst vindt, zijn de vele vissen die in het heldere water rondzwemmen. Maar daar zet ze zich dapper overheen; ze laat zich door Edith in het water takelen en zwemt samen met een vriendelijke Thai het hele bassin over – en terug. Uit haar blik spreekt dat ze het een superprestatie van zichzelf vindt, en wij kunnen haar daar alleen maar gelijk in geven. Wauw!

DSC01339_kleinDSC01391_klein

Op de terugweg in de bus wordt de combi van het vele sjouwen, het zwemmen, de warmte en het vroege opstaan voor onze meiden net teveel om nog opgewekt wakker te blijven. Mila valt bij Maarten op schoot in slaap, Tara bij mij.

 


Op naar Ayutthaya
Dinsdag 22 januari 2013. Ayutthaya, Thailand.

Gisteren zijn we met een minibus naar Ayutthaya gereisd. De rit van 120 kilometer duurde al met al drie uur in een minibus die we met een Duits stel en een aantal Franse jongeren deelden. De ochtend hebben we gebruikt om uit te slapen, op ons gemakkie in te pakken, te lunchen en nog even lekker met onze voeten in het zwembad te hangen.

Mila, die toch al een poosje van haar middagdutje af is, zakt hier vrijwel iedere dag even in. Soms is dat achterop de fiets (handig), dit keer in de bus. Geen probleem, want bij mama op schoot is het heerlijk tukken – en die vindt het superknus, dus kom maar op met die slaapjes.

Het guesthouse waar we nu beland zijn heet Tamarind Guesthouse en is helemaal te wauw. We hebben kamer 109, en dat is een soort mini-appartementje bovenin een koloniaal aandoend houten huis. Allemaal houten betimmering, maar dan niet van die muffe jaren ’70 schrootjes, maar het lijkt of er onderdelen van een boot zijn hergebruikt of iets dergelijks. Veel kleurige planken, luiken en een pracht van een vloer. Tara is enorm in haar sas met haar hoogslaper (wij zien vooral het gevaar en hebben een kleine ingreep gedaan, sorry…), Mila ligt op onze kamer in de nok in haar Deryan tentje. Gaat prima. De ontvangst hier was allerhartelijkst met lekker fris water en uitleg over de omgeving. Een echte aanrader, deze kamer! Oh, en wat onze meiden ook fantastisch vinden: ze hebben hier JimJam, een kinderkanaal dat thuis behoorlijk favoriet is. Hier in het Engels, ‘maar dat maakt niet uit hoor mam!’.

DSC01525_kleinDSC01486_klein

Inmiddels zijn we dus aanbeland in Ayutthaya, de oude hoofdstad van Thailand. Hier stikt het van de prachtige tempels (oftewel wats) met de meest exotische namen, hoewel de meeste in de categorie ‘ruïne in wording’ vallen. We hebben fietsen gehuurd en in een rustig tempo door de stad gefietst. Onze target wederom: gewoon kijken hoe lang de kinderen het leuk vinden. En in alle eerlijkheid kan ik na één tempel zeggen: da’s niet zo lang. Vooral Tara laat zich niet onbetuigd en meldt regelmatig dat ze het sááái vindt.

DSC01543_kleinDSC01549_klein

Op weg naar de tweede tempel zien we ineens olifanten op de weg lopen. We zijn terechtgekomen bij de olifantenkraal, waar een opvangprogramma voor olifanten is. Je kunt er – héél toeristisch! -  ook een stukje rondrijden op een dikhuid. De kinderen staan gelijk te stuiteren, en wij ook als we de prijzen zien. 400 baht per persoon, da’s samen zo’n 40 euro – een flink aantal heerlijke maaltijden. We laten dit dus even passeren, maar nemen wel ruimschoots de tijd om de kinderen naar deze prachtige dieren te laten kijken. IJsje erbij, koud drankje… wij vermaken ons wel. Onze kinderen trekken wederom de aandacht, dus de maïskolven die je kunt kopen om de olifanten te voeren worden onze prinsesjes gewoon aangedragen. Tara durft de olifanten uiteindelijk wel te voeren, Mila vindt het te spannend en wil vooral kijken. Ook al best dapper, voor een peuter van net drie!

DSC01609_klein

 

De nachtbussen van Thailand
Woensdag 23 januari 2013. Ayutthaya, Thailand.

In Thailand bestaat het fenomeen nachtbus. Daarmee kun je ‘s nachts grote afstanden afleggen terwijl je slaapt. Het verkeer is dan ook lekker rustig dus je kunt flink opschieten. Gisteren kwamen wij een aantal van deze nachtbussen overdag tegen en ik denk niet dat we de nachtbussen in Thailand gaan gebruiken. Het zijn namelijk rijdende discotheken met zelfs luidsprekers aan de buitenkant. We zagen deze wild uitgedoste bussen op een parkeerplaats staan en besloten een kijkje te nemen. Tara en Mila liepen meteen op een van de bussen af en zaten binnen de kortste keren achter het stuur met een Michelin mannetje op schoot. Ze kregen meteen wat lekkers te snoepen en mochten uiteraard even op de toeter drukken. De twaalf luchthoorns van deze bus maken echter zo’n kabaal dat ze er even goed van schrokken.

DSC01628_kleinDSC01623_klein

Binnen hangen er volop zwaailichten, luidsprekers en ventilators maar ook de buitenkant ziet er over the top uit. Aan de voorkant van een van de bussen hangen meer dan tachtig lampen, zestien buitenspiegels, twaalf luchthoorns en verder zit er graffiti op elke plek van de bus waar geen raam zit. Of de bestuurder van de bus nog iets ziet door dit alles betwijfel ik. Onlangs zagen we ‘s avonds zo’n bus rijden en dan lijkt het of de bus op een groene gloed zweeft; aan de onderkant van de bus is gifgroene neonverlichting aangebracht. De andere bus heeft daarbij nog een aantal imposante luidsprekers aan de voorkant hangen en aan de ophangbeugels te zien was er nog plaats voor veel meer ‘moois’.

DSC01620_kleinDSC01626_klein

 


All aboard the nighttrain!
Vrijdag 25 januari 2013. Nachttrein naar Chiang Mai, Thailand.

Gistermiddag zijn we uitgecheckt uit Tamarind Guesthouse. We hebben onze bagage daar achtergelaten en zijn verkoeling gaan zoeken in het zwembad van een ander hotel waar je tegen betaling van een klein bedrag ook als niet-gast terecht kon. Dit hadden we er héél graag voor over, want 34 graden vinden ook wij een tikkie te gortig. Een groot tikkie, eigenlijk.

Om vier uur waren we terug bij Tamarind waar we geskyped hebben met de Krokodillenklas van Tara. Ontzettend leuk, de techniek staat voor niets! Tara heeft een aantal dingen verteld die we gedaan hebben en de klas mocht vragen stellen. Dan lijkt Nijmegen ineens niet zo ver weg.Daarna lekker gegeten bij restaurant Malakor, onze ‘vaste stek’ met heerlijke Thaise gerechten en gratis WiFi. Nog snel een douche bij Tamarind (wat een service) en na een allerhartelijkst afscheid met een tuktuk naar het station voor de slaaptrein van 19.45 uur naar Chiang Mai.

Als we in onze wagon binnenkomen weten de meiden niet wat ze zien: allemaal bedjes! Tara ziet de bovenste bedden en zet onmiddellijk een mega charmeoffensief in om daar te mogen slapen. Helaas pindakaas, ze mogen allebei lekker beneden naast één van ons.

DSC02169_kleinDSC02179_klein

In de trein is nog van alles te doen. Het eten en drinken wordt er af- en aangesleept, de servicedame zet een nieuw Thais record ‘bedden opmaken’ en ondertussen trekt buiten de night market aan ons voorbij. Heerlijk, al die bezigheid. Na een drankje is het dan voor de meiden tijd om te gaan pitten. Dat is niet tegen dovemansoren gezegd: Mila ligt nog geen vijf minuten in bed of is al vertrokken, Tara gluurt nog even lekker een minuut of tien naar buiten maar gaat dan ook onder zeil. All aboard the night train!

DSC02157_klein

 

Fietsen en de aardappel van Azië
Zondag 27 januari 2013. Chiang Mai, Thailand.

Onze eerste volle dag in Chiang Mai hebben we actief besteed met een fietstocht van veertig kilometer die we geboekt hebben via Click and Travel Online. Onze gids Jib haalt ons bij het hotel op en brengt ons naar het startpunt aan de rand van de stad. Behalve wij gaat er nog een Amerikaan mee met zijn driejarige dochter. Een klein groepje met een hoog kindergehalte.

De fietsen zijn uitstekend (Trek) en ook voor de kinderen is alles super geregeld. De Amerikaanse peuter gaat in een fietskar, Mila in een Weehoo achter mijn fiets en Tara op een trailerbike achter Maarten’s fiets. Een bonte verzameling van kindervervoer dus. Enige nadeel is dat onze kinderen vol in de zon zitten en voor Tara dat een actieve zithouding vereist is – de hele tijd.

Zoals je aan de foto’s kunt zien was het genieten geblazen. We zijn al snel de stad uit en rijden dan ook gelijk midden op het Thaise platteland. Bananen, papaja’s, kokosnoten, lychees, mango’s… you name it, je vindt het hier. Mila zit als een prinses op haar Weehoo en trapt driftig mee, Tara zwaait naar hartenlust naar de Thai die we passeren. Die kijken ons groepje zo nu en dan aan met een blik van ‘malle farang, met dit weer op die rare fietsen’.

Chris, de Amerikaan, heeft de sokken er goed in en Jib en Maarten haken enthousiast aan. De mannen vormen zo samen de kopgroep en ik neem de rest van het peloton voor mijn rekening, om het maar eens vleiend te zeggen. Gelukkig ben ik getrouwd met een schat van een man die zich af en toe terug laat zakken om mij motiverende verbale doping te geven.

Oké, het is warm en fietsen is niet mijn hobby, maar de omgeving is prachtig. Mila zit zingend achterop (Zwarte Piet ging uit fietsen… x 100), Tara zit zichtbaar te genieten op haar aanhangfiets (staan op de pedalen en dan één voet op het zadel leggen – doe maar niet schatje, vindt mama een beetje eng…). Dus wat wil je nog meer?

GOPR0495_kleinGOPR0501_klein

Onderweg stoppen we voor diverse bezienswaardigheden en een heerlijke lunch. We blubberen de kinderen en onszelf in met zonnebrand en trappen door tot Jib rond 14.45 uur aangeeft dat we kunnen stoppen en dat de pick-up onderweg is om ons op te pikken (want dat doen ze, die pick-ups…). Mooi op tijd ook, want ongemerkt slaan we toch wat rood uit en begint Tara te klagen over zere billen. We nemen afscheid van Jib en kijken terug op een hele leuke dag!

Tijdens onze fietstocht vandaag hebben we een stop gemaakt bij een rijstveld. Ja ja, daar ligt half Azië vol mee… maar toch vinden we het belangrijk genoeg om er een blogpost aan te wijden. Als je namelijk een heel klein beetje meer weet over de manier waarop rijst verbouwd wordt, en dan met name het vele lichamelijk zware werk dat erbij komt kijken, neem je rijst nooit meer voor lief.

DSC02235_klein

We hebben gezien hoe in droge rijstvelden de halmen worden uitgetrokken en opgebost met een strookje bamboe. Deze halmen zijn het resultaat van de eerste stap in het verbouwingsproces: rijstkorrels worden uitgestrooid, ontkiemen en schieten wortel. Daarna worden ze dus uit de grond getrokken en gebundeld, waarna ze op een ander, nat rijstveld opnieuw gepoot worden op vaste afstand tot elkaar. Een goeie rijsthalm kan dan zo’n 100 tot 200 rijstkorrels opleveren – nadat deze weer geoogst is natuurlijk.

Dus: blijf je een keer bij ons eten en krijg je rijst voorgeschoteld, dan betekent dat dat we je lief vinden…

 

En de panter zegt...?
Maandag 28 januari 2013. Chiang Mai, Thailand.

Vandaag vonden we het hoog tijd voor iets typisch Aziatisch. Iets waarvan je zegt: ‘Dat doe je thuis niet zo snel’. Iets dat onze hele reis in één klap rechtvaardigt. Je raadt het al: de dierentuin.

Chiang Mai Zoo is een redelijk grote dierentuin qua diversiteit en oppervlakte. Deze oppervlakte gaat ook voor een groot deel bergopwaarts, dus het was behoorlijk doorstappen – ook voor onze kleine dames. In een aantal opzichten verschilt het niet van Europese dierentuinen, in veel andere opzichten wél. Bij diverse dieren is het namelijk toegestaan om ze te voeren (met door de dierentuin verstrekt voer). Tara en Mila hebben dus vandaag weer een olifant gevoerd, maar ook panters en een luipaard. En da’s toch net effe anders dan bij Artis of Burgers, dus van ons mocht het. Aan een metalen stok van ruim een meter zat bovenaan een dwarsbalkje. Het vlees werd er tot aan dit dwarsbalkje opgespiest, waarna je de stok vanachter een hekje naar het gaas mag brengen. De panters eten het er vervolgens vanaf. Voor onze meiden (en voor ons ook nog wel) best spannend. Na het voeren hebben we nog even staan nagenieten van deze prachtige beesten en dacht Maarten grappig ‘Wat zou er gebeuren als ik naar hem grom?’. Nou, dat weten we inmiddels. Eerst gromt ‘ie terug, en als je dan nog een keer gromt springt hij grauwend in het gaas, schrik je je he-le-maal de rilbibbers en ben je (met Bokito in gedachten) de gaasfabrikant eeuwig dankbaar dat hij een panterproof variant verkoopt.

DSC02487_klein

Bij de emoes stonden zakjes bananen die je mocht voeren, waardoor Tara gelijk wist hoe deze vogels heten: bananenkippen. Lol! We hebben ook een bezoek gebracht aan het aquarium, waar we precies op tijd waren om het voeren van de vissen mee te maken. Een duiker laat zich in het bassin zakken met twee emmers dode vis, waardoor hele scholen zich bij hem verdringen. Helemaal natuurlijk is het niet maar het is prachtig om te zien. Al met al zijn we van negen tot drie in de dierentuin geweest, een echte aanrader.

DSC02558_kleinDSC02574_klein

s Avonds bij thuiskomst in het hotel heeft Maarten met de kinderen nog even een sprong in het zwembad genomen. Best spannend, in het donker!

DSC02661_klein

 

Met kromme tenen de berg op
Dinsdag 29 januari 2013. Chiang Mai, Thailand.

Chiang Mai ligt aan de voet van Doi Suthep, een berg in het noorden van Thailand van 1600 meter hoog. Er worden allerlei MTB -tochten georganiseerd op deze berg. Edith had bij aankomst in het hotel al meteen een aantal folders verzameld en ik was aan het overwegen welke tocht ik zou gaan fietsen. Belangrijkste hindernis bij de beslissing was het feit dat alle tochten voor meerdere niveaus geschikt waren en allemaal stukken klimmen en afdalen bevatten; op de omschrijvingen alleen was het dus lastig beslissen. Ik besloot dan maar eens te gaan praten in het kantoortje van het bedrijf dat de meeste tourtjes aanbiedt. Daar werd ik vriendelijk geholpen en ik gaf aan regelmatig te mountainbiken door de bossen. Op de vraag waar ik vandaan kwam antwoordde ik uiteraard: ‘Netherlands’. Je zag dat ik daarmee kansloos werd geacht om welke tocht dan ook te volbrengen. Het feit dat ik in de heuvels bij Nijmegen fiets telde niet. Na wat aandringen werd ik ingeschreven voor tocht 6-X, The Eliminator Route. Een tocht van veertig kilometer die bijna op de top van Doi Suthep begint en dan via de top en een aantal lager gelegen toppen van andere bergen naar een meer zou leiden. Geschatte duur van de tocht: zes tot acht uur. Overbodig te vermelden dat het hier nog steeds ruim boven de dertig graden is. Ik heb alleen sandalen en slippers meegenomen naar Azië, maar ik kon schoenen in mijn maat lenen van de eigenaar als ik de volgende dag zou gaan fietsen.

De volgende dag werd ik keurig opgehaald bij het hotel en naar het MTB-bedrijf gebracht. Daar kreeg ik een helm, kleine rugzak, handschoenen en knie-, scheen- en elleboogbeschermers. Met name die laatste drie typen beschermers begreep ik niet goed. In Nederland draag ik ook een helm en handschoenen maar dat soort beschermers is alleen nodig als je echt downhill gaat met hoge snelheid. Uit de bak met sportschoenen voor toeristen met alleen sandalen zocht ik het beste paar schoenen dat helaas anderhalve maat te klein was. Letterlijk met kromme tenen liep ik richting inschrijving en probeerde te achterhalen wie nog meer tocht 6-X ging doen. Daar ontmoette ik de twee andere toeristen en gids voor die dag. Toch even peilen wat voor fietsvlees ik in de kuip had om in te schatten wat voor dagje fietsen dit zou worden:

  • De gids, Jim: een 22-jarige Thai die zes keer per week dit soort tochtjes fietst met toeristen. Conditie oké, gewend aan de weersomstandigheden en een stuk minder vetrandjes dan ik.
  • Allessandro, een 27-jarige Italiaan die de afgelopen twaalf jaar wedstrijden op de racefiets heeft gefietst. Zag er ook fit uit maar hij bekende wel de afgelopen twee, drie maanden weinig gefietst te hebben.
  • Mathias, een 25-jarige Duitstalige Belg die de afgelopen tien jaar op zijn crossmotor wedstrijden heeft gefietst. Ook hij zag er goed fit uit.

Ineens dacht ik anders over mijn eigen conditie want sinds Groesbeeks Gruwelijkste (een MTB tocht van vijftig kilometer in september van 2012) had ik niet veel meer gefietst. Dit kon een nog wel eens een uitdaging worden vandaag!

Nadat alle MTB’s op de pick-up trucks waren geladen stapten we in en werden in 45 kilometer de berg op gebracht. Daar kregen we allemaal een fiets en konden even testen of die beviel. De fietsen die ik probeerde deden het mechanisch allemaal best goed. Niet zoals mijn eigen fiets, maar goed genoeg. Ik miste inmiddels wel mijn eigen materiaal, helm, fietskleding, waterzak voor op de rug. Net zoals de andere toeristen had ook ik alleen een korte broek en T-shirt, het voelde wel raar om zo te gaan fietsen, alsof ik niet goed voorbereid was.

GOPR0711_kleinGOPR0714_klein

Vol goede moed begonnen we in de buurt van de mistige top van Doi Suthep. Jim, de gids, ging erg vlot van start en dook meteen een steil pad van de berg af. Links en rechts van het pad stond flinke begroeiing en het pad was niet goed te zien. Jim was duidelijk even aan het testen wat we aankonden dan wel -durfden. We probeerden alle drie in het wiel van Jim te blijven. Matthias en ik reden achteraan, Allessandro en Jim waren we al snel uit het oog verloren. Matthias en ik reden flink door en ik nam meer risico dan normaal. Matthias raakte in een diepe geul en sloeg over de kop. Ineens snapte ik de extra knie- en elleboogbeschermers een stuk beter. Deze route was duidelijk anders dan de routes die ik in Nederland gewend ben. Ik stopte even, Matthias leek op wat schrammen na ongedeerd. Even verder wachtten Jim en Allessandro op ons. We reden in hoog tempo verder. Dit was voor mij geen normaal rondje op de MTB, ik probeer normaliter eerst 20 minuten warm te fietsen voordat ‘het gas erop kan. Ik wilde echter niet achterblijven dus ging ‘het gas’ er maar meteen op. De paden waarop we fietsten waren wisselend. Soms waren het oude karrensporen die in het regenseizoen diep waren uitgesleten. Op deze paden was het zaak niet in de geulen terecht te komen, dan zou je gegarandeerd onderuit gaan. Andere paden waren wel ooit van twee stroken beton voorzien waarop een auto zou moeten kunnen rijden. Inmiddels was dat beton echter vervallen tot een gatenkaas. Tot slot waren er ook single tracks, smalle paadjes waarop het heerlijk sturen is. Wel oppassen voor wortels en stenen maar dat is normaal op dat soort paden.

Na de eerste afdaling volgde vrijwel meteen de beklimming van de top van Doi Suthep. Jim beloofde meerdere klimmetjes voordat we boven waren waarvan de laatste klim gegarandeerd vijfenveertig minuten ging duren. Afhankelijk van onze techniek en conditie zouden we meer of minder moeten lopen naar de top. Het tempo lag nog steeds flink hoog en ik merkte dat ik een (te) hoge hartslag had om dit lang vol te houden. Voor sommige paden had ik echt te weinig techniek (en conditie) en na een dik uur moest ik sommige klimmetjes al lopen om boven te komen – op te kleine schoenen. Jim had niks te veel gezegd, de laatste klim naar de top was niet te doen. Zelfs lopend met de fiets aan de hand was het flink doorduwen om boven te komen. De St. Jansberg bij Nijmegen leek ineens inderdaad een heuvel en geen berg meer. Gelukkig werden we boven op de top beloond met een fantastisch uitzicht naar alle kanten. De mist was inmiddels grotendeels opgetrokken dus we konden ver weg kijken. Even snel wat foto’s maken, wat water drinken en verder.

GOPR0717_kleinGOPR0726_klein

We waren inmiddels zo’n twee uur onderweg en ik begon te voelen dat de anderen toch echt een stuk jonger en fitter waren dan ik. Ik begon me af te vragen wanneer de lunch zou zijn en hoe ver we eigenlijk inmiddels waren. Jim liet ons stoppen op een top van een heuvel zodat we in de verte een meer konden zien liggen. Dat meer bleek ons eindpunt voor vandaag te zijn, de toppen daarvoor moesten we nog even over. Wanneer we lunch zouden krijgen was niet duidelijk. Ik had voorafgaand aan de tocht wat vruchtensapjes, Snickers en koekjes gekocht om een eventuele hongerklop de kop in te drukken. Die voorraad ging er inmiddels rap doorheen. In de kilometers daarna vielen zowel Allessandro als Matthias meerdere keren. Allessandro gaf ook aan moe te zijn en reed af en toe in een diepe geul. Matthias had pech met een slechte fiets en verboog zijn derailleur tot twee keer toe. De laatste keer dat Allessandro viel raakte zijn derailleur onherstelbaar beschadigd. Gelukkig had Jim een reservederailleur bij zich zodat Allessandro in ieder geval verder kon. Jim informeerde ondertussen (met een Thaise glimlach) hoe vaak iedereen gevallen was. Toen ik daarop aangaf nog niet gevallen te zijn zei hij dat het nu dan toch echt mijn beurt was… Liever niet, zowel Allessandro als Mathias zaten inmiddels ondanks de beschermers redelijk onder de krassen en bulten.

Het laatste uur van de MTB tocht heb ik op mijn tandvlees uitgereden. Deze tocht was duidelijk een stap te ver. Zo’n tocht had ik nog nooit gereden en andere ervaringen in Oostenrijk, Duitsland of tijdens Groesbeeks Gruwelijkste konden hier niet tegen op. Gelukkig zagen we om half vier het meer tussen de bomen verschijnen. Eindelijk was het tijd voor lunch. In een aantal hutjes boven het water werd een heerlijk rijstgerecht geserveerd. Met de voetjes in het water keken we terug op een lange, zware maar ook mooie tocht.

GOPR0737_klein

De foto’s zijn gemaakt met de GoPro camera die ik voor deze reis heb mogen lenen van Richard (nogmaals bedankt!). Ik heb ook filmpjes gemaakt maar door de slechte paden word je als kijker redelijk zeeziek, de camera schudt flink heen en weer. Op het eind van de route stond ik te filmen hoe de anderen aan kwamen fietsen (ik was tijdens het repareren van de kapotte derailleur vooruit gefietst om de anderen niet teveel op te houden). Jim wilde in stijl eindigen door een zogenaamde ‘stoppie’ te doen: stoppen terwijl je op je voorwiel rijdt. Dat ging niet helemaal goed…

 


Triathlon
Vrijdag 1 februari 2013. Koh Lanta, Thailand.

Op 30 januari zijn we begonnen aan deel twee van onze Thailand-trip: ons verblijf op de eilanden Koh Lanta en Koh Lipe. Dit deel twee staat bij ons ook wel bekend als The Big Nothing omdat het vooral veel zon, zee, strand en zwembad zal zijn. Hè, wat vervelend. Maar voordat we ons konden laven aan het eerste eiland was er nog een afstand te overbruggen tussen Chiang Mai en Koh Lanta. Deze afstand hebben we in drie etappes afgelegd. Eerst een reis met de nachttrein van Chiang Mai naar Bangkok, dan een vlucht van Bangkok naar Krabi en vanaf daar de boot.

DSC02738_klein

De nachttrein vertrok om 16.00 uur. Deze was iets anders ingericht dan de vorige keer. Zaten we in de vorige trein nog links en rechts van het gangpad, dit keer loopt het gangpad aan de ene kant van de trein en zitten er aan de andere kant een soort coupés. Ons plannetje om weer elk samen naast één van de kinderen te liggen moeten we dus lichtelijk aanpassen. Tara ziet haar kans schoon om haar Aaaah, mag ik boven?-mantra nog een keer aan te zwengelen en in combinatie met de Deryan slaaptentjes zien wij een veilige en leuke manier om haar tegemoet te komen. We klappen de tentjes open en zetten deze boven, tussen de veiligheidsbanden van de trein, op. Slaapzakje erin, knuffel erin en klaar! Onze dames kunnen prinsesheerlijk slapen.

DSC02752_kleinDSC02786_klein

We bestellen wat te eten in de trein en dat blijkt verrassend lekker. Er wordt een grote houten plank aangesleept waarop zich een soort rijsttafel verzamelt. Allemaal prettige gerechten, dus dat was smullen. Inmiddels is in onze trein de airco aangezet, en die staat op standje ‘we hebben airco en dat zul je weten ook’. Brrr, dan eerst maar eens onze truien opduikelen want het lijkt wel of we in de Transsiberië Express zitten.

Tot onze prettige verbazing heeft ook deze nachttrein geen vertraging. We zijn dus keurig op tijd op Don Muang Airport, vanwaar onze vlucht met Air Asia ons naar Krabi brengt. Ook dit gaat stipt op tijd. Helaas gooit Mila net na de landing nog even haar maaginhoud eruit – misschien behoren chocolademelk en een Snicker toch niet tot de Schijf van Vijf. Voor wie nu naar het Centrum voor Jeugd en Gezin wil hollen om ons te nomineren voor de Familie Flodder Award: rustig, rustig. We letten echt héél goed op voeding, vitaminen, bacteriën etc. oftewel gezondheid in zijn algemeenheid.

Met Mila in een schone set kleding gehesen proberen we een rit naar Koh Lanta te regelen. Bij de balie staan nog twee stellen die, net als wij, stijl achterover slaan van het prijsverschil tussen een privétaxi en een minibus. We steken de koppen bij elkaar en huren met z’n achten een privéminibus. Scheelt een slok op een borrel. We stappen gauw in dit luxe exemplaar met lederen bekleding, maar niet voordat ik bij een winkeltje vier plastic zakjes heb gevraagd voor mogelijke toekomstige oprispingen. Om te voorkomen dat ik verzand in een gesprek in Thais Engels maak ik gewoon het universele braakgebaar mèt geluidseffect. Ah, de dame weet meteen wat ik bedoel! Tien punten voor Hints.

We rijden er, inclusief twee stukjes met de car ferry, precies twee uur over. Op de eerste boot staat Mila op de rand, tot ze heel hard begint te huilen. Weer gespuugd? Nee, een slipper overboord. Gelukkig een goedkoop slippertje van hier, maar weg is weg. Het verdriet van Mila gaat door diverse stadia. 1) ik ben mijn slipper ‘twijt’! 2) mijn slipper gaat zinken! 3) de visjes eten mijn slipper op! 4) nou moet ik hinkelen maar dat kan ik nog niet! Ach gut. We troosten haar zo goed als gaat en het vooruitzicht van nieuwe slippers en de wetenschap dat papa haar voorlopig even draagt maken een hoop goed.

We checken in in onze kamer, rukken de badkleding uit de tas en gaan op een holletje naar de zee. Plons! Aaahhh… Ik kijk op mijn horloge: 15.00 uur. Precies 23 uur geleden vertrok de nachttrein. Onze triathlon zit erop, we mogen nu echt beginnen aan The Big Nothing. Jeuj!

DSC02807-klein

 

Crazy Christine
Maandag 4 februari 2013. Koh Lanta, Thailand.

Na een paar dagen luieren en een dagje doktertje spelen in en om ons huisje in verband met een afgescheurde teennagel van Tara wordt het tijd om The Big Nothing te verruilen voor A Little Bit of Something. We besluiten daarom een tuktuk te huren. De meiden hebben altijd veel plezier in zo’n ding en wij zien een aantal voordelen: we zijn lekker mobiel, we zitten (veelal) in de schaduw en het is natuurlijk een mooie manier om iets van het eiland te kunnen bekijken.

Een restaurant vlak bij ons resort verhuurt zo’n gevaarte voor 500 baht per dag, zo’n 12 à 13 euro. Je paspoort is je borg. Je moet een tuktuk in dit geval zien als een handgeschakelde scooter waar op ingenieuze wijze een bak aangeknutseld is, zodat een driewieler ontstaat. De indeling van tuktuk’s lijkt regionaal bepaald: soms één bankje recht achter de bestuurder, soms twee bankjes tegenover elkaar in het verlengde van de bestuurder en hier op Koh Lanta een L-vormig bankje. Voor de kinderen zijn helmen beschikbaar. Nou ja, maatje jongvolwassene, maar toch: er zit iets van bescherming op hun hoofd.

DSC03017_kleinDSC02964_klein

Maarten laadt al zijn vrouwen in zijn wagen en dan gaan we van start. Op naar Saladan, om de slippers van Mila te vervangen. Het besturen van de tuktuk blijkt even zoeken. Omdat het dus eigenlijk zelfbedachte zijspan is, maar geen echte, trekt de scooter ongecontroleerd naar links bij het optrekken. En bij het remmen trekt ‘ie net zo bokkig, maar dan naar rechts. En eerlijk is eerlijk: voor een lichtelijke controlfreak als ik is dat… nou ja, later we zeggen ‘lastig’. Ik ben thuis uiteraard altijd de beste bestuurder en zit als een Hyacinth Bucket (Bouquéééét!) naast Maarten alle fietsers aan te wijzen en op de mat van de bijrijder zitten mijn slijtageplekken van het meeremmen. Om dan nu even lekker achterover te leunen en te genieten van het landschap, nee. De tuktuk en ik staan op gespannen voet met elkaar, omdat ik het gevoel heb dat hij bij elke stuurbeweging, schakeling of remmanoeuvre probeert mij eruit te gooien. En echt, dat doet ‘ie!

In Saladan slaagt onze slippertjesmissie wonderwel snel. Ik probeer Mila nog een leuk paar Havaianas aan te smeren (Kijk eens hoe leuk Mila! Meisjesslippers met roze en gouden bloemen!) maar nee. Madame wil een paar Thaise slippers met een kerriekleurig velours voetbed en een giga stoffen bloem erop. Ieks. Maar ja, als die iets in haar hoofd heeft… Het worden dus die Thaise slippertjes. Eens zien wanneer we weer op de boot gaan, dan kan ze er misschien weer één kwijtraken…

We maken nog een korte snuffelstop bij een winkel die het best aan te duiden is als Makro meets Blokker meets Gamma meets Xenos. Gereedschappen, waaronder de meest scherpe hak- en kapmessen liggen naast prachtige schalen, serviesgoed, kookgerei, speelgoed, allerhande plastic mandjes en manden, batterijen, rattengif, skippyhertjes, sikkels, potloden en gummetjes, muizenvallen, broodtrommels, enorme dienbladen, cijfersloten en sandalen. Een walhalla als je houdt van rondneuzen, een hel als je drie of vier bent en nergens aan mag komen… We kijken dus even om ons heen, laten de meiden een speelgoedje uitzoeken (want we hadden natuurlijk nog he-le-maal niks bij ons…) en nemen dan met de slippers en nieuwe jurkjes voor de meiden op zak even ergens een lekker mangosapje en besluiten het eiland verder te verkennen. We hebben nu immers vervoer, dus het is een uitgelezen dag voor een ritje.

Om de verstandhouding tussen tuktuk en ik nog verder te verslechteren blijk ik de walvis van het gezelschap en maakt het ineens héél veel uit waar ik zit. Want dat piepende geluid dat je steeds hoort, dat is het voorwiel dat loskomt van de grond wordt mij medegedeeld. Nee, nou wordt ‘ie lekker. En of ik, als we de berg op rijden, toch vooral mee naar voren wil leunen anders haalt hij het niet. Waarom is dat nou nooit zo als die Thai ons ergens naartoe brengen? Maarten doet echt zijn uiterste best dus ik geef gewoon de tuktuk de schuld. De meiden merken gelukkig niets van mijn klamme handpalmen en klotsende oksels en zitten breeduit lachend achterin met hun te grote helmen tegen elkaar te botsen terwijl ik tuktuk in gedachten herhaaldelijk achterstevoren uitspreek.

Goed, op vlakke stukjes zonder bochten en met goed wegdek is het echt wel genieten hoor. De eenvoudige huisjes, de rubberbomen, de enorme hoeveelheid palmbomen die afgeladen vol hangen met kokosnoten, de prachtige bloeiende struiken en bomen, het loslopende vee dat loopt te grazen… het is een heel ander Thailand dan het gekkenhuis dat Bangkok heet. Tegen half vier landen we op een strandje waar we een half uurtje schelpen zoeken. Een favoriet klusje van de meiden, die het liefst het halve strand in de dagrugzak laden om mee naar huis te nemen. Elk schelpje, hoe klein of kapot of gewoon lelijk ook, is in de ogen van onze kinderen prachtig en verdient een nominatie in papa’s grote rugzak voor een enkele reis naar ons kikkerlandje. We stoppen alles in een plastic zakje en gaan De Grote Uitsorteer Discussie op een later tijdstip aan. Rond een uur of vijf rijden we terug naar ons resort en brengt Maarten de tuktuk, die ik inmiddels heb omgedoopt tot Christine naar het boek van Stephen King, weer terug naar het restaurant. Opgeruimd staat netjes!


Poedersuiker
Donderdag 7 februari 2013. Koh Lipe, Thailand.

Na een aantal dagen op Koh Lanta wordt het tijd om ons onderkomen te verruilen voor iets anders. We gaan met TigerLine Ferries naar Koh Lipe, een klein eilandje waar naar verluidt de eerste pinautomaat nog geïnstalleerd moet worden. We zorgen dus voor voldoende cash op zak – is ook gelijk een veiligheidsrisicootje, maar goed.

We worden door de ferrymaatschappij om 8.30 uur opgehaald bij ons resort. Tenminste, dat is het plan. Om 8.30 uur stopt er inderdaad een afgeladen pick-up, waarvan wij ons afvragen hoe we daar, met onze bagage, nog bij moeten. Dat heeft de chauffeur ook in het snotje. Hij rent op ons af, steekt twee vingers in de lucht en roept: ‘Twenty minutes’. Prima, dan redden we het nog makkelijk. Die twenty wordt thirty, en bij fortyfive besluit Maarten er een telefoontje aan te wagen. ‘The driver is on his way’. Iets later stopt er weer een pick-up en daar passen we nog met gemak bij. Bij het verzamelen van de bagage stapt Mila in een onbewaakt ogenblik op Tara’s zere teen. Hoppa, bloeden natuurlijk. Tara heeft gelijk véél verdriet. Allereerst omdat het zeer doet, maar daarnaast (en dat verdriet is eigenlijk nog groter) omdat ze vreest dat ze nu wéér niet mag zwemmen. Ik hijs een snikkende Tara op schoot terwijl Maarten in de daypack duikt voor een pleister. Een meisjespleister met hartjes, zeggen we troostend. We plakken hem om haar teen in een schuddende achterbak terwijl de pick-up driver uit alle macht probeert de verloren tijd in te halen. We vliegen over het asfalt. Christine lijkt opeens een schattige scootmobiel, dat idee.

Op onze tickets staat dat de ferry om 10.00 uur vertrekt en dat je vanaf twintig minuten voor vertrek niet meer aan boord kunt. We zijn maar net op tijd en krijgen alle vier een sticker met de letters LP opgeplakt alsof we echte cruisepassagiers zijn. Eenmaal op de pier is het echter een oase van rust. Er is geen ferry te bekennen. Typisch zo’n actie. Je het snot voor de ogen rijden om een ferry te halen die er nog lang niet is. We halen nog even wat te drinken en wachten tot de ferry er is. Die komt tegen elven, een uur later dan gepland. Dat houdt in dat onze aankomsttijd op Koh Lipe ook een uur later is, pas tegen vieren.

DSC03116_kleinDSC03125_klein

Aan boord zoeken we een plekje en maken we het ons gemakkelijk. De boot maakt een aantal stops, waaronder bij Hat Yao. Daar springen ook enkele verkoopsters aan boord met sandwiches, chips, warm(ige) maaltijden en fruit in zakjes. Oh, fruit! Daar hebben we zin in. We slaan flink in, heerlijk. Net als we onze tanden er in willen zetten loopt een mannetje van de ferry door het gangpad en roept ‘Lipe, Langkawi, change boat!’. Huh? Nog een keer luisteren. Ja hoor: ‘Lipe, Langkawi, change boat!’. Overstappen dus. Daar gaan we, met twee rolkoffers, drie grote rugzakken en een daypack, een hoes met onze Deryan slaaptentjes, twee kinderen, een stuk watermeloen en drie stukken ananas. Handig. Gelukkig hebben de ferrymannetjes vaker met dit bijltje gehakt en op één of andere manier gaat alles vlekkeloos over naar boot nummer twee.

20130206_154731_klein

Het laatste stukje van de overtocht is Mila in dromenland en stuitert Tara op en neer tussen het bovendek en de stuurhut, waar ze bij de kapitein op schoot mee mag kijken over de Andaman Zee. Prachtig, ze geniet. Dan komen we aan bij Koh Lipe. Eerst 20 baht pp betalen voor behoud van het eiland en haar infrastructuur – hmhm – en dan 50 baht pp voor de overtocht met kleine bootjes van de drijvende aanlegsteiger naar het strand. Maarten gooit beide keren zijn charmes in de strijd en zegt: ‘Kids for free?’. En zo besparen deze knieperds weer 140 bath over de rug van de infrastructuur van Koh Lipe.

Even later stopt het bootje bij het strand, onze bagage en de kinderen worden overboord gehesen en met semi-elegante sprongen zijn wij ook aan wal. Wauw, dat zand! Spierwit en fluweelzacht. Een van de eerste dingen waar ons oog op valt is het bordje ATM – goed, dat is dus ook achterhaald.

DSC03167_kleinDSC03165_klein

Bepakt en bezakt sjokken we na deze toch best lange reisdag naar het Green View Beach Resort waar we onze intrek nemen in een beachfront bungalow. Heel even hebben we discussie met de stugge Italiaanse eigenaar omdat we ook graag echt beachfront willen zitten en niet op de derde rij. Uiteindelijk krijgen we dat voor elkaar en hebben we de allereerste bungalow die rechtstreeks uitkomt op het hagelwitte strand. En waar bungalow staat mag je ook best ‘rieten hutje’ lezen, want daar komt het wel op neer. Maar dan wel een rieten hutje met keurige badkamer, ventilator, goed bed met dito klamboe en voldoende ruimte voor de twee Deryantentjes voor de meiden. Ontbijt of andere maaltijden zijn hier niet verkrijgbaar maar ach: twee stappen naar links of rechts en het stikt van de etenstentjes op het strand. Hier vermaken we ons wel zes dagen.

Tara vat het strand even later pakkend samen: ‘Het is zó zacht, het lijkt wel poedersuiker!’. En dat klopt. Ondertussen druppelen de berichten binnen van de situatie in Nederland en dan vooral regio Nijmegen: sneeuw, sneeuw, sneeuw. Dus terwijl we mijlenver uit elkaar zijn, zitten we toch allemaal in het witte poeder. Wat gezellig!

DSC03171_klein20130206_182107_klein-1024x768

Days at the beach
Woensdag 13 februari 2013. Koh Lipe, Thailand.

Allereerst: het heeft inderdaad lang geduurd voordat er eindelijk weer eens een nieuwe blogpost was. Excuus voor degenen die dagelijks of regelmatig ons blog checken (ja, die zijn er. Vinden we héél leuk om te horen!) maar de grumpy eigenaar van het resort (och, een verzameling rieten huisjes kun je met een beetje marketingskills inderdaad best resort noemen) op Koh Lipe veranderde vrijwel dagelijks het WiFi-wachtwoord, Skypen was wegens bandbreedterestrictes niet toegestaan, we waren enorm druk met schelpen zoeken en het was gewoon warm. Heul warm.

Eerlijk is eerlijk: op Koh Lipe ontwikkelde zich een patroon dat door de een wellicht oersaai genoemd zou worden, maar persoonlijk was ik er erg aan toe. Dat ging zo'n beetje als volgt: opstaan, ontbijten, zwemmen in zee, lunchen, verkoeling zoeken in de schaduw, zwemmen in zee, eten, kinderen naar bed, lezen op de veranda, slapen. Zeer voorspelbaar en laagdrempelig en daardoor konden alle grijze cellen ook even een paar dagen lekker pauze houden – afgezien van het lezen dan. Inmiddels ben ik dus halverwege deel drie van Vijftig Tinten Grijs (boring!) en weet Maarten alles over het leven van Steve Jobs.

Omdat er ook mensen zijn die helemaal niet snappen wat wij in vredesnaam met twee kleine kinderen in het verre Azië moeten, zullen we onze zon-zee-bountystrand-verhalen even nuanceren. Dan kunnen zij tevreden achterover leunen en 'Zie nou wel!' zeggen. Komt 'ie. Op dag drie legde er schuin naast ons resort (maar vol in ons blikveld) een gigagrote, lelijke roestige grijze stalen boot aan, type landingsvaartuig. In de twee dagen erna werden er auto's, graafmachines, wapeningsstaal, vaten brandstof en allerhande andere goederen afgeladen en -getakeld. Een minder mooi uitzicht dus. Toen de boot uiteindelijk helemaal leeg was, werd hij gevuld met het verzamelde afval van het gehele eiland – gelukkig was het toen voor ons tijd om te vertrekken. Daarnaast hadden we een eco-friendly resort, wat inhield dat er geen airco was en alleen warm water beschikbaar was in grote tonnen die door de zon verwarmd waren. Maarten probeerde het dagelijks met opbeurende kreten als 'Het is eigenlijk echt wel verfrissend hoor!' en 'Je moet er gewoon even aan wennen' (en dat was ook wel zo...) maar ik moest af en toe echt even in bikkel-modus om het te kunnen waarderen.

Ook het zeeleven is er soms niet te vertrouwen. Op onze tweede dag staan we met de meiden in zee, als Maarten plotseling een damesachtig gilletje slaakt en naar zijn been grijpt. 'Ik word in mijn kuit gepikt door een vis!!'. Tuurlijk schat... ik weet dat je heerlijke kuiten hebt van al dat mountainbiken, maar je kunt het ook overdrijven. De volgende dag ben ìk echter aan de beurt, maar dan wordt het natuurlijk ineens een ander verhaal! Een vis! Die in mijn kuit pikt! Ik ben in staat het water ijlings te verlaten, maar wil de meiden niet bang maken en doe het af met 'Oh, dat is gewoon weer die pikvis. Niks aan de hand...' terwijl ik de bodem van de zee afspeur naar de dader. Tsja, en verder was het op Koh Lipe gewoon hemels!

Maarten heeft zich er gewaagd aan een bezoekje aan de kapper. Voor 200 baht (5 euro – vaste prijs voor mannen en vrouwen, ongeacht het gewenste kapsel) dus dat was een koopje. Hop, tondeuse erover op standje twee en hij kan zich weer vertonen. Tara en Mila hebben zich bij een schoonheidssalon elk twee vlechtjes laten zetten met van die kraaltjes er onderaan, dus ook die waren helemaal blij. Ikzelf loop al een poosje te rommelen met m'n haar omdat ik het langer wil laten groeien. Mijn lieve collega's bij RWB herinneren zich mijn gezucht en gesteun nog wel – nou meiden, dat is nog niet voorbij. Ik heb een bloedheet hoofd met zo'n dik pak haar erop en met een doek erin probeer ik het naar achteren te houden en tegelijkertijd een soort jeugdige beachbabe-look af te dwingen maar met gematigd succes. Jullie zijn straks dus nog niet van het gezeur af.

DSC03289 kleinDSC03314 klein

Op een avond liepen we over het strand te zoeken naar een restaurantje om te eten toen het begon te regenen. Wandelden we eerst nog stug door (want niet van suiker), na een minuut of wat ging de schuif boven goed los en barstte er een flinke tropische regenbui los. We doken een willekeurige bar in om te schuilen, maar toen de bui voorbij was vonden we het onfatsoenlijk om gelijk weer door te lopen. Dus eerst maar eens een drankje besteld en op ons gemakkie opgedronken en toen weer verder.

De visrestaurants doen goede zaken hier, en het is een prachtig gezicht. Grote tafels met gekneusd ijs met daarin een keur aan vis, (giga)garnalen, krab en kreeft. Bij sommige restaurants ligt zelfs een hele marlijn op de ijstafel. Wat een pracht van een dier! Tara en Mila staan steeds met hun neus vooraan, waarbij Mila ons af en toe om bevestiging vraagt of de vissen wel dood zijn. Ja hoor lieve schat, die zijn dood.

De volgende dag lijkt de regen en het onweer van gisteravond zijn weerslag te hebben gehad op de zee. Het stikt er ineens van de kleine kwalletjes. We durven het niet aan om daar in te gaan, dus trekken we de stoute schoenen aan en gaan naar een resort twee deurtjes verder waar een zwembad bij is. Heel in de verte zien we wel een bordje 'the pool and deck chairs are for guests of the resort only' maar eigenlijk is dat niet euh... niet euh... te lezen vanaf hier. We leggen onze sarongs op gepaste afstand van het zwembad in het zand en kieperen de kinderen in het zwembad. Heerlijk, genieten geblazen. Iets later op de ochtend zijn we nog steeds niet verjaagd dus durven we wel een stapje verder te gaan: we nestelen ons op twee heerlijke matrasjes op het zonnedek. Ooohh, wat lekker! Véél beter dan die eco-friendly back-breaking bamboebedjes bij ons resort, waar een fakir nog voor zou bedanken. Om ons geweten te sussen lunchen we tussen de middag bij het zwembadresort, dus daarmee is naar ons idee het illegale zwemmen voldoende gecompenseerd. Lekker hoor!

Lees verder in Maleisië

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!