Artikelindex

Minstens zo mooi als gehoopt
Zondag 26 juni 2011. Siem Reap, Cambodja.

Na de countrysite gaan we dan eindelijk naar Siem Raep, Angkor Wat, waar we al tien jaar naar uit hebben gekeken! Dit was ons hoofddoel. Het is heel opmerkelijk, maar het was minstens zo mooi als we hadden gehoopt. Meestal vallen dingen tegen wanneer je er veel van verwacht, dit keer niet. Niet onder woorden te brengen en ook niet vast te leggen op een foto. De tempel Angkor Wat is een hindoeïstische tempel en wordt beschouwd als het grootste religieuze bouwwerk ter wereld. Rond de tempel zijn nog heel veel mooie andere tempels. Het is een bizar groot terrein, zo groot als Breda?! Een tuktuk driver rijdt ons van de ene tempel naar de andere. Ze zijn allen verschillend. Naast Angkor Wat is Ta Prohm, aangevreten door de jungle, het mooist. De kinderen spelen soldaatje en schieten andere toeristen overhoop en wij kunnen genieten van de grootsheid van de tempels. Soms is de combinatie van drie zonen de beste die je kan hebben.

De tweede dag wisselen we tempels af met een landmijnen- en een vlindermusea. Bij het soldatenspel horen natuurlijk landmijnen en dikke vette bommen! Dit lijkt de kinderen wel wat. Vechten! Het is een klein museum, opgezet door een slachtoffer die eerst zelf als kindsoldaat duizenden landmijnen heeft neergelegd, waardoor vele landgenoten zwaar verminkt zijn geraakt en nog steeds raken. Na de 'Khmer Rouge' is hij tot andere inzichten gekomen en heeft zich ten doel gesteld om landmijnen onschadelijk te maken. Dit is zijn levenstaak geworden. Door CNN is hij tot 'held' uitgeroepen. Cambodja is een van de armste landen met de meeste landmijnen in de wereld. Er zijn nog steeds miljoenen niet-ontplofte bommen en munitie in de landelijke regio's, met name in het noordwesten dichtbij de grens van Thailand. Er vallen naar schatting nog 350 landmijnslachtoffers per jaar. Dit is ook heel erg zichtbaar in het straatbeeld van Siem Raep,  wat ook dichter bij de Thaise grens ligt. Bij vele tempels en in het stadje zie je bandjes met gehandicapte bandleden. Op deze manier verdienen ze geld. We hebben minstens vijftien bandjes gezien met gemiddeld zes bandleden. Daarnaast nog heel veel bedelende of verminkte verkopers van boeken en armbandjes. In vijf dagen zien we naar schatting honderd gehandicapten in een relatief klein stadje. Het is heel schrijnend. Het went nooit. We voelen ons erg ongemakkelijk bij zoveel oorlogsleed. Het is hier het dagelijks leven. Morris is vrienden geworden met één van die verkopers. Hij gaat er heel vriendschappelijk mee om! Van Roland moet ik er nog even bij vermelden dat we elke dag door ons budget heen zijn voordat de dag is geëindigd, omdat ik zo nodig alle minderbedeelden, ook de arme oude mensen, geld geef. Uit principe geven we alleen aan kinderen niet, maar 'nee' verkopen is in dit geval niet zo gemakkelijk. Een reis naar India zit er de komende jaren niet in want dan zijn we aan het eind van de ochtend al platzak!

We slapen in Baca Villa, een heel eenvoudig hotelletje gerund door Jan, een Nederlander, die sinds zeven jaar vrijwilligerswerk doet. Hij verricht heel belangrijk werk voor een gemeenschap van 6/7 dorpen. Hij slaat waterputten, heeft een ziekenhuisje opgezet, verzorgt Engelse lessen en is een soort maatschappelijk werker. Eén dag bezoeken we ook die gemeenschap inclusief ziekenhuis en schooltje (aanrader). In de tijd dat we wachten, voetballen de jongens met de Cambodjaanse kinderen. Super!

De vorige keer gaven we nog aan dat we geen medelijden hadden, nu zijn er toch momenten dat we er anders over denken. Het is echt een zwaar ontwikkelingsland waarbij de meest basale zaken niet geregeld zijn. Er zijn op het platteland geen ziekenhuizen en nagenoeg geen medische verzorging. Ernstig zieke mensen zouden naar de stad moeten gaan waar ziekenhuizen zijn, die in westerse begrippen de naam niet waardig zijn. De meeste mensen hebben geen geld voor het vervoer, het voedsel aldaar en de medicijnen. Ze zijn dus aan hun lot overgelaten. In de dorpjes is ook nergens sanitair, niet in de hutjes en niet op school. Alle behoeften liggen op straat, in de bosjes of op het schoolplein. Alle kinderen op het platteland werken op het land of in het huishouden. Er zijn ook veel weeskinderen, die in de meeste gevallen geen opvang hebben, ze zwerven rond. Ouders overlijden regelmatig jong en een-oudergezinnen laten hun kinderen in de steek omdat ze geen uitzicht meer zien. Jan heeft ook een weeshuisje opgezet. Hier slapen een paar kinderen in de leeftijdscategorie van vijf jaar tot vijftien. Er is geen volwassen begeleider. Ze zorgen voor elkaar en alle huishoudelijke taken verrichten ze zelf. We hebben zo nog voorbeelden te over. Het is een zwaar leven, terwijl wij als bezoeker altijd een brede glimlach cadeau krijgen.

We gaan naar een rivierdorp, Kampong Phluk, aan het meer Tonle Sap. We komen in een zeer authentiek en opmerkelijk vissersdorp waarbij de huizen op vijftien meter hoge bamboestokken zijn gebouwd. In het droge seizoen zijn de stokken zichtbaar en tijdens het regenseizoen stijgt het water en lijkt het een drijvend dorp. Het is een bedrijvig dorp, waar we geen toeristen zien (het is laag seizoen). Het is een hele hobbelige rit er naar toe om vervolgens in een boot te stappen die wordt bestuurd door een twaalfjarige jongen!? Een aanrader!

In Siem Raep bezoeken we na twee maanden voor het eerst een supermarkt. We zijn compleet uitgelaten! Als klap op de vuurpijl brengen we een bezoek aan Happy Burger, de Cambodjaanse Mc Donald. We hebben de kinderen nog niet zo uitgelaten gezien. Roland en ik kijken elkaar aan: ‘Was het zo erg?’ Ook wij bestellen twee hamburgers per persoon. Wat een sappigheid. In de avond laten we ons verwennen met een voetmassage voor 1 dollar p.p. Er is hier wel sprake van een klassenscheiding; de rijke blanke jongetjes worden gemasseerd door de mooie Cambodjaanse vrouwen.

Ja, ja, we lassen ook twee rustdagen in. Blijven in en om het hotel hangen, geven les, kijken tv, spelen Nintendo en vervelen ons. We kunnen het nog... In de avond nemen we een Cambodjaanse BBQ en onze durfhals Morris eet krokodil (heel verantwoord?) en slang. Deze gewoonte zet hij voort wanneer we een busreis nemen naar Battambang waar hij een smakelijke krekel onderweg opeet. Volgens mij was hij de eerste buitenlander die dat heeft gedaan.

Inhoudsopgave

  1. Phnom Penh
  2. Kampong Cham
  3. Siem Reap
  4. Battambang
Altijd gesloten?

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!