Artikelindex

Natalie, Frank, Melle & FeijeNatalie en Frank met koters op avontuur in Cambodja
2008

Vóór z'n eerste verjaardag reisde Melle (4) al door Namibië en Zuid Afrika. Eind 2007 trok hij, met mama Natalie, papa Frank en z'n zusje Feije (2) een maand door Maleisië. En ook deze familie krijgt geen genoeg van reizen met kinderen. In september 2008 vertrokken ze voor een reis van drie maanden door Laos, Vietnam en Cambodja. Lees hier de verslagen over dit Indochina-avontuur.

Door Natalie en Frank Heddema


Wachten aan de grens
Maandag 6 oktober 2008. Strung Treng, Cambodja

Onze reis naar Cambodja bestaat voor het grootste gedeelte uit wachten. De afstand die we afleggen bedraagt slechts 80 kilometer. De reisduur maar liefst vijf uur.

Vanuit het eiland Don Khong gaan we met een authentieke pont naar het vaste land. Een houten krotje biedt plaats aan de schipper. Op de verroeste plaat is plaats voor twee auto’s en enkele motoren. Binnen een half uur bereiken we de Laotiaans-Cambodjaanse grens. Allereerst moeten we een stempel in ons paspoort halen om Laos te verlaten. Hier moeten we per persoon een dollar betalen. Hoezo corruptie?

We stappen over op een ander busje die ons naar Strung Treng in Cambodja brengt. Hier begint het wachten. De chauffeur laat ons weten dat we moeten wachten tot het busje vol is. Dus nog wachten op zes personen. Vijftien minuten gaan voorbij, dertig minuten gaan voorbij, een uur is voorbij. Na bijna twee uur wachten vertrekken we naar de Cambodjaanse grenspost, zonder de zes extra peronen.

Bij de grens halen we ons visa. Dit kost 20 dollar per persoon. Maar ook hier moeten we 1 dollar extra per persoon betalen. Gelukkig zijn de kinderen altijd gratis. Bij de douane vullen we de aankomstkaart in en opnieuw moeten we een dollar per persoon betalen. Niemand durft er iets van te zeggen, want stel dat je Cambodja niet in komt. Dus braaf betalen we weer twee dollar. Nadat we enkele stempels in ons paspoort erbij hebben gekregen, begint het wachten opnieuw. Er moeten nog vijf personen komen. Een uurtje later vertrekken we dan toch. We baden inmiddels in het zweet. Schaduw of niet, het is snikheet zo midden op de dag.

Na vijf uur 'reizen', arriveren we dan eindelijk in Strung Treng. Een klein stadje waar werkelijk niets te beleven valt.

 

Geen riel
Donderdag 8 oktober 2008. Strung Treng, Cambodja.

Helaas gaan we niet richting Ban Lung, in het noordoosten van Cambodja, zoals gepland. We kunnen geen geld pinnen of halen bij een bank. Ze accepteren alleen visa- en geen mastercard. We hebben nog wel dollars, waar je in Cambodja ook mee kan betalen, maar deze willen we niet allemaal uitgeven. Je weet immers niet of je nogmaals in een stad belandt waar je niet kunt pinnen. We willen wel wat geld achter de hand hebben. Voor ons dus geen Riel (cambodjaanse munteenheid.)

We besluiten de volgende dag door te reizen naar Phnom Penh. Hier kunnen we zeker geld pinnen. En vanuit Phnom Penh kunnen we altijd nog kiezen om naar Sen Monoroom, in het zuidoosten van Cambodja, te gaan. Sen Monoroom is qua natuur en stammen vergelijkbaar met Ban Lung.

De bus naar Phnom Penh vertrekt al om 7.00 uur. Maar we worden rond zessen wel gewekt door de lokale markt die zich hier voor de deur gehuisvest heeft.


Herinneringen aan het regime van Pol Pot
Zaterdag 10 oktober 2008. Phnom Penh, Cambodja.

In Cambodja wordt je nog altijd herinnerd aan de tijd van de Rode Khmer en Pol Pot.

Als je door Phnom Penh loopt zie nog vele Cambodjanen in een rolstoel die een of meerdere ledematen missen. Ook Melle ontgaat dit niet. De eerste avond ziet hij tijdens het avondeten een man in een rolstoel die zijn benen mist en een deel van beide armen. Melle kijkt ernaar en zegt niets. Een minuutje later reageert hij. 'Mama, die man heeft geen armen en benen. Waarom niet?' Tja, hoe leg je dat een kind van bijna vier jaar uit. We draaien er een beetje om heen maar uiteindelijk komen we er de volgende dag toch niet onderuit om hem iets over de Rode Khmer te vertellen.

We bezoeken de Killing Fields even buiten Phnom Penh. Hier is de historie van de Rode Khmer nog steeds zichtbaar. Er zijn nog enkele massagraven. Sommige zijn reeds leeggehaald. Er is een groot monument ter herinnering opgericht. Het is een soort grote toren die in het midden voorzien is van glas. Hierachter zie je de schedels van mensen die zijn omgekomen. Op een informatiebord is te lezen dat de oorlog niet te vergelijken is met hetgeen er tijdens de tweede wereldoorlog in Europa is gebeurd. Dit moet nog erger zijn, wordt er geschreven. Melle vraagt wat hier te zien is. Naast het monument waar hij wierook mag neerzetten, is er weinig te zien. Het zijn graven omgeven door een hek. Het lijkt op een stukje moerassige grond. Eigenlijk kijkt Melle dus naar zwarte grond. Wij beleven het anders omdat het voor ons een verhaal met zich meebrengt. Mama, waarom liggen hier mensen onder de grond? Wij vertellen hem dat er lang geleden mensen waren die niet zo aardig waren en mensen dood maakten. Waarom hebben ze die dode mensen dan onder de grond gestopt? Dat noemen ze begraven, zeggen we en hopen dat we daarmee voldoende hebben verteld. Tijdens onze wandeling blijft Melle bij elk massagraf vragen of er hier ook mensen onder de grond liggen.

's Avonds in bed horen we Melle soms gillen en kreunen. We vragen ons af wat hij droomt. Hopelijk droomt hij niet over hetgeen wat we hem vandaag vertelt hebben.

 

Even relaxen
Zondag 11 oktober 2008. Phnom Penh, Cambodja.

Dat geldt althans voor mij en de kinderen. Frank is terug naar Thailand om insuline te halen. Hij komt pas de volgende dag weer terug. We hebben een hotel met zwembad dat gericht is op kinderen. Ze hebben een kinderbadje maar ook veel speelgoed voor in het water. Melle en Feije maken hier dankbaar gebruik van.

Feije vindt het geweldig om in het diepe water te springen. Ze gaat kopje onder en door haar zwemvleugeltjes komt ze weer boven drijven. Haar grote broer is haar voorbeeld. We vermaken ons de gehele dag in het water.

's Avonds wandelen we langs de Mekong. De boten met de vele gekleurde lichtjes vinden Melle en Feije geweldig. De kinderen die straatboeken verkopen, herinneren ons nog van vorige avond. Melle en Feije worden aangesproken en ze blijven wat om ons heen hangen. Sommige maken een praatje. De jongste jongen is zes jaar oud en sjouwt eveneens met een grote mand met boeken. Je kunt je toch niet voorstellen dat Melle over twee jaar zo over straat zwerft.

Melle vraagt de hele dag wanneer papa weer terug komt. Ik leg hem uit dat hij moet wachten tot morgen. Papa is er met het avondeten weer. Als je gaat slapen, is het snel weer morgen.....

's Avonds praat ik met een 19-jarige Cambodjaan. Hij leert engels en snapt de tekst niet helemaal. Ik probeer de engelse woorden die hij niet snapt uit te leggen. Deze jongen werkt om zijn studie te betalen. Deze kost 2,5 dollar per dag. Zijn ouders, die buiten de stad wonen, dragen ook hun steentje bij. De Cambodjaan geeft aan weinig te slapen omdat hij moet werken en leren. Hij probeert vijf uurtjes per nacht te slapen. Maar dit lukt soms niet eens omdat hij veel aan zijn hoofd heeft. Hij bedoelt hier zijn studie mee.


Zweten in de bus
Zondag 12 oktober 2008. Kep, Cambodja.

Vanuit Phnom Penh nemen we een bus naar Kep. Een klein plaatsje aan de kust. We hebben een bus met airco geboekt. Helaas blijkt de airco niet te werken. En van een bus met airco kunnen de ramen niet open.

Langzaam rijden we de stad uit. De eerste zweetdruppels verschijnen op ons gezicht. De kinderen liggen lui op de bank en hebben niet de intentie om zich te bewegen. Binnen een half uurtje liggen ze te slapen. De zweetdruppels op hun gezicht blinken als parels. Als Feije een uurtje slaapt, giet ik wat water over haar gezicht. Het is snikheet. Buiten is het 35 graden.

Buiten de 'rijke' stad Phnom Penh zien we nu het echte Cambodjaanse leven. Houten huisjes op palen omgeven door rijstvelden. De dorpen die we passeren, komen op ons over als veel rotzooi.

De weg naar Kep verkeerd in goede staat, zeggen de boeken. Het tegendeel is waar. Ook Cambodja kent net als Laos slechte wegen. De bus rijdt zo'n 50 kilometer per uur. Het hobbelt. Op sommige punten kan er maar één auto passeren. De bruggen zijn te smal voor twee auto´s. Plots gaat de verharde weg over in een grindweg. We vragen ons af waar we terecht komen. Na een kwartiertje over de grindweg rijden we plotseling weer op de verharde weg. Vanuit niemandsland belanden we weer in de bewoonde wereld, Kep wel te verstaan.

Genieten van zonsondergangKep is een klein plaatsje, met enkele huizen, wat guesthouses, een strand en heel veeeeeeel restaurantjes waar je vis kunt eten. Dit wordt genieten.

's Avonds eet Frank verse garnalen. De vis ligt in een grote mand in zee. Als een klant vis besteld, wordt deze uit de zee gehaald en gebakken. Verser kan de vis niet zijn. Melle smult van de garnalen. Tijdens het eten genieten we van de zonsondergang.

 

 

Hoera, vier jaar!
Maandag 13 oktober 2008. Kep, Cambodja.

Hoera, Melle is jarig!Melle is vandaag, 13 oktober, een jaartje ouder geworden. De ballonnen zijn opgeblazen. 's Morgens krijgt hij een dikke kus en vertellen we hem dat we nog geen cadeautje hebben. Maar dat hij dat in Nederland nog krijgt. Hij lijkt het prima te vinden. Vooral als we hem vertellen dat we vandaag met de boot naar een eiland gaan varen. In Siem Riep proberen we een boek voor hem te kopen. We moeten Melle vandaag nog leren dat hij voortaan in het Engels moet zeggen dat hij vier jaar oud is en niet meer drie jaar oud. Nadat we het diverse malen herhaald hebben, blijft het hangen.

Als we aan Feije vragen wie er vandaag jarig is, roept ze heel hard: IKKE!

Met nog twee andere toeristen bestellen we bij onze lodge een tuktuk die ons naar de boot brengt. Echter rond de afgesproken tijd is er geen tuktuk. Nogmaals vragen. Er wordt druk in het Cambodjaans gepraat en er wordt gezegd dat de tuktuk komt. Een half uur later nog geen tuktuk. Dus maar weer vragen. Wat blijkt, ze hebben niet gebeld omdat ze geen telefoon hebben. We besluiten te gaan lopen in de hoop een tuktuk tegen te komen. Feije dragen we anders duurt het te lang. Ze vindt het wel prima. Melle huppelt mee en vraagt telkens wanneer de tuktuk komt. Uiteindelijk stoppen er twee brommers die ons mee willen nemen. Maar dat gaat moeilijk met zes mensen en twee cambodjanen op een brommer. Uiteindelijk regelt iemand op een brommer voor ons een tuktuk.

Bij de haven huren we een boot. We klauteren de boot op. Er is geen aanlegsteiger. Zittend op een grote plank varen we uit. Een heerlijk windje waait door onze haren. Feije ligt alweer en probeert te slapen. Iets wat ze in elk vervoermiddel doet. Speelgoed is niet meer belangrijk. Alleen het kleine, roze beertje dat ze in Laos van een Laotiaan heeft gekregen, moet bij haar in de buurt zijn.

Het eiland Koh Tunsay heeft een klein wit strand met vele palmbomen. De kinderen liggen al snel in het warme zeewater te dobberen. Een flesje en een blikje bieden uitkomst als speelgoed. Ze verzamelen steentjes en schelpen.

Hoera, Melle is jarigPlotseling hoor ik Feije schreeuwen. Ze krabt aan haar benen en al snel verschijnen er kleine bultjes. Waarschijnlijk is ze gebeten door een kwal. Alhoewel we deze niet gezien hebben. Ik zeg tegen Feije een handdoek om te doen dan is het zo over. Dit trucje blijkt te werken. Binnen enkele minuten is ze alweer aan het spelen. En weer een hard gehuil. Nu Melle. Ook zijn arm doet zeer. De truc met de handdoek werkt ook bij hem. Ik kijk nog even in het heldere groene zeewater of ik kwallen zie. Maar niks. Dus we zwemmen weer verder. Het begint te onweren. Steeds harder een vaker. We varen we terug en zien de regen in de verte. Het koelt lekker af wat een aangename verrassing is. Feije valt in slaap op de terugweg. Een half uurtje op een harde plank en nog een kwartiertje in de tuktuk.

´s Avonds gaan we op zoek naar taart. Dit hebben we Melle beloofd. Dit is een moeilijkere opgave dan we dachten. De restaurantjes waar taart als toetje op het menu staat, hebben geen taart. Melle en Feije krijgen friet te eten.

Bij onze lodge hebben ze ook taart op het menu. Ze hebben nog een laatste stukje. We beloven Melle morgen op zoek te gaan naar nog meer taart. We gaan dan richting Kampot en daar is een bakkerij die taart verkoopt.

Dit was een verjaardag met weinig taart, geen cadeaus maar wel ballonnen. Maar Melle heeft wel genoten.


Melle beroemd in Siem Reap
Woensdag 15 oktober 2008. Siem Reap, Cambodja

In Siem Reap zijn net als in Phnom Penh volwassenen en kinderen die je kaarten, boeken, fluiten, etc willen verkopen. Als ze ons weer eens iets proberen te verkopen zegt Melle spontaan: ‘Die mensen willen allemaal geld van ons. Dat willen we niet, hè!’.

Als we door de straten van Siem Reap lopen, horen we regelmatig ‘Melle’ roepen. Het zijn de tuktuk-chauffeurs die Melle kennen. Melle wordt dan ook regelmatig opgepakt of geknuffeld. Als een tuktuk-chauffeur aan ons vraagt of we mee willen dan roept Melle hard ‘No thanks!’ Dit zorgt voor hilariteit bij de chauffeurs.

Melle wordt evenals Feije regelmatig in de wang of arm geknepen. Feije laat het gelaten over zich heen komen. Frank heeft tegen Melle gezegd dat hij ze maar een knijpje terug moet geven. Als de masseurs van de massagesalon in grote getalen naar hem toe lopen en weer ergens een knijpje geven, doet Melle hetzelfde terug. Er wordt hard gelachen.

Feije wandelt en rent door Siem Reap. Een gedeelte van de straten wordt ’s avonds voor verkeer afgesloten waardoor Melle en Feije heerlijk kunnen rennen. Als Feije een stukje voor ons loopt wordt ze opgetild en in een tuk tuk gezet. Daar zit ze trots met een grote fles water in haar hand. Feije neemt altijd de fles water die we in het restaurant besteld hebben mee naar huis. Een fles van anderhalve liter die bijna over de grond sleept.

In ons hotel hebben ze enkele poezen. Twee nog hele kleintjes. Feije roept dan ook heel de dag ‘poes’ of ‘poes weg’. Ze heeft Melle de poes zien optillen en doet dit natuurlijk na. Triomfantelijk houdt ze de poes omhoog. De poes heeft geen kans meer te ontsnappen. Als hij maar even weg loopt, gaat ze hem weer halen. Ze lacht er guitig bij.

 

Angkor Wat
Vrijdag 17 oktober 2008. Siem Reap, Cambodja

Als er iets is, wat je gezien moet hebben in Cambodja dan zijn het de tempels van Angkor Wat wel. We plannen dan ook een bezoek van twee halve dagen aan Angkor Wat en enkele omliggende tempels. Door niet de hele dag te gaan, hopen we dat Melle en Feije het ook nog leuk vinden.

Angkor WatAngkor Wat is de meest bekende tempel. De gids vertelt ons over het ontstaan en de historie van de tempel. Er zijn ontzettend veel tekeningen in de muren gekerfd. Meters lang. Na een uur naar verhalen over deze tekeningen te hebben geluisterd, heeft Melle er een beetje genoeg van. We gaan naar de binnenste cirkel. Hier kunnen de kinderen wat rond huppelen om de torens van de tempel die je van ver buiten het complex al kunt waarnemen.

Ta Prom
De film Tomb Raider met Angelina Jolie is bij de tempel Ta Prom opgenomen. Voor Melle en Feije is dit de leukste tempel. Hier kunnen ze klauteren over de grote stenen en houten trappen. Er groeien bomen met enorme wortels over de stenen. Melle vraagt waarom de bomen er op groeien en waarom de wortels niet in de grond zitten. Geef daar als ouders maar eens antwoord op.

Bij Angkor Thom zien we de stenen olifanten. Dit vindt Feije geweldig. Want regelmatig roept zij olifant, of ze er nu eentje ziet of niet. Veel hoofden samengesteld uit stenen zijn zichtbaar. Voor de kinderen is het even zoeken hoe ze deze moeten zien. Uiteindelijk wijze er twee kleine vingertjes de lucht in.

 

Om je vingers bij af te likken
Zondag 19 oktober 2008. Siem Reap, Cambodja

Bij het avondeten bestellen we vaak loempia’s. We besluiten twee kleine voorafjes te nemen. We nemen ook een kippengerecht. Op de foto ziet het er heerlijk uit. Als het voorgerecht opgediend wordt, kijken we verbaasd. We krijgen gemarineerde klauwen van een kip. Dat ziet er niet aantrekkelijk uit. Als de loempia’s op zijn, wil Melle toch de klauwen proberen. Het lukt ons niet om het uit zijn hoofd te praten, dus neemt hij een hap. Melle spuugt het weer uit, wat Frank en mij overtuigd om het niet te proberen. Feije kunnen we overtuigen het niet te proberen. We stemmen in bij de vraag om het gerecht mee terug te nemen naar de keuken. Hierom wordt wel even gelachen.

 

Poppenshow
Zondag 19 oktober 2008. Siem Reap, Cambodja

We hebben een avondje doorgebracht in een restaurant waar een poppenshow wordt gehouden. Volgens iemand die we in Laos ontmoet hebben, is dit leuk voor de kinderen.

Als de muziek begint, gaan Melle en Feije een kijkje nemen bij de muzikanten. Als dansend trekt Melle de aandacht van de muzikanten. Feije huppelt wat op en neer.

De poppenshow is niet meer dan poppen op stokjes die ze achter een verlicht doek heen en weer bewegen. De eerste vijf minuten staren Melle en Feije naar het doek. Dan heeft Feije er genoeg van en gaat weer heen en weer lopen. Melle wil er meer van weten en gaat een kijkje nemen achter het doek. Verontwaardigd komt hij terug en zegt dat mensen deze poppen op en neer bewegen. Hij rent weer terug, kijkt nog eens achter het doek en dan weer ervoor. Dit ritueel herhaalt zich diverse malen. Nu hij weet hoe het werkt, vindt Melle het niet zo spannend meer. Hij geniet eveneens van de aandacht die hij van de obers krijgt.

Melle en Feije rennen op en neer door het restaurant. Andere gasten vinden het niet erg en lachen vriendelijk naar ze. Op het moment dat Feije een gil slaakt en Melle haar na doet, moet iedereen even lachen. Dit verstoord even het jankend geluid van de show.

Aan een ‘hilarische’ poppenshow komt gelukkig snel een einde.

 

Maar Frank...
Dinsdag 21 oktober 2008. Siem Reap, Cambodja

Maar Frank...Dit is de meest gehoorde uitdrukking van Melle tijdens onze vakantie. Vooral onderstaande dialogen hoor ik met enige regelmaat.

- Je mag nu geen televisie kijken (ja, die hebben we op de kamer). Maar Frank… ik wil babytv kijken.
- Je krijgt nu water te drinken en geen melk. Maar Frank… ik wil iets anders dan water
- We gaan nog niet naar ons hotel. Maar Frank… ik wil niet meer lopen, ik ben moe.
- Ze hebben hier geen pannekoeken. Maar Frank… ik wil geen rijst.

Gelukkig heeft Melle het ‘maar Natalie…’ nog niet uitgevonden.

 

Armoede op het water
Vrijdag 24 oktober 2008. Siem Reap, Cambodja

Drijvend meer in Tonle SapOp een half uur rijden van Siem Reap ligt een dorp in het Tonle Sap meer. De huizen zijn op palen gebouwd. In het droge seizoen komen deze huizen droog te liggen. Nu drijven ze als het ware op het water.

Met een boot varen we tussen de huizen. In dit gebied leeft men van de visvangst. Hier wordt je in Cambodja niet rijk van. Dit is ook te zien aan de huizen die van hout en bamboe zijn gemaakt. Boten varen af en aan. Kinderen spelen in het water. Feije kijkt om zich heen en roept: ‘boot’ bij elke boot die ze voorbij ziet komen. Dit woord hoor ik dan ook met enige regelmaat.

BootsjongenAls we het Tonle Sap meer opvaren, wordt het water wilder. De boot schommelt heen en weer over het water. Melle joelt van plezier. Hij krijgt er geen genoeg van. Het water slaat soms over de boot heen en Feije en ik worden nat. Feijes gezicht is flink nat. Deze afkoeling lijkt ze heerlijk te vinden. Ze geeft geen krimp. Als we de golven achter ons laten, roept Melle dat hij weer terug wil.

Vervolg reis in Vietnam

Inhoudsopgave

  1. Strung Treng
  2. Phnom Penh
  3. Kep
  4. Siem Reap
Altijd gesloten?

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!