Artikelindex

Met de bamboetrein
Maandag 17 december 2012. Battambang, Cambodja.

Battambang als stad was echt ons ding niet: zeer warm, en 's avonds koelde het helemaal niet af, vochtig, plakkerig. Daarbij dacht ik dat ik een hotelletje in het centrum geboekt had maar dat bleek toch niet helemaal zo te zijn, had er waarschijnlijk allemaal mee te maken. Het zou de tweede grootste stad van Cambodja zijn, maar het lijkt echt een slaperig provinciestadje. De reden voor ons om hier te stoppen is de Bamboetrein!

's Ochtends met de tuktuk naar het beginpunt, daar betaal je aan de lokale politieman(?) en dan mag je plaatsnemen op een soort platform van bamboe met wielen onder, en een motor. Samen met nog een vrouw en kindje vertrokken we vol spanning: we hadden een de kinderen verteld dat het een beetje zoals op de kermis wat, en jawadde! Het ging echt snel! Heerlijk om door de rijstvelden te zoeven, en te genieten van het windje en de billenmassage. Er is maar een spoor, en dat betekent ´problemen´ als er een tegenligger komt. Diegene die het minst zwaar geladen is moet eraf. Het treintje wordt ontmantelt op twee minuten, en heropgebouwd in evenveel tijd. Een paar keer op en af, maar het blijft een gezellig ritje. Jenna geniet met volle teugen, Ilyan bekijkt het allemaal van onder mijn armen, die vind het toch maar akelig.

kh-2712392600-560-420kh-2712392703-560-420

Totdat onze chauffeur plots stopt zonder tegenligger, en terug achteruit begint te rijden. Problemen? Nee hoor, we hebben blijkbaar net een slang overreden! Fier gaat de chauffeur het dier halen, morsdood want hij lag met zijn kop op de rails. Een slang van anderhalve meter, toch indrukwekkend, langer dan Jenna! Met onze trofee komen we aan in het dorpje, zeven kilometer verder, waar we iets drinken en even de baksteenfabriek van dichtbij bekijken. Indrukwekkend, want de kinderen worden na het bakken de oven ingestuurd om de nog hete bakstenen te halen en naar beneden te gooien. Op de terugweg hoeven wij er niet meer af, geen slangen of andere dieren meer te zien, maar de kids hebben de smaak te pakken en zien nu overal slangen.

kh-2712392710-560-420kh-2712392753-560-420

Daarna gaan we naar een grote tempel op een berg en de Killing Caves, waar vroeger mensen ingegooid werden en nu nog schedels zouden liggen. Bij aankomst komt net ook een groepje jonge monniken toe die onze kinderen geweldig vinden, en meteen een praatje maken met ons. Beetje onwennig voor ons in het begin, want mag je als vrouw de monnik niet aanraken, of iets aannemen, en dan begin je te twijfelen, mag je wel praten? Kijken? Soit, uiteindelijk viel het allemaal wel mee. We trokken samen omhoog, een serieus pakske trappen opnieuw. Jenna zoals altijd vooraan, niet moe te krijgen, maar zelfs onzen Ilyan heeft alles naar boven helemaal alleen gedaan. We merken dat de conditie van zowel ons als de kinderen er grondig op vooruit gegaan is. Er zijn twee jonge monniken die een beetje Engels kunnen en ze blijven maar vragen stellen, en wij hen natuurlijk. Ze willen ook absoluut op de foto (en verdorie, mijn grote camera niet mee!), en dus hebben we nu tientallen foto's met echte monniken, terwijl we anders zoveel moeite doen om ze op plaat te krijgen. We proberen wel wat vragen te stellen, maar of ze begrijpen ons niet goed, of ze blijven heel vaag in hun antwoorden, maar wel leuk om kennis te maken, en uiteindelijk zijn het ook maar gewone jonge gasten.

kh-2712392767-560-420kh-2712392770-560-420

Bij de Killing Caves liggen inderdaad een aantal schedels op een hoop. Jenna begrijpt nog niet echt wat die daar doen, ze vraagt zich eerder af waarom die koppen ogen hebben. Tja dan maar een kleine anatomieles voor een vijfjarige. Niet simpel. Heel de geschiedenis van Cambodja, Rode Khmer en Pol Pot blijft toch voor ons heel onduidelijk. Wat, waar, hoe, waarom? Wat is gelinkt met wat? We moeten dringend eens de boeken induiken, misschien dat de musea in Phnom Penh meer duidelijkheid geven. Volledig uitgeput beginnen we aan de afdaling, het is snikheet, de monniken gaan nog door naar een andere grot, maar ons pijpje is uit. We nemen afscheid en beloven de foto's door te mailen.

Een drietal weken geleden heb ik in Luang Prabang met een nogal tarzan-achtige zwier aan een koord, mijn rechtermiddelvinger zwaar bezeerd en verstuikt. Het deed toen echt veel pijn, en het DIP gewrichtje zag echt paarsblauw, maar ik ging er een beetje vanuit dat het gewoon een kneuzing was en dat het wel zou beteren. Ondertussen is de vinger volledig ontzwollen, maar hij blijft gelokaliseerd pijn doen aan één kant. Ik ben niet voor niets arts, en na drie weken mezelf te hebben voorgehouden dat het ‘wel niets zal zijn’, hier toch een RX laten nemen. En ja hoor, een avulsiefractuur DIP lateraal collateraal ligament. Verdorie, ik had dus echt wel moeten spalken. Dat heb ik niet gedaan, en hier in Battambang is geen enkele spalk te vinden of men weet gewoon niet waarover je het hebt. Dan maar een tongspatel ter depannage en hopen dat we in Pnomh Penh een echte spalk vinden. Met dank voor het advies aan Pieter Vandenbussche, collega orthopedist.

's Avonds weer inpakken, dat begint echt zeer vlot te gaan. Meestal schiet ik serieus in paniek, want onze kamer is keer op keer een echt slagveld! De kinderen hun nieuwste spelletje is winkeltje spelen en dat wil zeggen dat ze álles uit de zakken halen, op de grond verspreiden om het dan aan ons te verkopen. En de laatste avond kan ik weer beginnen puzzelen om het terug in de zakken te krijgen. Een superaankoop en absolute tip voor toekomstige reizigers zijn de opbergzakjes van Decathlon (grote modellen en goedkoop, degelijk) of Eagle Creek (kleiner, veel duurder, wel handig voor kleinere spullen). Ieder heeft een zak met zijn kleren, dus heel eenvoudig om iets terug te vinden. Ik heb ondertussen ook een systeem van wat waar moet en ik slaag er momenteel in om op een half uur het slagveld terug om te toveren tot twee grote zakken en de handbagage.

Zoals ik al zei is Battambang niet onze favoriet, maar de bamboetrein is echt de moeite, en als tussenstop dus zeker wel aan te raden.

We hadden gisteren bustickets gekocht bij Paramount Angkor Express, dezelfde maatschappij waarmee we de rit van Siem Reap naar Battambang gedaan hadden. Het busstation lag recht tegenover het hotel, en terwijl we daar wachtten, overviel mij een soort van ‘niet pluis’ gevoel. Er stond geen enkele toerist te wachten buiten ons. Aangezien we nog op internet konden hebben we even gegoogled en o jee, overal kon je lezen: de te mijden maatschappij en de meeste ongelukken door roekeloos rijgedrag. En inderdaad, de rit die wij met hen gedaan hadden was zeer roekeloos. Dus pech voor de extra dollars, veiligheid eerst. Meteen overgestoken naar Sorya Transport en nieuwe tickets gekocht. Hier zaten natuurlijk alle toeristen te wachten. Geen idee eigenlijk waarom ik niet meteen daar geboekt had, ik had beter moeten weten.

Het zou een rit worden van zes tot zeven uur waar we niet echt naar uitkeken. Zelfs nog even aan een shared taxi gedacht, maar uiteindelijk toch de bus op. En wederom: de kids waren geweldig. Ilyan heeft twee uur geslapen en Jenna keek gepassioneerd naar Cambodjaanse karaoke, afgewisseld met vechtfilms, van op een stoeltje in het gangpad. We hadden maar drie stoelen geboekt, en bus zat vol. Na exact zes uur rijden zaten we in Pnomh Penh.

 

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!