Kilo’s voorpret
Juni 2019, Nederland

Nog maar een weekje school en twee weken werken, dan is het voor ons officieel vakantie. We merken aan alles dat we er klaar voor zijn. Niet alleen om vrij te zijn, maar vooral ook om samen weer op reis te gaan. Indonesië wordt het dit jaar. Het land waar we in 2004 voor het eerst met zijn tweetjes naar toe gingen (Sumatra). Het land waar we in 2011 onze lange reis met zijn viertjes afsloten (Bali). En nu dus het land waar we met zijn zessen gaan proeven van het moois dat er te zien, beleven en te proeven valt (Java en Bali).

Met vier kinderen zo’n onderneming aangaan, is niet helemaal de weg van de minste weerstand. Tenminste dat gevoel hebben veel mensen die met hun gezin nog nooit in Azië of ver op reis zijn geweest. En eerlijk is eerlijk, vooral de heenreis die zo’n 35 uur in beslag gaat nemen, roept nu al wel eens een kriebel in de buik op. ‘Ja maar, het was zo’n goede deal’ bedenken we tegelijkertijd, KLM heeft vast leuke filmpjes aan boord en een nachtje bijkomen in Taipei voegt vast ook weer een leuke ervaring toe. Ook heeft onze jongste Maas niet de meest makkelijke leeftijd en heeft de beste jongen er nogal een kop vol eigen plannen en ideeën opzitten. En bovenal zijn we met 6 man sowieso een wat logger gezelschap dan een gemiddeld gezin. Buiten dat, zien we het vooral als een heel gaaf avontuur. De maanden van inlezen, routes uitstippelen en passende accommodaties zoeken heeft al kilo’s voorpret opgeleverd.

En niet alleen voorpret, maar het volgende schema als resultaat:
• Vlucht naar Taipei
• Taipei, Kuva Chateau (1 nachtje)
• Ubud, huis via Airbnb (4 nachten)
• Vlucht Yogjakarta door naar Magelang, Puri Asri Hotel (4 nachten)
• Yogjakarta, Eastparc Hotel (3 nachten)
• Separa, Villa Isabella Putri B&B (1 nacht)
• Karimunjawa Islands, Ayu Hotel (5 nachten)
• Solo, Best Western Premier Solo Baru (2 nachten)
• Malang, Harris Hotel Malang (4 nachten)
Vlucht Bali
• Badung, huis via Airbnb (4 nachten)

En waar we dan zo naar uitkijken, is voor iedereen verschillend. Maas van 2 is waarschijnlijk nog niet zo met verwachtingen bezig. Alhoewel hij wel al een neerstortend vliegtuig heeft nagedaan als we het over de vakantie hadden. Of het was een stuntvliegtuig? Voor beiden tekenen we maar niet. Jip van 6 is wel een stukje concreter. Het vliegen, de apen op Bali en het snorkelen met haaien op de Karimunjawa eilanden. Oh ja, en elke dag sateetjes eten. Suze kijkt erg uit naar de zwembaden die we tegen gaan komen. We hebben al wat kneuterige waterparken gevonden op Java en dat kunnen we vast een keer gaan beleven. Verder lijkt het haar ontzettend leuk om met haar vriendinnetje Fleur vijf nachten op een tropisch eiland te zitten. In Yogjakarta zullen we een bevriend gezin treffen en vandaar samen naar de archipel trekken, zo’n vier uur varen ten noorden van de stad Semarang op Java. En de reis ernaartoe die we met elkaar maken, is sowieso een tijdrovende onderneming. Daar weten de meiden wel raad mee met elkaar.

kinderreisboek Bali met kinderen

Madelief is van plan haar eerste vakantiegeld uit te geven in Taipei. De kop kan er maar af zijn. Daar staat een nachtmarkt op de planning. Ook is ze nieuwsgierig naar de vulkanen op Java en de Borobodur. Natuurlijk staat zwemmen ook op haar wish-list. Oh ja en een nacht op een onbewoond eiland met enkel een tentje. Zoveel verwachtingen zoveel wensen. Een bont gezelschap maakt dat we vast ieder voor zich het zijne eruit pikken. Ervaringen sowieso om heel erg naar uit te kijken... Laat maar komen!

 

Bali it is...
Zaterdag 6 augustus 2019. Magelang, Java, Indonesië.

‘Satu, dua, tiga, empat, lima, enam, tujuh....en dan weet ik het niet meer’, zegt Suze. We zitten in een minibus op weg naar het vliegveld. Het boekje Bahasa Indonesia biedt vertier. Elke dag minstens tien nieuwe woorden leren, hadden we ons ten doel gesteld. We hebben nu drie volle dagen gehad op Bali. Dus onze woordenschat is nog steeds erg bescheiden. Maar het begin is er. En zo geldt het ook voor onze vakantie. In Umah Ting Ting hebben we deze eerste dagen genoten van een eerste cq hernieuwde (voor een deel van de groep) kennismaking met Bali. Dit huis van kunstenaar Ting Ting hadden we deze eerste dagen helemaal voor ons zelf. Met eigen zwembad, drie slaapkamers, een grote tropische tuin en zelfs eigen huistempeltjes was dit een fijne landinsgplek. Weg van de toeristische drukte van Ubud, maar dichtbij genoeg om er in een half uurtje heen te lopen. Ontbijt bij warung Ting Ting bood elke ochtend een passende aftrap van onze dag. Slenterend ernaartoe langs de kleine winkeltjes, wierook in onze neuzen, offerstukken verspreid op de grond en bloemen bij de vele familietempels waardoor we ons helemaal in een nieuwe wereld waanden.

zwembad Bali Indonesië

Thuis in Nederland besloten we al het de eerste dagen rustig aan te doen. Tegen beter weten in overigens. Na een eerste dag de omgeving en Ubud zelf te verkennen, hebben we op dag twee de Campuhan ridge walk gedaan. Een bekende wandeling die je over een verhard pad naar een bergkam boven de rijstvelden van Ubud brengt, ten westen van de stad. Aan beide kanten van de klif ligt een diepe kloof en een flinke stroom water. Vanaf de Campuhan Ridge heb je een prachtig uitzicht over de omringende valleien naast en onder je.

Op Bali kennen ze meerdere oogstmomenten en de rijst stond er in dit deel deels droog en deels vers geplant bij. Onze harten gingen sneller kloppen van deze groene oases. De weerspiegeling van de wolken in het water van de velden maakte het extra mooi.

De kinderen waren op een andere manier onrustig. De Bali love swing was op de heenweg van de wandeling al gespot en dat leek vooral Madelief wel de hit van de dag te worden. En als het in haar hoofd zit, zit het niet in haar... Ze zou het als het nodig was zelf betalen, dus. Twee vriendelijk lachende mannen zweepten de schommel naar grote hoogte. Lekker cashen voor deze kerels, maar zowel Madelief als Suze vonden het gelijk al hun 50.000 rupiah (€3,-) dubbel en dwars waard. Niks meer aan doen voor zover.

Kindervakantie Bali schommel swing

Zondag rustdag. Niet voor ons. Bali Greenbike klopte stipt half tien op de poort. Vandaag gaan we fietsen. En niet zomaar ergens. In de omgeving van Mount Batur waar we met een auto heen werden gebracht, stonden in een open veldje allemaal mountainbikes klaar. Jip mocht op de aanhangfiets, voor Maas was er een eigen zitje op een van de vele voor het oog prima uitziende tweewielers. De kinderen waren enthousiast. Met een helm scheef op hun hoofd trapten ze voortvarend de kilometers weg.

De route van net iets meer dan 23 km ging grotendeels downhill. Goed kunnen remmen, was dus belangrijker dan een beresterke conditie. De route leidde ons over smalle jungle paadjes. Over hobbelige zandweggetjes tussen huizen door en langs groene rijstvelden. De stopjes die de gids voor ons in petto hadden, leerden ons meer over het lokale leven. In een dorpje waar de tijd al jaren stil leek te staan, mochten de kinderen zelf offerstukjes maken, terwijl Maas geobserveerd bij de haan bleef hangen die vanmorgen het hanengevecht van het dorpje had gewonnen. Het vlechten van de offers is hier echt een vrouwen aangelegenheid overigens. Een ‘goede’ vrouw zou er zelfs 40 in een uur kunnen maken. Dat doen we ze niet na, maar het resultaat zou vanavond wel moeten voorkomen volgens de gids dat er geen kwade geesten het houten huisje binnen treden.

Met de wind door onze haren voltooiden we de prachtige tocht. Morgen weer, roepen de oudste drie. De vlucht met Air Asia die op ons wacht, is een goed excuus. Java wacht!

Vakantie Bali met kinderen fietsen

En weer terug bij maandag in het hier en nu. We wachten vandaag nog even, voordat we echt kunnen landen op Java. Het toestel van Air Asia heeft nog geen toestemming gekregen om te landen op het vliegveld Adisucipto. We cirkelen en cirkelen en cirkelen. Met de verschillende vulkanen die boven de wolken uitsteken als onveranderd decor. Maas pakte gelukkig wat slaapmeters op hoogte en is net wakker geworden. Hij had een dik uur gelee bijna zijn vliegtuig gemist door in de rij tijdens het boarden de Balinese vrijheid te ruiken. Na spannende minuten vonden we meneer een paar ruimtes verderop rustig zittend voor een enorm raam. Als ie ons ziet, wijst ie enthousiast naar de vliegtuigen die bij bosjes stijgen en landen. Waar ouders zich al druk om kunnen maken, hoor je hem denken. Suze kijkt soezerig voor zich uit, ze zit sowieso nog in de wolken met haar hoofd. Ze teert nog steeds op haar ritje zoeven achterop de fiets bij president Widodo ;-).

De extra rondjes van de zaak hierboven hadden niet gehoeven. Het uur tijdsverschil, het is er vroeger, is dan weer wel een fijn cadeau. Met een grote glimlach zetten we voet op vaste Javaanse bodem. Het gaat vervolgens allemaal heel soepel.

De tassen hebben we binnen een kwartier in de hand en onze chauffeur van de minibus loodst ons naar zijn wagen. De rit naar Magelang duurt op papier een dik uur. Daar zit hem net de clou. De beste man heeft zijn rijbewijs op zijn nachtkastje laten liggen en we duiken met hem en de minibus hartje Yogjakarta in. Leuk en aardig, maar de tig scooters maken het tot een volgepropt gebeuren. En de ‘Jalan alternativ’ die de man vervolgens heeft verkozen boven de highway had in deze situatie ook niet echt gehoeven. Drie uur later tikken we pas ons nieuwe stekkie aan. Het is donker, we zien nog niet zo goed waar we zijn terechtgekomen. Maar het lijkt dik in orde.

 

Beatles, Borobodur en Becaks
Maandag 8 augustus 2019, Magelang, Midden-Java, Indonesië

Als we ‘s ochtends bij daglicht naar buiten gaan, worden we verrast door een prachtig uitzicht op een vulkaan. Dat is nog eens mooi wakker worden. Jip is al sinds weken gebiologeerd door vulkanen en dit wordt nu nog eens exponentieel versterkt. ‘Als lava met water in aanraking komt, versteent het toch, mama?’ Het lijkt me een geruststellende gedachte voor hem gezien de rivier die ferm langs ons onderkomen stroomt. En om die reden antwoord ik voor nu bevestigend. Het komende kwartier is de vulkaan hét onderwerp en de kinderlijke theorieën erover zijn op zijn minst interessant te noemen.

Gelukkig zorgt het ontbijtbuffet voor serieuze afleiding. Logisch, want de kinderen worden bij alles geholpen. En niet door één iemand, maar door zeker zes man. Maas gedraagt zich als een koloniaaltje en doet zijn nickname ‘de kloot’ weer vol eer aan. De met zorg klaargemaakte boterham met hagelslag smaakt hem dan wel weer erg goed.

Na de ‘vijfde ronde’ van Jip die dat elke keer als een ware mevrouw Stemband mededeelt, zijn we meer dan verzadigd. Een ronde over het terrein van het Puri Asri complex wacht. Beneden bij de rivier vinden we een speeltuin, een breed scala aan fietsjes, waterfietsen in een kleine ganzenvijver en ga zo maar door. En natuurlijk kunnen we ook niet om dat giga zwembad heen. We polderen op zijn Nederlands waardoor we niet veel later allemaal nat gaan. Het hele zwembad hebben we voor ons alleen. De kinderen joelen dat het een lieve lust is en we laten ze maar lekker gaan.

Vakantie Java met kinderen zwembad

Nadat Maas ‘s middags zijn eerste middagslaapje van de vakantie heeft gedaan en nadat de rest gehandbald en geyahtzeed heeft, duiken we Magelang in. Op de kaart ziet het er dorps uit omgeven door groen. In het echt is het ook hier weer een drukke bedoeling. Aan de ene kant gaan de zintuigen mooi op scherp, maar de serene rijstvelden en vulkaan die we als uitzicht hadden, vormen een contrast met waar we nu lopen. We slaan wat drinken en koekjes in bij een kleine ‘Indo maret’ en zoeken een rustige plek om bij te tanken. Tien straten en heel wat kleine warungs, shopjes en vooral brommers verder duiken we maar een Westers uitziend koffietentje in. Er draait muziek uit de jaren zestig en een groepje gesluierde scholieren slurpt van hun iced coffee, terwijl ze luidruchtig kletsend op hun telefoons zitten. De stem van John Lennon overstijgt hun geluid. Op de wand van het café prijken de vier Beatles. Suze vraagt zich af of ze uit Indonesië komen. Wanneer we Maas voor de schildering zetten, weten we dat we te maken hebben met de vijfde Beatle en weten we gelijk waarom de jongen hier zoveel aandacht krijgt. Flitsend kapsel trouwens Maas!

Na een dik half uur lopen, stoepje op, stoepje af, besluiten we terug te lopen naar huis. Een zijstraat naar een moskee brengt ons ineens ook bij de buitenkant van de stad en we zijn verrast door de rust van het plekje.

Alhoewel sereniteit, er zijn kinderen te midden van de rijstvelden aan het vliegeren en ons gezelschap is gelijk als honing. Overal duiken kinderen op die op een afstandje blijven staan en de meiden voelen zich te veel bekeken. Volgens Suze worden we uitgelachen door hen en als een echte wereldreiziger antwoordt ze ‘ik ga hen toch ook niet zo aanstaren als ze naar Nederland komen. Ik kijk alleen terug bij een Chinees iemand’. Tja, we laten deze opmerking maar voor wat ie is en lopen in de schemering huiswaarts. Morgen wacht de Borobodur immers. Iedereen kijkt er naar uit en of dat sociaal wenselijk is, gaan we morgen wel ervaren.

Woensdag
’Sorry, no English’, zegt de bestuurder van de Innova die we vandaag tot onze beschikking hebben. De voorgaande jaren huurden we altijd zelf een auto of minibus. Echt letterlijk kunnen gaan en staan waar je wilt, is optimale vrijheid en ideaal om een land in eigen tempo te ontdekken in onze ogen. Hier is dat ongewoon en je huurt daarbij ook niet zo makkelijk een auto als Europeaan. Vandaar zijn we vandaag dus met 7 man sterk en klaar voor de twee bestemmingen van de dag, de Borodur en Ketep pass.

Het is niet zo ver rijden naar de Borobodur vanaf Magelang. Voor we het weten worden we afgezet bij de ingang. Gelijk drommen straatverkopers om ons heen. We bedanken vriendelijk voor de zonnebrillen, kaarten, koelkastmagneten en stenen beeldjes. Bij de balie voor international visitors kopen we de kaartjes. Flink aan de prijs, maar we krijgen er een flesje water en kopje koffie bij. Het is een stukje lopen naar de gigantische stoepa van 123×123 meter. We zijn niet de enigen, maar dat hadden we ook niet verwacht.

De Borobodur is opgebouwd uit negen etages. Op de bovenste etages bevinden zich 72 kleine stoepa’s die gebouwd zijn rondom een grote stoepa. In de stoepa’s bevinden zich beelden van de boeddha. Volgens het lokale bijgeloof ontvangt wie door de gaten de boeddha aan kan raken eeuwig geluk. Naast het beklimmen van de steile trappen die de etages verbinden, vindt ons drietal dat wel een leuke uitdaging. Want wie wil dat nu niet? De meiden zijn gelijk in de gloria. Jip worstelt met de lengte van zijn armen en blijft proberen, totdat het zweet op zijn voorhoofd staat. Met een zwaaitruc van Suze waardoor zijn arm langer wordt en een uiterste rekinspanning, lukt het hem ook.

Borobudur met kinderen Java

Wij genieten van het indrukwekkende bouwwerk en de weidse uitzichten op de verschillende vulkanen. Ongelofelijk dat de Borobodur eeuwen verborgen is gebleven onder de as van de vulkaan de Merapi en hele dichte begroeiing. Gebouwd in de periode 750-850 is het heiligdom pas herontdekt in 1814. Gelukkig maar en met veel geld en mankracht weer heel mooi gerestaureerd. Maas gaat zijn eigen gang, doet wat apenkooi en heeft hoognodig koekjes nodig denkt ie. ‘Koek eten, eten koek’, schalt het net wat te luid over deze serene plek.

Na een aantal rondjes en heel wat foto’s verder dalen we weer af, de schaduw in. Inderdaad met kokoskoekjes. Het complex is groen en groots opgezet. We wandelen er wat rond en zoeken bij de uitgang onze chauffeur weer op. Niet voordat we nog wat fotosessies hebben afgehandeld. We merkten het gisteren al, we zijn een opvallende verschijning blijkbaar en zoveel westerlingen zien we hier zelf ook niet.

Bij het koffietentje gisteren hebben we wat tips gekregen en ook de ketep pass met uitzicht op de machtige Meripi zou een bezoekje waard zijn. Ook al is het midden van de dag geen ideaal moment, we wagen het er toch maar op in de trend van ‘het gaat om de reis, niet om de eindbestemming’. En het is inderdaad een plezant tochtje door de rijstvelden en kleine dorpjes. Wanneer we flink gaan klimmen, weten we dat we dichtbij zijn. De ketep pass bevindt zich op een schouder die de vulkaan Merapi verbindt met Berbabu op een hoogte van 1200 meter. De merapi hult zich alleen compleet in de wolken. We twijfelen of we een kaartje kopen, maar tasten uiteindelijk toch in de buidel. We worden gelijk doorverwezen naar de ‘movie’. In een zaaltje met bioscoopstoelen waar de geur van mottenballen je vriendelijk tegemoetkomt, kunnen we prinsheerlijk met zijn zessen genieten van een documentaire over de merapi en specifiek de uitbarsting van 2010. Het geluid staat maximaal, het is duidelijk geen kleuterbios. De beelden zijn indrukwekkend, we vrezen dat we straks weer wat vragen te beantwoorden hebben. Al horen we op een rustig moment Maas zachtjes snurken. Wanneer we al even geen lava meer kunnen zien, is de film ten einde. Suze houdt wel van wat ramptoerisme en wil de film nog een keer kijken. Ieder het zijne. Wij kiezen voor een groot bord nassi goreng waar we nog geen 60 cent voor neer hoeven te leggen. Maas gaat voor koekjes. En dan ineens verdwijnen heel even de wolken rondom de top van de Merapi. Wow wat mooi en met de film nog vers in ons hoofd zijn we allemaal onder de indruk.

De dag is qua toeren lang genoeg geweest en we zetten koers naar huis. Bij het uitstappen zeggen we de chauffeur gedag met de toevoeging ‘sorry for the noise’. Wat een drukte kwam er van de twee achterbanken het laatste uurtje, wat een interactie. We zijn blij als ze niet veel later met de snorkelsets in handen richting zwembad huppelen.

Donderdag
We hebben amper last van de vele moskeeën die ‘s ochtends al heel vroeg van zich laten horen. Desalniettemin vindt Maas het net na zessen ook tijd voor actie. We kunnen het nog even sussen, maar besluiten dan maar in het ritme van de locals mee te gaan. Na het ontbijt informeren we naar de rafting mogelijkheden hier op de rivier. Er zit een kantoortje in ons complex en de vele kleurige boten bij de oever waren de afgelopen dagen al gespot door onze oudsten. Het blijkt goed te doen met de kinderen, aangezien het geen regenseizoen is en de rivier dus redelijk rustig stroomt. Jip die als zevenjarige doorgaat vandaag, geeft aan dat hij ‘kneiterhard gaat roeien’, dus het belooft een mooie trip te worden. Maas en moeders blijven thuis. De rest verzamelt beneden, aangevuld door een Japanse dame, bij de rivier waar de eerste instructies volgen en ze met een busje naar de startplek worden gebracht.

Maas reageert enthousiast als ik hem voorstel een ijsje te gaan halen in het stadje. Maar flink zoeken, levert geen enkele rupiah op in onze kamer. Zelfs geen verdwaald briefje in de broekzakken. Matthijs heeft superhandig al het geld opgeborgen in het kluisje op onze kamer. Ik probeer wat codes en Maas ramt een paar keer zonder succes op het metalen exemplaar. Oh ja, eureka, ik had per ongeluk mijn portemonnee meegenomen in een rugzak. Et voila. Er zit een bankpasje en €5,-in. Twee kansen om aan rupiahs te komen. Ik waag het erop, hijs Maas in de kinderwagen, grijp een flesje water mee en begin aan de steile klim om bij de eerste winkelstraatjes te komen. Pinnen is hier sowieso een lastig verhaal. Althans het lukt bijna nooit om meer dan 1 (€62 euro) of 2 miljoen rupiah te pinnen en met de bijkomende transactiekosten is dat pinnen an sich een duur geintje. En ook zonder het vinkje ‘werelddekking’ aan te hebben gezet, kom ik bij de ATM’s hier ook niet verder. Dan maar de Indo maret in, wellicht zijn ze welwillend en willen ze de vijf euro omruilen. Maar nee, dan moet ik naar het postkantoor. Vijf minuten verder. ‘Walking?’, vraag ik tegen beter weten in. Nee, met de motorbike. Maas speelt nog even voor de ingang een stervende zwaan nu we onverrichterzake uit de winkel gaan. Terug naar het hotel dan maar. Daar hebben ze vast een ijsje. Nog geen tien minuten later zit Maas watertandend voor zijn aardbeien ijsje. Maar helaas...hij mot het niet....

De rest van de groep komt ontzettend enthousiast terug in de middag. Ruim twee uren hebben ze een hele gave tocht gemaakt. Mooie rustige stukken en daarbij ook delen waar het flink tekeer ging met goede stroomversnellingen of zoals Jip het noemde ‘waterige watervallen’. Ze mochten zelfs nog even zwemmen en genoten ook van de vele vissers onderweg. Kortom geslaagd avontuurtje.

Raften Java kinderen

Einde van de middag als de zon zijn grootste kracht heeft verloren, gaan we met Jip op stap. De meiden ontfermen zich over Maas en met een zak chips en drinken laten we ook hen tevree achter. We lopen met zijn drietjes een tijdje door kleurige straatjes en kijken onze ogen uit. Moskeeën laten van zich horen, kinderen spelen en kijken even op als we passeren, net als volwassenen die druk zijn met dingen van alledag. Allemaal groeten ze even vriendelijk. Bij een becak stalling mag Jip los en kan ie eens goed kijken hoe ze ervan heel dichtbij uitzien. De vriendelijke oude man die de fietstaxi’s aan het poetsen is, is trots op de ijzeren kleurige rossen. En terecht.

We vervolgen onze weg om bij de rijstvelden te kunnen komen die we vanuit onze kamer aan de overkant van de rivier kunnen zien liggen. Na een uurtje wandelen vinden we eindelijk de brug over de rivier. We laten ons afzakken op de kleiige paadjes die de rijstvelden van elkaar scheiden. Jip is er niet weg te slaan. Wat verstaat die jongen toch de kunst van het genieten. Niks meer aan doen.

 

Yogjakarta met friends
Juni 2019, Yogjakarta, Midden-Java, Indonesië.

Vrijdag pakdag. We verkassen weer. Tempo doeloe, want het is maar 1,5 uur rijden naar Yogjakarta. De kinderen spelen nog even in de speeltuin. Matthijs houdt graag overzicht en pakt de laatste beetjes in. We zijn alweer snel een geoliede machine wat dat betreft. Ik loop nog even naar de Indo Maret voor bananen en tandpasta. Heerlijk even alleen op pad. Genietend van de omgeving en ook van de vele verbasterde en leenwoorden uit het Nederlands die er hier zo op straat te zien zijn. Van parkir (parkeer), mesin (machine), kulkas (koelkast), spanduk (spandoek) tot knalpot (uitlaat), oto (auto), garasi (garage), kopi (koffie) en ga zo maar door. Het maakt in ieder geval een simpel wandelingetje alleen al om die reden erg aardig met overal herkenbare woorden.

Er zijn dan ook meer dan 8000 woorden ontleend uit het Nederlands, overgenomen uit de koloniale tijd. En het einde van deze laatste periode is hot nu. Niet alleen in Magelang, maar overal maken ze zich op voor onafhankelijkheidsdag, 17 augustus. De straten kleuren met de dag meer rood-wit. Ook in het hotel zijn ze druk met de versieringen. Bijzonder hoe onze geschiedenissen met elkaar vervlochten zijn. In het park naast ons hotel ligt als voorbeeld daarvan ook een groot speel vliegtuig met daarop de tekst KLM. Amsterdam – Batavia werd vanaf 1929 al een echte lijndienst en de maatschappij heeft daar ook goed door geboerd.

Net na enen komen we aan bij het East Parc hotel. We hebben twee kamers voor ons zessen. Al vrezen we dat we met veel meer intrek nemen hier. Madelief klaagt als dagen over jeuk en ook Maas zien we constant krabben. Met behulp van Google translate nemen we het zekere voor het onzekere en zoeken een ‘apotek’ en vragen naar ‘something for kutu rambut’. Of we het inbeelden, weten we niet. Maar de apothekersvrouw krabt eerst een aantal keer op haar hoofd, voordat ze met wat aankomt. Gelijk beet! Een potje met een plaatje van een luis en verder een afbeelding van een vrouw met lang blond haar. En dat voor nog geen 60 cent per potje. Koopje! Met handen en voeten proberen we achter de gebruiksaanwijzing te komen. Het wordt waarschijnlijk de meest voortvarende manier, het hele potje. Maar dat volgt vanavond. Eerst lunchen...als de kinderen de welbekende M zien, zwichten de ouders. Het spreekwoord ‘een kinderhand is gauw gevuld’ blijkt maar weer te kloppen. We hebben te maken met letterlijk vier juichende kinderen. De menukaart is wel wat anders dan de Nederlandse versie. En we kunnen ons lachen dan ook niet inhouden als blijkt dat de drie Happy meals naast de mcnuggets een strak ingepakt zakje rijst bevat i.p.v. de bekende frietjes. Haha lekker snacken jongens.

Terug van dit hoogtepuntje willen de kinderen gelijk zwemmen. De glijbanen hier zijn maar een paar momenten per dag open. Eerst verwonderen we ons over de huisdieren hier. Er is een zogenaamde mini-zoo met kleurige vogels, slangen, konijnen en...een paar hele grote leguanen die loslopen. Dat is leuk. De glijbanen zijn dat ook. En hard dat ze gaan. Alleen vaders met kinderen in het water, ook hier weer vooral gesluierde vrouwen. Ik laat het water voor wat het is en verdiep me alvast in wat we de komende dagen hier kunnen zien en doen.

Java met kinderen dieren bekijken

In de avond slenteren we langs de drukke straat naar een mall 2 km verderop. Daar moeten ze een grote foodcourt hebben. Eerst nog een onderdeel van de avondmissie afronden, nieuwe extra potjes voor onze ongenode gasten. We hebben besloten iedereen vanavond maar goed te behandelen. Over een paar dagen gaan we naar een eiland, waar ze dit soort rotzooi vast niet te koop hebben. In een tweede apotheek kopen we de gehele voorraad. In de mall zijn we wat bescheidener. We verbazen ons over de vele westerse merken zaken. Madelief stelt een shopavond voor en ze wil ook wel alleen met Suze morgen ‘als dat mag’. We schudden alleen lichtjes ons hoofd. Op de foodcourt uiteindelijk is er voor ieder wat wils. Maas eet een groot bord witte rijst. En baalt dat ook hier zijn voorraad te snel op is. Tot aan de laatste korrel plukt hij van onze borden. Hij probeert nog wel voor een refill te gaan, maar krijgt nul op zijn rekest. De bananenstapelaar kiest eieren voor zijn geld en gaat dansend genieten van een livemuziek optreden. Niet lang, want om acht uur willen we hem op bed hebben en daarna wacht nog een behoorlijk lange anti-luis sessie. Op de kamer van de oudste drie vindt het festijn plaats. Haren nat, insmeren, 10 minuten intrekken, uitspoelen, wassen met conditioner en daarna met een fijn hotel kammetje de haren uitkammen. Alleen Suze lijkt ze niet te hebben. Gadver wat een gedoe. Morgen maar op zoek naar een fijne kam en dan nog een sessie. Nu snel oogjes toe...

Java met kinderen eten

Zaterdag
Vandaag staat Yogjakarta op het program, ook wel de culturele hoofdstad van Java genoemd. Het staat te boek als een van de leukste steden van Indonesië en als relaxed. Voor dat laatste zijn we zeker te porren. Tot op heden vinden we de steden hier nogal overweldigend qua drukte. We leggen een bodem tijdens het meest uitgebreide ontbijtbuffet ooit. Suze stapelt boterhammen met pindakaas en cornflakes alsof ze de Merapi gaat beklimmen. Madelief werkt vooral flink aan haar suikerniveau en de mannen zitten er mooi tussenin. Wij worden uitgedaagd lokale specialiteiten te proeven. Ze komen met de ene na de andere ‘lekkernij’ bij ons aan tafel. Leuk om te ervaren al was het soms dubbel slikken. We nemen onze tijd, terwijl de kinderen besluiten Leo de leguaan op te zoeken en ballen te gaan tellen in het ballenbad.

Op de kop van de jalan Malioboro worden we later op de morgen afgezet, middenin het toeristische centrum van de stad. We zitten gelijk in de gezellige drukte. Overal marktkraampjes, becaks, paardenwagens, verkopers en eettentjes. Binnen de groep gaan wat harten sneller kloppen. Jip klemt zijn portemonneetje stevig tegen zich aan op zoek naar buit, Madelief glimt ook bij die levendigheid. Duidelijk uit hetzelfde hout gesneden. Deze bekende straat leidt naar het ommuurde paleis van de sultan dat stamt uit 1755. Kraton is de javaanse naam voor paleis. Eens was deze ‘jalan’ de ceremoniële straat die de sultan aflegde op weg naar zijn kraton.

We volgen de route richting paleis. Halverwege duiken we een mall in voor een tankstop. Dunkin donuts wint het van de lokale lekkernijen. En we pakken gelijk een kleding- en schoonheidswedstrijd voor kleine meisjes mee. Jip en Maas zitten front row en zijn gebiologeerd door het gebeuren. We besluiten democratisch Maas aan de winnares mee te geven, maar helaas, er zijn vier meisjes die een eerste prijs verdienen. Dan maar weer in de buggy en riemen vast.

Omdat we weer teruggelopen zijn naar het begin, pakken we de paardenkoets naar het kraton. Maas doet een hinnikend paard na, Suze vindt het zielig en Jip wil heel graag de teugels vasthouden en eigenlijk ook een paard als huisdier. Zo hebben we weer heel wat verschillende smaken aan boord. Lekker is het wel zo’n ritje even.

Veel te snel bereiken we de parkeerplaats bij het paleis. Straatverkopers laten al snel weten dat het paleis dicht is. Morgen nieuwe kansen. Wel hebben ze een goed alternatief ‘gratis batik’. Nou, dat willen we wel. Via sluip door steegjes bereiken we een atelier van een aantal kunstenaars. We kunnen ze niet aan het werk zien, maar de verschillende schilderingen zijn echt mooi. Al zien we ze niet zo snel op onze muren hangen. Jip denkt daar duidelijk anders over. Zonder dat we er erg in hebben, heeft een ie metersgroot doek gepakt met een goudkleurige blauwe draak. ‘How much’ horen we hem vragen aan de oudste kunstenaar van het stel. Hij krijgt gelijk 30% korting, maar we kunnen het gevaarte niet meenemen. Jip vindt het jammer ‘omdat ik zo ontzettend van draken hou’. De mensen van het atelier zijn heel erg vriendelijk en laten van geen kant merken dat ze het jammer vinden dat we niks kopen.

Terug naar huis dan maar, het is al bijna eind middag. We lopen nog langs een veldje waar steeds meer blatende schapen worden gebracht. We staan gebiologeerd te kijken, niet wetende wat de betekenis is. Even later horen we dat er morgen een moslim feestdag is in heel het land en dat er grootse festiviteiten plaats vinden op het grote grasveld voor het kraton. Arme schapen. Wij hebben gelukkig vrolijkere vooruitzichten morgen dan deze beestjes. En vanavond op onze hotelkamers een andersoortige ceremonie met hopelijk dodelijke afloop. We hebben weer flesjes extra ingeslagen voor onze ‘kutu rambuks’.

Zondag
Het is al erg vroeg feest hier in Yogjakarta. Vanaf vijf uur laten de moskeeën als nooit tevoren van zich horen. Het is vandaag Eid-al-Adha. Een islamitisch feest waarin de bereidheid van Abraham wordt herdacht om zijn zoon te offeren voor Allah. Vandaar de schapen gisteren overal die blatend hun einde vast voelden naderen. Een paar uur later hebben wij een meer ingetogen feestje. De kinderen en Matthijs krijg ik zingend op bed en ik voel me jarig en verrast door de met zorg uitgekozen cadeautjes. En door de lieve berichtjes van ouders en vrienden.

De stad Yogjakarta heeft voor dagen vertier in huis. Toch hebben we besloten de stad uit te gaan, de natuur in. We zijn niet echt stadsmensen, maar dit is ook grotendeels gekleurd door het gezelschap wat achter onze broek hangt. We komen hopelijk nog wel eens terug om meer tijd te nemen voor de stad zelf.

Om stipt half elf worden we opgepikt om ons naar het Merapi basecamp te laten brengen. We hadden thuis nooit verwacht dat alles hier zo stipt zou gaan en geheel volgens afspraak. Gisteravond notabene via whatssapp geregeld bij een reisbureautje. Of is dat de goden verzoeken om dat zo vroeg in de vakantie te roepen. In ieder geval zijn we meer dan klaar voor onze Merapi Lava experience.

Na een klein uurtje rijden door mooie dorpjes en getuige geweest van wat slachtpartijen langs de weg, tikken we de parkeerplaats aan waar stoffige jeeps op ons staan te wachten. We kunnen gelijk plaats nemen. Alhoewel eerst moeten er mondkapjes en een helm op. Dat belooft wat. Suze is bang voor luizen en wil de helm in eerste instantie liever niet dragen. Iets met de pot verwijt de ketel.

Na wat foto’s verder, waar onze chauffeur cq gids op staat dat we die nemen, begint de klim omhoog. We schudden dat het een lieve lust is. Niet snel daarna volgt een tweede stop. Weer wil de chauffeur onze telefoon ‘for family picture, please adventure look’, terwijl hij zijn eigen handen omhoog gooit. We volgen als makke schapen met een grote grijns. De volgende stop is wat eens een dorpje was, maar nu de getuigenis van de eruptie in 2010. Resten van huizen, verbrande attributen, waar de hitte en vooral de grote impact uit blijkt. Veel botten ook van dieren. Er is hier niet eens lava gekomen, puur warme dampen die het meeste hebben doen smelten. De mensen waren destijds gewaarschuwd, duidelijk is wel dat ze snel weg moesten en hun waardevolle spullen in de haast achter lieten.

We moeten door. Op naar een plek waar duidelijk is te zien hoe de eruptie grote keien de berg af heeft laten rollen. En ook hier weer een dwingende ‘family picture’. Suze vindt het lastig ‘hij bepaalt toch niet ons leven’, zegt ze geërgerd. Neemt niet weg dat de kinderen de jeeptour heel erg leuk vinden.

De chauffeur maant ze tot staan, zodat ze de ‘adventure feel’ helemaal te pakken krijgen. Dat is niet tegen dovemansoren gezegd. Op het hoogste punt dat de jeep mag komen, lopen we een heel stuk verder omhoog. Tot hier is de lava gekomen. We zitten zo’n drie kilometer onder de top. De stroom heeft voor een indrukwekkende weg gezorgd. Jip en Maas zijn druk met stenen verzamelen. Madelief is bang dat we met onze voettocht omhoog de Indonesische wet overschrijven. We geloven het wel. Dan komt de chauffeur ons achterna. We hebben de ‘limit’ behaald, we mogen niet verder. ‘Activity level 2’, zegt ie. Tot slechts een kilometer hoger zou ‘s avonds lava gespuugd worden door de actieve vulkaan. Wow wat een natuurgeweld hier en bijzonder om er te midden van te kunnen lopen.

Java per jeep met kinderen

Op een andere plek volgt nog weer een hele serie ‘family photos’ en dan dalen we af naar de plek waar ons busje geduldig wacht. Een hele mooie ervaring rijker zijn we. Terug naar de stad via een mooie route door de rijstvelden. Eens kijken of we vervolgens in Yogjakarta het verjaardagsgevoel kracht bij kunnen zetten met een lekker stukje taart. Maar eerst willen de kinderen zwemmen en kunnen wij op ons balkon rustig een drankje doen. Wat een cadeau;)

 

Betoverend Karimunjawa
Donderdag 15 augustus 2019, Karimunjawa, Indonesië.

We worden wakker door de geur van sperziebonen die beneden op het vuur staan en waarvan de geur tussen de vele kieren naar onze kamer stijgt. Hoe laat is het vragen we ons af en wat wordt er een verdieping lager wel niet klaar gemaakt? Het ontbijt is om zeven uur met de voeten in het zand (en gelukkig zonder bonen). Een vroegertje, omdat we vandaag de boot pakken naar de Karimunjawa eilanden. De kinderen zijn verspreid over twee hutjes op het strand. Onze groep is uitgebreid sinds gistermorgen. En hoe! Het was een heel leuk weerzien bij ons hotel gistermorgen. Stijn, Fleur, Ronald en Maroesja sprongen enthousiast uit de minibus die ons allemaal naar het havenplaatsje Jepara zou brengen. Eerst nog even langs de huis-leguanen van Eastparc. En vervolgens in ruim vijf uur noordwaarts.

Het plekje waar we landden, villa Isabella Putri, lag echt op het strand. Erg simpel, maar voor ons en zeker voor een nachtje helemaal prima. Verhalen genoeg om te delen, de eerste Bintangs weer sinds dagen en we zagen met elkaar de zon in het water zakken.

Verhaal 4 foto 1

En nu dus met elkaar naar een prachtige eilanden archipel, de Karimunjawa eilanden. Deze bestaan uit 28 eilandjes, waarvan er maar 3 of 4 bewoond zijn. Ze zijn niet erg bekend. Mede, omdat ze niet op de standaard reisroute door Java liggen. Het toerisme staat er dus nog flink in de kinderschoenen. Maar de zee en stranden moeten echt bounty pur sang zijn.

Van tevoren hebben we de bootkaartjes al geregeld. Niet elke dag gaat er een boot en daarnaast heb je twee versies; een snelle en een langzame. Wij gaan voor de eerste variant. Het is een georganiseerde chaos in het kleine haventje. Er worden sateetjes gebakken, water verkocht en mensen staan met dozen in de rij voor de ‘tiket-bali’. Nadat we onze paspoorten hebben laten zien, nog wat geld hebben neergelegd voor het National park dat we daarmee straks gaan betreden, kunnen we aan boord. Stijns ogen blinken als blijkt dat we VIP-stoelen hebben geboekt. Comfortabele leren stoelen en een mega televisie met karaoke. Appeltje eitje die overtocht. Alhoewel. Na een half uur varen, wordt de deining sterker. ‘Waterturbulentie!’, roept Jip als we haast los van de stoelen komen. We zien de zee met horizon veranderen in blauwe lucht en weer omgekeerd. We schudden van links naar rechts. Het enige wat we kunnen doen, is het ondergaan en hopen dat dit er allemaal bijhoort. We hebben ook geen zeemansbenen natuurlijk, dit zal vast een relatief rustige zee zijn. Dus helemaal in control houden we ons voor.

Het gewiebel is compleet vergeten als de loopplank wordt uitgelegd. Azuurblauwe zee om ons heen en we zijn nog maar in de haven. Dat belooft veel goeds voor de komende dagen. We gaan ieder onze weg. Wij worden opgehaald door mensen van Ayu hotel die vervolgens bij aankomst gelijk een tafel vol pannenkoeken en meloen hebben klaar staan. Wat een gastvrij onthaal. We settelen ons in de twee bungalows, de kinderen spelen met de poesjes die hier rondlopen en schommelen in de hangmatten.

Karimunjawa

Dan lonkt het zilte water. Een klein kwartiertje verderop is een strand, Pancuran Beach. Volgens de vriendelijke Duitse eigenaar van Ayu zijn er veel mooiere strandjes op scooterafstand, maar voor het gemak pakken we de benenwagen naar dit strand. We hebben nog dagen genoeg om de andere verlaten plekjes te ontdekken.

En met dit mooie strand kunnen we het prima doen voor vanmiddag. De kinderen zetten gelijk hun snorkels en duikbril op. Maas ploft tevree met zijn derrière op het strand en met zijn benen in de zee. We slaan ons kroost zonder veel te zeggen vanonder een rieten parasol gade. Stop de tijd!

Woensdag
Het toerisme heeft Karimunjawa nog niet echt bereikt, zeker niet in grote vormen en dan voor een groot deel bestaat de toestroom uit Indonesiërs zelf. Maar diegenen die hier aan land komen, komen zeker ook voor de onderwaterwereld en de prachtige onbewoonde eilandjes met stranden zoals je ze vooral in tijdschriften ziet. We hopen het vandaag in het echt te gaan meemaken. Via ons hotel regelen we met zijn tienen een snorkeltour. We zullen er de hele dag mee onder de pannen zijn. Er zijn heel wat onbewoonde eilandjes en we laten de gids en zijn stuurman, maar de beste voor vandaag kiezen. Met wat snorkelspots onderweg moet dat goed komen. En met een beetje mazzel zien we ook schildpadden. Dat zou echt de kers op de taart zijn.

Als we de boot opstappen, voelen we al dat er een aardige wind staat en de zee wat onrustig is. Het duurt even, voordat we door de branding zijn en we in rustiger vaarwater komen. De azuurblauwe zee met vele tinten turquoise zorgt dat we foto’s blijven maken. Dan gaan we voor anker. De snorkeloutfit mag aan en we kunnen te water. De eerste slagen onder water zijn wat onzeker. Maar na een half uurtje hebben we het bijna allemaal onder de knie. Zelfs de jongsten. Dat maakt het extra leuk. Met elkaar genieten we van de vele kleurige visjes die allemaal familie lijken. In een soort trance hangen we net onder het oppervlakte van het water en verwonderen ons over de wereld onderwater.

Maar er is meer. Een heel mooi onbewoond eilandje, waarbij we onszelf haast in onze armen moeten knijpen of dit echt is waar we aanmeren. Wit fijn poederzand en blauwe zee in allerlei tinten met een vlak oppervlak die we met niemand haast hoeven te delen...ongekend.

Karimunjawa2

Onze gids en kapitein gaan voor ons een BBQ maken. De meegebrachte kokoshelften dienen als brandhout en gesprokkelde takjes als rooster. Grote stukken babytonijn aangevuld met gele watermeloen en rijst met sajoer boontjes staan er op het menu. Wat een luxe en het zijn stukken om u tegen te zeggen. We mogen pas weg als het op is, dus de lat ligt hoog. Terwijl de vis steeds lekkerder wordt, verkennen wij de directe omgeving. De kinderen spelen heerlijk in het zand, de handbal is mee en natuurlijk de snorkels. Onze dag, sterker nog, Karimunjawa kan niet meer stuk.

We worden gematst en mogen met nog twee stukken tonijn over toch het eilandje verlaten. Op naar de volgende snorkelplek waar vooral heel divers koraal te zien is. Jip krijgt nog even privéles van Matthijs. En binnen een mum snorkelt hij alsof hij het al jaren doet. Ook Madelief gaat erg lekker. Ze is zo enthousiast en wijst constant naar mooie visjes. Suze vindt het ook leuk, maar heeft de snorkel niet altijd nodig. Met alleen een bril op kan je namelijk veel dieper. En met coole moves van de boot afspringen, is natuurlijk ook leuk. Gelukkig heeft onze jongste het ook prima naar zijn zin. Telkens als wij van de boot gaan, wil hij ook ‘in zee semmen’. Hij dobbert heerlijk tussen ons allen in met zijn vestje en parmantige blik. Net een drijvend Michelin mannetje met glimmende grote bruine ogen. Maas heeft zich tot op heden nog niet echt opengesteld voor de mensen hier in Java, en dat is vriendelijk uitgedrukt, maar met de gids heeft ie een dikke klik. En met plezier werpt de gids werpt zich op als babysitter. Top!

Karimunjawa3

Bij de volgende verplaatsing is de sfeer wat minder relaxed. De zee is ineens behoorlijk onstuimig. Hoge golven, althans voor de houten boot als de onze, maakt dat we constant een flinke plens zeewater in ons gezicht krijgen en we ons stevig moeten vasthouden. Soms komen we zelfs los van het hout. Het is echt net Walibi Flevo. Maar alles heeft een einde en ineens dobberen we weer op rustiger zee. En we zien een schildpad. Extase op de boot en het imposante beest in kwestie zwemt onverstoorbaar verder. De stuurman helaas ook. Op naar een ander eilandje dan eerst bedacht vanwege de golven. Nu gaan we voor anker op ook een heel bijzondere plek. Ook weer dat witte zand met nu heel laag water, veel krabbetjes en dan weer zee, vervolgens weer water en ga zo maar door. Ook her en der bomen, waarbij de wortels een heel stuk boven het zand uitstaken en een mangrove bos. We hebben het koud gekregen van de natte rit net en de kinderen gaan allemaal languit in het hele lage water loungen. Wat een tafereeltje.

Ook aan de snorkeltoer komt een einde. We zijn allemaal soezerig van het snorkelen, het deinen op het water, de zon en spreken af dat we overmorgen weer op snorkelpad gaan met dit team. Dan hopen we een schildpad wat dieper in zijn ogen aan te kijken. Of ‘baby haaitjes’, want dat blijft numero een bij Jip.

Donderdag
Het hoofdeiland Karimunjawa heeft eigenlijk maar één echt dorpje. In de twee avonden dat we hier op zoek gingen naar een smakelijk restaurantje, hebben we er al een glimp van kunnen opvangen. Vanmorgen gaan we bij daglicht voor de grote rondtoer. Net zoals wij nieuwsgierig rondkijken, doen de bewoners dat naar ons. Het valt ook moeilijk te ontkennen dat we een niet alledaagse verschijning zijn met vier kinderen in ons kielzog. Als we achter elkaar lopend langs de straat voorbijkomen, gaan er menigmaal vier vingers de lucht in. ‘Empat enak?!’ Als we bevestigend knikken, krijgen we steevast een dikke duim terug. We kopen er weinig voor, maar voor de eerste interacties is het wel erg leuk. In een aardig tentje drinken we een verse juice, de middelste schommelen nog wat andere gasten omver, Maas laat horen hoe hard ie ‘no, no, no’ kan gillen en we kunnen weer vol goede moed door.

Karimunjawa4

In de haven struinen we rond langs de dobberende houten boten. Mannen zitten netten te repareren, voordat ze einde van de middag weer uitvaren. De vismarkt begint hier elke morgen om 4.30 en duurt ook maar een half uur. We worden uitgenodigd om te kijken op een vissersboot. We krijgen allemaal een zakje chips en Maas deelt op zijn beurt koekjes uit die hij eerst vakkundig op de grond laat kieperen. Beleefd eten ze de kaakjes toch op en dat doen wij ook met de hete garnalen chipjes. Na een selfie op verzoek van de vissers, wandelen we verder.

De moskee gaat ‘uit’. Een handjevol mannen komt uit de groene gekleurde moskee lopen die als een vuurtoren vanaf de zee boven zichtbaar is. We mogen helaas niet binnen kijken. Dan verderop maar een laadwagen besturen, denken de kinderen.

Het is warm. We lopen via de laundry terug naar huis. De super expres service klonk aanlokkelijk, omdat de meiden door hun ondergoed waren. Maar nu hebben we een aantal kilo natte was. De twee buiten badkamers bieden ruimte aan een groot deel van de was. Gelukkig waait het hier wel lekker door. Pannenkoeken eten dan maar. Daar zijn onze kinderen wel goed in. De dames uit de keuken hier, bakken er graag ongevraagd een aantal voor de hongerige magen. Hierna gaan de oudste drie hun peilen richten op de poesjes die hier rondlopen. Maas leggen we vervolgens op bed, maar dat blijkt geen succesnummer. Tot drie keer toe ontsnapt hij uit het kapotte kattenluik van het campingbedje hier. Tja, slapen is ook voor baby’s. Hij verstopt vervolgens nog wat badkamer artikelen over het terrein en we zijn weer erg gelukkig met elkaar. Vervroegd gaan we over tot het middag program.

Met Ronald, Maroesja & co spreken we af bij Sunset Beach aan de westkant van het eiland. Matthijs gaat op zoek naar een lift. Nog niet zo makkelijk op een eiland waar men zich vooral verplaatst op een scooter. Vanaf tien jaar zeker zie je ze hier al op deze tweewielers rijden. Maar het lukt. Met enigszins een wervelwind achter onze kont, vanwege het ingelaste verstoppertje, stappen we het mooie strand op na een klein tochtje over een smalle en heuvelachtige weg.

Gelijk zijn de kinderen in complete strand- en snorkelmood. En wij ook weer zen. Ze spelen heerlijk een paar uurtjes met elkaar, vinden de ene mooie schelp na het andere stukje dood koraal. Beiden worden gretig bewaard. Matthijs en Ronald snorkelen als warming-up voor morgen en de oudste dames van het geheel laten het gebeuren al keuvelend aan zich voorbij gaan. We wachten de Sunset niet af op deze plek. Heisen de hele bende in een auto en rijden naar het stekkie waar de andere bivakkeren. Een eigen huis op het water, prachtig. De kinderen weten niet hoe snel ze de kayaks op moeten en zien de zon al peddelend in het water zakken. Wij hebben de daybeds ontdekt en met de nodige dorstlessers concluderen we dat dit wel een hele bijzondere plek is om zo gezellig met elkaar te zitten. Leusden is voor ons allemaal wel heel ver weg...

Verhaal 4 foto 3

 

Lost in paradise
Zaterdag 17 augustus 2019, Karimunjawa, Indonesië.

‘Mam, kunnen haaien door rubber bijten?’, vraagt Jip verwachtingsvol, terwijl zijn blik naar zijn waterschoenen glijden. Als het antwoord ontkennend is, vervolgt ie zichtbaar gerustgesteld, ‘dat is waar, alleen nijlpaarden en die heb je hier niet’. Zonder angsten stappen we dus voor de tweede keer deze week aan boord van de houten boot. Er is een klein ruim en een bovendek, wat voor de helft een beschermend dak heeft. Wel nodig ook, want voor je het weet, bak je rood. Met zijn tienen hebben we er weer ontzettend veel zin in. Ook de gids en zijn stuurman zijn in een goede luim.

Het begint weer lekker wiebelig. Voor we het weten zijn we er door en koersen af op de eerste snorkelspot. Iedereen springt gelijk in het water. Ook Maas. De zee heeft een rustgevende werking op deze jongen. Zo gauw hij los van de grond is en lekker kan trappelen en dobberen in het water, is hij compleet zen. Het zoute en golvende water staat hem niet in de weg. Een knikje naar de gids is genoeg om te begrijpen dat wij mogen gaan. En met zo’n eigen groep zijn er altijd ook genoeg ogen die hem in de gaten houden. Heerlijk. We spotten de ene na de andere nieuwe vissoort. Nemo’s, maanvissen, papegaaivissen en tig andere exemplaren waarvan we de naam schuldig moeten blijven. Ook het koraal is een bijzondere wereld hier.

Verhaal 5 foto 1

We worden blij van het enthousiasme van de kinderen en het plezier dat zij ervaren bij het speuren naar al dat moois. De koekjes doen het uiteindelijk ook erg goed bij de vissen. Gegarandeerd lokale drukte. Het lijkt wel een vol aquarium. Er eentje vangen om zelf tebakken, dat lukt Madelief en Stijn alleen niet zo goed. Op zoek naar Eureka dan maar tijdens het uurtje varen naar het onbewoonde eilandje die we vandaag aandoen.

Phoeh, en wat voor een. Eigenlijk is het niet in woorden te bevatten. Zelfs de kinderen lijken onder de indruk. Helder laag water tot aan het strand, wit fijn zand en verder helemaal niemand. Ongekend. Er staan wat schommels. Het kleed gaat uit, de zandspeeltjes mogen uit de tas en de kinderen zwermen in groepjes uit. Ze zoeken mooie schelpen, stenen en vinden een grote zeester. Ook wij lopen wat rond. Het eilandje is klein en het zand heerlijk onder je blote voeten. We proberen de schoonheid in een foto vast te leggen. Het lukt niet. Bestaan er mooiere plekjes dan hier, vragen we ons ons. Geen idee. Maakt ook niet uit. We zijn sowieso geraakt.

Verhaal 5 foto 2

De lunch bestaat ook deze keer weer uit vis van het vuur. Rijst, groenten en de lekkerste sambal en ketjap saus gaat erover. Een groot vat water komt op tafel evenals wat fruit. Wel even lekker zo in de schaduw. Wanneer de kinderen onrustig worden, mogen ze ‘van tafel’ en ze gaan met een stuk meloen terug naar het water. We krijgen nog een klein uurtje. Wat fotomomenten volgen en dan is het tijd terug te gaan naar de boot. Vanwege het lage water moeten we een heel stuk door de zee lopen. Met de rugzak op ons hoofd komt dat helemaal goed.

Ook de volgende snorkelplek heeft weer genoeg moois in petto. We zijn een dik uur onder water, terwijl Suze en Fleur boven op het dek hun Engels én Indonesisch opschroeven met de twee mannen aan boord. Ze gaan later nog wel snorkelen, beloven ze.
Later is voor Suze op de open zee, waar de golven woelig zijn en waar het pittig snorkelen en zwemmen is. Hier zou er een kansje kunnen zijn schildpadden te zien. Een deel van de groep durft het aan. Onze oudste drie zijn er allemaal voor te porren en gelukkig ook niet bang. Dubbelcheck bij Jip. Maar hij twijfelt niet. Eenmaal in het water merken we pas echt hoe onrustig het hier snorkelen is. We bewegen op de golven mee, het hoofd laag en de snorkel boven water. Dan gaat het het best. Het is hier heel diep. We zien weinig. We zwemmen een eind. De boot volgt op gepaste afstand en houdt ons scherp in de gaten. Dan duikt de gids naar benee en wijst dezelfde richting op. Een grote donkere gedaante zwemt rustig onder ons door. Maar veel meer dan dat kunnen we er niet van maken. Het water is te onrustig en daardoor het zicht slecht. Niet getreurd. Ook dit was al een ervaring op zich. Jip verdient diploma D volgens ons; zwemmen in open zeewater. Hij vindt een Z ook een mooie letter. Niks meer aan doen, dat B-diploma komend september geloven we nu wel.
We hijsen ons met moeite aan boord. We gaan richting zonsondergang en doezelen op het dek, totdat we 1,5 uur later terug bij de aanlegsteiger zijn. Topdag in alle opzichten.

Zaterdag
Een bijzondere dag vandaag. Het is niet alleen onze laatste dag hier op het eiland. Het is onafhankelijkheidsdag in Indonesië. Er wordt gevierd dat op deze datum in 1945 het Indonesische volk onafhankelijk werd verklaard. Dit na 300 jaar Nederlandse koloniale bezetting. Ieder jaar, op 17 augustus, wordt deze dag herdacht in ceremonies en feesten over de gehele archipel. Al weken van tevoren zijn de dorpen en steden zich aan het voorbereiden op deze dag. Er zijn sportwedstrijden, optochten met fanfares, praalwagens, gratis concerten en alle scholen marcheren. Ook hier merken we dat er van alles gaande is. Overal hangen rood-witte vlaggen en er hangen pamfletten van de activiteiten. De optocht vanmorgen was iets te vroeg naar onze zin. En de rest van de activiteiten geloven we ook wel.

Na weer een stevig Hollandsch-Indonesisch ontbijtje, pannenkoeken met een bord nasi toe, gaan we op zoek naar een auto met chauffeur die ons een dagje rond wil rijden over het eiland. Snel bingo. De man in kwestie trekt nog even een net shirt aan en een half uurtje later kunnen we gaan. Via Olmah Achy waar de rest bivakkeert, rijden we naar Barracuda Beach. Daar moet een turtle conservation center zijn.
Aangekomen op dat strand is er geen enkele turtle te vinden. Het centrum is ook niet gesloten, het is er domweg niet meer. De chauffeur wist er ook niks van en loopt met ons mee naar het prachtige strandje. Hijzelf komt hier blijkbaar ook nooit, hij begint enthousiast foto’s te maken. Weg op eigen eiland zeg maar vandaag. We bestellen een juice, waarvan de helft weer teruggaat, vanwege te opzichtige viezigheid in de glazen. Buikloop op de boot morgen lijkt ons geen pretje. Dan maar water.

De volgende stop bereiken we na een ritje door het binnenland. Er zijn zelfs wat rijstvelden, zij het in bescheiden omvang. Alles staat droog. De regentijd volgt ook pas in oktober. Wel veel mangobomen en overal staan in bosjes huizen bij elkaar. Soms een koe voor de deur of een geit, meestal wat magere kippen die rondscharrelen. Huizen zijn in aanbouw of staan onafgemaakt puur functioneel te wezen. Waar leven deze mensen toch van? De zwemkleding bij de kinderen gaat aan bij het volgende strand aan de noordkant van het eiland. We zitten bij een sober resort met rieten hutjes en hopen op een hapje en een drankje. De kaart is niet uitgebreider dan nasi goreng, nasi goreng en nasi goreng. We besluiten voor het eerste te gaan. Zes porties en een witte rijst voor Maas. Dat eet die jongen als een bootwerker. Lekker voedzaam ook. Na een uur koken krijgen we ons eten. Groente is ver te zoeken, maar een spiegelei schittert op de top. Ach het vult.
Via het mooiste strand van de dag Alona Beach gaan we naar Love Hill. Een slap aftreksel van Karimunjawa Love Hill waar we de dag eindigen. Maar je kunt er wel mooi wegkijken en door het heldere water kunnen we het prachtige koraallandschap goed zien.
De échte Love Hill moet een van de topactiviteiten op het eiland zijn. Niks te veel gezegd blijkt als we rond vijven, een uurtje voor zonsondergang aankomen. Wat een gaaf panoramisch beeld krijg je vanaf deze plek, met goed zicht op het dorpje Karimunjawa. Er zijn ook allerlei fotoplekken van vogelnest, tot hutje en natuurlijk een hart. Op het hoogste punt is er een cafeetje. De kinderen struinen rond, gaan met andere Indonesiërs op de foto. Wij genieten met een iced macchiato van deze hotspot, een meer dan waardige afsluiting. Het waren echt sprookjesachtige dagen hier op de eilanden.

Verhaal 5 foto 3

Morgen wacht de boot terug naar Jepara. Deze keer zijn we gedegradeerd tot de economy class. De boot zat vol en met wat regelwerk van Aryl de eigenaresse kunnen we toch mee. Met een beetje mazzel hebben we een stoel, anders zoeken we een zachte koffer uit. Op tijd naar de haven hier in ieder geval. En dan op naar Solo, de eindbestemming morgen.

 

Weer Solo
Dinsdag 20 augustus 2019, Solo, Indonesië.

De boot is vol. Maar in Indonesië gaan dan niet gelijk alle deuren voor je dicht. Er is een soort van achterdeur. En die pakken we vandaag. Dat betekent dat we geen zitplek hebben op de ‘Express Bahari’ naar Jepara. Op papier maar een bootrit van 2 uur, dus waar hebben we het over. We zijn er een uur van tevoren met tickets, maar zonder stoelnummer. Deze kaartjes zijn normaliter voor de Karimunjawanen die nog mee moeten.

Aangekomen bij de boot worden we verwezen naar het achterdek op de tweede verdieping. We wijzen naar Maas en mogen in het overdekte deel op onze tassen zitten. Twee prima plekjes hebben we daarnaast buiten op het smalle buitendek bemachtigd. Het is nog maar half elf, de toestroom van mensen blijft komen. Er staan inmiddels meer dan 30 man op het achterdek. Het gros hiervan is het gewend. Settelen zich met een hapje en een drankje plus wat flexibele en minder flexibele handbagage. Suze en ik zijn blij dat we kunnen zitten op het enige bankje dat het smalle achterdek rijk is. Met de zon in onze nek laten we Karimunjawa achter dat schittert door de weerspiegeling van de zee. Zouden we hier of iemand van ons ooit nog terug komen?

Niet lang nadat we vertrekken, komt er iemand van de boot met een handvol zwarte zakjes. We kijken angstvallig wie in onze directe omgeving de zakjes gretig aannemen. Shit, de directe buurvrouw van Suze. We spreken af dat zodra ze haar zakje openvouwt, we een uitweg zoeken. Ik hou mijn rechterzijde in de gaten, Suze de linkerkant. Niet lang daarna worden er al een aantal zakjes functioneel open gemaakt. Suze vindt het vooral zielig voor ze. Een oude oma en opa liggen uitgestrekt op de zwarte rubberen mat van het dek. Ook andere mensen zijn erbij gaan liggen of hangen zittend tegen elkaar aan. Voor het eerst dat ik een voordeel van een hoofddoek inzie. Mooi om te zien hoeveel flexibeler de lichamen van de mensen hier zijn en hoe ze ogenschijnlijk met berusting gewoon twee uur in een ongemakkelijke houding hotsend en soms kotsend de trip ondergaan.

Verhaal 6 foto 1

Maar ook onze kinderen gedragen zich uiterst flexibel. Binnen geeft de iPad vertier en komt er geen enkele wanklank over de toch wel oncomfortabele rit. Het backpack gevoel is in ieder geval volop aanwezig. Ook binnen zijn de wandelgangen en het middenpad bezaaid met mensen die wel een ticket hebben, maar geen stoelnummer. Sowieso een bijzonder tafereel.

Na 2,5 uur tikken we de haven van Jepara aan. Buiten wachten Ronald en Maroesja plus kids ons al op. Een snel afscheid volgt. Het was een hele gave week samen. We gaan nu ieder een andere kant op. Zij naar Semarang, wij naar Solo. Een man verderop roept vragend ‘Anne Rieke’ aan elke passerende Westerling. Het zijn er een handjevol dat van de boot komt, dus hij heeft relatief snel beet. We kunnen gelijk door naar zijn auto. Het past net. Dan speelt ie nog de barmhartige samaritaan met wat startkabels bij een andere auto, terwijl wij wat ongeduldig worden. Er wacht immers een rit van zeker 5 uur en het is al bijna half twee.

Het is een sportieve rijder. Laten we het zo noemen. Suze denkt dat het komt, omdat hij heeft gehoord dat we het zo lang rijden vinden. Na een dik uur zijn wel wel blij met zijn wat brutale rijgedrag. Het staat soms behoorlijk vast en hij pakt dan schaamteloos de rechterhelft. Bij een tegenligger vervolgt hij in de rechterberm. Dat doen wel meer auto’s en verbaasd zijn we als er aan het einde van de opstopping aan de rechterkant iemand met een visnet staat. Er wordt een aantal cent door onze chauffeur in het netje gegooid en we kunnen met een schoon geweten aan de linkerkant verder.

Het is erg druk rond Semarang, daarom kiest onze chauffeur voor een tussendoor route. Het is echt heel mooi onderweg. Het wordt flink heuvelachtig en we passeren weer prachtige groene rijstvelden. Toch krijgen we ook hier weer een paar keer te maken met een forste opstopping. Ze zijn met de weg bezig en kennen hierbij het ‘sistem tutup buka jalan’; systeem van de open-dicht weg. Ook hier weer de bekende schepnetten, maar dan voor alle verkeersdeelnemers, zogenaamd voor het in goede banen leiden van het open en het dicht wegdeel.
De dorpjes waar we doorrijden vieren onuitgezonderd feest, nog steeds ‘Independence day’. Favoriet zijn de parades door de straten, zakkenlopen, cracker happen of het klimmen in een met groene zeep ingesmeerde metershoge paal, waar in de top allemaal lekkere dingen hangen. Lijken wel Hollandse spelletjes. We kijken onze ogen uit. Geen tijd om te stoppen helaas. ‘En dat allemaal door ons’ vraagt Suze. Ja, we hebben hier maar mooi voor een feestelijke impuls gezorgd

Wat minder feestelijk is het laatste deel. Het is inmiddels al donker, onze billen zijn stijf. We leven de hele dag al op koekjes en nog meer koekjes met water of cola. Op zich niks mis mee, maar we zijn het rijden beu. Kinderen zijn super lief. Ook zij verlangen naar het eindstation. Het laatste uur draaien we de tolweg op. He he eindelijk kan het gas erop. In Solo zelf blijkt de telefoon van de chauffeur op. Niet zo erg zou je zeggen, ware het niet dat ie erop navigeert. Ook wij kennen de weg niet. Onze iPad is leeg en alleen de naam van het hotel hebben we evenals de jalan met Soekarno als toevoeging. Die is best lang. Bijna een uur rijden we in het donker rond. Kinderen voelen de spanning en zijn muisstil. De chauffeur lacht ongemakkelijk. Matthijs navigeert, maar de chauffeur luistert niet al te best. Edoch, we halen de eindstreep. Joepie! Met roomservice eindigt de dag toch nog feestelijk. Tegen half tien ligt iedereen er in. Tot morgen.

Maandag
Solo hadden we ingevoegd in ons reisprogram als onderbreking van de trip vanaf de eilanden naar Malang. Met een nachtje extra op deze plek voor wat rust in het geheel. Weinig ambitie dus. Rondje in de nabijheid van het hotel, marktje, mall misschien en het zwembad. Morgen wacht immers weer een lange reisdag. De kinderen komen net na zevenen joelend op onze kamer. We zitten op de negende verdieping van het Premier Best Western hotel en de grote glazen gang kijkt uit op....de Mc Donalds, KFC, Pizzahut en Starbucks. Dat we de Merapi ook in volle glorie kunnen zien, valt hen net wat minder op. Kortom een Westerse mall op hinkelafstand. Het ontbijt is ook om erg blij van te worden. De kinderen werken weer in rondes en halen de vijf. Wij checken ondertussen op Tripadvisor de higlights van de stad en omgeving. We kunnen het toch niet laten. Op 35 km van de stad moet er een mooie tempel zijn, gelegen op zo’n 1000 meter hoogte omgeven door groen en met mooie uitzichten. Een seconde laten we het bezinken en besluiten om na het tandenpoetsen een Grab taxi te bestellen. De kinderen zijn niet gelijk enthousiast, maar als ze horen dat er piemelbeelden zijn, worden ze nieuwsgierig.

De eerste taxi laten we aan ons voorbij gaan. Een hele kleine Daihatsu met zes is wat te ambitieus. Nog geen vijf minuten later meldt zich een passender formaat. Ideaal dat Grab. De chauffeur begrijpt geen woord Engels. Maar de Candi Sukuh tempel kent hij wel. Waar de chauffeur van gisteren er teveel van had, heeft deze man te weinig. Peper. We hobbelen met een slordige 30km/uur de stad uit. De omgeving is prachtig. Al is de rijstijl van de man wat onrustig. Gas, remmen, gas remmen. Het voelt alsof we weer op de boot zijn. Na een dik uur naderen we doel. Het wordt flink heuvelachtig. De man is duidelijk niet gewend om bergop te rijden. Hij wil in zijn twee op de steilste stukken omhoog. Dat haalt de auto niet. Matthijs leert hem de hellingproef en geeft aan wanneer hij naar zijn één moet. Wat een slapstick. Ook hier halen we ons einddoel.
De Candi Sukuh tempel is een hindoeïstische tempel uit de 15de eeuw op de helling van de vulkaan Lawu. Deze vulkaan speelde destijds een rol in onder andere vruchtbaarheidsrituelen. Logisch ook dat deze tempel gewijd is aan de vruchtbaarheid. Toen de islam opkwam op Java is ie grotendeels vernield en in verval geraakt. Pas in de negentiende eeuw werd de tempel gerepareerd, ondanks dat de meeste beelden onthoofd waren. Maar de piemels zitten er nog aan tot plezier van de oudste drie. Ze maken er een spelletje van er zoveel mogelijk te vinden. Ach ieder haalt het zijne uit het land hier ;-).

Als we uitgepiemeld zijn, wandelen we wat hoger de vulkaan op. We stuitten op het Tenggir Park. Nou daar hebben we wel oren naar. We betalen een paar duizend rupiah en de kinderen zijn gelijk enthousiast. Het is een mooi aangelegd park op de flank van de berg. Overal grappige plekjes om te spelen of eigenlijk om selfies te maken. Wij richten de camera liever naar voren en de kinderen genieten.

Verhaal 6 foto 2

De chauffeur staat er nog steeds. Terug naar Solo. Hij heeft het rijden inmiddels wat beter onder de knie, al kiest ie terug net als heen niet de meest snelle route. Ach, tijd zat. Alhoewel het zoete water wacht en wat dacht je van al die winkels next door.

Dinsdag
Hoewel weinig in de stad rondgelopen, heeft de stad Solo een erg positieve indruk op ons gemaakt. Amper hoogbouw, nette straten en overall een erg gezellig straatbeeld. Edoch, we moeten verder. Malang wacht. We vertrekken iets voor tien. Gisteravond nog een auto geregeld en onze chauffeur staat een half uur voor de afgesproken tijd klaar om ons mee te nemen. Dit hadden we van tevoren nooit verwacht. Alles gaat stipt op tijd hier op Java.

Al snel draaien we de snelweg op. We lijken de tweebaansweg haast voor onszelf te hebben. Wat rijdt dit soepel en we lopen zelfs in op de verwachte aankomsttijd. Wellicht niet de meest idyllische route. Al liggen er aan beide zijden van de weg groene rijstvelden zover we kunnen kijken waar druk op gewerkt wordt. Kleine dorpjes flitsen langs. Het maakt het tot een dromerige rit. De weg is ook gloednieuw. Op onze kaart staat hij nog niet. Om de zoveel kilometer een grote rustplek met nieuwe en in aanbouw zijnde eettentjes of een Indo Maret en soms zelfs een moskee.

We rijden via Surabaya. Vanaf hier vliegen we over een paar dagen naar Bali. Een grote drukke stad met veel hoogbouw en moskeeën aan de horizon. Als we de snelweg naar zuidelijke richting opdraaien is het ook op deze weg druk. Rechts van ons machtige vulkanen, links vangen we een glimp op van de Bromo. Hier worden we enthousiast van. Malang volgt snel.

Vlak voor we de stad indraaien, rijden we ook al op het terrein van Harris Hotel. Een mooi groot complex met een zwembad waar de kinderen van gaan jubelen. De twee kamers met connecting doors die ze voor ons hebben klaar gemaakt vallen alleen erg tegen. Het lijken wel Nederlandse steriele hostel-kamers die hun beste tijd gehad hebben. Niks mis met hostels, maar we hadden er meer van verwacht, betaald en zeker niet 4-sterren waardig. Terwijl ik op de Ipad naar andere opties ga kijken in de omgeving doet Matthijs zijn beklag. Het werkt, openlijk onvrede uiten vinden ze hier nooit fijn, en een half uurtje later lopen we naar onze gratis upgrade; de Harris 2-kamer villa net buiten het hotel. Dat is andere koek. Alles nieuw en een meer dan prima plekje als bastion de komende dagen. Nog even wachten op het babybedje voor Maas en dan gaan we het water maar eens testen.

Verhaal 6 foto 3

Tegen zessen pakken we een Grab taxi naar de Town Square Mall. Ook in deze stad weer (te) veel brommers, maar het oogt ook gezellig met leuke winkels, marktjes en restaurantjes. De mall zelf heeft niet veel Westerse winkels op het eerste oog ook al huizen er hier weer wat fastfoodketen en de Starbucks. Verder veel marktachtige kraampjes her en der. Suze en Jip doen wel heel snel zaken. Een muts waarvan je de oren kan laten vliegen door aan de uiteinden van de flappen te drukken. Komisch gebeuren. En natuurlijk vet handig hier.

Verhaal 6 foto 4

Waar we eigenlijk voor komen, de foodcourt, zit beneden. Je vindt er hier klein stalletjes uit alle Aziatische windstreken. Iedereen kan kiezen wat hem of haar het beste ligt. En dat voor een prikkie. Suze gaat voor Koreaans Streetfood, wij bestellen een grote schaal sushi en Maas is op rantsoen met zijn bord witte rijst. Selamat Makan!

Verhaal 6 foto 5

In de voetsporen van...
Vrijdag 23 Augustus 2019, Java Indonesië.

We worden wakker in Malang. Een bijzondere plek. Zeker niet alleen het Harris Hotel waar we zitten en de prachtige omgeving. Maar vooral de familiegeschiedenis die er voor ons ligt. De afgelopen week stuitten we haast dagelijks op festiviteiten rondom Independence Day. Deze 17de augustus wordt gevierd dat Soekarno en zijn nationalistische medestanders in ‘45 Indonesië onafhankelijk verklaarden. Dit deden ze gelijk na de overgave van Japan. Het uitroepen van de onafhankelijkheid leidde tot een revolutie en chaotische situatie in Indonesië. Nederland erkende de net uitgeroepen Republiek niet. De Indonesische nationalisten onder Soekarno hadden namelijk meegewerkt met het Japanse bewind. In Nederland werd deze groep o.l.v. Soekarno dan ook gezien als verraders en collaborateurs. De Nederlandse regering zette vervolgens in op het onschadelijk maken van de republiek en wilden daarbij Nederlands-Indië als kolonie behouden.

Om de ‘rust te herstellen’ stuurde Nederland vanaf 1946 militairen. Militair ingrijpen was volgens de regering nodig om de moordaanslagen door de Nationalisten op de (Indische) Nederlanders, Chinezen en Hollands gezinde Indonesiërs te stoppen. Mijn opa was één van deze militairen die naar Java werd gezonden. Van 1946-1949 was hij voornamelijk gestationeerd in Malang en omgeving. Hij heeft er helaas weinig over willen vertellen. Het verdriet over wat hij heeft meegemaakt en het verliezen van kameraden is veelal onuitgesproken gebleven, maar is wel altijd een soort van voelbaar geweest. Toch moet hij ook goede momenten hebben gekend. Naast het intense gevoel van broederschap die wij natuurlijk niet kunnen ervaren, heeft hij ook mooie plekken in de omgeving opgezocht tijdens verlofdagen. In 1978 is hij met mijn oma teruggewenst in de hoop een en ander beter een plek te kunnen geven. Dat was een dappere onderneming beseffen we nu nogmaals.

Het dagboek dat hij toen bijhield, hebben we voor deze reis gelezen en met zijn woorden vers in ons achterhoofd staan we hier nu in Malang. Een hele bijzondere ervaring die lastig in woorden is uit te drukken. Zo ver van huis beseffen we dat hij hier 73 jaar geleden ook rond heeft gelopen, dezelfde vulkanen op de achtergrond zag en dezelfde typische geur van hier opsnoof.

Zijn dagboek uit ’78 van hun gezamenlijke reis hierheen, waarin hij ook veel teruggrijpt naar de periode in de veertiger jaren, geeft ons ook ingrediënten voor de komende dagen. En de meiden hangen aan onze lippen met vragen over die tijd. Extra bijzonder om hun betrokkenheid en interesse te merken.

Het Jawa Timur Park is niet door opa opgetekend. Dit pretpark met erfgoed museum en een soort van mini Nemo is door ons viertal uitgekozen uit een andere bron. Na toch wel wat reisdagen achter de kiezen gecombineerd met de mogelijkheden hier, mochten ze kiezen uit een lijst op internet met zogenaamde ‘family attractions’. Zonder twijfel gaan ze voor nummertje 7. Het is een grote jubelstemming deze morgen bij het vooruitzicht van al die attracties. We waarschuwen ze alvast dat dit wel Indonesië is.

Het park is drie kwartier rijden. De ontvangst ziet er groots uit. Maas is nog gratis en we krijgen alle vijf 8000 rupiah korting. Gewoon, omdat het kan. De ‘zo ziet u alles route’ loopt eerst door een museum met een overzicht van alle volken in Indonesië, gewoonten en een heel stuk geschiedenis. Uitgebeeld in tekeningen, beelden en nagemaakte poppen. De kinderen zijn wel bang dat we op de verkeerde plek zijn afgezet door de taxi. Wanneer we in een soort Nemo deel komen met allerlei proefjes zijn ze een tijdje zoet. Al blijven die attracties van verre hun namen roepen. We zetten er dan ook wat vaart achter.

Verhaal 7 foto 1

We zijn de enige westerlingen in het Jawa Timur park, helemaal anoniem lopen we er niet rond. Buiten wat foto’s extra deert dat ons helemaal niet. De attracties zijn voor ieder wat wils. Ze zouden vast niet allemaal door de Nederlandse veiligheidstesten komen, maar dat nemen we maar voor lief. Alle vier de kinderen hebben een topdag en wij daarmee ook!

Verhaal 7 foto 2

Donderdag
Vandaag gaan we naar Tretês de plek waar mijn opa wel eens op verlof ging en ook later mijn oma mee naar toe nam. Aldus schreef hij ‘Van vroeger bekend van een week verlof en later nog van 1 of 2 dagen. Voor mijn vrouw was dit fantastisch met een streekbus naar Tretês. Ik geloof wel dat we in de oudste bus zaten die het wagenpark bezat, want het frontdeksel ontbrak helemaal. Maar de claxon deed het nog prima en dat is hier het grootste goed aan een auto zelfs als hij al 10 jaar rijp is voor de schroothoop. Maar dankzij de zeer ervaren chauffeur en tegen betaling van 1200 rupiah kwamen we in het zeer mooie Tretês aan.’

Wij zijn vandaag wat minder avontuurlijk en gaan met een auto naar dit lokaal toeristische bergplaatsje. Het is zo’n 1,5 uur rijden dus verdelen we de kinderen strategisch over de eerste en tweede achterbank. Als we net Malang uit zijn en we ineens een raar geluid horen, wijst een passerende brommer naar onze wielen. Shit, lekke band. De auto gaat langs de kant van de weg en onze chauffeur gaat gelijk voortvarend aan de slag. Wij wachten in een zaakje met meubels en snuiven de geur van rokende satéstokjes op. De tijd tikt door. Waren we nu maar met de streekbus gegaan. Als de krik ook nog eens breekt en Maas helemaal onder het stof vanuit een kast komt, besluiten we weer terug naar het hotel te willen. Een andere auto wordt geregeld, ‘five minutes’ worden driekwartier en om precies twaalf uur zijn we weer thuis. Nou, de dag is mooi doormidden. Plan B dan maar.

Het centrum van Malang is sfeervol. We beginnen op de vogeltjesmarkt. Vooral Suze vindt het niet echt wat. Al zien we mooie exemplaren met vleugels. Wanneer we op een vrouwtje stuitten die jonge aapjes heeft, gooit Jip zijn charmes in de strijd. Het is apen voor en na bij deze jongen en als een baby-aapje aan hem gegeven wordt, smelt hij meteen. Wanneer hij bijna gesmolten is, mag Maas ook even. Ook hij toont zijn zachte kant. Maar helaas. Apen mogen niet mee in het vliegtuig verzekeren we de jongens. Met een lichte snik wordt er afscheid genomen.

Verhaal 7 foto 3

We lopen via straten met Nederlandse aanduidingen naar een groot park, ‘alun alun kota’. In de verte lijkt een speeltuin onze kinderen te roepen. Wij horen alleen de moskee die op de kop niet te missen valt. Naast de speeltuin staan twee grote ‘carnavalskarren’. Nou dat trekt wel zo’n ritje met de haren in de wind door de stad. Er komen wat mensen die eerst wat foto’s met ons willen nemen en dan zijn we klaar voor vertrek.

Dan zien we bij toeval Toko Oen én het mooie is, dit bekende restaurantje staat op ons lijstje om te bezoeken. Ook hier weer met een link naar opa. Toko Oen is als sinds 1930 een begrip in Malang. Het trok veel Nederlandse kolonisten die hier konden genieten van eigen brood en Nederlandse muziek. Later ook Nederlandse militairen. In mijn opa’s dagboek lezen we, toen hij hier met mijn oma in de buurt sliep: ‘Ons vaste eethuis, uitermate goed en iedereen aanbevelend.’ Het voelt heel raar om hier nu te staan. 73 jaar geleden was mijn opa hier ook en 41 jaar geleden weer. Tijden lijken nu door elkaar heen te lopen. Oh konden we hem nog maar eens spreken en hem het hemd van het lijf vragen over zijn tijd hier. We kunnen er enkel naar gissen. Dromerig laten we ons zakken in de stoelen en laten de omgeving op ons inwerken. Alles ademt vroeger uit, de kaart is ook in het Nederlands en op de wanden prijken foto’s van weleer en er staan oude meubelen. De kinderen snappen dat dit een moment voor ons is en eten stilzwijgend van hun ijsje. Als we bij het afrekenen een foto laten zien van mijn opa en oma’ bonnetje uit 1978 zijn ze gelijk enthousiast. Een tijd lang turen ze naar de bon en ontcijferen wat een vroegere collega heeft genoteerd. Wat een prijzen ook. En natuurlijk wil de serveerder met onze bon op de foto. Als we een plakboek hadden, zou ie er zeker inkomen. Met een tevreden gevoel na deze korte tijdreis struinen we verder Malang door.

Vrijdag
Vanuit het bergdorp Tretês, die we vandaag wel halen, willen we de vulkaan Welirang op. Vergeelde foto’s van mijn opa tijdens de beklimming van deze vulkaan en op de top hebben ons nieuwsgierig gemaakt. En hoe leuk is het dat wij een deel van de route afleggen die hij met kameraden in 1948 maakte. De omgeving zal exact dezelfde zijn en niet vervuild door brommertjes of andere gevolgen van de ‘tand des tijds’.

Onze chauffeur draait in Tretês een stenen pad op en parkeert de auto. Er staat een houten kiosk die onbemand is evenals een houten kantoortje. We moeten even een half uurtje wachten, omdat het bidtijd. Dat vinden we eigenlijk zonde van onze tijd, maar zo werkt het dan ook weer niet. De man van het kantoortje verschijnt toch sneller dan aangekondigd ten tonele en schrijft vijf entreebewijzen uit om de berg op te mogen. De weg naar boven zou voor zich spreken.

Met een paar liter water en goede moed stappen we de hoogte in. We zitten gelijk in een mooie junglesetting met alle geluiden die daarbij horen. Heerlijk om weer echt actief te zijn. Onze oudste dame is minder enthousiast. Het is warm en het pad te steil volgens haar. Waarom lopen als we toch niet naar de top gaan, beargumenteert ze. We negeren haar gemopper.

Na een klein uurtje lopen, zien we een nieuwe post. Hier moeten we een trekkingpermit aanschaffen om de top van de Welirang te gaan beklimmen. We proberen duidelijk te maken dat we die ambitie niet hebben. Nog een uurtje ofzo willen we doorklimmen, tot een mooi uitzichtpunt en dan komen we terug. De eerstvolgende plek om te rusten is volgens de mensen drie uur hier vandaan en ‘we only recommend this with the right equipment’. ‘Als we vervolgens lopen te pruttelen, zegt de beste man ‘advice from the government’. Tja, daar kunnen we niks tegenin brengen natuurlijk. Om zo’n permit aan te schaffen, vinden we wat te veel van het goede. We hebben letterlijk even in de voetsporen van mijn opa gelopen en dat was het voornaamste doel van deze wandeling. De top op 3160 meter was sowieso niet binnen handbereik op één dag.

We krijgen wel de tip om naar de waterval te lopen. Over 700 naar links is het devies. Dat doen we. Er is een smal paadje die ons tussen metershoge planten en langs bananenbomen voert. Zo af en toe hebben we een doorkijkje naar de omringende vulkanen. De Welirang staat hier niet alleen. Als we op een gegeven moment nog steeds geen geklater horen, besluiten we om te keren. Madelief zit ook nog bij de afslag en we verwachten ook geen groots natuurgeweld aangezien het droogseizoen is. Dan zien we een volgende afslag en een duidelijker paadje. Tweede kans die we toch niet willen missen. Ook hier lopen we ons uiteindelijk vast. Een avontuurlijke route is het zeker. Madelief is ook weer aangesloten en droge kaakjes zorgen ook voor een welkome aanvulling.

Terug naar de parkeerplaats dan maar. Via een omweg tikken we de plek weer aan. Op naar een andere waterval. De Air Terjun Kakek Bodo, ook in Tretês gelegen. Als we er aankomen, lijkt het uitgestorven. We vragen ons af of er wel wat te beleven valt. Via een mooi aangelegde tuin met allemaal gesloten warungs volgen we het pad naar de bekendste waterval uit de regio. Het is vast een echte weekendbestemming. Dan is er een klein kraampje met chips, mie, nog meer chips en water. Nasi kunnen we ook krijgen, maar wat voor een keuken door moet gaan, ziet er niet heel appetijtelijk uit. Lunchen met chips valt in goede aarde bij ons gezelschap. Met twee zakken lopen we door. Over bamboebruggetjes die een strategische verdeling van ons gewicht vragen. En dan ineens komt de waterval in beeld. Hij is veel mooier dan verwacht. De meiden willen zwemmen en onder het watergekletter staan. Het koude water valt wel tegen. Maar ja, nog een zakje tortilla chips
wordt hen voorgehouden als ze alledrie het water in gaan. Dat laten ze zich geen tweede keer zeggen. Ook Maas denkt dat hij er wel even heen zwemt. En na wat mooie foto’s zitten ze alle vier in hun natte goed op te drogen op een steen. Met tortilla chips!

Verhaal 7 foto 4

We besluiten naar de auto terug te gaan. Zwemkleding aan, die het natte ondergoed moet vervangen, en terug naar huis. En op de valreep zien we nog wilde apen. Dat is scoren!

Als het al donker is, bereiken we met onze vier apen Malang weer. Laatste avond Java, laatste keer zwemmen hier. In het donker is dat extra leuk. Wij regelen transport voor morgen. Via het ereveld in hartje Surabaya naar het vliegveld dat net onder de stad ligt. Vanaf international gaan we rond zessen met Citilink naar Bali. Einde van de vakantie komt hiermee in zicht, het waren memorabele weken hier op Java in velerlei opzichten. Gelukkig leven we nog steeds bij de dag. En dat hopen we tot het laatste moment vol te houden.

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!