Artikelindex

De jungle in
Zaterdag 22 juli 2012. Bukit Lawang, Indonesië.

De laatste ochtend in Bali breekt aan. We vertrekken in de stromende regen 's ochtends vroeg met een leuk oud taxibusje (met open deur, dus Hugo en de rugzakken worden lekker nat) naar het vliegveld voor de vlucht met Lion Air naar Medan. Op het vliegveld ff ontbijten en vliegtuigen kijken natuurlijk (dit keer allerlei Indonesische waar Tijmen tijdens zijn spreekbeurt op school over heeft verteld). Met een uur vertraging vliegen we dan eindelijk.

Eerst denken we dat we de vlucht naar Medan gaan missen hierdoor, maar als blijkt dat Java en Sumatra een uur tijdsverschil hebben met Bali, hebben we dus toch nog wat speling. Als we bij de tussenstop in Jakarta uitstappen merken we hoe bloedheet het is in vergelijking met Bali.

De wat langere vlucht naar Medan gaat prima, Tijmen en Mees vallen vlak na het opstijgen allebei in slaap. Wat Tijmen heel dom van zichzelf vindt zoals hij zelf later zegt. We komen om half zes in de regen aan. Onze guesthouse, JJ's Guesthouse (www.guesthousemedan.com) ligt niet al te ver vanaf de luchthaven, dus was het idee om de luchthaven af te lopen en een becak (fietstaxi) te pakken. In de regen misschien toch niet zo'n goed idee... We worden aangesproken door een taxichauffeur die 50.000 IRDvraagt. Lijkt ons voor dat ‘stukkie’ echt te gek, dus lopen we door. Na een paar minuten weet hij ons, met een kortere route, in te halen, ok ok special price 30.000 IRD. Vooruit dan maar, toch weer bijna twee Euro verdiend haha. Daar gaat het niet eens om eigenlijk, je wilt gewoon geen oor aangenaaid worden.

We vinden ons guesthouse al snel en worden welkom geheten door Sum, een hulp (vriendin?) van mevrouw Janssen. Mevrouw Janssen, de eigenaresse, is een oudere Indonesische mevrouw die in de koloniale tijd Nederlands heeft leren spreken en wiens broers en zussen in Nederland wonen. Zelf is ze na een half jaar Nederland weer snel terug gegaan, te koud... Later op de avond ontmoeten we haar en het is gezellig om met een biertje erbij met haar in het Nederlands te kunnen praten. Het guesthouse is een oud Nederlands koloniaal huis, maar een beetje vergane glorie. We hebben wel een hele grote kamer met vier bedden en zelfs airco, voor ird 270.000 IRD (20 Euro) maar alleen koud water en alles is een beetje muffig en verouderd. Toch is het erg leuk om hier een nachtje te slapen.

122830_1343133927_500

Na een goede nacht ontbijten we in het guesthouse, Nederlands hagelslag en pindakaas, jammie! We laten ons toch maar met privétransport wegbrengen naar Bukit Lawang. Met het reguliere openbaar vervoer schijnt het erg lastig te zijn, en bovendien met een oude, stoffige hete bus. Wel een nadeel van Indonesië, in Bali zo goed als geen openbaar vervoer en hier is het ook weer lastig (het goede openbaar vervoer is toch wel een voordeel van Latijns-Amerika).

Na een rit van een uurtje of drie door palmolie plantages, met een continu boerende chauffeur (lokale gewoonte? Wel, lastig als je net de kids probeert uit te leggen dat boeren niet netjes is), komen we dan aan in Bukit Lawang. Een gids (P I) van de Greenhill Guesthouse loopt de twintig minuten mee vanaf de parkeerplaats met de rugzak van Ivanka zodat Mees op de rug kan. Daar worden we welkom geheten door Andrea, de eigenaresse, een Engelse biologe. We hebben hier een houten hutje, met wederom een open badkamer, koude douche (ja, weer uit een bamboestengel) en een balkonnetje met geweldig uitzicht op het Gunung Leuser National Park aan de overkant van de rivier. Echt mooi hier, midden in de jungle.

Tijmen en Hugo gaan eerst zwemmen in de snel stromende rivier, (opletten!). Ivanka en Mees blijven even in het guesthouse. Die zien dan wel meteen in de jungle twee thomas leaf monkeys, echt superleuke apen met een hanenkam.

122830_1343133986_500122830_1343134110_500

Als Tijmen en Hugo terug zijn en we beneden in de gemeenschappelijke ruimte wat zitten te relaxen roept iemand, kijk een gorilla! Niemand reageert echt, want die zitten in Afrika, maar wat hij bedoelde was een orang-oetan haha. En ja hoor, recht tegenover ons aan de andere kant van de rivier in een boom zien we een groot mannetje omhoog klimmen. Die daar vervolgens de hele middag blijft en 's avonds een nest bouwt om in te gaan slapen. Echt geweldig en super bijzonder. Ook Tijmen en Mees doen hun best om met de verrekijkers de orang-oetan te spotten en we maken veel (teveel) foto's. Geweldige relaxte plek dat Bukit Lawang, leuke guesthouses, relaxte sfeer, mooie rivier en vlak naast het Gunung Leuser National Park met tijgers, luipaarden, neushoorns, olifanten en orang-oetans, al zal je die andere dieren niet snel tegenkomen...

We slapen goed onder de klamboe, malariapillen slikken gaat super by the way (de jongens maken er namelijk een wedstrijd van: wie hem het snelste in kan slikken en ze kijken er vervolgens elke avond naar uit!). Bij het wakker worden (we worden wakker van het gebonk (springen) op ons dak) worden we verrast door een hele troep thomas leaf monkeys die om onze hut heen zitten. Bij het tandenpoetsen springen ze over onze hoofden (mooi zo'n open badkamer) vanaf het dak een boom in. Er zitten ook makaken, ook leuk, maar toch minder bijzonder. En de oerang oetan van gisteren zit er ook nog, schijnbaar is ‘ie’ ook net wakker en na zijn ontbijt vertrekt hij weer. Wat een manier om op te staan en wat een gave plek hier! Ook Tijmen en Mees vinden al die apen om ons heen 'vet cool'!

Na het ontbijt met gaan we met twee gidsen op pad voor een korte (uurtje of drie) trekking in de jungle. Eerst met een gammel bootje de rivier over en een half uurtje steil omhoog naar het voedingsplatform. Dit is nog restant van toen hier in Bukit Lawang nog een rehabilitatiecentrum zat voor orang-oetans en waarbij net uitgezette apen bijgevoerd werden. Dat centrum is er niet meer, het voedingsplatform nog wel.

Er zit een groot mannetje (met van die kwabben) en een kleiner vrouwtje, beide wilde orang-oetans. Supermooi om te zien. Na een half uurtje gaan we met de gidsen steil omhoog verder het oerwoud in. Helaas voor Tijmen niet echt een vlakke jungle hier, veel steile, modderige heuvels en ook geen makkelijk begaanbare paden, het is af en toe echt survival. Ivanka valt op een gegeven moment net niet naar beneden en kan zich vast houden aan een boomstronk en wordt vervolgens nog net op tijd vast gegrepen door de gidsen. Tijmen doet het, voor zijn doen, erg goed, al moet hij op sommige echt moeilijke stukken gedragen worden op de rug van een gids. Hele gave, zweterige tocht, waarbij we een hele tijd een groep white handed gibbons proberen te vinden die we wel horen maar niet zien. Maar ook zonder ze te vinden maakt hun geluid, en andere jungle geluiden, de tocht al de moeite waard.

Gelukkig komen we na een tijdje wel een solitaire zwarte gibbon tegen die zich uitgebreid laat fotograferen op een metertje of drie afstand. Als we verder gaan blijkt hij erg in ons geïnteresseerd, hij volgt ons namelijk een half uur. Niet erg fijn, af en toe voelt het behoorlijk bedreigend, ook de gidsen zijn niet op hun gemak.

Het laatste stuk gaat weer erg steil naar beneden, door watervalletjes, erg glad en glibberig. Gelukkig kunnen we ons af en toe vasthouden aan lianen, een val kan nog slecht aflopen, zeker met Mees op de rug. Het is geen makkelijke hike in ieder geval. Als we uiteindelijk kletsnat van het zweet bij de rivier aankomen eten we wat bananen en ander fruit en trekken we de zwemkleren aan. De gidsen maken van bladeren junglehoeden voor Tijmen en Mees en met klei beschilderen ze de kids, we noemen ze de King of the jungle en King of the river, erg leuk!

122830_1343134162_500122830_1343134318_500

Daarna laten we ons met vier aan elkaar vastgebonden binnenbanden de rivier afzakken, door de stroomversnellingen gaat het af en toe behoorlijk wild, erg gaaf! Bij onze guesthouse stappen we uit. Daarna lunchen en Mees valt van vermoeidheid in slaap. Tijmen en Hugo gaan daarom maar weer alleen in de rivier zwemmen, ook erg mooi om zo omringd door regenwoud lekker af te koelen in de heldere rivier.

‘s Avonds eten bij Rainforest, twee keer nasi goreng ayam, twee keer pannenkoek, twee cola en water, kosten 80.000 IRD, zeg maar een Euro of zes. Nu snap ik waarom er hier zoveel Nederlanders zitten haha.

Na wederom een goede nachtrust worden we wakker van geluid op het dak, een enorme herrie op het zinken dak. Als we naar buiten kijken zien we dat het de troep thomas Leaf monkeys weer is. De jongens ds-en buiten op het balkon met op twee meter afstand achter hun de apen! Het is weer een heel schouwspel, totdat ze weggejaagd worden door een troep makaken die de boom naast onze hut overnemen. We sturen de jongens maar naar binnen, de makaken komen wel erg dichtbij.

Na het ontbijt lopen we via een hele hoge (twintig meter?) wiebelige brug (met kapotte planken en al) over de rivier en gaan we naar de bat cave. Daar komen we alleen nooit aan. Na een paar kilometer lopen, pff super heet vandaag, komen we langs kindertehuis Bukit Lawang, www.kindertehuisbukitlawang.com. Dat is op gericht door een Nedelandse, Saskia, in 2008 om met name kinderen op te vangen die hun ouders hebben verloren toen een vloedgolf door de rivier het hele dorp wegvaagde, 270 mensen kwamen toen om. De kinderen zijn in de leeftijd van vier tot achttien. Ze hebben een klein restaurantje waar we wat drinken en wat kletsen met twee oudere kinderen, die ook verrassend veel Nederlandse woorden kennen. Ze leggen ons nog uit dat boeren in Indonesië normaal is wat voor Tijmen en Mees natuurlijk het teken is om dat voluit te gaan doen... We kopen ook wat souvenirtjes die de kinderen zelf hebben gemaakt, zo ondersteunen we het tehuis ook nog een beetje. Het tehuis is echt erg mooi en kleurrijk opgezet. Daarna lopen we maar weer terug, laat die bat cave maar zitten, we gaan zwemmen. Dit keer met zijn allen.

122830_1343134306_500

Mees moet wel weer even wennen, best eng die sterke stroming, maar na een tijdje vindt hij het erg leuk om zich van papa naar mama te laten afdrijven. Zijn de jongens meteen ook weer gewassen, gaat makkelijker zo dan onder die koude douche, die je wel steeds meer gaat waarderen, en daarna weer naar Greenhill voor een biertje en ds-en. Daar zien we vanaf het terras aan de overkant white handed gibbons door de boomtoppen slingeren, supergaaf! Ook de jongens proberen ze weer te spotten met hun verrekijkers. ‘s Avonds eten we bij de Jungle Inn, nasi en pannenkoek, wat anders... In het donker, de stroom in het dorp is uitgevallen, zoeken we de weg terug en gaan we vroeg naar bed.

Om zes uur worden we weer gewekt door de thomas leaf apen op ons dak waar vandaan ze via ons balkonnetje in de boom naast ons springen. Daarna ontbijten en afscheid nemen van het guesthouse. Het was hier geweldig, op naar Tangkahan, nog wat dieper de jungle in.

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!