Artikelindex

De chaos van de grote stad
Vrijdag 21 december 2012. Phnom Penh, Cambodja.

Chaos. Daar komen we in terecht bij het binnenrijden van Phnom Penh. Ook het guesthouse waar we zitten, Okay guesthouse is één grote chaos. Het heeft een zeer groot -jong- backpackersgehalte, maar alles gaat er gemoedelijk aan toe. De staf is heel vriendelijk (al zorgt de eigenares er tot twee keer toe voor dat we een veel te dure tuktuk nemen, de derde keer hebben we haar door. De kamer is oké, ouderwets, maar weer met werkende airco en groot genoeg, triple room, dus we klagen niet. Daarenboven is er op honderd meter een enorme speeltuin voor de kids, één van de redenen waarom we dit gekozen hebben. Het ligt ook vrij centraal, vlakbij het koninklijk paleis en de rivier.

's Avonds proberen we meteen de speeltuin uit, en bij deze nodig ik het Mechels stadsbestuur uit voor een prospectiebezoek aan Phnom Penh, wat een speeltuin. Zeer veilig, met matten op de grond (iedereen schoenen uit.), zes verschillende enorme tuigen, voor elk leeftijd wel iets, én een speeltuinwachter die erop let dat het niet te wild wordt. Volledig omheind en met top of the bill een terras voor de ouders, vanwaar ze hun kleine spruit rustig in de gaten kunnen houden. Waarom kan dit niet in het Vrijbroekpark? En toch slaagt ons Jenna erin om zich te misstappen op een ijzeren loopbrug en hard neersmakt op de ijzeren kettingen: gaatje in de knie, en kneuzing van de bil, maar niets ergs, gelukkig.

Weer veel te laat kruipen we in ons bed. We ontwikkelen allemaal en chronisch slaaptekort, de kids zijn gegarandeerd wakker om 6.30 uur en we hebben dringend nood aan opnieuw een rustmoment. Maar Phnom Penh heeft veel te bieden, en dus gaan we weer vroeg op pad.

We starten met Wat Phnom, een tempel op de enige ‘berg’ in de stad, 27 meter hoog, pff makkie voor ons. Langsbuiten niets speciaals, maar binnenin een echte gouden (?) Boeddha, prachtig. Achteraan staat ook een miss fortuna of zoiets met een fluorescerend aureool. Het is ondertussen al zo uitputtend warm (wij dachten te voet te gaan), dat we het Nationaal Museum invluchtten. Jenna heeft vooral oog voor de wapens en vechtposities. Hmm, mijn uitleg over oorlog heeft ergens toch wel indruk gemaakt.

In de namiddag gaan we op zoek naar ‘kidz cool’, zou een grote speeltuin zijn met zwembad, maar dat blijkt niet meer te bestaan, we vinden het in elk geval niet. Dan maar naar het Himawari hotel, aan de overkant van ons hotel. Een poepchic resort met een enorm zwembad van vijfentwintig meter, dat Jenna met de vingers in de neus overzwemt. Ja hoor, ik ben superfier op mijn dochter, ze blijkt toch mijn juiste genen geërfd te hebben. Hier blijven we de hele namiddag rondhangen, Ilyan is verzot op de hete jacuzzi, Mohamed en ik wisselen dus af, want echt veel te warm. Jenna duikt en zwemt, springt en drijft, het zijn alle twee echte waterratten, die maar met zeer veel moeite er terug uit te krijgen zijn.

De volgende dag staat het Tuol Sleng museum en de Killing Fields gepland, en in de namiddag het Phnom Penh waterpark. We maken een deal met een tuktuk chauffeur die ons de hele dag zal rondrijden. Het museum bevindt zich in de stad en is een oude school die door de Khmer Rouge gebruikt werd als gevangenis. Er zouden maar zeven mensen levend uitgekomen zijn, voornamelijk schilders omdat die door de Khmer rouge gebruikt werden om portretten te schilderen. Wat wij hiervan onthouden is dat hetzelfde patroon steeds weer terug komt: onschuldige mensen zijn steeds de dupe van ‘dictatoriale regimes’: of het nu hier is, Latijns-Amerika, maar ook Irak, en andere landen in oorlog op dit moment. Het gruwelijke vind ik nog dat de foltertechnieken die je hier ziet, nog steeds toegepast worden, en niet in het minst door landen die zichzelf beschouwen en uitten als zogenaamde ‘democratieen’, zoals de USA en Groot Brittannië, denk maar aan Abu Graib, Guantanamo, Libië…

De kinderen gaan vooral op zoek naar mensen zonder armen of benen, willen weten wie die mensen zijn. ‘Is die mijnheer dood mama, maar zijn ogen zijn open?’’en ‘Wat is dat zwembad? Ik probeer het allemaal uit te leggen, maar ik vermoed dat ze er toch niet alles van begrijpen. Één van de overlevenden die zijn boek ter plaatse signeert is voor Jenna ‘opgestaan uit de dood’. Gelukkig dat ze op die leeftijd nog geen emotie koppelen aan wat ze zien, ze beseffen gewoon nog niet wat de ‘dood’ betekent. Voor Jenna gaan die ‘schedels’ naar het ziekenhuis, en dan wordt de mijnheer weer wakker. Daarna gaan we door naar de Killing Fields, waar we een koptelefoon met Nederlandstalige uitleg krijgen, heel interessant. We proberen de kinderen onder controle te houden. ‘Niet roepen. Daar niet opstappen, Afblijven...’, en we zijn wel onder de indruk van wat we zien. Maar opnieuw, ik vind het vooral gruwelijk dat deze dingen nog steeds gebeuren, door zogenaamde democratieën.

In de namiddag staat het PP waterpark op het programma, op internet voorgesteld als een supercomplex, in het echte leven een bouwvallig park met groen water. Ofwel moet er nog een ander park zijn, zoals een andere toeriste opperde? Maar niemand die weet waar dat zou zijn. De kinderen willen absoluut op de grote glijbanen, en zoals ze drie maanden geleden nog zo bang waren, zo gemakkelijk gaan ze er nu af. Jenna is niet te houden, helemaal alleen, in België zou het niet mogen. Ilyan moeten we toch even temperen of hij zou het ook alleen doen en dat gaat ons toch net iets te ver. ‘Geen water inslikken!’, loze woorden, dat wordt weer een diarree-opstoot voor onzen Ilyan en dan ben ik toch even blij dat hij nog een pamper draagt. De kids genieten van het water en wij genieten van de kids, meer heb je toch niet nodig?

's Avonds doen we het rustig aan want morgen vertrekken we naar Sihanoukville, eindelijk naar zee. We beseffen dat de kinderen eigenlijk nog nooit echt in de zee gezwommen hebben. Oké, Jenna in Kreta wel, toen ze zes maanden oud was, maar dat weet ze toch niet meer.

Een opmerkelijk gegeven is de gemakkelijkheid waarmee we hier overal op internet kunnen. Overal free WiFi, tot in de kleinste restaurantjes. Cambodia heeft de vaste telefonie ook gewoon overgeslagen, en zijn meteen in het gsm tijdperk terechtgekomen, dat merk je ook wel. Maar stel je eens voor in België, dat je zonder problemen in elk café/restaurant, en zelfs supermarkt kan binnenstappen en online gaat. Ondenkbaar. Je moet je ‘abonneren’ op een ‘hotspot’ en dan nog ben je afhankelijk van anderen, of je betaalt je blauw aan een usb ding.

 

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!