Canada!
Donderdag 6 juli 2023. Amsterdam – Vancouver.
‘In de zomer ga ik op bezoek bij Andrea in Amerika.’ Ze klonk zo vastberaden dat het me niet het juiste moment leek om de mitsen en maren al op tafel te gooien. ‘Wat een goed plan!’ zei ik. ‘Dat is een geweldige kans voor je.’ En daar liet ik het voorlopig maar even bij.
Andrea is de Amerikaanse penvriendin van (mijn oudste dochter) Jente en al een paar jaar schrijven ze elkaar lange, kunstzinnige (collage) brieven die ze vervolgens per fysieke post naar elkaar sturen. Zo’n brief is (zelfs in deze tijd nog) zo’n twee tot drie weken onderweg, dus naast de post, houden ze ook regelmatig videobel-sessies van uren waarbij ze vaak ook ieder aan hun eigen brieven werken.
Jente heeft in haar leven al heel wat landen bezocht, maar in haar eentje is ze nog nooit op reis geweest. ‘Wat zou je ervan zeggen als je eerst eens in je eentje binnen Europa op stap ging?’ Ik denk dat ik dat heb voorgesteld, maar het kan ook haar eigen idee zijn geweest waar ik met opluchting op reageerde. Want laat ze nu ook nog een vriendin in Zwitserland hebben! Dus terwijl zij aan de slag ging met het organiseren van een reisje naar Bern, bekeek ik haar mogelijkheden voor een bezoek aan Andrea in Idaho. Een vlucht naar Seattle, een volgende vlucht naar Spokane, de trein naar Post Falls… De kosten zouden hoog zijn. En waar moest ze slapen? Hoe lang kun je bij iemand logeren die je eigenlijk niet echt kent? Logees en vis blijven twee dagen fris. Gaat die uitdrukking niet zo?
‘Wat dacht je ervan,’ kwam ik weer, ‘als we samen naar Seattle vliegen. Jij vliegt dan door naar Andrea, en ik vermaak me in Seattle en we kunnen er ook nog tijd samen doorbrengen voor we weer naar huis gaan.’ We keken op Google Maps, zochten naar vluchten en zagen dat Idaho aan Canada grensde. Canada. Zucht. Die bergen. Meren, rust, ruimte, besneeuwde toppen, beren, walvissen… Zouden we misschien…?
In een paar enthousiaste en inspirerende online gesprekken met Riksja bespraken we onze wensen en opties, en kwamen we uit op een superplan. We zouden vliegen op Vancouver, een Riksja rondreis maken, en daarna op eigen houtje doorsteken naar Amerika om daar Andrea te bezoeken. Snel na die gesprekken kwam de landenspecialist met een blijmakend voorstel voor een route door Canada en sindsdien zingt het liedje van Joni Mitchell, A Case of You, in de uitvoering van Ana Moura maar door m’n hoofd.
I drew a map of Canada, Oh, Canada, With your face sketched on it twice
Ik heb zelden een reis laten organiseren, dus niet alleen de bestemming is nieuw, ook deze vorm van reizen. En eerlijk, het is ontzettend fijn om de verantwoordelijkheid te delen. Zo ervaar ik dat echt. Simone van Riksja zoekt de beste route en de leukste hotels voor ons, maakt ons enthousiast met de leuke mogelijkheden in de omgeving, laat ons weten dat we toch beter die ferry’s zo snel mogelijk boeken, die ETA moeten aanvragen en dat internationale rijbewijs bij de ANWB laten maken. Riksja is bij het organiseren van deze reis mijn partner geworden. We houden zelf de regie over onze reis, maar profiteren van hun ervaring en vertrouwen op hun kennis. En er blijft nog genoeg te regelen over om het onze eigen reis te laten zijn.
Jongste dochter Imme die net examen heeft gedaan, gaat niet mee. Ze gaat werken, met vrienden op vakantie en haar eigen dingen doen. En zeg nou zelf, vier weken in je eentje thuis, is ook een soort vakantie als je 17 bent? We zullen een dag na haar diploma-uitreiking vertrekken. Dat was in ieder geval het plan totdat school kwam met hun 'sorry, we hebben ons vergist'. De diploma-uitreiking vindt twee dagen later plaats. Oeps.
Via de mail legde ik Simone van Riksja de situatie uit, ze begreep hoe graag we bij deze gebeurtenis wilden zijn en zocht voor ons uit welke opties we hadden. Het is echt fijn om even te kunnen overleggen met iemand die met je meedenkt. Ook al besluiten we uiteindelijk om de reis niet om te gooien, maar de diploma-uitreiking online bij te wonen.
En nu is het dus zover, we zitten in het vliegtuig op weg naar Vancouver. Met onze neuzen tegen het raampje geplakt toen we over Groenland vlogen en de ijsschotsen, gletsjers en sneeuwvelden onder ons voorbij zagen glijden. Wat geweldig is dit al.
Ook zo leuk: een kleine week voor vertrek ontving ik een mailtje van Tess van Riksja. Of ik tijdens de reis (via whatsapp) leuke tips wil ontvangen over de plek waar we op dat moment zijn. We kunnen haar ook vragen stellen en ze gaat dan voor ons aan de slag. Klinkt leuk die Tess-service. Wij willen dat wel. Gisteren kwamen er al leuke ideeën voor Vancouver binnen. Over de Suspension Bridge, een houten hangbrug over de Capilano-rivier vanwaar je een prachtig uitzicht hebt. Of over het Stanley park, waar meer dan een half miljoen bomen staan die honderden jaren oud zijn en soms wel 76 meter hoog. Of over de overdekte markt Londsdale Quay waar je zo lekker kunt lunchen of koffie drinken. Dat zijn nog eens fijne tips.
De landing zet in. Riemen vast! We zien de stad onder ons doorschuiven; bruggen, rivieren, zoveel groen. Ons avontuur gaat beginnen.
Tot in Vancouver!
Fietsen als een Amsterdammer
Zaterdag 8 juli 2023, Vancouver, Canada.
Die opwinding tijdens het ritje in de taxi als je voor het eerst door een onbekend land of onbekende stad rijdt. Jente en ik wijzen elkaar van alles aan. Kijk! Zie je dat? Alles staat aangegeven in het Engels en in het Frans. Op een winkel waar ze cannabis verkopen staat: Dutch Love. We zijn er. We zijn in Canada, in Vancouver.
Om te voorkomen dat we direct in slaap vallen (Ons lichaam vindt het 03.00, hier is het pas 18.00) droppen we onze bagage in het hotel (Barclay Hotel in de Robson street, West End), negeren we die heerlijk grote bedden en lopen we een stukje de buurt in. We zitten perfect qua locatie en lopen zo in de richting van de haven.
Onderweg komen we al ongelooflijk veel leuke winkeltjes en restaurants tegen. ‘Die moeten we onthouden!’ Dachten we dat er in Amsterdam al veel Aziatische opties zijn, in deze wijk is bijna elk restaurant Aziatisch georiënteerd. En dan zijn we nog niet eens in Chinatown. Gelukkig zijn we dol op Aziatisch eten en we belanden (na enig research van Jente) bij een ramen restaurant met goede recensies. Mmm. We begrijpen waarom. Terug in het hotel is het nog maar 21.00 uur, maar we houden het niet lang wakker.
En dat is maar goed ook, de volgende dag mogen we ons om 09.00 melden bij Cycle City Tours waar twee fietsen voor ons klaar staan. Helmpjes op en met tips voor een leuke route gaan we op pad. Dat is het leuke van je reis laten organiseren: normaal gesproken zou ik vandaag vrij laten om te acclimatiseren, maar een reden hebben om vroeg op te staan is veel beter!
Gewend aan fietsen door Amsterdam is Vancouver appeltje eitje voor ons. Al zien we de mensen soms wat schrikken als wij voorbijflitsen. Tijdens het rondje om Stanley Park dat als een schiereiland in het water ligt (prachtig!) merken we dat die andere mensen vooral toeristengroepen zijn met niet al te veel fietsskills. De ervaren fietser roept bij het passeren: ‘At your left! At your left!’ We vragen ons af wat er mis is met een bel.
Wist je trouwens dat de naam van de stad komt van kapitein George Vancouver, een nakomeling van familie Van Coevorden?\
Het is heerlijk om te fietsen. De temperatuur is aangenaam, de fietsen zijn goed, en we stoppen regelmatig om de omgeving beter te bekijken of een foto te maken. We bewonderen de skyline van de stad, zien watervliegtuigjes landen, een zwarte eekhoorn die stil blijft zitten, heel veel ganzen, kunstwerken in het water…
Uiteindelijk belanden we op Granville Island, een schiereiland vol met bijzondere winkeltjes, restaurants, straatmuzikanten, terrassen, theaters en een grote overdekte markt. Wat een leuke plek is dit! We struinen rond, kopen drakenfruit, eten een Chinese maaltijd aan het water en bedenken vooral dat we ook hier echt nog terug moeten komen aan het eind van onze reis!
In de avond zitten we aan een groot plein bij ons in de buurt, eten een wrap en bekijken hoe Vancouverites hun avond doorbrengen met dansen en vrienden. We lopen nog wat rond, tot het wat unheimisch voelt. In de buurt waar we zijn, komen na achten ineens veel daklozen tevoorschijn, die hun bankjes voor de nacht gaan innemen. De frisse en vrolijke stad die wij vandaag een beetje hebben leren kennen, heeft vast ook een donkerder kant die nu wakker wordt. Tijd om terug naar het hotel te gaan.
Walvisvaarders
Maandag 10 juli 2023, Victoria, Canada
Het bakbeest staat klaar voor Harry’s huis en we kunnen ‘m zó meenemen. Spannend wel dat hij strak ingeparkeerd staat op een steile helling. Met aanwijzingen van Jente kom ik er gelukkig toch onbeschadigd uit.
Na een tussenstop bij de Walmart (want die naam kennen we alleen uit verhalen en films) komen we een uur te vroeg aan bij de ferry in Tsawwassen die ons naar Victoria op Vancouver Island zal brengen. We kunnen nog mee met de boot van 11.00 uur, dus om 12.30 rijden we de boot alweer af en gaan we op zoek naar ons hotel. We stoppen nog even bij Dollarrama, gewoon om te kijken wat hier in de winkels ligt, en rijden dan naar Royal Scott Hotels & Suites en krijgen een heerlijke suite met zithoek en keuken. Het hotel heeft een zwembad en de locatie kan bijna niet beter. Echt fijn.
In onze kamer schrijven we een kaartje voor Imme, die in de afgelopen dagen haar diploma-uitreiking heeft gehad. Via foto’s en filmpjes zien we hoe ze haar diploma krijgt overhandigd en haar optreden met een docent. Op zo’n moment is het ongelooflijk fijn dat er zoveel mogelijkheden zijn om met elkaar in contact te blijven.
We posten de kaart voor Imme, beginnen met een ijsje en struinen door de stad die zich voorbereidt op de Pride-optocht en het festival die morgen zullen plaatsvinden. Overal regenboogkleuren! De watervliegtuigjes vliegen af en aan en landen in het schitterende water van de haven, bij het Mexicaanse festival wordt gedanst, in de straatjes van Chinatown wiegen de rode lampions in de wind. Wat een vrolijke stad is dit. We eten pasta bij The Old Spaghetti Factory en houden de dag voor gezien.
Bij de Prince of Whales mogen we de volgende ochtend warme dikke pakken aantrekken en met nog negen andere walvisvaarders gaan we aan boord van onze felgele zodiac-boot. Varen we eerst nog rustig, zodra we de haven uit zijn gooit onze kapitein het gas los. We stuiteren over het water, de wind striemt in ons gezicht en we houden ons krampachtig vast aan de bank voor ons om niet gelanceerd te worden. Dan ineens stopt hij. ‘Daar’, hij wijst naar een plek ver weg tussen de schitteringen. Het duurt even voor we het doorhebben, maar dan zien we water omhoog spuiten, en snel daarna een zwarte staart wapperen boven de golven. We houden onze adem in terwijl we naar het gespetter in de verte kijken. En dan verdwijnt hij weer de diepte in.
We varen weer verder tot onze kapitein vertelt dat we nu in Amerikaanse wateren zijn aangekomen. Hij wijst naar de bergen die we in de verte zien. ‘Daar is het Olympic National Park Washington’. En al turend over het water vertelt hij over de verschillende soorten walvissen die er zijn. De motor ronkt, de zee ruist en we kunnen niet alles goed verstaan, maar we blijven turen. Later is het weer raak. Twee orka’s duiken in ons beeld, we zien de zwarte ruggen en witte buiken. De vrouw naast me in de boot vertelt dat ze wel veertig keer op walvistour is geweest, maar nog nooit het wit van een orka heeft gezien. En ook dat ze in Hawaii uit het water omhoog springen. Onze missie is geslaagd, we hebben walvissen gezien. We varen (stuiteren) verder, waarbij het zoute water over ons heen plenst, en nemen een route langs rotsachtige eilandjes waar groepjes zeehonden lui in de zon liggen te slapen. Als we in de buurt komen, lijkt hun rust verstoord, en buikschuiven ze het water in. In de haven stappen we met zeebenen de boot uit. ‘Hebben jullie walvissen gezien?’ vragen andere toeristen belangstellend.
Terug naar het hotel lopend, komen we allemaal vrolijk ge- en verklede mensen tegen. Dus nadat we het zout uit onze haren hebben gewassen (en ons goed hebben ingesmeerd met zonnebrand, want ai, dat waren we in de ochtend vergeten zodat we nu op tomaten lijken) volgen we de regenboogmenigte naar het park waar het festival plaatsvindt. Er is muziek, eetkraampjes, er wordt van alles verkocht, kinderen springen, mensen dansen, vlaggen wapperen en ook staan er allerlei informatieve stands van organisaties die te maken hebben met diversiteit en mensenrechten. Zo staat er een stand van Bikers Against Child Abuse. Huh?
Vanuit het park volgen we een wandelpad langs het water en zien zo nog een deel van Victoria. Een leuke stad waar we graag nog wat meer van hadden willen zien! We zien regelmatig verwijzingen naar de first nations, zoals de oorspronkelijke bewoners worden genoemd. Daar moeten we ons misschien nog wat meer in verdiepen! We komen aan bij Fisherman’s wharf, een drijvende wijk met restaurants en winkeltjes, en besluiten daar spontaan de boottaxi te nemen. Ze zien er zo gezellig uit, die tuffende ovale gele schuitjes. Alsof ze zo uit een tekenfilm gestapt zijn.
Het bootje brengt ons weer downtown waar we bij de Vietnamees belanden voor een kom pho, noedelsoep. Mmm. Dat gaat er bij ons altijd wel in.
Beren op de weg
Woensdag 12 juli 2023, Ucluelet, Vanouver Island, Canada.
Wat is het toch een genot om hier in Canada met de auto te rijden. Misschien komt het door wonen in Amsterdam, maar ik realiseer me hier dat ik normaal gesproken een vrij pittige rijstijl heb. Dat is hier nergens voor nodig. Iedereen rijdt netjes de toegestane snelheid en geeft elkaar voorrang en ruimte. Nog geen enkele keer heb ik mijn wenkbrauwen gefronst om het rijgedrag van iemand anders.
Onderweg naar onze volgende bestemming, Ucluelet, rijden we dwars over het eiland. Het plan is om de tip van Riksja op te volgen en halverwege een bezoek te brengen aan het MacMIllan Provincial Park en het Cameron Lake en daar een mooie trail te lopen. Vanwege werkzaamheden is het park helaas afgesloten (en zijn er dikke files, maar who cares als je in zo’n mooie omgeving bent) en maken we een korte tussenstop bij het Sprout Lake. We zien mensen bibberend het water in gaan en nogmaals, wat is het overal toch mooi.
In Ucluelet worden we verwelkomd door een zeearend van hout, en door afbeeldingen en de gebruikte taal in het verkeer, is het gelijk duidelijk dat we in het gebied van Yuutu?it?ath First Nations zitten. Ons hotel, het Black Rock Ocean Front resort, is waanzinnig mooi. Zowel de kamer, als de ligging en het uitzicht. Vanaf ons balkon zien we door de bomen, waar eekhoorntjes in spelen, de ruige rotskust. Het is een plek om per direct verliefd op te worden. In de avond struinen we wat rond en zien bij de haven een bord met informatie over de aankomst van de eerste westerse immigranten in 1923. We eten bij Frankie’s Restobar, waar we ons in een western wanen. Elk moment verwacht ik Clint Eastwood hier binnen te zien stappen.
Wie Ucluelet zegt, zegt: neem je wandelschoenen mee. De kust is hier adembenemend mooi en er lopen verschillende goed begaanbare wandelroutes langs. Ik loop (een deel van) de Wild Pacific Trail en kijk m’n ogen uit. Op een rots zie ik een grote zwarte vogel met witte kop. Hee, is dat niet de Zeearend? Later spot ik ‘m weer in een boom. Op veel plekken wordt gewaarschuwd voor beren. Hoewel erg nieuwsgierig, hoop ik toch niet dat ik er hier een tegenkom!
Terug in het hotel is Jente al klaar voor onze middag-activiteit: beren spotten vanaf het water. We rijden weg van ons hotel en in de volgende straat staat hij daar, een tiental meter voor ons, zomaar midden op de weg. ‘Een beer! Een grote zwarte beer!’ Wat nu? We hebben eigenlijk geen idee wat we moeten doen en blijven stilstaan en kijken naar die levende teddybeer. Gelukkig zitten we veilig in de auto. Nadat er een andere auto voorbijrijdt die naar hem toetert, huppelt Balou de tuin in van het huis ernaast. Jeetje, wat belevenis. Dit is meer wildlife dan we hadden durven hopen en vragen ons af waarom die beer niet lekker in het bos rondhuppelt.
Wij hebben onze beer al gezien voordat de beren-spot-excursie begint, maar stappen graag opnieuw in die sumopakken om met een zodiac-boot tussen de eilanden te varen op zoek naar wildlife. Na lang rondspeuren zien we aan de kust een beer zoeken naar voedsel tussen de rotsen, en die blijven we een tijdje observeren. Mooi om te zien. We horen ook gelijk wat we wel en niet moeten doen als we oog in oog komen te staan met een beer. Geen oogcontact maken, is het belangrijkst. Wegkijken dus. Anders denkt hij dat je de strijd met hem aan wilt gaan. En als de beer wel oogcontact met je zoekt en op je afkomt, dan moet je je groot maken en hem wegjagen. Brrr. Hopelijk hoeven we deze kennis niet in de praktijk te brengen.
Een stuk verder wemelt het van de kwallen in het water, de moon jellyfish, in het Nederlands minder romantisch de ‘oorkwal’ genoemd. Onze kapitein Neill vertelt over het tragische leven van de hersenloze kwal (die leeft om voort te planten en na zes maanden overlijdt als het water kouder wordt). Interessant artikel: https://www.nationalgeographic.nl/dieren/2018/08/hoe-kwallen-de-oceaan-overheersen-zonder-hersenen
We laten ze weer met rust en varen nog langs een eilandje waar we in de boom een Amerikaanse zeearend op zijn nest zien zitten. Naast hem/haar zit kindje zeearend te wiebelen op de rand van het nest. ‘Hij gaat bijna uitvliegen’, jubelt Neill, ‘dit is een bijzonder moment.’ Maar of kindje zeearend nu vliegangst heeft of niet, hij spreidt zijn vleugels in ieder geval niet terwijl wij toekijken. En gelijk heeft hij.
Voor het slapen brengen we nog een kort bezoekje aan de vuurtoren, die stamt uit 1915. Hoeveel schoonheid kan een mens verwerken op een dag? Tijd voor ons heerlijke bed. Morgen nemen we weer de ferry naar het vasteland en rijden we de bergen in, naar Whistler.
High in the sky
Vrijdag 14 juli 2023, Whistler, Canada
Vanaf de ferry volgen we de Sea to Sky Highway, zoals Route 99 ook genoemd wordt, naar Whistler. Wat een ongelooflijk mooie route is dit. Met de auto door Canada rijden doen we sowieso echt voor ons plezier. De wegen zijn goed, het verkeer is rustig, overzichtelijk en de uitzichten onderweg zijn prachtig. Het liefst zouden we om de paar kilometer even stoppen, maar dat schiet natuurlijk niet op.
Whistler blijkt een bruisend (voormalig) olympisch skidorp te zijn waar de terrassen vol zitten, muziek klinkt, en mensen opgedoft flaneren door het centrum. In de winter is dit een van de meest populaire skilocaties van Canada. Op de bergen die ons omringen ligt nog wat sneeuw, maar in plaats van skiën, zijn er nu allerlei andere outdoor activiteiten mogelijk. Dat gaan we morgen maar eens bekijken. We bestellen te veel Mexicaans eten, wat overigens erg lekker is, en keren terug naar ons hotel, Chrystal Lodges & Suites. Onze suite is geweldig, Jente en ik hebben ieder een heerlijk strak opgemaakt tweepersoonsbed met maar liefst zes! kussens. We slapen als roosjes.
Tot nu toe zijn we elke dag behoorlijk actief geweest en in Whistler willen we eigenlijk een dagje rustig aan doen. De activiteiten die je hier kunt doen zijn avontuurlijk: ziplinen, met een mountainbike de berg af fietsen of op wildlife safari. Dat gaan we allemaal niet doen. We kopen tickets ($ 90 pp) voor de gondola en stappen in de gondola de Blackcomb Mountain op. Op een info-bord hebben we gelezen dat we onder ons beren en marmotten kunnen treffen, als we geluk hebben. Dat hebben we niet, maar vanaf de top van de berg is het uitzicht magisch. Beneden zien we een turkooizen meer, over de rotsen voor ons zien we een kleine gestreepte knabbel-en-babbel eekhoorn hupsen en we lopen een korte trail langs bomen en bloemen.
Boven de bergen zien we donkere wolken samenpakken en we herinneren ons de waarschuwing die we kregen van de ticketverkoper: er wordt bliksem voorspeld, en in dat geval sluiten de liften en kan het zijn dat je een tijdje vast zit op de berg. Uiteindelijk word je wel opgehaald, stelde hij nog gerust, je weet alleen niet hoelang dat kan duren. Dat moet spannend zijn, met onweer op deze berg zitten.
Vanaf deze bergtop gaat een gondel naar de top van de Whistler Mountain, de Peak2Peak gondel. En als we even geduld hebben, kunnen we mee met de gondel met de glazen bodem! Wat gaaf is dit, op bijna 2000 meter hoogte zien we de boomtoppen als broccoliroosjes onder ons door glijden.
Ook op deze bergtop een mooi terras met uitzicht waar we onze leesboeken tevoorschijn halen. Overigens valt het alles mee met de kou. We waren voorbereid, maar onze truien blijven in de tas. Aan het eind van de middag proberen we nog een topje hoger te gaan, maar daar zijn we al te laat voor; de peak-express is al gesloten. Mooie tijd om weer naar beneden te gaan.
Vanuit de lift speuren we natuurlijk de berg weer af op zoek naar wildlife. Ineens roept Jente: Beer! En ja hoor, vlakbij het tussenstation van de gondel scharrelt door het gras een grote zwarte beer. Onze derde beer al in Canada! We hadden niet verwacht dat we ze zo vaak zouden tegenkomen. Dit was ook weer op een plek dichtbij waar mensen rondlopen. Brrr. Het lijkt ons toch wel erg schrikken als je ineens oog in oog met een beer komt te staan. We zoeken nog eens de instructies erbij: Nooit oogcontact maken. Komt een zwarte beer op je af, maak je dan groot en jaag hem weg. Bij een grizzlybeer moet je je voor dood houden. In ieder geval: nooit rennen.
Op het olympisch veld waar gisteren nog een openluchtfilm werd vertoond, staat vanavond een concert van de band Moontricks op het programma. Het grasveld zit vol met picknickende mensen, voor het podium staan misschien wel honderd mensen te dansen, de ondergaande zon geeft alles een warm oranje tint. Wij halen noodles en dumplings bij Main Street Noodles en leggen ons kleedje op het gras tussen alle andere. Wat een feestelijke afsluiting van onze dagen hier!
Yiehaaa
Zondag 16 juli 2023. Clearwater, Wells Gray Provincial Park, Canada.
Het begint misschien voor jullie als reisverslaglezer wat eentonig te worden, voor ons blijft het geweldig: die uitzichten onderweg. Zoveel groen, bergen, wolken, ruimte, meren, rivieren; hier raak je gewoon nooit op uitgekeken. Misschien is dat ook wel het hele idee achter zo’n roadtrip: je rijdt van plek naar plek en geniet van wat je onderweg ziet. Deze keer was het Lillooet waar we een tussenstopje maakten tijdens de toch wel lange rit van Whistler naar Clearwater. Zoals een vriendin het omschreef: het lijkt wel zo’n wallpaper, zo’n achtergrond voor je computerscherm.
Na een rit van zo’n zes uur zijn we aangekomen in het wilde westen van Canada, tenminste, daar doet alles aan denken. Onderweg zien we veel kale stukken land, met hier en daar plukken helmgras en we vragen ons af of dit de savanne kan zijn. Of is het toch een prairie? In het resortje waar we verblijven hangt boven de deur naar het restaurant: Saloon. In het restaurant hangen jachttrofeeën: opgezette koppen van een rendier en van een os met grote hoorns. Ernaast aan de muur twee jachtgeweren.
We zijn op een farm in Wells Gray Provincial Park en slapen hier in een houten cabin met uitzicht op het weiland. Onderweg heeft de blauwe lucht plaatsgemaakt voor grijze dikke smog die door de wind hierheen is gevoerd. Van vrienden krijgen we vaak de vraag of we geen problemen ervaren door de bosbranden. Behalve de smog en de vele waarschuwingen, zijn we er zelf niet mee in aanraking geweest. We houden natuurlijk wel de kaarten in de gaten waarop de branden worden aangegeven.
Bij de farm waar we verblijven zijn heerlijk veel dieren: paarden, runderen, honden, een poes en we zien heel vrolijke kolibries uit de waterbakjes drinken. We missen Paco en Poesje natuurlijk wel en heerlijk om weer even dieren te kunnen aaien. Ook even wennen: we hebben hier geen bereik met onze mobiele telefoon en ook geen wifi-signaal in de huisjes. Het is opvallend hoeveel mensen voor hun cabin een papieren boek lezen. Voor de receptie is het druk met mensen die op hun telefoon zitten, dat is de enige plek waar wel wifi is.
In het Wells Gray PP is de Helmcken waterval de grootste trekpleister, daar gaan we dus naartoe. Wat zijn watervallen toch altijd indrukwekkend; de kracht waarmee die kolkende watermassa valt, het donderende geraas waar dat mee gepaard gaat. Het heeft ook iets gevaarlijks, raakt ook aan de angst om meegesleurd te worden en compleet overspoeld te worden. We bekijken deze waterval daarom maar veilig vanaf de overkant en later van de zijkant, waar we ook een allerliefst eekhoorntje op een nootje zien knagen. Hij blijft gewoon zitten terwijl wij hem/haar filmen.
De weg door het park gaat door als onverhard pad en leidt uiteindelijk naar Clearwater Lake. We hebben een kleed mee en boekjes om te lezen, en op de steiger vanwaar ook de bootjes en kano’s vertrekken liggen we een tijdje loom te zijn. We hangen met onze voeten in het water, zien een dikke vis rondzwemmen en een donzige bij denkt dat de bloemetjes op Jentes jurk echt zijn.
Op de terugweg stoppen we nog bij een andere waterval, de Dawson Falls. Ook zo prachtig weer.
We drinken koffie bij Tim Hortons, een soort goedkopere Starbucks, en rijden daarna nog even naar het Dutch Lake. Die naam heeft oorspronkelijk niets met Nederland te maken, de oorspronkelijke naam was Deutch lake, vanwege de twee Duitse boeren die rond het meer woonden, lees ik. Later is de naam veranderd in Dutch lake omdat er in 1946 negen soorten Nederlandse waterlelies geplant zijn.
Tijdens het avondeten zien we de zon langzaam in de horizon zakken. Die smog is natuurlijk geen goed teken, maar zorgt wel voor prachtige kleuren: bomen in allerlei tinten groen en grijs. In de verte landen twee grote bruine kraanvogels die om elkaar heen beginnen te dansen, en ik bedenk dat ik een verrekijker op m’n verlanglijstje zet. Een mooier eind van de dag kunnen we niet wensen: de kraanvogel staat namelijk symbool voor geluk en een lang leven.
Ontzagwekkend, imposant, imponerend, indrukwekkend, groots, overweldigend
Woensdag 19 juli 2023, Jasper National Park, Canada.
Vanuit het Wells Gray Provincial Park is het een paar uur rijden naar onze volgende bestemming: Jasper. Onderweg maken we korte stops bij mooie uitzichtpunten en in Valemount parkeren we de auto voor de Cranberry Marsh Loop, een mooie trail door een natuurgebied met veel soorten bessen, bijzondere eenden en vogels, grotere dieren en uitzichttorens. We plukken frambozen en blauwe bessen (en eten ze gelijk op). Yum. Halverwege onze hike staat het pad ineens onder water en hebben we de keuze uit teruglopen, of er dwars doorheen. Wij laten ons niet tegenhouden door een beetje water en met zompige schoenen lopen we de tweede helft van de wandeling.
Bij het inrijden van het Jasper National Park schaffen we de National Park Pass aan die ons 100,- euro kost en een jaar geldig is. Het kaartje hangen we aan de spiegel, en elke volgende keer dat we een park inrijden, kunnen we de rij auto’s die een toegangsbewijs willen kopen, gewoon voorbij.
De Lobstick Lodge, ons hotel in Jasper, ligt een beetje buiten het centrum, maar heeft daarentegen wel een zwembad met sauna. Als het de volgende dag grijs en regenachtig blijkt te zijn, besluiten we dan ook een dagje rustig aan te doen. We trekken baantjes in het zwembad, zweten in de sauna en bekijken de omgeving vanuit de hottub. Ook helemaal niet verkeerd.
We halen een echt lekkere koffie bij the Bears Paw met uiteraard wat lekkers, en rijden daarna met de auto richting het Maligne Lake dat er op de foto’s zo prachtig blauw uitziet. We zitten lekker droog, muziekje erbij en het landschap trekt aan ons voorbij. Fijn dat we in Jasper drie nachten hebben, zodat een rustig dagje niet gelijk zonde van onze tijd is, want morgen hebben we immers nog een dag! Door de bewolking en regen oogt het Maligne meer minder spectaculair dan op de foto’s, maar we zien wel een adelaarsnest. Wist je trouwens dat een adelaar en een arend hetzelfde zijn? Ik lees: Arend en adelaar zijn verschillende woorden voor één en dezelfde vogel. De term 'adelaar' is van oorsprong een dichterlijke benaming voor de arend, een vogel die van oudsher veel indruk maakte en vanwege zijn moed, kracht, snelle en hoge vlucht en scherp gezicht, de koning der vogels werd genoemd. De gids tijdens de bear watching tour vertelde dat een arend zo uitgebalanceerd is, dat als hij aan een kant een veertje verliest, dat gelijk aan de andere kant ook loslaat, om de balans te behouden.
’s Avonds is het gelukkig weer droog, en bewonderen we de mooie lucht boven Jasper als we naar het centrum lopen. Het is al wat laat en alle restaurants zijn al gesloten, alleen Northface Pizza is open tot diep in de nacht en hier eten we knapperige kipkluifjes en Poutine, een nationaal gerecht wat het meest doet denken aan een patatje Kapsalon. NIet de meest gezonde maaltijd, maar met overdag sla en fruit proberen we onze vitamines toch binnen te krijgen.
Dwars door de Rocky Mountains, van Jasper NP tot aan Banff NP loopt The Icefields Parkway. Een ongelooflijk mooie route langs turkooizen meren, watervallen, ruige bergen en gletsjers. Vandaag maken we een aantal stops langs deze weg, te beginnen bij het Columbia Icefield die uit zes gletsjers bestaat. Er zijn verschillende prijzige excursies te maken waarbij je met een bus de gletsjer op rijdt, maar na even zoeken blijkt dat je ook vanaf de parkeerplaats de Toe of the Atahabasca Glacier trail kunt lopen waarbij je (op 2700 meter hoogte) een kilometer klimt naar de onderkant van Athabasca gletsjer. Wat een ruig en ongerept gebied is dit. De koude ijswind giert om onze oren en we hebben onze warme kleding niet voor niets mee.
Bij het omhoogklimmen zie je de bordjes waaruit blijkt hoeveel ijsmassa de gletsjer al is verloren. Zo’n 1500 meter in de afgelopen 150 jaar. Confronterend.
De Athabasca Fall is een geweldenaar. Met enorme kracht stort de grote hoeveelheid water kolkend naar beneden langs rotsen en uitgesleten stenen. Er loopt een mooi pad langs met uitkijkplateaus en we kunnen de waterval vanuit alle hoeken goed bekijken en fotograferen. De natuur is hier zo overweldigend mooi, dat het bijna ongepast voelt om er woorden voor te zoeken. Het voelt bijna als verliefdheid, meer nog, als adoratie. Het is zover boven mij verheven, zo groots en buiten menselijke proportie, en ik voel me zo intens gelukkig dat ik hier kan zijn. Samen met je kind reizen maakt deze ervaring misschien nog wel sterker.
Als we de volgende dag richting Canmore rijden, gaan we opnieuw over deze Icefield Parkway en onze eerste stop is bij Horseshoe Lake. Het is nog redelijk vroeg en er is plenty ruimte op de parking. Een andere automobilist komt op ons toe en vraagt of we lang blijven. Ik begrijp zijn vraag niet, maar hij legt uit dat we misschien wat strakker kunnen parkeren omdat als we lang blijven, de parkeerplaats heel vol raakt. Het irriteert me een beetje dat hij zich ongevraagd met ons bemoeit, tegelijk is dat zorgen voor de gemeenschap waarschijnlijk ook iets dat voor veel mensen Canada aantrekkelijk maakt. Maar goed, we blijven maar kort, en laten de auto staan zoals hij staat. Als we later terugkomen is er overigens nog steeds ruimte zat op de parkeerplaats.
Het Horseshoe Lake, dat zoals verwacht met een beetje fantasie de vorm van een paardenhoef(ijzer) heeft, is ook weer prachtig. We volgen smalle paadjes door het bos en komen bij het helderste meer ooit omringt door prachtige kliffen waar dappere mensen vanaf springen. Het hoogste springpunt is zo’n 25 meter hoog. Aan de kreten van andere bezoekers te horen, is het water nog ijzig koud. Wij hebben niets te bewijzen en houden het bij een wandelingetje.
We zijn nog maar net onderweg, of we moeten alweer vol in de remmen voor een (opnieuw) indrukwekkend uitzichtspunt: de Goats and Glacier Lookout. De vraag waar de geiten waren hebben we niet kunnen beantwoorden, de gletsjes waren wél goed zichtbaar.
Dit zou een plek zijn waar je makkelijk dagen zou kunnen doorbrengen, zo mooi, dus met ietwat schuldgevoel over onze kortdurende aandacht voor deze plek, stappen we een half uurtje later weer in de auto om door te rijden naar een volgend hoogtepunt: de Sunwapta Waterval. Ontzagwekkend, imposant, imponerend, indrukwekkend groots, overweldigend. Jente en ik zoeken woorden die de schoonheid een beetje kunnen omschrijven. We blijken er niet zo goed in.
Wandelen in de Rockies
Zondag 23 juli 2023. Canmore, Rocky Mountains, Canada.
De route van Jasper naar Canmore is zo indrukwekkend dat we maar langzaam vooruitkomen door alle stops die we maken. We zien gletsjers en blauwe meren, kolkende rivieren en watervallen. Het is hier zó mooi!
Een klein uurtje voor we arriveren doemt aan de horizon een helblauw meer op: Lake Louise! Hier hebben we veel over gehoord en is een van de meest gefotografeerde meren van Canada. Je weet wel: dat spiegelende blauwe meer waar rode kano’s over varen, omringd door dennenbomen en besneeuwde bergen. We zijn niet de enigen (integendeel) maar toch is het een leuke plek om even te zitten en rond te kijken. Je kunt hier ook mooie wandelingen maken, maar die bewaren we voor een andere dag.
Bij de kano-verhuur staat een enorm lange rij. Dit is misschien wel de mooiste plek voor een kanotochtje over een blauw meer, en we twijfelen of we aansluiten in de rij. Als we de prijzen zien, besluiten we toch maar om het kanoën uit te stellen.
Onderweg naar onze volgende stop komen we in een kleine file terecht. Mensen stappen met grote camera’s uit hun auto’s, er is duidelijk iets aan de hand. We rijden langzaam langs de stilstaande auto’s en zien dan waar alle aandacht naartoe gaat: een beer! Midden in een struik in de berm zit Bruintje, geheel onbewust van alle consternatie die hij of zij veroorzaakt, heel relaxt de besjes op te peuzelen.
WARNING. BEAR IN AREA. Volgens het waarschuwingsbord is er in de omgeving van Grassi Lakes een zwarte berenmoeder met haar jongen gespot. Achteraf gezien was het misschien toch handig geweest om een belletje of bearspray mee te nemen.
De Grassi Lakes Trail is een korte maar prachtige wandeling. Je kunt kiezen uit twee versies. Een breed pad dat langzaam omhooggaat en geschikt is voor kinderwagens, of een uitdagende klim/klauterroute dat langs een waterval gaat en waarbij je een prachtig uitzicht hebt. Je kent ons inmiddels, en we kiezen uiteraard voor het avontuur. Aan het eind van de trail komen we bij twee meren zo blauw en helder dat je erin zou willen springen. Wij vinden dat veel te koud, twee andere bezoekers zijn stoerder en stappen wel in het ijskoude water.
Eind van de middag bezoeken we de Farmers Market in Canmore. Een countryzanger zorgt voor de stemming en we kopen er een leuk T-shirt voor Imme.
Na het eten halen we nog een indrukwekkend (duur) ijsje bij een ijssalon met de naam Sweet Revenge en wandelen we terug naar ons hotel.
Dikke grijze wolken hangen als watten rond de bergtoppen als we de volgende ochtend wakker worden. De regen belooft pas in de loop van de dag te vallen, dus we trekken er weer op uit. Vandaag richting de Black Prince Cirque Trail. Een niet te moeilijke wandeling, maar uitdagend genoeg.
Misschien komt het door de dreigende regen, maar we lijken de enigen wel die vandaag deze trail lopen. Of preciezer gezegd, de enigen van de menselijke soort die hier lopen. In de vochtige grond zien we onderweg heel duidelijk verse sporen van een beer, en ook van de verse ontlasting naast het pad vermoeden we dat het van Balou afkomstig is. Luid pratend en met lichte spanning lopen we onze route. Onze telefoon heeft hier geen bereik, dus om hulp bellen is geen optie. Bij elk geritsel in de struiken stoten we elkaar aan; het zal toch niet…? We zijn stiekem toch opgelucht als we uiteindelijk weer heelhuids de auto bereiken. De wandeling was trouwens ook echt de moeite waard.
Een van de mooiste plekken waar we zijn geweest vond ik wel de Atahabasca gletsjer. Zo puur, zo ruig, zo echt. Nog een keer naar een gletsjer stond dus hoog op m’n verlanglijstje nu we hier nog in de Rocky Mountains zijn. De Stanley Glacier Trail is in de buurt van Canmore de meest populaire gletsjerwandeling. De berichten over de zwaarte van deze trail wisselen nogal. De ene recensie schrijft over easypeasy, de ander waarschuwt voor zware klimmetjes. Wij hopen vooral dat onze sneakers deze wandeling aankunnen.
Bij de ingang hangen opnieuw waarschuwingen voor beren want ‘It’s berry season’. De wandeling begint bergop door een stuk waar jaren geleden een bosbrand is geweest en waar nu de jonge bomen volwassen beginnen te worden. Mooi om te zien hoe de natuur zich herstelt. Er zitten inderdaad pittige klimmetjes bij, maar het is een geweldige wandeling. De beren laten ons gelukkig met rust, wel krijgen we tijdens een rustmomentje bezoek van een allerleukst knaagbeestje.
Tijdens de wandeling komen we bijna geen andere wandelaars tegen, wat een rust. Vanaf het eindpunt hebben we een prachtig uitzicht op de gletsjer. In de verte zien we waaghalzen aan de steile bergwand hangen, enkele wandelaars lopen richting de gletsjer. Wij zoeken de stenen af die hier al miljoenen jaren liggen. Je schijnt hier nog mooie fossielen te kunnen vinden.
Op de terugweg komen we een groot gezin tegen met jonge kinderen. ‘Is het nog ver?’ vragen de ouders. De kinderen kijken vermoeid. ‘Jullie zijn er bijna’, zeggen we. Nog even dat bergje op, en dan is het uitzicht fantastisch. ‘En misschien vind je daar wel een fossiel!’ De kinderen kijken opgelucht en de ouders bedanken ons. ‘Dat hadden ze nét nodig!’ Wij dalen verder af, terug naar de auto die ons naar onze beloning van deze wandeldag zal brengen.
Die ochtend hebben we onze bikini’s en handdoeken namelijk al ingepakt voor onze beloning bij de Banff Upper Hot Springs. Thermale baden met het mooiste uitzicht dat je maar bedenken kan. We dompelen ons onder in het hete water dat van drie kilometer diepte uit de aarde borrelt. Wat is dit lekker!
>>> Ook deze reis maken met Riksja Travel? Bekijk hier de reis die wij maakten!
>>> Bekijk alle Riksja reizen en bouwstenen naar Canada