Artikelindex

Panay Island
Zaterdag 13 april 2013. Iloilo, Filippijnen.

We laten een groot deel van de bagage achter in Manilla, want we reizen vandaag door naar Iloilo, op het eiland Panay. We hebben uiteindelijk toch voor dit eiland gekozen. Ten eerste omdat Gabriela hier een grote afdeling heeft, en we dus een aantal meer rurale projecten kunnen bezoeken, ten tweede woont de familie van Fretzie, de vrouw van Geert (mijn neef) hier, en ten derde, vlakbij ligt één van de mooiste eilanden ter wereld. Al is dit tegenwoordig blijkbaar zo druk bezocht dat het niet meer zo aangenaam zou zijn, maar dat moeten we dan maar zelf ontdekken. Dus drie vliegen in één klap, gezien het korte tijdsbestek, zeer handig. De tijd die we hebben is sowieso veel te kort om veel aan toerisme te doen, dus focussen we ons bijna volledig op het bezoek van lokale projecten. Dit komt ons ook nog van pas bij terugkomst, én het is ook een goede manier om echt in contact te komen met de lokale bevolking.

De luchthaven in Manilla heeft 4 terminals, en wij moeten in nr. 3 zijn. Bijna alleen vluchten van Cebu Pacific vertrekken hier. Het gaat er een beetje chaotisch aan toe, en we staan echt lang aan te schuiven om in te checken. Ik check uiteindelijk online in ter plaatse, maar dan moeten we toch nog de file doen voor de bagage, dus het is ons niet echt duidelijk wat het voordeel hiervan is? Aan onze gate blijkt dat er vier vluchten tegelijkertijd in de wachtzaal moeten wachten. Véél volk dus, en totale chaos. Vrij veel ‘witte’ toeristen, maar met twee vluchten naar Caticlan (Boracay) is het meteen duidelijk waarom. Als die vluchten vertrokken zijn, blijven we als enige ‘witten’ over.

De vlucht zelf naar Iloilo verloopt goed, maar wel met een vreselijke landing. Er is blijkbaar veel wind, en we vliegen van links naar rechts, naar onder en boven, en met een harde bons komen we op het tarmac terecht. Dat is nu al de tweede vlucht op rij. Leuk is anders (diezelfde dag blijkt ook een vliegtuig in zee beland bij de landing in Bali, dezelfde vlucht als wij een week geleden genomen hebben!).

Nasrin staat ons op te wachten aan de uitgang, wat een service. Ze werkt sinds enkele maanden voor Gabriela, en de rest is volop bezig met campagnevoeren, dus was het haar taak ons te komen ophalen. Ze brengt ons naar ons hotel, waar we enkele uurtjes rusten. Ilyan is als een blok in slaap gevallen, en 's avonds pikt ze ons op om samen iets te gaan eten. Iloilo is een echte verademing na Manilla. Hoewel het ook 1 miljoen inwoners heeft (!) is het er véél rustiger. Geen hoogbouw, veel groen, een hele aangename stad. We plannen om hier enkele dagen door te brengen. Daarna reizen we door naar Roxas City, om Fretzies familie te ontmoeten. We eindigen met drie dagen in Boracay, vooraleer we terugvliegen naar Manilla, Bangkok, en België.

 

Ingore
Zondag 14 april 2013. Iloilo, Filippijnen.

Nasrin haalt ons op en brengt ons naar het lokale Gabrielakantoor waar Lucy en Shiela ons al opwachten. Lucy is een ietwat oudere, zeer energieke en heel gezellige vrouw. Ze staat op de derde plaats voor de congreslijst van Gabriela Womens Party. Je merkt meteen dat ze een politica is, ze praat erop los, en begint meteen met een hele sociale situatieschets van iloilo. Shiela is een meer schuchtere jonge vrouw, die nu twee jaar bij Gabriela werkt. Zij zal ons mee op sleeptouw nemen de komende dagen.

Vandaag staat Ingore op het programma, een buitenwijk van Iloilo, waar enkele jaren geleden een enorme elektriciteitscentrale neergepoot is, op kolen! De meest vervuilende energiebrandstof (die de Filippijnen by the way grotendeels moet importeren), en met dus veel last en schade voor de lokale bevolking.

Door de aanhoudende hitte zullen we pas in de late namiddag vertrekken, en Shiela vraagt waar we nu zin in hebben. Een zwembad! En dus rijden we snel naar een zwemcomplex. Het is zondag, dus veel volk, maar de kindjes weten van geen ophouden. We hebben weer veel bekijks, want we zijn echt de enige niet-Filippino's, en vallen uiteraard op. Ook heel grappig is dat de kinderen van hier echt naar onze kindjes komen om eens aan hun haartjes of huid te voelen. Op dit eiland komen dan ook maar zelden toeristen, en als die er zijn zijn het meestal, oudere mannen. Want die zien we hier inderdaad echt wel opvallend veel. Er is ook een doop aan de gang, en als onze kindjes een hele hoop ballonnen krijgen kan hun geluk niet meer op. Ze wagen zich zelfs op het podium om mee te dansen met de andere kinderen, iedereen geniet.

ph-2204523590-560-420

Shiela pikt ons op in het hotel. We zijn ondertussen verhuist naar een goedkoper hotel, Urban Inn. Een degelijk uitziend hotel, waar ze nog volop aan het verbouwen zijn. We nemen een tricycle naar Ingore, en het is een speciale. Er kunnen wel zes mensen tegelijkertijd op. Ik en de kindjes vooraan, Mohamed en buggy achteraan, en Sheila zit achter de chauffeur.

Aangekomen in Ingore valt de enorme centrale meteen op. Honderden mensen zijn hiervoor verplicht moeten verhuizen, en je ziet de ‘fish ponds’ (viskwekerijvijvers) nog liggen, waar mensen vroeger hun inkomen uithaalden. Daar mogen ze nu gewoon niet meer op, en trouwens, het water is ook danig vervuild. Opnieuw zwermen tientallen kinderen rondom ons terwijl ze proberen de kindjes een knijpje te geven. Ilyan vind het allemaal niet leuk en zet zijn keel open, en dat zorgt voor groot gelach bij iedereen. Het is best een grappige situatie, maar we begrijpen het arme ‘venteke’ ook wel dat ie het niet leuk vindt.

We lopen mee het dorp in met Shiela en een studente, en onderweg horen we vrij luid een continu gezoem, afkomstig van de elektriciteitscentrale. Het geluid valt nog mee vertelt Shiela, als de wind tegen zit, is het nog veel luider. De mensen merken ook dat er veel meer roet in hun watertonnen achterblijft en ook op hun kleren en gewassen blijft vaak een zwarte laag achter. Gabriela heeft samen met de plaatselijke kerk getracht de bouw van deze centrale tegen te houden, en ze zijn nu van plan een gezondheidssurvey te starten om de impact op de gezondheid te evalueren. De meeste westerse landen bannen steenkool omwille van de vervuilende en ongezonde eigenschappen, en hier brengen ze het gewoon terug in circulatie.

ph-2204523587-560-420

ph-2204523607-560-420

Als Ilyan aangeeft honger te hebben en absoluut een ‘moissant’ (croissant) wil eten, brengen enkele vrouwen een paar zachte broodjes, en zijn geluk kan niet op. Meteen verdwijnt de angst als sneeuw voor de zon, en deelt hij flink aan iedereen kusjes uit. We merken dat hier in de Filippijnen echt nog zeer veel mensen in primitieve bamboehuisjes leven. We zagen dit veel in Laos en Cambodja, maar hadden dit niet hier zo verwacht.

 

Leganes
Maandag 15 april 2013. Iloilo, Filippijnen.

Shiela neemt ons vandaag mee naar Leganes, een dorpje net buiten Iloilo om een rurale Gabrielagroep te ontmoeten. Als de jeepney stopt aan de kant van de weg, en we honderd meter de weg aflopen zitten we vrijwel meteen weer tussen de rijstvelden. De gronden staan momenteel kurkdroog door de zomer, maar dit gedeelte heeft het elk jaar opnieuw zeer zwaar te verduren door de moessonregens. De plaatselijke rivier overstroomt, en zo goed als alle huizen komen onder water te staan.

Er is een pad met betonblokken aangelegd om toch min of meer van huis tot huis te kunnen lopen bij hevige regenval. We worden rondgeleid door een vrouw uit het dorp, en vrijwel meteen is te zien dat men het hier zeker niet breed heeft. Zoals ik gisteren al aanhaalde, wonen er echt nog zeer veel mensen in bamboehuisjes, echte ‘huttekes’, meestal op palen. Als je even binnen piept, merk je dat deze mensen echt niks hebben. Jenna is bij Shiela gebleven, die een vergadering heeft. Ilyan huppelt mee met ons. Hij vind het geweldig: door het bos van Roodkapje, en de stoute wolf, blaadjes zoekend om eten te maken, zijn fantasie krijgt de vrije loop.

ph-2304074290-560-420ph-2304074227-560-420

De mensen in het dorp hadden gevraagd of ik geen medical mission kon doen hier. Dat is natuurlijk niet haalbaar, en op zich weinig nuttig, maar toch wordt ik bij enkele huisjes binnengebracht voor een advies. Dat kan natuurlijk altijd wel, en het geeft mij de mogelijkheid ook eens binnen te kijken in de huisjes. De eerste vraag is over een baby van twee maanden. De oma zorgt ervoor en ze is heel ongerust in verband met lelijke korsten op zijn hoofdhuid. Ze hebben dit hier nog niet eerder gezien vertelt de schoondochter. Het zijn nochtans gewoon melkkorstjes, en dus stel ik hen volledig gerust, ik laat ze wat olie aanbrengen op het hoofdje, en meteen komen er plukken korst los. De meeste huisjes hier hebben een gelijkvloers verdiep om te leven, en dan kan je via een bamboetrap naar boven, waar het slaapgedeelte zich bevind. Het koken gebeurt ook binnen, en de keuken ziet dus meestal roetzwart, want er wordt vaak nog op hout gekookt.

Als we verder lopen door het bos, passeren we nog een huis, waar een vrouw een uitslag heeft op alle onbedekte delen van haar lichaam. Hier vermoed ik een zonneallergie, aangezien ze niets speciaals gegeten heeft, én dit probleem jaarlijks terugkomt in de zomer. Maar wat doe je daaraan? Ze heeft felle jeuk, maar medicatie kost geld, en zonnecrème is al helemaal onbetaalbaar. Ik geef haar toch dit advies mee, en als dank klimt de echtgenoot de kokosboom in om enkele echt verse kokosnoten te hakken. Ilyan vind het geweldig, hij praat er dagen later nog over.

ph-2304074263-560-420ph-2304074293-560-420

Je ziet echt het spoor van vernieling die de rivier jaarlijks trekt door de massa's vuil die nu in de droge bedding liggen, en dat mee gespoeld werd door de kolkende rivier. Als we verder het dorp inlopen krijgen we meer en meer kinderen achter ons aan, maar Ilyan vindt het vandaag allemaal oké. Hij loopt helemaal voorop en begint zelfs te ‘praten’ met enkele van zijn nieuwe vriendjes. We moeten echter wel stilaan terug, want we vermoeden dat Jenna nu toch wel heel ongerust zal zijn, waar we blijven. Blijkbaar zijn zij en Shiela al door met de jeepney richting Leganes dorp, en dus nemen we ook vlug een jeepney, maar niemand te bespeuren. Gelukkig dagen ze vijf minuten later op, en op het eerste zicht krijgen we een lachende Jenna terug, maar dan neemt ze mij toch even apart en zegt beteuterd: ‘mama, waar waren jullie, jullie zijn echt wel te lang weggebleven, ik was echt wel een beetje bang’. Oh, en dan breekt je hart toch wel een beetje, maar ze heeft zich super flink gehouden en ze heeft een drankje gekregen, dus al bij al viel het nog wel mee.

 

Sloppenwijk op het strand
Dinsdag 16 april 2013. Iloilo, Filippijnen.

De eerste vraag die het Gabriela comité in Iloilo aan Joan stelde, toen die zei dat wij zouden langskomen, was of ik geen medical mission kon doen. Dat dit niet echt mogelijk is, is voor iedereen wel duidelijk, maar toch zouden ze graag met ons naar Calaparan trekken. Calaparan is een wijk (barangay) aan de kust, waar duizenden mensen in hutjes wonen op het strand, heel dicht op elkaar gepakt. Het lokale comité wil graag een feeding program opstarten. Zij zijn al langer bezig met eigen moestuintjes aan te leggen, en dus proberen ze zelf hun groenten te kweken. Samen met Gabriele gezondheidsmedewerkers zoeken ze naar alternatieve manieren om toch zo goedkoop mogelijk gezond voedsel op hun bord te krijgen. Hierdoor zouden ze dus ook op langere termijn hun kinderen gezonder moeten kunnen voeden. Als dit project van de moestuintjes werkt, zou het dus ook op langere termijn een standvastige waarde kunnen krijgen. Heel interessant allemaal.

Maar zover is men nog niet. Men wil nu graag uitzoeken welke de meest kwetsbare kinderen zijn, lees ‘ondervoede’, opdat men prioritair met deze kindjes kan beginnen in het feeding program. En dus mogen wij vandaag mee voor een medical mission, om zoveel mogelijk kinderen onder de tien jaar te wegen en te meten. Op zich ben ik daar natuurlijk niet voor nodig, maar volgens Shiela betekent een ‘dokter’ meehebben toch wel dat de mensen meer vertrouwen krijgen en het gemakkelijker werken is. Ons materiaal is niet heel uitgebreid, een meetlint en een gewone weegschaal, maar men heeft ons uitgelegd dat het ook vooral het uitwerken en uitleggen van het project is, waarom we deze missie doen.

We rijden er met de jeepney naartoe, en we stoppen in een doodgewone straat zoals we er dagelijks tientallen tegenkomen. Niets wijst erop dat we hier op 100 meter van een indrukwekkende ‘sloppenwijk’ zitten. Via enkele nauwe steegjes lopen we richting strand, en inderdaad, het wordt al snel duidelijk dat de wijk die ‘verstopt’ ligt achter de huizen aan de straatkant, van een heel ander kaliber is. We maken kennis met enkele vrouwen van het lokaal Gabriela comité, op het strand, waar tientallen hutjes op palen gebouwd zijn in zeer primitieve omstandigheden.

Het strand is eigendom van de overheid, en de meeste mensen hier komen van het platteland. Ze bouwen een hutje om te overleven, en omdat ze hier geen ‘huur’ moeten betalen. Op zich zijn deze huizen natuurlijk allemaal illegaal gebouwd. De regering dreigt regelmatig met het afbreken van de huizen, maar tot op heden is dit nog nooit in de praktijk gebracht. Men moet natuurlijk wel een alternatief hebben voor deze mensen, want anders bouwt men gewoon ergens anders een hut. De mensen moeten al bij al toch overleven. Maar deze huizen hebben dus geen riolering, alle ‘afvoer’ wordt dagelijks mee gespoeld met de getijden van de zee. Want daarom staan de huizen op palen, de zee komt dagelijks opzetten en zet alle huizen onder water. Niet echt gunstig voor het vermijden van ziektes en ongedierte.

ph-2304024233-560-420ph-2304024283-560-420

Onze kids kunnen dus duidelijk niet de zee in, en zelfs spelen in het zand lijkt niet echt aangeraden, maar hoe stop je kinderen? Niet dus en we laten het maar zo. Binnen de kortste keren hebben ze een hele groep kinderen rondom zich verzameld, Ilyan speelt met de potjes en het zand, Jenna maakt tekeningen, en de kinderen spelen mee. Enige kleine probleem is dat Ilyan nogal vaak de neiging heeft zijn handen in zijn mond te steken, nu dus ook, en dat is weinig hoopgevend voor de komende dagen. We zullen wel zien, maar we zijn er niet gerust in, vermoedelijk pakt hij toch één of andere microbe mee van hier.

Zelf word ik aan het werk gezet, samen met twee jonge meisjes, studentes, en we gaan alle huizen langs om te kijken of er kindjes zijn. Dan worden ze gemeten en gewogen, en als er klachten zijn doe ik ook een snelle check-up. Veel klachten van diarree en hoesten hier. Als er op een bepaald moment een oma komt vragen voor haar ‘BP’ (bloeddruk) schiet ik onvrijwillig in de lach. Waar ken ik dat van? Shiela heeft een meter meegegeven, wat je hier dus niet moet doen als je voor een specifieke missie komt, want binnen de kortste keren staat er een rij van tien man te wachten voor hun BP.

De huisjes waar ik kom zijn klein, donker, en staan vaak echt bijna op instorten. De bewoners leggen uit dat het geen zin heeft veel ‘renovatiewerken’ uit te voeren, want met de moessons en stormen die jaarlijks de kust teisteren worden hun hutjes toch steeds weer tegen de grond geknakt. De onzekerheid waarmee deze mensen dagelijks leven en de primitieve omgevingsfactoren zijn schrijnend.

ph-2304024333-560-420ph-2304024230-560-420

De kinderen lijken zorgeloos en iedereen lacht en speelt, en ze duiken het vuile water in, klauteren zeer behendig de laddertjes op (ik heel wat minder), maar stuk voor stuk zien ze er picobello uit. Witte T-shirts, mooie kleedjes, de mama's die we tegenkomen zijn dan ook steevast alle kleren in het sop aan het steken. Onze Ilyan daarentegen ziet ondertussen zwart, als we weer bij ons beginpunt aankomen. Hij heeft een gat geknipt in zijn T-shirt met de schaar van Jenna en hangt onder het zand. Iedereen vind het geweldig, wij denken er het onze van.

Shiela neemt ons onder de middag mee naar een restaurant enkele honderden meters verwijderd van de wijk, en wat een contrast. Pure luxe, aan het strand, de bedelaars worden weggejaagd, we eten heerlijke verse vis. Ik vermoed dat vele Filippino’s misschien nog niet eens beseffen wat er naast hun deur gebeurd. Het domein is afgebakend met stokken tot in zee. Om bedelaars tegen te houden.

De namiddag gaan we terug voor de laatste lading kindjes. Het is bloedheet, en in de huisjes is het al helemaal stikken. We installeren ons dus op een binnenkoertje, en laten de kindjes naar hier komen, toch iets gemakkelijker. Mohamed was de fotograaf van dienst en wat foto's betreft, alle eer gaat dus naar hem. Ik had echt geen tijd om dat er nog bij te doen. Wel heel spijtig, want ik had een mooie reportage kunnen maken, maar dat heeft Mo dus tot een heel goed einde gebracht.

Ik vind het wel moeilijk om verslag uit te brengen van deze ervaringen. Misschien is het duidelijker op de foto's, maar het gevoel dat je krijgt door er rond te lopen, de gelatenheid bij de mensen, de schaamte bij jezelf dat valt bijna niet te beschrijven, dat moet je meemaken. Anderzijds merk je toch ook een veerkracht, concreet nu met het project dat op stapel staat. De mensen proberen echt uit de miserie te geraken.

We nemen met veel knuffels afscheid van alle mama's en hun kindjes. Onze kids willen niet naar huis, voor hen is dit opnieuw een hele grote leuke speeltuin, met veel vriendjes. We zijn echt blij dat ze zo goed reageren, en we hopen dat ze zo lang mogelijk zo zorgeloos kunnen zijn. Geen onderscheid maken op basis van uiterlijk, het kind zijn zolang mogelijk behouden.

Lalay, van de Alliance of Healthworkers in Iloilo had gevraagd of we zin hadden om een ziekenhuis te bezoeken? Ja natuurlijk! En dus haasten we ons richting WVMC, het grootste publieke, en enige openbare tertiaire ziekenhuis op Panay eiland. Kinderen zijn niet toegelaten, en ik maak me al op om bij de kids te blijven. Maar als we hun de iPad geven, blijven ze braaf bij enkele verpleegsters zitten, en kunnen we zonder problemen alle twee mee op toer.

We bezoeken verschillende wards of afdelingen, te beginnen bij de chirurgie-afdeling: één grote zaal met 24 bedden, valt nog mee zegt de verpleger, soms hebben we er hier het dubbele. Op de pediatrie-afdeling valt onze mond wel echt open: per babybedje liggen er minstens 4 baby’s (!) dwars op het bed. De mama's of familieleden zitten ernaast op een stoel, ook ‘s nachts. De hele zaal telt 20 bedden, en hier zegt de verpleger worden er soms tot 6 baby’s per bed gelegd op piekmomenten. Onvoorstelbaar, dit ben ik nog nooit tegengekomen! Reken maar zelf even uit hoe crowded het op deze zaal is.

Als we de verpleging vragen naar hun contract blijkt het inderdaad te kloppen dat ze aan verschillende lonen werken; de overgrote meerderheid is gestart als vrijwilliger, en de meesten werken nu als contractueel (interim) per ward is er één vast aangenomen verpleegkundige. Als we hen vertellen over het tekort in België reageren ze meteen hoe ze een aanvraag kunnen indienen. Er is duidelijk een groot verplegingsoverschot hier. Maar dat maakt de actuele situatie des te schrijnender. Vier baby’s per bed, en buiten smeken verplegers om werk!

De laatste afdeling die we bezoeken is de materniteit. Ook hier: twee mama's per bed, meestal dus mama's op de stoel, net bevallen en de kindjes in bed. Momenteel liggen er hier 42 vrouwen op één zaal. Veel privacy na de bevalling heb je hier duidelijk niet. De verpleging hier vertelt dat men hier niemand weigert om te komen bevallen, en zeker sinds de wet dat verplicht is het aantal vrouwen serieus verhoogt. De meeste vrouwen gaan naar huis na 1 á 2 dagen. Men probeert hier wel serieus werk te maken van borstvoeding, aangezien dit de beste én goedkoopste manier van voeden is. Elke dag wordt er voor de hele zaal een uiteenzetting gegeven hierover.

We zijn danig onder de indruk van het bezoek. Niet meteen van de infrastructuur, dat is typisch voor een derdewereldland, maar wel over de manier van de overheid om zijn gezondheidszorg uit te bouwen. Zoveel potentieel aanwezig, en toch zo weinig verpleegkundigen aannemen om voor de patiënten te zorgen? Daarenboven probeert de overheid meer en meer openbare ziekenhuizen te privatiseren. Met als gevolg dat ze nog duurder worden voor de mensen, en de service er niet meteen op zal verbeteren, toch niet voor de zwaksten in de maatschappij. Zeer boeiende stof tot discussie. We praten wat bij in het lokaal waar de kindjes super braaf zitten te tekenen. Ilyan had wel een paar keer gevraagd waar zijn mama is, maar met Jenna in de buurt is hij nooit bang geweest. Flinke kerel!

 

Ziekenhuisbezoek voor Ilyan
Woensdag 17 april 2013. Iloilo, Filippijnen.

Vandaag is het tijd voor wat ontspanning. We gaan met Lucy en Shiela naar het Mangahan festival in Guimaras. Dit eiland ligt vlakbij Panay, slechts twintig minuutjes varen. Onderweg springt Lalay ook nog op de jeepney, en vrij snel komen we al aan op de plek waar we de boot nemen. Het is een typische boot met twee zijspannen, en kost 14 Pesos per persoon (28 eurocent). Heerlijk toch rondtrekken met locals, dan neem je ook echt het plaatselijke vervoer. Aangekomen op Guimaras nog even in de jeepney, en we worden afgezet aan het festival.

Het Mangahan festival vind jaarlijks plaats en is het grote mango festival van de Filippijnen, want hier vind je de zoetste en beste mango's van het land. Lucy troont ons meteen mee naar de stand ‘eat as much mango's as you can’, en we krijgen een half uur om zoveel mogelijk mango's te eten als we kunnen. Dapper gaan we van start, en de mango's zijn heerlijk. Gewoon pellen en je tanden in het heerlijk sappige vruchtvlees zetten, hemels. Ik slaag erin om zes mango's te eten, Lucy geraakt tot acht, het maximum aan onze tafel.

We lopen nog wat rond langs de standjes en kopen enkele kilo's mango's voor de familie van Fretzie, die we morgen gaan bezoeken. De hitte is haast ondraaglijk en na enkele uurtjes keren we terug richting haven. We spreken af om even te rusten en 's avonds samen te gaan eten met de vrouwen. Zover komt het echter niet, want terwijl we onderweg zijn naar het Gabrielabureau is Ilyan alweer over zijn toeren (zou het echt de leeftijd zijn, of voelt hij het einde van de reis naderen?) en springt en hangt aan Mohameds hand. Plots springt hij, draait en laat zich dan met zijn volle gewicht op de grond vallen. In een reflex houdt Mo hem vast, en plots begint het ‘venteke’ te krijsen van de pijn. Meteen horen we aan zijn geschreeuw dat dit geen gewoon koppig gedrag is, hier is iets mis. Hij beweegt zijn rechterarmpje niet meer. We lopen vlug door naar het bureau, waar Lucy ons staat op te wachten, en we vertrekken meteen richting ziekenhuis. Lalay raadt ons het Mission Hospital aan, een privéziekenhuis in de stad.

Hoewel privé oogt het ziekenhuis vrij ouderwets, niet te vergelijken met onze Belgische ziekenhuizen. De spoed is 1 zaal met 8 bedden naast elkaar, met gordijntjes er tussen. Er loopt een massa volk rond, het is niet duidelijk wie verpleegster, student, intern of arts is. Op mijn vraag een orthopedist te zien, wordt ons verteld dat er geen aanwezig zijn in het ziekenhuis. Hier komen alleen consultants, die men kan bellen als er een opname gepland wordt.

Ilyan koorts wordt genomen, er wordt naar zijn longetjes geluisterd, en een rx pols aangevraagd, omdat hij daar veel pijn lijkt te hebben. En dan begint het lopen: eerst moet ik naar radiologie, om hem in te schrijven. Daar krijg ik een kasbonnetje, dan doorlopen naar de kassa, betalen als het onze toer is, terug naar radiologie, en dan mag ik Ilyan gaan halen en hem in de wachtzaal zetten. Een tiental minuutjes later is het onze beurt, en het ‘venteke’ is super flink, maar heeft ongelooflijk veel pijn bij de manipulatie van zijn armpje. Mijn moederhart breekt, en ik moet echt van mijn hart een steen maken, niet leuk!

Enige tijd later komt de assistent arts ons vertellen dat er geen fractuur is, waarschijnlijk een spierspasme, maar daar nemen we geen vrede mee. Ik zeg dat ik absoluut een orthopedist wil zien en ook een foto wil van zijn elleboogje. Dit moet aan de resident gevraagd worden (die we nog niet hebben gezien) en de foto kunnen we krijgen. De orthopedist kan niet worden gebeld omdat Ilyan niet zal worden opgenomen. WTF? Vooraleer ik me heel boos kan maken, zegt de lieve assistent ons dat we naar een nabijgelegen universitair ziekenhuis kunnen gaan. Daar zijn wel resident-orthopedisten aanwezig, maar dat we best eerst nog de foto laten maken. Dus terug heel de weg afgelegd: inschrijven, betalen, Ilyan halen, en deze keer stuur ik Mohamed mee.

Eenmaal terug krijgen we bericht dat alles normaal is. Ik maak me nu toch wel kwaad, en eis om de resident te zien, die dik tegen haar zin (waarschijnlijk omdat wij zo tegendraads doen) dan toch haar kop komt tonen. Ik maak haar duidelijk dat ik overtuigd ben dat Ilyan wel degelijk een probleem heeft aan zijn armpje (hij is nog niet onderzocht), maar droog zegt ze dat ze niets meer kan doen... De houten spalkjes die ze hebben zijn te groot, maar aangezien we toch naar het andere ziekenhuis gaan kunnen we er daar eentje laten zetten. En dat is dan een privéziekenhuis!

Gelukkig is het WVUC Hospital slechts een blokje verder lopen, dus we trekken met de hele stoet (wij, Lucy, Lalay, Shiela, en nog een vriendin van de vrouwen die we toevallig tegen het lijf liepen). Daar aangekomen mag Jenna niet mee naar binnen, dus ik ga enkel met Illy en Lalay richting spoed. Het is ondertussen al negen uur ‘s avonds. Als we binnenkomen zien we meteen een verschil met het andere ziekenhuis. Dit medical center is deels publiek deels privaat, en als we naar de traumazaal worden gebracht, liggen alle bedden vol met mensen, geen gordijntjes meer.

Er is inderdaad een orthopedist aanwezig, maar die zit in de OK. Eén van de wachtdokters komt een anamnese doen, en hij zit er echt mee dat we de orthopedist niet kunnen zien. Hij haalt er zijn collega bij (het zijn allemaal net afgestudeerde artsen), en aan de hand van zijn fysiek onderzoek heb ik er meteen vertrouwen in. Deze kerel weet wat hij doet! We bekijken samen de rx-en en lijken geen fracturen te zien op het eerste zicht. Hij stelt voor een plaasterspalkje te plaatsen, en we kunnen morgen terugkomen voor een ortho advies. Ilyan lijkt aan te geven meer pijn te hebben in zijn pols dan in zijn elleboog, maar hij heeft natuurlijk al door dat als hij zegt pijn te hebben, de dokters net daar gaan duwen, dus begint hij te jammeren dat zijn buikje en hoofdje pijn doen, en schudt dapper nee met zijn hoofd als we naar zijn armpje wijzen.

We staan ondertussen al een half uur in het midden van de zaal, en alle mensen kijken met veel nieuwsgierigheid naar ons. Ik vind het wel pijnlijk om het leed van de anderen te zien, vooral omdat het zo open en bloot voor iedereen zichtbaar is. Wij krijgen ook een zware voorkeursbehandeling, want we worden zo goed als meteen geholpen. Niemand reageert met wrevel of boos, maar het voelt toch echt niet goed. Anderzijds is ons ‘venteke’ echt heel moe, en ik wil hem ook zo snel mogelijk terug in het hotel hebben.

Tijdens het wachten praat ik nog wat met de verpleging, en inderdaad, de meesten werken als contractuel, dus voor 8000 Php, om hetzelfde werk te doen als de regular nurses (18.000 Php). Enkelen werken ook als vrijwilliger, en iedereen heeft het ook gedaan voorheen, best schokkend om te horen. Het verplegersoverschot klopt dus echt wel. Ilyan laat heel flink het spalkje aanleggen, en we kunnen naar huis.

Mohamed, Jenna en Lucy wachten ons op buiten, in de nog steeds broeierige hitte. Het is ondertussen tien uur. We besluiten toch nog iets kleins te gaan eten, en komen terecht in een visrestaurant, waar een live bandje covers zingt. Veel praten komt er dus niet aan te pas) ons ‘venteke’ zit er maar stilletjes bij. Het spalkje zorgt wel dat hij veel minder pijn heeft. De sling is wel volwassenmaat, maar het werkt. We kruipen véél te laat in bed, en morgen moeten we er weer vroeg uit. Gelukkig valt Ilyan snel in slaap om niet meer wakker te worden tot de volgende ochtend. Ik mail nog even met Pieter, collega orthopedist in België, en krijg de volgende ochtend al meteen reactie dat hij een pronation douloureuse vermoedt, elleboog deels of geheel uit de kom, doch klinisch niet 100 procent duidelijk.

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!