Artikelindex

Joke, Mohamed, Jenna en Ilyan: zes maanden door Azië - Cambodja
21 oktober 2012 - 25 april 2013

Na lang wikken en wegen hebben Joke en Mohamed de stap gezet. De tickets naar Zuidoost Azië zijn geboekt. Eind oktober 2012 vliegen ze samen met Jenna (4) en Ilyan (2) naar Bangkok. Ook de visa voor Australië worden aangevraagd maar of ze de sprong naar dit andere continent gaan maken, zal pas tijdens de reis blijken.

door Joke Hertogen


Een lange reis
Donderdag 6 december 2012. Kampong Cham, Cambodja.

Na een reis van elf uur (echt lang, maar zo voelde het eigenlijk niet), aangekomen in Kampong Cham in Cambodja. Vele mensen zullen ons waarschijnlijk voor zot verklaren, maar we hebben uiteindelijk, na lang twijfelen beslist om Ratanakiri, de oostelijke provincie in Cambodja over te slaan en rechtstreeks een ticket te boeken naar Kratie. Het ligt van de hoofdweg af, en de drie tot vier uur durende trip om een kratermeer en natuur te zien, leek ons, zeker voor de kids, niet de moeite waard. De regio staat bekend voor zijn trekkings, maar dat is dus niks voor ons.

Maar dus de reis. 's Ochtends om 08.00 uur werden we met de boot naar Nakasang gebracht, het dorpje op het vasteland, om van daar de VIP-bus te nemen naar Kratie. In Kratie zelf zou ook niet zoveel te beleven zijn, maar het leek ons een goede tussenstop om de reis wat te breken. Je hebt er ook de dolfijnen, maar die hebben we eigenlijk al gezien en aangezien ze daar drie keer duurder zijn om te gaan kijken dan in Don Khon, hadden we al beslist dat ook over te slaan. We zouden dus één nacht in Kratie blijven en de volgende ochtend door reizen naar Kampong Cham. In Kampong Cham gaan we twee dagen en twee nachten in Rana homestay verblijven, een back to basic homestay van een Cambodjaanse vrouw, Kheang en haar Amerikaanse man, om het ‘authentieke Cambodja’ van dichterbij te bekijken. We zijn benieuwd.

Terug naar de bus: aangekomen op het strandje, met al onze baggage, buggy én kids door het mulle zand, maar we slagen er toch in om het allemaal min of meer in normale toestand te doen. In de office is daar de verlossing, onze camera! Joehoe, mijnheer Pan is echt ne schat van ne man! Verschillende toeristen zitten de visumpapieren voor Cambodja al in te vullen, maar ik ben op mijn hoede, afgaande van een verhaal dat ik gelezen had op verrereizenmetkinderen.nl, en op andere fora. Deze grensovergang zou de voornaamste corrupte zijn in de regio, wat betekent dat je vier tot vijf dollar meer moet betalen dan het visum eigenlijk kost. En inderdaad, de meeste toeristen hadden al 30 dollar betaald aan de mijnheer van de bus, die dan alles in orde zou brengen voor hen. Normaal kost een visum 25 dollar, maar de prijs is blijkbaar enkele dollars opgeslagen sinds vorig jaar.

Ik al meteen in de defensie want ik wou proberen de kinderen niet te laten betalen. Zelf kan je natuurlijk protesteren, maar dan geven ze je gewoon je visum niet, simpel! Maar de mijnheer zei meteen dat wij beter alles zelf regelden, gezien de kinderen waarschijnlijk niet moesten betalen. Oke, dat is eerlijk! Toch al alle papieren ingevuld, drie per persoon, toch weer altijd vermoeiend.

Na een half uur kwam onze VIP-bus, naar Cambodjaanse normen, maar al bij al viel het goed mee. We namen de hele achterbank in beslag, dus vijf zetels voor ons vier en we hadden er drie betaald. Twintig minuten later waren we al bij de grens. Iedereen kon blijven zitten, en wij moesten eruit om alles in orde te brengen, samen met nog een jongen die ook alles zelf wou doen om geld te besparen. Eerst de check-out aan Laotiaanse zijde. Aan beide kanten is er een enorme checkpoint in aanmaak, en ondertussen gebeurt alles in kleine houten barakken. Ik had met Jenna afgesproken dat ze zich steeds voor het kotteke moest zetten met haar breedste glimlach, hetgeen ze met verve deed! Niet zoveel volk, maar toch wel chaos. Iedereen mocht zijn paspoorten door het gleufje steken en dan maar hopen dat je niet werd voorbijgestoken. Onze beurt: ‘Two dollar per person please’, ‘Children don't pay?’, ‘No, children don't pay’. Oke, vier dollar in de sacoche.

En dan door no man's land, honderd meter te voet, want de bus was al door naar de Cambodjaanse zijde. Eerst langs een klein tentje voor een gezondheidscontrole. Iemand gaf ons formulieren waar we moesten invullen dat we gezond zijn, Children don't need? No children don’t need. Oké! Vriendelijk gaf ik de ingevulde papieren weer terug met twee dollar aan de mevrouw, waarbij onze temperatuur zelfs niet genomen werd. Twee dollar in de sacoche! En Jenna maar glimlachen, de lieve schat!

En dan het visum, dat blijkbaar serieus is opgeslagen, kost nu 25 dollar, waarna de mijnheer achter het loket zegt dat we in een laatste kotteke nog een stempel moeten laten zetten in het visum, but no pay! Oké, die boodschap zullen we doorgeven. Wij naar daar, en heel subtiel leg ik ons stapeltje paspoorten helemaal links in een hoekje, hou me wat van den domme, en vijf minuten later krijg ik alles terug en terwijl we opnieuw dollars langs alle kanten zien verschijnen, wordt ons niets gevraagd. Vreemd. Achteraf bleek dat de jongeman hier toch opnieuw een dollar moest betalen. Weer vier dollar uitgespaard. Nog snel de eerste woordjes Cambodjaans geleerd: Sousday is hallo en au kun is bedankt, weer de bus op en we kunnen doorrijden!

De rit naar Kratie duurt nog een drietal uur. Ilyan valt vrij snel in slaap, Jenna kijkt naar filmpjes en voor we het weten zitten we op twintig kilometer van Kratie! Gezien de rit zo vlot verloopt beginnen we te twijfelen, toch niet beter gewoon door naar Kampong Cham? Dan hebben we morgen een rustdag en kunnen we overmorgen naar de homestay. Die dolfijnen hebben we al gezien, dus wat maakt het uit! Nog tweeënhalf uur bij op de bus, dat moet wel lukken! Het laatste uurtje is wel wat op de tanden bijten, we zijn het nu wel allemaal een beetje beu, maar al bij al is de reis weer supervlot verlopen, op alle vlakken! Om 18.30 uur komen we aan in Kampong Cham, en we zijn zelfs nog zo fit dat we te voet naar de rivier wandelen om een guesthouse te zoeken. Onderweg komen we alweer een kermis tegen, de kids hun plezier kan niet meer op!

Ingecheckt bij Mekong hotel, een mastodont en onpersoonlijk hotel, beetje vergane glorie, maar het VIP Monorom hotel zat vol, dus geen andere keuze. Doodop gingen we naar de kamer, iedereen wat over zijn toeren, iedereen zijn draai zoekende, maar uiteindelijk wel zalig in slaap gevallen!

En dan... zou Sinterklaas geweest zijn? Ilyan is al op om 6.34 uur (nééuh!), maar het bazeke zijne frank valt nog niet. Ik kan hem nog stil houden tot 7.15 uur, maar dan springt Jenna recht: ‘Is hij geweest?’ En ja hoor, bij de deur staat hun gevulde schoen: Jenna een blaffend hondje, een vislijn, en wat schmink, en Ilyan een helikopter en een camion! Alletwee superblij, en vooral Jenna is zichtbaar opgelucht dat Sinterklaas ons nieuwe hotelletje gevonden heeft.

We doen het op het gemak, en 's ochtends gaan we op zoek naar een sim kaart, deet spray (moeilijk te vinden precies hier!) en Pampers (massa's!). We wisselen wat dollars, maar meestal wordt er hier gewoon betaald met dollars. Heel vreemd, Riel zou zelfs minder voordelig zijn om mee te betalen. Het wordt snel bloedheet, en dus vluchten we terug onze kamer in.

kh-2612380717-560-420

En dan de tweede verrassing van de dag voor de kids: we gaan zwemmen. Echt zwemmen in een echt zwembad. En wat voor één! Het 7Mekara hotel, met een ideaal zwembad voor de kids: geen gevaarlijke randen, ze kunnen er staan, en groot! We kunnen Ilyan zelfs lossen zonder bandjes. Meteen ook gaan checken hoeveel een kamer kost, dertien dollar, nou, dat is vijf minder dan waar we nu zitten! De ligging is niet goed, ver van het centrum, maar voor ons is het duidelijk: na de homestay moeten we nog een hotel hebben voor een nacht, en dus komen we hier nog een nachtje logeren voor we naar Siem reap vertrekken! Wat ons betreft minstens vergelijkbaar qua kwaliteit met het Mekong hotel! En de Mekong zien we al voldoende, meestal gaan onze ramen zelfs niet open voor het zicht door de airco.

kh-2612380750-560-420kh-2612380703-560-420

En ja hoor, wie lopen we in de lobby tegen het lijf bij terugkomst? Juist ja, Thea en Jan! Jen is meteen weer verkocht, en moet absoluut haar sinterklaascadeautjes laten zien. Ilyan kijkt vijf minuten de kat uit de mouw, en vliegt dan op Thea af. Ze hadden onze buggy al zien staan, dus ze vermoedden het weerzien al wel een beetje. Morgen vertrekken we voor twee daagjes, back to basic, heel benieuwd hoe dat zal zijn!

 


Indringende gesprekken.
Vrijdag 7 december 2012. Rana Homestay, Kratie, Cambodja.

Rana Homestay wordt overal enorm aangeraden (Tripadvisor, Lonely Planet) en op hun website zeggen ze heel kindvriendelijk te zijn, dus dat was toch het proberen waard. En het is inderdaad heel goed meegevallen.

Om 11.00 uur kwam een tuktuk ons ophalen, na eerst onze zakken in het 7Makara Hotel te hebben achtergelaten. Binnen twee dagen dan komen we hier nog een nachtje slapen (en zwemmen) voor we naar Siem Reap vertrekken. Het personeel spreekt hier echt geen woord Engels, dus dat zorgt welvoor enige verwarring (waarom je bagage komen afzetten en niet blijven?), maar uiteindelijk kon onze tuktukchauffeur voor de vertaling zorgen.

We reden twaalf kilometer terug richting Kratie, een klein veldweggetje in en bijna meteen rijden we het erf op van ons gastenverblijf. Kheang komt ons meteen tegemoet en blijkt een zeer hartelijke lieve vrouw te zijn! Even later ontmoeten we ook Don, haar Amerikaanse echtgenoot die al zestien jaar in Cambodja woont en vloeiend Khmer spreekt en hun kinderen van acht en negen jaar! We zijn niet alleen, er is nog een Nederlands jong koppel die samen met ons er zullen verblijven.

Van Don krijgen we de uitleg wat de bedoeling is, een man met zeer veel droge humor, komt daardoor eerst een beetje hard over, maar blijkt later een hele sympathieke kerel te zijn. De kinderen gaan meteen op zoek naar stokken, en houden zich twee dagen lang bezig met het verzamelen ervan. We starten met een wandeltocht van drie kilometer, Jenna doet het helemaal mee, genoeg prikkels natuurlijk. Dorpjes, kinderen, rijstvelden, lotusvelden, rode mieren(auw!), koeien en hondjes! Kheang vertelt zelf niet zoveel, maar geeft ons vooral de mogelijkheid om met de lokale mensen te praten door voor ons te vertalen. De mensen blijken evenveel vragen voor ons te hebben als wij voor hen!

kh-2612380843-560-420kh-2612380897-560-420

Echt ongelooflijk hoe hard de mensen hier op het land moeten werken, hele stukken worden ondertussen opgekocht door baksteenfabrieken of afvalmaatschappijen. Zo heeft een maatschappij (onder Canadees overkoepelend bestuur), midden tussen de rijstvelden grond opgekocht en daar tonnen afval gedumpt. Het dorp heeft toen massaal geprotesteerd en de wegen geblokkeerd, en momenteel is dit stopgezet, maar niemand weet wat er verder mee gaat gebeuren. Kheang is hard voor het systeem in haar land: overal corruptie, op alle niveaus, allemaal voor geld.

kh-2612380870-560-420kh-2612380847-560-420

's Avonds hadden ze de moeder van Kheang uitgenodigd en we mochten haar alles vragen. In het begin vooral gezondheidszorggerelateerde vragen, geboorte, maar ook over de oorlog, haar ervaring met het regime en de rode Khmer, wel interessant, maar het roept bij ons alleen nog meer vragen op. Dringend tijd voor wat lectuur.

Ook met Don kunnen we heel interessante gesprekken houden. Hij probeert zich op de achtergrond te houden maar zijn frustratie over het mank lopende systeem en de honderden NGO's die het systeem mee onderhouden sijpelt toch regelmatig door. Hij heeft wel interessante visies over verschillende onderwerpen. Heel veel was zeer herkenbaar voor ons (ik in Bolivia, Mo met Marokko), dezelfde patronen komen steeds terug en we konden eigenlijk zelfs parallellen trekken met Belgie. Maar ook de opvoeding van zijn kinderen, wat wel en niet meegeven, gemengd koppel, daar hadden we toch nog een paar gemeenschappelijke punten.

Geen elektriciteit op het domein, dus dat betekent gaan slapen met de lamp, onder een muggennet en eerst douchen met de emmer. Ilyan vindt dat geweldig en kan er maar geen genoeg van krijgen, Jenna heel wat minder. Aangezien de hutjes vlak aan de snelweg liggen is er véél lawaai! Maar ik vind dat dit ook deel uitmaakt van de homestay: this is real life. Bamboonest had het idyllische voor de toeristen: volledige natuur, maar hoeveel mensen wonen echt zo? De grote meerderheid woont in hutje langs de snelweg, langs de baksteenfabrieken, en kan er niets aan doen.

De volgende ochtend gaan we fietsen. Jenna achterop op een kussen, ik hou mijn hart vast hoelang ze dat gaat volhouden. Simpel, de hele rit van drie uur. Opnieuw stoppen we bij verschillende mensen. De vrouwen in het dorp willen weten hoelang ik borstvoeding gegeven heb en op welke leeftijd ik zwanger werd van Jenna. We praten ook met een leraar die heeft moeten vluchten onder het Pol Potregime. En opnieuw: nog meer vragen. Wie ons interessante lectuur kan aanraden, laat maar komen. Verder rijden we door prachtige landschappen, heel afwisselend, heerlijk, maar wel uitputtend. Terug thuis, opnieuw douchen met de emmer, en even uitrusten. Kheang kookt heerlijk, het is echt smullen!

De tweede avond konden we praten met een leraar wiskunde uit het dorp. Zelf heb ik dit grotendeels gemist, omdat de kids besloten hadden de boel een beetje op stelten te zetten, en ik de anderen de kans wou geven te luisteren. We vonden het een heel leerrijke ervaring, vooral omdat we diepgaande gesprekken konden voeren, hetgeen eigenlijk tot nu toe nog nooit gelukt is tijdens de reis. Met de tuktuk werden we terug naar Kampong Cham gebracht. In deze stad wonen vooral moslims, ‘Cham’ refereert zelfs aan moslims.

‘s Namiddags in het zwembad waren we niet alleen: een hele groep Australische jongeren kwam ook zwemmen en het bleek een zeer christelijke groep te zijn van ‘Global Care’. Eén meisje werd ter plaatse gedoopt, en de verantwoordelijke die met ons een praatje kwam maken maakte op ons een zeer paternalistische indruk. ‘We brengen jaarlijks een groepje jongeren naar weeshuizen in de Filippijnen en naar hier zodat ze wat spullen kunnen afgeven en zien hoe erg het hier is’. Op zich goed natuurlijk dat jongeren er zich van bewust worden dat de wereld groter is dan hun stad, maar het caritasgehalte leek ons hier enorm groot. Don had er in elk geval ook geen goed woord voorover. We hebben hierover een zeer interessante discussie gehad, systeembehoudend tegenover systeemveranderend te werk gaan! De volgende ochtend heel vroeg op om de bus naar Siem Reap te nemen.

 


Tempelen met kinderen, een aparte ervaring
Woensdag 12 december 2012. Siem Reap, Cambodja.

Voor de eerste keer deze reis hebben we een pick up vanuit het hotel. We hebben ons dan ook iets meer gepermitteerd dan anders, we blijven hier iets langer, en we hebben weer even nood aan een zwembad.

Zes uur met de bus, je geeft aan het hotel door met welke maatschappij je komt, en bij aankomst staat er een tuktuk-chauffeur met je naam op een blaadje te wachten. Alle bagage en onszelf erin proppen, we zitten steeds aan de limiet, maar het lukt altijd. In Siem Reap hebben de tuktuks prinsessenallures, en daarenboven is die van ons roze. Jenna glundert, en beide kinderen kunnen maar niet genoeg krijgen van deze brommerautootjes! Opnieuw een superdrukke stad, dat is lang geleden. Chaotisch verkeer, overal brommertjes, maar toch oogt de stad niet reusachtig. Waarschijnlijk omdat er nergens echte hoogbouw is?

Ons hotel blijkt toch wel een stukje uit de richting te liggen, zodat we zonder tuktuk nergens geraken, maar de Lotus Lodge is prachtig naar onze normen. We worden verwelkomd met een limoensapje en een koud handdoekje ter verfrissing, het zwembad is superdesuper en het geheel straalt absoluut rust uit. Alleen in de badkamer was een grote vochtplek op het plafond, maar hé, daar kunnen wij wel tegen. Ik had ook via de telefoon verkregen dat we een triple room kregen aan de prijs van een double room, dus dat was nog een bonusje! De namiddag hebben we rustig aan gedaan, want de komende dagen wordt een ware ‘tempelmarathon’.

's Avonds met de tuktuk nog even naar het centrum, de avondmarkt doen, niet teveel kopen, maar zovele mooie dingen. En als we Ilyan dan kunnen overtuigen een massageke te laten doen, zetten we de kids -op straat- in de zetel, en beide krijgen ze voor een euro een voetmassage. Wij gaan voor de visjes. Voor een euro eten de vissen de eelt van je voeten, dat kriebelt superhard, maar wel grappig. Hier komen we opnieuw bekend volk tegen, een Nederlands koppel en het Franse koppel met hun drie kinderen. Ongelooflijk, zo’n grote stad, en toch overal bekenden.

De volgende ochtend staan we heel vroeg op, om 07.00 uur zitten we al in de tuktuk, richting Angkor Wat. We hebben ondertussen een vaste chauffeur, steeds in de roze prinsessentuktuk, dus Jenna is heel gelukkig. We starten de toer in omgekeerde volgorde, ik gok er een beetje op dat de grote meute zoals schaapjes de klassieke volgorde zal aanhouden, opdat wij hopelijk op een veel rustigere manier de tempels kunnen bezoeken.

De eerste tempel is Banteay Kdei, en er is geen kat! Heerlijk om door de ruïnes te kuieren, zich in te beelden hoe en wat het hier allemaal moet geweest zijn. De kinderen klimmen en klauteren over de stenen, en zorgen er toch ook voor dat er een goed tempo in zit.

kh-2112032500-560-420kh-2112032510-560-420

Daarna is Ta Prohm aan de beurt, en hier zijn we niet alleen. Tussen de georganiseerde tours door banen we ons een weg. Dit is de tempel die bekend staat om de overgroeiing door bomen en wortels. Ze zijn hier ook volop aan het werk, en eigenlijk ben ik een beetje teleurgesteld. Ik had waarschijnlijk teveel verwacht, maar ik dacht echt nog jungle te zien. Niets van dus. Ilyan begon ook heel moe en hangerig te worden, en ging dus de Patapum in bij mama, want op moeilijke momenten is het enkel mama die kan troosten. Fotografiegewijs natuurlijk niet handig, maar ja, kindjes gaan voor. Net vandaag slagen de kids er ook in om serieuze platte stoelgang te produceren (Jenna de eerste keer), dus dat betekent regelmatig hollen naar een hoekje of toilet. Tja, dat is ook reizen met kinderen. Ilyan zijn achterste ziet knalrood van de irritatie, mede daarom is hij zo hangerig, dus laten we hem maar door de tempels spurten in zijn Pamper.

Angkor Thom laten we grotendeels links liggen, we bezoeken enkel de elephants terraces en Bayon. Bayon is geweldig indrukwekkend. Allereerst kan je hier echt klimmen. En verder is dit de tempel met alle lachende gezichten, overal waar je kijkt, ongelooflijk mooi!

De laatste tempel voor de voormiddag is Angkor Wat. Jenna is het allemaal beu, en weigert uit de tuktuk te stappen. Hoe krijg je aan een kind van vier uitgelegd dat ze op het punt staat de mooiste tempel te missen? Niet! Dus laten we haar achter bij de chauffeur en nemen we een mokkende Ilyan mee die zijn zus natuurlijk wou nadoen. Ik ben er toch niet helemaal gerust in. Jenna kennende, als ze begint te koppen, dan zou ze wel eens durven weglopen. Maar Angkor Wat kunnen we ook niet missen, dus wagen we het erop.

kh-2112032633-560-420kh-2112211580-560-420

Prachtig! Het complex is echt indrukwekkend. Terwijl wij naar binnen wandelen, komt net de grote stroom naar buiten. Het is middag, iedereen gaat eten, en wij hebben Angkor Wat bijna helemaal voor ons alleen. Om de beurt klauteren we helemaal naar boven, met spectaculaire vergezichten, terwijl de andere Ilyan probeert af te leiden. Hé ja, tempels bezoeken met kinderen is creatief te werk gaan. We lopen helemaal rond, en op een bepaald moment is er gewoon niemand meer rondom ons! Heerlijk dat gevoel in Angkor Wat. En dan terug naar de tuktuk waar Jenna met een stralende glimlach op ons zit te wachten.

In de namiddag komen we terug voor de zonsondergang. De zonsopgang met de kids is uitgesloten, dus hopen we op mooie beelden deze avond. En het is de moeite! Aan het kleine meer positioneren we ons, de kinderen houden zich bezig met kikkers tellen en steentjes gooien, en wij proberen hen onder controle te houden en tegelijkertijd te genieten. Kinderen in Angkor Wat, het is een aparte ervaring maar al bij al zijn ze superflink geweest. En ik denk dat ze het ook echt wel leuk vonden. Jenna verzint ter plekke dat mooiste verhalen en Ilyan peutert overal tussen de stenen met zijn zelfgevonden stokken. Op de terugweg lopen Jenna en ik door het gras, en op het moment dat zij op een grote steen klimt gilt ze: ‘Kijk mama een slang!’. Oh jee, tegen dat ik bij haar ben is er niets meer te zien, maar ze houdt bij hoog en laag vol dat ze er een gezien heeft, dus dan is dat ook zo natuurlijk. We komen wel nog een ‘enorme’ duizendpoot tegen, waarvan Kheang gezegd heeft dat ze zeer giftig zouden zijn. Met een grote boog omheen dus!

kh-2112032743-560-420kh-2112032777-560-420

We hebben heel lang getwijfeld wat we de tweede dag zouden doen. Ik had heel graag Beng Melea gedaan omdat dit nog een authentieke jungle ervaring zou zijn volgens de Lonely Planet. Maar dit ligt wel een dik uur rijden van Angkor wat. We moeten rekening houden met de kids, dus kiezen we toch voor Bantaey Srei, en Preah kan op de terugweg. Onderweg bezoeken we ook nog het landmijnmuseum en een vlindertuin.

Maar dus opnieuw vroeg opstaan en op weg. Hoewel we als een van de eerste toekomen is het meteen duidelijk dat dit een véélbezochte tempel is. Tegen dat we buitenkomen staat de parking vol. Bantaey Srei is dan ook echt een prachtige, zeer artistieke en verfijnde tempel. Zeer gedetailleerde graveringen, ik laat me fotografisch helemaal gaan, terwijl Mohamed zich dapper met de kinderen bezighoudt.

Wat hier wel heel hard opvalt is het grote aantal (straat)kinderen die van alles verkopen of komen bedelen. Hier zie je toch wel de schade die toerisme kan aanrichten. In plaats van het binnenkomende geld te investeren in kinderen en jongeren, verdwijnt dat grotendeels in privézakken. En als je kind bij toeristen enkele dollars per dag extra kan verdienen (véél dus), terwijl als het op de schoolbanken zit ‘niets verdient’, begrijp ik deels wel waarom ouders die keuze maken. Het is aan de overheid om hier in te grijpen, en ervoor te zorgen dat de ouders deftig betaald worden of deftig werk krijgen, zodat hun kinderen naar school kunnen. Maar dus moeilijke situaties en moeilijk uit te leggen aan ons Jenna.

kh-2112084920-560-420kh-2112084960-560-420

De eerste tussenstop is het landmijnmuseum en ik neem de taak op mij om te proberen uit te leggen aan Jenna wat er allemaal te zien is. Hoe leg je oorlog uit aan een kind van nog geen vijf? Wie zijn de goeie en wie zijn de slechte? Het wordt uiteindelijk een zeer ongenuanceerde versie van de feiten, met het in detail uitleggen van wat een landmijn is. En elk blikken doosje dat we sindsdien tegenkomen is nu een potentiële landmijn. Jenna is vooral geïnteresseerd in de foto's van mensen die een arm of een been missen, en toch wel grappig hoe rationeel ze daarin kan blijven! ‘Ja mama, dan gaan die mensen naar het ziekenhuis, en dan naait de dokter daar weer een arm aan’. De houten benen of armen vindt ze maar een beetje eng, maar ze ziet ook wel dat het voor de mensen een grote hulp is, want ‘dan kunnen ze weer snel lopen en springen’. Oorlog is vechten, en vechten is slecht, vechten is een beetje ruziemaken, maar veel erger dan jij en Ilyan doen. En vele mensen die gewond werden hadden helemaal geen ruzie gemaakt, dus dat is niet eerlijk. Dat kon ze wel goed volgen. ‘Kijk mama, die mijnheer gaat op een landmijn stappen’, riep ze tegen de maquettepop. ‘Oh kijk mama, die mijnheer is dood’. Ik denk niet dat ze er emotioneel van werd, maar sindsdien is ze wel zeer alert voor ‘vechten’. In het Nationaal Museum zagen we een dag later twee standbeelden in een vechtende toestand, toen ze zei: ‘Kijk mama, dat zijn de stoute mensen die landmijnen leggen’. Eeuhm...

kh-2112211403-560-420kh-2112211423-560-420

Na het museum maakten we nog een kleine tussenstop in de vlindertuin, wel leuk, maar op zich niets bijzonders en superduur voor wat het is. Aangezien het weeral bijna middag was besloten we om nog een tempel te bekijken, en dat was dan ook mijn favoriet. Preah Khan, gelegen net boven Angkor Thom, wat een prachtding! Hier kreeg ik uiteindelijk toch een beetje mijn jungle gevoel, mede doordat deze tempel nog niet heropgebouwd is, de bomen en wortels nog woekeren, en je er echt in kan verdwalen. Een echte fotografie tempel. Mohamed weer met de kids op stap, zodat ik voldoende tijd had om me uit te leven. Deze tempel is wat mij betreft absoluut niet te missen! Doodop gingen we terug naar het hotel, waar we dankbaar gebruik maakten van het zwembad.

kh-2112211470-560-420kh-2112084910-560-420

De laatste dag een rustdag ingelast, en dat deed ons allemaal veel deugd. Die dag kwamen ook Thea en Jan terug toe. Jenna was al de hele ochtend aan het wachten op deze laatste keer in Azië. Hopelijk nog meer in Nederland of België! Wat ook vrij opvallend is, is het aantal ‘vaders’ die we hier tegenkomen, die ons spontaan aanspreken. We zijn er nu toch al een viertal tegenkomen, papa's die er alleen op uit trekken omdat de mama niet wil/durft mee te komen met de kids. En als ze ons zien krijgen ze alleen nog meer spijt dat ze niet met het hele gezin naar hier gekomen zijn.

Volgende stop is Battambang, vier uur met de bus. Opnieuw hebben we drie tickets geboekt achterin, in de hoop dat er plaatsen over zijn. Dat is ook zo het eerste uur, en dan geraakt de bus vol Ilyan dus op mijn schoot, drie kinderen naast mij op twee stoelen, lekker krap, maar alles is mogelijk en de kids houden zich opnieuw geweldig onderweg.

 


Met de bamboetrein
Maandag 17 december 2012. Battambang, Cambodja.

Battambang als stad was echt ons ding niet: zeer warm, en 's avonds koelde het helemaal niet af, vochtig, plakkerig. Daarbij dacht ik dat ik een hotelletje in het centrum geboekt had maar dat bleek toch niet helemaal zo te zijn, had er waarschijnlijk allemaal mee te maken. Het zou de tweede grootste stad van Cambodja zijn, maar het lijkt echt een slaperig provinciestadje. De reden voor ons om hier te stoppen is de Bamboetrein!

's Ochtends met de tuktuk naar het beginpunt, daar betaal je aan de lokale politieman(?) en dan mag je plaatsnemen op een soort platform van bamboe met wielen onder, en een motor. Samen met nog een vrouw en kindje vertrokken we vol spanning: we hadden een de kinderen verteld dat het een beetje zoals op de kermis wat, en jawadde! Het ging echt snel! Heerlijk om door de rijstvelden te zoeven, en te genieten van het windje en de billenmassage. Er is maar een spoor, en dat betekent ´problemen´ als er een tegenligger komt. Diegene die het minst zwaar geladen is moet eraf. Het treintje wordt ontmantelt op twee minuten, en heropgebouwd in evenveel tijd. Een paar keer op en af, maar het blijft een gezellig ritje. Jenna geniet met volle teugen, Ilyan bekijkt het allemaal van onder mijn armen, die vind het toch maar akelig.

kh-2712392600-560-420kh-2712392703-560-420

Totdat onze chauffeur plots stopt zonder tegenligger, en terug achteruit begint te rijden. Problemen? Nee hoor, we hebben blijkbaar net een slang overreden! Fier gaat de chauffeur het dier halen, morsdood want hij lag met zijn kop op de rails. Een slang van anderhalve meter, toch indrukwekkend, langer dan Jenna! Met onze trofee komen we aan in het dorpje, zeven kilometer verder, waar we iets drinken en even de baksteenfabriek van dichtbij bekijken. Indrukwekkend, want de kinderen worden na het bakken de oven ingestuurd om de nog hete bakstenen te halen en naar beneden te gooien. Op de terugweg hoeven wij er niet meer af, geen slangen of andere dieren meer te zien, maar de kids hebben de smaak te pakken en zien nu overal slangen.

kh-2712392710-560-420kh-2712392753-560-420

Daarna gaan we naar een grote tempel op een berg en de Killing Caves, waar vroeger mensen ingegooid werden en nu nog schedels zouden liggen. Bij aankomst komt net ook een groepje jonge monniken toe die onze kinderen geweldig vinden, en meteen een praatje maken met ons. Beetje onwennig voor ons in het begin, want mag je als vrouw de monnik niet aanraken, of iets aannemen, en dan begin je te twijfelen, mag je wel praten? Kijken? Soit, uiteindelijk viel het allemaal wel mee. We trokken samen omhoog, een serieus pakske trappen opnieuw. Jenna zoals altijd vooraan, niet moe te krijgen, maar zelfs onzen Ilyan heeft alles naar boven helemaal alleen gedaan. We merken dat de conditie van zowel ons als de kinderen er grondig op vooruit gegaan is. Er zijn twee jonge monniken die een beetje Engels kunnen en ze blijven maar vragen stellen, en wij hen natuurlijk. Ze willen ook absoluut op de foto (en verdorie, mijn grote camera niet mee!), en dus hebben we nu tientallen foto's met echte monniken, terwijl we anders zoveel moeite doen om ze op plaat te krijgen. We proberen wel wat vragen te stellen, maar of ze begrijpen ons niet goed, of ze blijven heel vaag in hun antwoorden, maar wel leuk om kennis te maken, en uiteindelijk zijn het ook maar gewone jonge gasten.

kh-2712392767-560-420kh-2712392770-560-420

Bij de Killing Caves liggen inderdaad een aantal schedels op een hoop. Jenna begrijpt nog niet echt wat die daar doen, ze vraagt zich eerder af waarom die koppen ogen hebben. Tja dan maar een kleine anatomieles voor een vijfjarige. Niet simpel. Heel de geschiedenis van Cambodja, Rode Khmer en Pol Pot blijft toch voor ons heel onduidelijk. Wat, waar, hoe, waarom? Wat is gelinkt met wat? We moeten dringend eens de boeken induiken, misschien dat de musea in Phnom Penh meer duidelijkheid geven. Volledig uitgeput beginnen we aan de afdaling, het is snikheet, de monniken gaan nog door naar een andere grot, maar ons pijpje is uit. We nemen afscheid en beloven de foto's door te mailen.

Een drietal weken geleden heb ik in Luang Prabang met een nogal tarzan-achtige zwier aan een koord, mijn rechtermiddelvinger zwaar bezeerd en verstuikt. Het deed toen echt veel pijn, en het DIP gewrichtje zag echt paarsblauw, maar ik ging er een beetje vanuit dat het gewoon een kneuzing was en dat het wel zou beteren. Ondertussen is de vinger volledig ontzwollen, maar hij blijft gelokaliseerd pijn doen aan één kant. Ik ben niet voor niets arts, en na drie weken mezelf te hebben voorgehouden dat het ‘wel niets zal zijn’, hier toch een RX laten nemen. En ja hoor, een avulsiefractuur DIP lateraal collateraal ligament. Verdorie, ik had dus echt wel moeten spalken. Dat heb ik niet gedaan, en hier in Battambang is geen enkele spalk te vinden of men weet gewoon niet waarover je het hebt. Dan maar een tongspatel ter depannage en hopen dat we in Pnomh Penh een echte spalk vinden. Met dank voor het advies aan Pieter Vandenbussche, collega orthopedist.

's Avonds weer inpakken, dat begint echt zeer vlot te gaan. Meestal schiet ik serieus in paniek, want onze kamer is keer op keer een echt slagveld! De kinderen hun nieuwste spelletje is winkeltje spelen en dat wil zeggen dat ze álles uit de zakken halen, op de grond verspreiden om het dan aan ons te verkopen. En de laatste avond kan ik weer beginnen puzzelen om het terug in de zakken te krijgen. Een superaankoop en absolute tip voor toekomstige reizigers zijn de opbergzakjes van Decathlon (grote modellen en goedkoop, degelijk) of Eagle Creek (kleiner, veel duurder, wel handig voor kleinere spullen). Ieder heeft een zak met zijn kleren, dus heel eenvoudig om iets terug te vinden. Ik heb ondertussen ook een systeem van wat waar moet en ik slaag er momenteel in om op een half uur het slagveld terug om te toveren tot twee grote zakken en de handbagage.

Zoals ik al zei is Battambang niet onze favoriet, maar de bamboetrein is echt de moeite, en als tussenstop dus zeker wel aan te raden.

We hadden gisteren bustickets gekocht bij Paramount Angkor Express, dezelfde maatschappij waarmee we de rit van Siem Reap naar Battambang gedaan hadden. Het busstation lag recht tegenover het hotel, en terwijl we daar wachtten, overviel mij een soort van ‘niet pluis’ gevoel. Er stond geen enkele toerist te wachten buiten ons. Aangezien we nog op internet konden hebben we even gegoogled en o jee, overal kon je lezen: de te mijden maatschappij en de meeste ongelukken door roekeloos rijgedrag. En inderdaad, de rit die wij met hen gedaan hadden was zeer roekeloos. Dus pech voor de extra dollars, veiligheid eerst. Meteen overgestoken naar Sorya Transport en nieuwe tickets gekocht. Hier zaten natuurlijk alle toeristen te wachten. Geen idee eigenlijk waarom ik niet meteen daar geboekt had, ik had beter moeten weten.

Het zou een rit worden van zes tot zeven uur waar we niet echt naar uitkeken. Zelfs nog even aan een shared taxi gedacht, maar uiteindelijk toch de bus op. En wederom: de kids waren geweldig. Ilyan heeft twee uur geslapen en Jenna keek gepassioneerd naar Cambodjaanse karaoke, afgewisseld met vechtfilms, van op een stoeltje in het gangpad. We hadden maar drie stoelen geboekt, en bus zat vol. Na exact zes uur rijden zaten we in Pnomh Penh.

 


De chaos van de grote stad
Vrijdag 21 december 2012. Phnom Penh, Cambodja.

Chaos. Daar komen we in terecht bij het binnenrijden van Phnom Penh. Ook het guesthouse waar we zitten, Okay guesthouse is één grote chaos. Het heeft een zeer groot -jong- backpackersgehalte, maar alles gaat er gemoedelijk aan toe. De staf is heel vriendelijk (al zorgt de eigenares er tot twee keer toe voor dat we een veel te dure tuktuk nemen, de derde keer hebben we haar door. De kamer is oké, ouderwets, maar weer met werkende airco en groot genoeg, triple room, dus we klagen niet. Daarenboven is er op honderd meter een enorme speeltuin voor de kids, één van de redenen waarom we dit gekozen hebben. Het ligt ook vrij centraal, vlakbij het koninklijk paleis en de rivier.

's Avonds proberen we meteen de speeltuin uit, en bij deze nodig ik het Mechels stadsbestuur uit voor een prospectiebezoek aan Phnom Penh, wat een speeltuin. Zeer veilig, met matten op de grond (iedereen schoenen uit.), zes verschillende enorme tuigen, voor elk leeftijd wel iets, én een speeltuinwachter die erop let dat het niet te wild wordt. Volledig omheind en met top of the bill een terras voor de ouders, vanwaar ze hun kleine spruit rustig in de gaten kunnen houden. Waarom kan dit niet in het Vrijbroekpark? En toch slaagt ons Jenna erin om zich te misstappen op een ijzeren loopbrug en hard neersmakt op de ijzeren kettingen: gaatje in de knie, en kneuzing van de bil, maar niets ergs, gelukkig.

Weer veel te laat kruipen we in ons bed. We ontwikkelen allemaal en chronisch slaaptekort, de kids zijn gegarandeerd wakker om 6.30 uur en we hebben dringend nood aan opnieuw een rustmoment. Maar Phnom Penh heeft veel te bieden, en dus gaan we weer vroeg op pad.

We starten met Wat Phnom, een tempel op de enige ‘berg’ in de stad, 27 meter hoog, pff makkie voor ons. Langsbuiten niets speciaals, maar binnenin een echte gouden (?) Boeddha, prachtig. Achteraan staat ook een miss fortuna of zoiets met een fluorescerend aureool. Het is ondertussen al zo uitputtend warm (wij dachten te voet te gaan), dat we het Nationaal Museum invluchtten. Jenna heeft vooral oog voor de wapens en vechtposities. Hmm, mijn uitleg over oorlog heeft ergens toch wel indruk gemaakt.

In de namiddag gaan we op zoek naar ‘kidz cool’, zou een grote speeltuin zijn met zwembad, maar dat blijkt niet meer te bestaan, we vinden het in elk geval niet. Dan maar naar het Himawari hotel, aan de overkant van ons hotel. Een poepchic resort met een enorm zwembad van vijfentwintig meter, dat Jenna met de vingers in de neus overzwemt. Ja hoor, ik ben superfier op mijn dochter, ze blijkt toch mijn juiste genen geërfd te hebben. Hier blijven we de hele namiddag rondhangen, Ilyan is verzot op de hete jacuzzi, Mohamed en ik wisselen dus af, want echt veel te warm. Jenna duikt en zwemt, springt en drijft, het zijn alle twee echte waterratten, die maar met zeer veel moeite er terug uit te krijgen zijn.

De volgende dag staat het Tuol Sleng museum en de Killing Fields gepland, en in de namiddag het Phnom Penh waterpark. We maken een deal met een tuktuk chauffeur die ons de hele dag zal rondrijden. Het museum bevindt zich in de stad en is een oude school die door de Khmer Rouge gebruikt werd als gevangenis. Er zouden maar zeven mensen levend uitgekomen zijn, voornamelijk schilders omdat die door de Khmer rouge gebruikt werden om portretten te schilderen. Wat wij hiervan onthouden is dat hetzelfde patroon steeds weer terug komt: onschuldige mensen zijn steeds de dupe van ‘dictatoriale regimes’: of het nu hier is, Latijns-Amerika, maar ook Irak, en andere landen in oorlog op dit moment. Het gruwelijke vind ik nog dat de foltertechnieken die je hier ziet, nog steeds toegepast worden, en niet in het minst door landen die zichzelf beschouwen en uitten als zogenaamde ‘democratieen’, zoals de USA en Groot Brittannië, denk maar aan Abu Graib, Guantanamo, Libië…

De kinderen gaan vooral op zoek naar mensen zonder armen of benen, willen weten wie die mensen zijn. ‘Is die mijnheer dood mama, maar zijn ogen zijn open?’’en ‘Wat is dat zwembad? Ik probeer het allemaal uit te leggen, maar ik vermoed dat ze er toch niet alles van begrijpen. Één van de overlevenden die zijn boek ter plaatse signeert is voor Jenna ‘opgestaan uit de dood’. Gelukkig dat ze op die leeftijd nog geen emotie koppelen aan wat ze zien, ze beseffen gewoon nog niet wat de ‘dood’ betekent. Voor Jenna gaan die ‘schedels’ naar het ziekenhuis, en dan wordt de mijnheer weer wakker. Daarna gaan we door naar de Killing Fields, waar we een koptelefoon met Nederlandstalige uitleg krijgen, heel interessant. We proberen de kinderen onder controle te houden. ‘Niet roepen. Daar niet opstappen, Afblijven...’, en we zijn wel onder de indruk van wat we zien. Maar opnieuw, ik vind het vooral gruwelijk dat deze dingen nog steeds gebeuren, door zogenaamde democratieën.

In de namiddag staat het PP waterpark op het programma, op internet voorgesteld als een supercomplex, in het echte leven een bouwvallig park met groen water. Ofwel moet er nog een ander park zijn, zoals een andere toeriste opperde? Maar niemand die weet waar dat zou zijn. De kinderen willen absoluut op de grote glijbanen, en zoals ze drie maanden geleden nog zo bang waren, zo gemakkelijk gaan ze er nu af. Jenna is niet te houden, helemaal alleen, in België zou het niet mogen. Ilyan moeten we toch even temperen of hij zou het ook alleen doen en dat gaat ons toch net iets te ver. ‘Geen water inslikken!’, loze woorden, dat wordt weer een diarree-opstoot voor onzen Ilyan en dan ben ik toch even blij dat hij nog een pamper draagt. De kids genieten van het water en wij genieten van de kids, meer heb je toch niet nodig?

's Avonds doen we het rustig aan want morgen vertrekken we naar Sihanoukville, eindelijk naar zee. We beseffen dat de kinderen eigenlijk nog nooit echt in de zee gezwommen hebben. Oké, Jenna in Kreta wel, toen ze zes maanden oud was, maar dat weet ze toch niet meer.

Een opmerkelijk gegeven is de gemakkelijkheid waarmee we hier overal op internet kunnen. Overal free WiFi, tot in de kleinste restaurantjes. Cambodia heeft de vaste telefonie ook gewoon overgeslagen, en zijn meteen in het gsm tijdperk terechtgekomen, dat merk je ook wel. Maar stel je eens voor in België, dat je zonder problemen in elk café/restaurant, en zelfs supermarkt kan binnenstappen en online gaat. Ondenkbaar. Je moet je ‘abonneren’ op een ‘hotspot’ en dan nog ben je afhankelijk van anderen, of je betaalt je blauw aan een usb ding.

 


Rood als kreeften
Vrijdag 24 december 2012. Sihanoukville, Cambodja.

Ons gebrek aan planning zorgt weer voor een probleem momenteel. Naïef als ik ben heb ik even over het hoofd gezien dat het vakantie is voor zowat iedereen, en met de feesten die eraan komen, zit heel veel accommodatie al goed vol. Dus toch maar snel naarstig op zoek naar accommodatie tot na Nieuwjaar. Dat blijkt niet simpel. Eerste feit: de kuststreek is duur. Amai mijn botten, geen idee of het omwille van de feesten is, maar de prijzen voor een kamer met airco zijn gewoon onbetaalbaar voor ons budget. In Sihanoukville toch nog iets gevonden met dank aan de verslagen van Marty en zijn gezin. En het ligt aan het strand volgens de beschrijving. We wilden eigenlijk naar Otres Beach, een rustig strand, maar daar was gewoon niets betaalbaars meer te vinden ofwel moet je heel basic gaan.

We willen daarna door naar Kep, en dan de grens over om enkele dagen op Phu Quoc te verblijven, een prachtig eiland. Ik kreeg van een guesthouse de reactie: ‘Maar mevrouw, onze cliënten boeken een jaar op voorhand. Oké, wij niet dus. Maar nu hebben we toch iets gevonden, maar dat is echt waanzinnig duur, dus zullen we maar twee nachten bijven.

Terug naar Sihanoukville. De chauffeur van de superdeluxe minivan is een echte wegpiraat, en dan van het ergste soort. De weg op zich is één rechte lat, maar desondanks geeft Jenna twee keer over, voor de eerste keer deze reis, om maar te zeggen. We staan verschillende keren op het punt hem aan te spreken, maar uiteindelijk geraken we toch heelhuids in Sihanoukviille.

Met de tuktuk rijden we naar Serendipity Beach, en voor de eerste keer deze reis hebben we het gevoel: ‘het is hier vuil’. Tot nog toe zijn we danig onder de indruk geweest over de relatieve properheid van de steden en dorpen hier in Azië. Er wordt continue vuil geraapt en gekuist, best indrukwekkend. En tweede constatering, zoveel westerlingen.

Bij aankomst in het guesthouse zijn we nog danig onder de indruk van de rit, het strand blijkt een hoop stenen te zijn, en onze kamer riekt naar vocht. Ik heb echt moeite me hier over te zetten, ben heel teleurgesteld, we hadden ons op iets heel anders ingesteld. De kinderen daarentegen vinden het geweldig, en beginnen meteen in het zand te spelen met de berg strandspeelgoed die aanwezig is. We beslissen het nog even aan te kijken en morgen te zien of we blijven of niet, en we laten het allemaal over ons heen komen.

Als we na enkele uren op het strand een eerste balans opmaken, zien we de toekomst al veel mooier in. Ons guesthouse is één van de enige hier op het strand, er zijn bomen zodat de kids in de schaduw kunnen spelen, op een veilige manier, want ze moeten een borduur over om bij de zee te komen. Onze kamer riekt niet meer nadat we de airco hebben aangezet, en het grote strand (gekend om zijn sardientjes opeengepakt gevoel) blijkt voor ons wel mee te vallen, er is eigenlijk vrij weinig volk. Beetje bij beetje kom ik tot rust, en als ik nu een evaluatie maak, zitten we hier gewoon perfect en zou ik dit guesthouse dus echt aanraden. De staf is ook supervriendelijk.

kh-2812304287-560-420kh-2812304273-560-420

Ik snap wel waarom veel mensen dit strand (Ocheteual) niet leuk vinden, maar wij zijn echte leken wat dat tropische stranden betreft dus voor ons valt het wel mee, al is het in de verste verte geen tropisch strand wat ons betreft. Er lopen hier inderdaad veel alleenstaande mannen rond, maar ja, op welk strand niet? We hadden gedacht dat de kinderen wel tijd nodig zouden hebben om te wennen aan de zee. Niet dus, ze vlogen er gewoon in, zonder angst, Jenna eerst nog met een band, maar tien minuten later ging die ook uit en dook ze gewoon de golven in. Die zijn hier best hoog, voor de kids toch, maar ze laten zich gewoon meedeinen, en ze genieten met volle teugen. Het water is hier niet turkoois blauw, maar who cares, we zitten aan de zee.

Mijn eerste wapenfeit op het strand is al meteen een toerist waarschuwen dat hij bestolen wordt door een kind van vijf. Daarvan ben ik wel danig onder de indruk. Je leest het overal, er zouden tot 15.000 kinderen rondlopen. Elke twee minuten komt er iemand vragen of je een armbandje, fruit of iets anders wilt. Vrouwen bieden manicure, pedicure, total waxing aan. Na even aarzelen waag ik het toch om mijn benen te laten ontharen, met een koordje. Vreselijk pijnlijk, amai. De total laat ik toch maar even aan mij voorbijgaan.

kh-2812003213-560-420kh-2812304203-560-420

De volgende ochtend gaan we met de boot naar Bamboo Island, met vijftien in een klein bootje, er zijn reddingsvesten, en die van de kids hebben we toch maar aangedaan. Maar de zee is rustig, volle zon. We stoppen eerst bij een klein eilandje waar we mogen snorkelen; voor Jenna betekent dit: ‘we mogen uit de boot springen’ en dat doet ze dan ook meteen. Ze kent totaal geen angst. Een beetje zoeken wat we doen met de kids, met reddingsvestjes erin, voor Ilyan toch niet ideaal, hij kan zich moeilijk rechthouden. Jenna daarentegen geniet met haar zwembril van tante Leen, en kijkt haar ogen uit naar de zeebodem.

Mijn eerste snorkelervaring is dus met hangende kids aan mijn lijf. Het is duidelijk dat dit koraal serieus beschadigd is, de ontelbare kleuren van op TV zijn hier duidelijk niet aanwezig. Toch zie ik enkele mooie vissen en geniet er wel van. Ilyan en Jenna maken gebruik van de mensen in de boot om zich te laten ophijsen en terug in het water te springen. Op het volgende eiland mogen we zwemmen, en hier heb je inderdaad wel een heel mooi wit strand, blauwe zee, grote golven, en een rij stoelen naast elkaar. We zijn natuurlijk niet alleen maar desondanks genieten we met volle teugen. We eten heerlijke tonijn op de BBQ en genieten van het uitzicht. Op de terugweg valt Ilyan als een blok in slaap. Hij is serieus verbrand in zijn gezicht, ondanks de zonnecrème. Dat belooft wat voor ons straks en dus aan het volgende koraalrif blijf ik in de boot. Natuurlijk was het hier tien keer zo mooi volgens Mohamed. Niets aan te doen, ik zal moeten wachten tot het volgende eiland. We maken nog een stop langs Otres Beach om enkele mensen af te zetten, en volgens bijna iedereen is dit the place to be in Sihanoukville. Veel rustiger, minder guesthouses en een mooier strand. Maar alle guesthouses waren hier volzet, en daar was ik heel teleurgesteld over.

kh-2812304313-560-420kh-2812304377-560-420

Nu ja, zo zien wij het niet echt van ver. Er staan wat ons betreft evenveel stoeltjes op het strand, een hele rij guesthouses en ja, de uiteinden van het strand zien er nog rustig uit. Maar nadat we dit gezien hebben, voel ik me toch weer wat beter met waar we nu zitten. Loslaten en genieten dus. Niets aan te doen, we zijn hier in de verkeerde periode, we krijgen nog wel genoeg de kans om aan het strand te logeren.

We zagen het al aankomen aan het laatste koraalrif: donder en bliksem in de verte. De kapitein gaf zelf aan dat we sneller moesten vertrekken en heel indrukwekkend hoe het weer op zee zo snel kan omslaan. Op weg naar ons strand zagen we in de verte al een echte ‘muur’ op ons afkomen, een echte streep in het water en een volledig grijs vlak. Toch maar onze reddingsvesten aangetrokken en die van de kids, en dan plots werd het volledig donker en viel er een massale regenbui. In een minuut waren we helemaal doorweekt en liet de wind onze boot heen en weer zwalpen. Jenna vond het geweldig, Illy was toch maar bang, en ook wij lachten maar groen. Tien minuten later was het over en konden we weer ademhalen. De kinderen hebben weer een aantal primeurs beet. Eerste keer in de zee, eerste keer in de boot op zee, eerste keer gesnorkeld op zee, eerste keer op een eiland, eerste keer storm op zee.

kh-2812003317-560-420

De dag erop doen we letterlijk niks. De hele ochtend zitten we op het terras van ons guesthouse, in de zetel, terwijl de kinderen in het zand spelen. En eigenlijk doen we wel iets: we boksen een filmpje ineen voor Twenty4Circus, een initiatief van Circolito ter ondersteuning van de Palestinian circusschool. Lieven had ons uitgedaagd om van hieruit iets te doen, en dat vonden we een superleuk idee. De kinderen meekrijgen was niet evident, maar uiteindelijk hebben we toch een mooi filmpje gemakt, al zeg ik het zelf. In de late namiddag pas terug gaan zwemmen, want we zijn allemaal rode kreeftjes sinds gisteren, en genieten volop van de zonsondergang.

Morgen vertrekken we naar Kep. We hebben hier nog wel over getwijfeld, want Kep zou veel minder aangenaam zijn. Maar op dat vlak zijn wij geen typische toeristen want wij vinden dingen meestal leuk in omgekeerde zin van anderen. En gezien plaatsgebrek kunnen we toch niet meer schuiven met data en hotels, dus we zien wel.

We hebben ondertussen een aantal beslissingen genomen in verband met het vervolg van onze reis. Zo gaan we naar Nieuw Zeeland. De vastgelegde planning ziet er als volgt uit:
22/01/13: vlucht Hanoi – Kuala Lumpur
18/02/13: vlucht Singapore – Auckland
11/03/13: vlucht Christchurch – Singapore
We hebben dus een klein maandje om Maleisië en eventueel Singapore te doen, en na Nieuw Zeeland staat Indonesië nog op het programma en eventueel toch nog de Filippijnen. Voor Nieuw Zeeland hebben we een camper vastgelegd, en we zien het al helemaal zitten.

 


Een paradijsje
Donderdag 27 december 2012. Kep, Cambodja.

Zoals we al wel dachten was Kep echt wel de moeite wat ons betreft. Rond de middag vertrokken met de minivan richting Kep. Ik alweer met lood in mijn schoenen, want het rijgedrag hier werkt danig in op mijn angstgevoelens. Daarenboven zaten we nu net achter de chauffeur, maar deze keer waren er gordels aan boord, dus ik kon mijn principes eindelijk nog eens bovenhalen. Die heb ik hier al serieus moeten inkrimpen, of je komt geen meter ver. Maar iedereen de gordel aan. Een beetje protest van de kids, maar met de gordel voelde ik me toch een beetje -subjectief- veiliger.

Het grote voordeel van een slechte weg is dat de chauffeurs vanzelf trager gaan rijden. En man, man, man, de slechtste weg wat ons betreft in Azië tot nu toe? Absoluut die van Sihanoukville naar Kep. Echte kraters, ongeasfalteerde wegen, bobbels, stof, alles erop en eraan. Onze chauffeur reed vaak gewoon links van de weg af. Reeds bij het binnenrijden van Kep merk je ontelbare omheiningen op, zonder huizen. De Rode Khmer zou zich hier serieus hebben laten gaan, en alle rijke stinkerdsvilla's van de Fransen met de grond gelijk gemaakt hebben. Inderdaad, je komt veel ruïnes tegen van wat ooit een immense villa moet geweest zijn. Het stadje lijkt zeer uitgestrekt, langs de kuststrook, en ons hotelletje ligt vrij ver van het ‘stadscentrummetje’, want veel stelt dat ook niet voor.

Met de tuktuk rijden we door naar Brise de Kep, want het busje had ons afgezet aan het guesthouse en deze heeft een vertakking vlak aan de zee, met bungalows (dus let op als je wilt boeken.). We belandden in een klein paradijsje. En dat voor 28$, waarover ik eerst nog vrij nijdig was omdat ik niets goedkopers vond. Maar wat een rust, en de bungalows, wat een luxe. Omdat de manager niet begrepen had dat we met kinderen reisden kregen we voor een dag een enorme slaapkamer, de andere dagen een gewone, maar dat was voor ons ook al poepchic. Slechts zeven bungalows met zicht op zee (dus ook weinig volk aanwezig), een heel mooi aangelegd tuintje en twee hemelbedden op een zelfgemaakt strand. We kwamen meteen in contact met superlieve Nederlandse mensen, die, hoe kan het ook anders, Azië met de fiets verkenden. Het uitzicht was gewoon prachtig. Net naast ons guesthouse lag de pier om naar Rabbit island te gaan, gewoon perfect.

kh-2812030137-560-420kh-2812030173-560-420

We begrijpen wel waarom veel mensen het hier maar niks vinden. Er is namelijk zo goed als geen strand maar via een klein trappetje konden wij rechtstreeks in zee, en kon je gerust vijftig meter wandelen terwijl de kinderen nog konden staan. Dus voor ons was dit een superdeluxe rustige plek die we iedereen kunnen aanraden. Het was ook de plek waar we kerstmis vierden. Het kerststalletje en de witte kerstboom stonden al klaar in de tuin, maar wij lieten het toch gewoon aan ons voorbijgaan.

Heerlijk om de kinderen min of meer los te kunnen laten en zelf te genieten van de rust. We kwamen in contact met een Frans koppel, opnieuw superlieve mensen, met wie we deze paar dagen doorbrachten. Dat is ook het leuke aan reizen, je komt in contact met vele mensen uit alle hoeken van de wereld. De zonsondergang is gewoon prachtig. No comment, bekijk de foto's en geniet mee. Vanuit het hemelbed kunnen we deze aanschouwen en in volle zee stort de zon zich ten onder, gewoon onbeschrijfelijk.

kh-2812030183-560-420kh-2812030150-560-420

Een noodzakelijk kwaad moest wel nog gebeuren, en dat was de jacht op de Pampers. Maar ondertussen zijn we al wel wat gewend en wisten we dat het niet een kwestie van of we ze vinden, maar waar? Ons hotel kwam uit op de grote baan, en volgens de staf was er verderop een klein centrum waar we winkeltjes konden vinden. Dus wij op weg. En inderdaad, ontelbare lege superchique omheiningen, heel raar om te zien. Kep lijkt ons een stad waar enkele jaren geleden precies enorm terug in geïnvesteerd is, maar waar alles nu weer stil ligt. Superdeluxe grote baan, maar niets er rond. Blijkbaar wacht het land met verkopen van de gronden tot het grote geld komt aankloppen en ondertussen wordt er niets gebouwd. Inderdaad een beetje verder komen we de winkeltjes tegen, volgestouwd met, inderdaad ja, Pampers.

De volgende dag trekken we naar Rabbit Island, omdat het de vorm van een konijn zou hebben, en langs voor gezien, kan je er inderdaad een konijn met lange oren in zien. En dit is dan mijn beeld van een ‘tropisch’ eiland: palmbomen, wit strand, enkele bungalowtjes en verder niets.

We installeren ons, en Jenna en ik beginnen met een lekkere massage op het strand. Ik raak aan de praat met het meisje dat mij masseert en meteen voel ik mezelf zeer ongemakkelijk. Ze is zeventien en is op haar zevende gestopt met school om te werken. Ze woont hier nu drie jaar op het eiland om geld te verdienen, terwijl haar familie in Sihanoukville woont. Het Engels heeft ze van de toeristen geleerd. Dit brengt me weer met beide voeten op de grond hoe onrechtvaardig de wereld is, en hoe zij ons waarschijnlijk bekijken: de rijke luie toeristen die hier toestromen, niets doen en zich laten bedienen. Meteen kan ik het ongemakkelijke gevoel dat ik al sinds Sihanoukville heb, plaatsen. Hier wordt je echt met je neus op de feiten gedrukt wat het betekent arm te zijn. Toerisme is en blijft een zeer dubbel gegeven voor mij.

De kinderen genieten. Ze hollen en bollen door het zand, temmen de golven in de zee, en zoeken krabbetjes. Ze krijgen er maar geen genoeg van. Ik trap wel op iets, ik vermoed een soort zee-egel en heb verschillende splintertjes in mijn voet, dat voelt niet zo aangenaam.

We eten lekkere... Nee, geen krab, want een Engelsman vertelt ons dat de beste krab naar de krabbenmarkt gaat in Kep, en afhankelijk hoeveel ze vangen is er wel of geen krab op het eiland. Vandaag niets dus. Maar dat is niet zo erg, gisteren hadden we al krab besteld in het hotel en tjonge, wat zijn wij toch culinaire leken. Hoe eet je een krab? Geen idee, dus aanvallen maar. Ze was gelukkig al in stukjes gesneden, maar waar zit het vlees? Ergens ver weg had ik het idee dat je moet ‘zuigen’, maar dat werkte langs geen kanten. Snijden? Vergeet het maar. Dus ja, kraken dan maar, met onze tanden. Dat werkte wonderwel. We zagen er niet uit achteraf, één krabbensmurrie, maar het was heerlijk. De rest van de dag op het eiland: boekje lezen, duikelen in zee, boekje lezen en weer duikelen in zee. Heerlijk.

De dag erop weer reizen, naar Vietnam, Phu Quoc. Het einde van Cambodja, maar een mooi einde. We hebben genoten van Cambodja, vergelijkbaar met Laos, maar duidelijk minder arm. De mensen spreken hier globaal zeer goed Engels. Over het algemeen is Cambodja heel plat qua landschap, tenminste toch de delen die wij gedaan hebben. Ook de busreizen die we tot nu toe gedaan hebben zijn allemaal supervlot verlopen. Nergens pech, altijd vrij goed op tijd, we hebben niet te klagen.

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!