Wachten aan de grens
Maandag 6 oktober 2008. Strung Treng, Cambodja
Onze reis naar Cambodja bestaat voor het grootste gedeelte uit wachten. De afstand die we afleggen bedraagt slechts 80 kilometer. De reisduur maar liefst vijf uur.
Vanuit het eiland Don Khong gaan we met een authentieke pont naar het vaste land. Een houten krotje biedt plaats aan de schipper. Op de verroeste plaat is plaats voor twee auto’s en enkele motoren. Binnen een half uur bereiken we de Laotiaans-Cambodjaanse grens. Allereerst moeten we een stempel in ons paspoort halen om Laos te verlaten. Hier moeten we per persoon een dollar betalen. Hoezo corruptie?
We stappen over op een ander busje die ons naar Strung Treng in Cambodja brengt. Hier begint het wachten. De chauffeur laat ons weten dat we moeten wachten tot het busje vol is. Dus nog wachten op zes personen. Vijftien minuten gaan voorbij, dertig minuten gaan voorbij, een uur is voorbij. Na bijna twee uur wachten vertrekken we naar de Cambodjaanse grenspost, zonder de zes extra peronen.
Bij de grens halen we ons visa. Dit kost 20 dollar per persoon. Maar ook hier moeten we 1 dollar extra per persoon betalen. Gelukkig zijn de kinderen altijd gratis. Bij de douane vullen we de aankomstkaart in en opnieuw moeten we een dollar per persoon betalen. Niemand durft er iets van te zeggen, want stel dat je Cambodja niet in komt. Dus braaf betalen we weer twee dollar. Nadat we enkele stempels in ons paspoort erbij hebben gekregen, begint het wachten opnieuw. Er moeten nog vijf personen komen. Een uurtje later vertrekken we dan toch. We baden inmiddels in het zweet. Schaduw of niet, het is snikheet zo midden op de dag.
Na vijf uur 'reizen', arriveren we dan eindelijk in Strung Treng. Een klein stadje waar werkelijk niets te beleven valt.
Geen riel
Donderdag 8 oktober 2008. Strung Treng, Cambodja.
Helaas gaan we niet richting Ban Lung, in het noordoosten van Cambodja, zoals gepland. We kunnen geen geld pinnen of halen bij een bank. Ze accepteren alleen visa- en geen mastercard. We hebben nog wel dollars, waar je in Cambodja ook mee kan betalen, maar deze willen we niet allemaal uitgeven. Je weet immers niet of je nogmaals in een stad belandt waar je niet kunt pinnen. We willen wel wat geld achter de hand hebben. Voor ons dus geen Riel (cambodjaanse munteenheid.)
We besluiten de volgende dag door te reizen naar Phnom Penh. Hier kunnen we zeker geld pinnen. En vanuit Phnom Penh kunnen we altijd nog kiezen om naar Sen Monoroom, in het zuidoosten van Cambodja, te gaan. Sen Monoroom is qua natuur en stammen vergelijkbaar met Ban Lung.
De bus naar Phnom Penh vertrekt al om 7.00 uur. Maar we worden rond zessen wel gewekt door de lokale markt die zich hier voor de deur gehuisvest heeft.