Bergtulpen, babysjans, biggetjes en bloedzuigers
Vrijdag 21 juli 2017. Pak Chong, Khao Yai NP, Thailand.

Eén specifieke maand per jaar trekt de provincie Chaiyaphum veel toeristen. Thaise toeristen welteverstaan; van schoolreisjes, groepen monniken tot gezinnen die een dagje uitgaan. Het jaarlijkse Dok Krachiao Blooming Festival vindt hier dan plaats in het Pa Hin Ngam National Park. De Dok Krachiao of beter gezegd de Siam Tulp die eigenlijk helemaal geen tulp is, maar gerelateerd aan de ginger plant, staat dan volop in bloei. In de bergachtige en nu vochtige omgeving van dit natuurgebied, bloeien ze in volle glorie. Dat willen we natuurlijk niet missen gezien de verwantschap die we met de tulp voelen.

Voor negenen rijden we weg. Het is een eindje toeren, maar dat geeft niks, de route is mooi en afwisselend. We laten met plezier de kleine dorpjes en de uitgestrekte velden en palmbomen langs ons heen glijden. Rond de middag maken we hoogte. De aanduidingen zijn inmiddels niet meer in ons schrift, maar de vele bordjes met bloemige afbeeldingen langs de weg doen ons geloven dat we nog steeds goed zitten.

Bij de ingang is het een drukte van jewelste. Schoolbussen met kinderen in schooluniformen vullen de parkeerplaats en de stalletjes die langs de weg omhoog staan. Het is melktijd voor Maas en wij lusten ook wel wat. We gaan in de rij staan tussen de schoolkinderen. Rijst met een prutje wordt door kordate vrouwen uitgeschept. Bord bij!

Via de stalletjes lopen we vervolgens naar de plek waar vrolijke bussen ons naar het hoogste punt brengen. Vandaaruit kunnen we verschillende nature trails volgen. Het vooruitzicht van dit ‘treintje’ maakte Jip vanmorgen al erg enthousiast en dat is nu niet minder. De mensen in de rij voor ons hebben geen oog voor de omgeving, maar beginnen ondemocratisch met het filmen van de kinderen tijdens de rit omhoog. Dat zijn vaak de beste opnames...Boven is het jammer genoeg mistig, al heeft het wat mysterieus. Als zelfs de monniken ons uitgebreid gaan fotograferen met hun mobieltjes, vragen we ons af of dit de omgekeerde wereld is. Spiegelen maar dan.

img 1333 (400x300)img 0448 (225x300)

We lopen de drukte uit via een trail die ons langs de berg omlaag leidt. Via een route van 2km lopen we door een prachtig stukje natuur. De Siam tulpen bloeien in volle glorie en staan wild verspreid door het gras en langs kleine stroompjes. Het vochtige koele sfeertje past helemaal in deze bijzondere setting. We genieten er allemaal van. Bij een parkeerplaats aangekomen, haalt een roze bus de wachtenden op. We worden naar een ander hoger gelegen deel gebracht.

img 1343 (225x300)img 1315 (400x300)

Vanaf daar kunnen we via speelse rotspaadjes naar fascinerende rotsachtige formaties lopen. Miljoenen jaren oud zijn ze en ontstaan door regen en wind. We behandelen ter plekke nog even een flinke lekkage geval van Maas. Een reserve onderbroek van Suze staat hem ook goed. We doen een poging tot wat mooie kiekjes van ons viertal, maar de meiden worden ongeduldig. De fidget spinners die ook hier een grote rage zijn, roepen vanuit de stalletjes benee om hun volledige aandacht. De prijzen zijn zodanig vriendelijk en ze zijn er in allerlei vormen en maten, dat ze besluiten om spinners te gaan sparen. Goed idee.

We vieren uiteindelijk net buiten het park met ijs, koffie en melk dat we weer drie spinners rijker zijn. En vangen dan tevreden de twee uur durende terugreis aan.

Woensdag
Over de doden niets dan goeds. En dat geldt vanmorgen vroeg ook over Maas, zelfs nu ie om vijf uur wakker is. Snel een koude fles pap erin en doortukken maar. Helaas is onze rust van erg korte duur. Net zoals de afgelopen ochtenden doen de voor de gelegenheid opgestelde speakers bij de buren waarvoor ze gemaakt zijn. Thaise muziek met mooie hoge noten en klokkenspel. Veel te vroeg, het is nog geen half zes. Maar het heeft een reden. De oude buurman is afgelopen zaterdag overleden. En sindsdien beleven we op een zeer korte afstand mee hoe het eraan toe gaat als hier iemand op het platteland/in deze streek komt te overlijden.

Er zijn twee open tenten neergezet met in een hoekje de zilver ogende kist. Vol met versieringen en om het oneerbiedig te zeggen, met flikkerende kerstverlichting. Ernaast witte bloemstukken en een grote foto van de overleden man. De rest van de tent is volgebouwd met blauwe plastic stoelen. Gedurende een aantal dagen is iedereen dag en nacht welkom. Voor eten en drinken wordt gezorgd. In de avond worden er gebeden verzorgd door vier monniken. Hoe rijker de mensen, hoe meer monniken er zijn. Mensen luisteren, kinderen spelen op de grond, er wordt gelachen, gegeten en buiten de bezinningsmomenten om klinkt er weer Thaise kamermuziek door de speakers. Matthijs en Suze gaan twee avonden ‘kijken’. Participerende observaties, zoals het een goed antropoloog betaamt ;-). Ze worden met alle egards behandeld. Het is jammer dat we de mores rondom deze dagen niet goed kennen evenals onze positie daarin. Het is wel vaker zo dat juist de aanwezigheid van ‘farang’ op prijs wordt gesteld, zonder dat het poppenkast kijken worden. Matthijs wordt in ieder geval uitgenodigd te blijven drinken en door de monniken zelfs gevraagd mee te komen naar de tempel.

Vandaag zou het weleens de dag van de crematie kunnen zijn. Er zijn al vroeg veel mensen op de been evenals een viertal monniken. Twee jonge jongens worden voor een dagje aangekleed als monnik, waarschijnlijk familieleden. De mensen zijn in het zwart. Nieuwsgierig is niet het juiste woord, maar we willen graag meemaken hoe dit verder gaat. We hebben de kinderen alleen een dagje waterpark beloofd. Tja, we rekken dit vertrek. Lopen een rondje door de straat. Jip en Suze mogen nog even in één van de hier zo typerende kleurige trucks zitten. Ze glimmen.

img 04961 (400x300)

Info op internet liet al weten dat de crematie meestal in de middag plaatsvindt en dat er voorafgaand nog gezamenlijk wordt gegeten. Dat duurt dus nog wel even, en die tijd hebben de kinderen nu even niet. Ik besluit thuis te blijven met Maas, die lekker kan slapen. Matthijs brengt de kinderen naar het zwembad en komt tussendoor nog even thuis om poolshoogte te nemen. Na de lunch merk ik roering. Mensen maken zich klaar voor vertrek en de kist wordt in een open busje getild. Er wordt knalvuurwerk afgestoken om kwade geesten te laten schrikken. Waarschijnlijk een dochter loopt op kop met de foto van haar overleden vader. Een geluidswagen gaat mee. Het is indrukwekkend om te zien. Met een brok in mijn keel sla ik het tafereel gaande.

Van de stoet toch maar naar het waterpark. De kinderen hebben ‘m helemaal voor zich alleen. Het toezicht is ook flink uitgedund, dus ze kunnen heerlijk hun eigen gang gaan. We eten allen fried rice en lopen, terwijl de kinderen nu écht hun laatste keer gaan glijden, nog een rondje door de velden. Het zwemgebeuren zetten ze later thuis voort. Blijven onderhouden dat watergevoel.

img 1375 (400x300)

Donderdag
De speakers doen het nog, voor de vierde ochtend op rij hebben de hanen nog niet gekraaid. Tijd om dit mooie stekkie te verlaten. We ‘backtracken’ vandaag een stukje naar Pak Chong om vandaaruit het Khao Yai NP in te steken. Verder gewoon een kwestie van de bordjes volgen.

img 0515 (226x300)

Na een kleine week kunnen we ons mogelijk straks wat makkelijker met Engels redden. Bestellen van de menukaart hoeft niet meer helemaal op de gok en in een shopje hoef ik geen mug meer na te doen om duidelijk te maken dat ik muggenspray zoek. Al heeft het ook wel echt charme om zo tussen de Thai zelf te zitten, weg van de guesthouses en hotels, groente te kopen op de markt en domweg blij te worden van het struinen door het dorpje waar iedereen inmiddels weet dat er Farang zitten.

Het is geen lange autorit vandaag. Maar geen moment saai. Een lekker riekende poepbroek van Maas verschonen we bij een autobanden repareerzaak.

En de twee glazen cola die Jip kort voor vertrek naar binnen klokte, heeft een wat te grote spanning op de blaas opgeleverd. Natte boel achterin. Maar na een korte douchesessie van Jip bij een grote parkeerplaats die vervolgens wel met zijn blote bast verder moet, komen we allen fris aan bij het Watermill Resort.

img 0549 (400x300)

We zitten niet ver van de ingang van het Khao Yai NP, het oudste nationale park van Thailand. En het is aan alles te merken dat we dichtbij de jungle zitten. Het is er wat vochtiger, groener ook, overal dierengeluiden en ook koeler. Ook deze keer hebben we een eigen huisje, heel wat bescheidener dan de vorige plek. Nu slapen we allemaal in één ruimte. Benieuwd of dat kermis gaat worden. De locatie is in ieder geval meer dan prima. Het is gelegen aan een snelstromend riviertje met als boegbeeld een groot houten waterrad, schommels boven het water en een paar bootjes die rustig dobberen op de stroming. De huisjes zijn speels opgesteld rondom mooie tuinen met bijzondere planten en bomen. Leuk!

img 0551 (400x300)

Aan de hoofdweg naar het park barst het van de eettentjes. Wij kiezen er eentje waar de kinderen lekker uit de voeten kunnen en waar tierelantijntjes en bizarre namaak-apen Jips aandacht trekken. Als we lekker aan het eten zijn, en er toch door miscommunicatie veel meer is uitgeserveerd dan dat we op kunnen, komt er een open laadbak half het restaurant inrijden. Grote zakken met ijs worden uitgeladen. Geen vuiltje aan de lucht zou je denken. Totdat Suze opmerkt dat er (voorheen) schattige varkentjes in manden achterin de wagen staan. Geen woord gelogen. Natuurlijk moet de ‘pork’ op ons bord ergens vandaan komen, maar dit aanzicht is wel wat crue gezien de leeftijd waarin ze worden afgeleverd. Zeker voor de zes kinderogen bij ons aan tafel. Morgen kipdag! Of groot wild, want dan gaan we het park in.

Vrijdag
Jip bunkert bij het ontbijt als nooit tevoren deze ochtend. Handig als we een aantal dagen dienen te overbruggen in de jungle. Vandaag duiken we in ieder geval het Khao Yai National Park in. Meer dan 2000 kilometer aan ongerepte jungle. Toch gaan we van een meerdagenplan maar niet uit. Gezien de samenstelling van ons gezelschap zijn we van plan twee bescheiden wandelingen te maken. De ambities zijn ook niet dusdanig als die van een aantal jaren geleden. Toen verwachtten we wilde olifanten, wellicht nog een hornbill en reden we haast stapvoets door het park met het idee niks te willen missen. Maar voordat we op pad gaan, mogen de kinderen eerst nog even spelen en chillen bij ons op het park. En dat kan hier heel mooi. Het werkt wel goed om Maas zijn eerste slaapje rond negen in zijn eigen tentje te doen, dan heeft bij die sowieso in de pocket.

img 1391 (400x300)

Tegen elven tikken we de poort aan. Gelijk al gaat de weg flink omhoog. We rijden door tot het eerste uitkijkpunt en genieten daar van de prachtige vergezichten. Maas heeft andere plannen bij dit stopje. Aan aandacht heeft deze jongen geen enkel gebrek. Zodra een Thaise mevrouw aandacht van hem wil, gaat hij vol op de versiertoer. Hij lacht, slooft zich uit en in de meeste gevallen krijgt de persoon in kwestie ook nog uitgestrekte armpjes van hem. En dan zijn we hem meestal even kwijt. Wat een charmeur. Madelief maakt zich zelfs al zorgen dat ie in de toekomst in Thailand wil gaan wonen. Zover is het nog niet. We rukken hem bij een groepje dames uit Bangkok vandaan en zetten vaart naar de uitkijktoren.

img 0586 (400x300)

Bij de parkeerplaats aangekomen, doen we allemaal onze sportschoenen aan. Behalve Jip, die van hem liggen nog thuis. Oeps. Niet echt handig om te gaan wandelen op slippers. Het staat wel lekker nonchalant, maar comfortabel is het niet. Daarbij wemelt het van de bloedzuigers in het regenseizoen, dus een makkelijke prooi voor dorstige wormpjes. We parkeren ook even die zorgen en lopen in een kleine wandeling door de velden naar de uitkijktoren. We spotten geen wild zo midden op de dag, maar het blijft erg mooi om uit te kijken.

Dan door naar de bekendste waterval van het park. De Namtok Heo Suwat. Ook bekend uit de film The Beach voor de filmkenners. Het is een steile afdaling naar het laagste punt en een flinke weer omhoog, maar zeer zeker de moeite waard.

img 1417 (400x300)img 1410 (226x300)

We tanken cola bij het simpele stalletje op de parkeerplaats en dubben wat te doen. Madelief stelt voor dat ze met Jip bij het bezoekerscentrum blijft, terwijl wij met Suze en Maas een kleine trail doen. We kennen het rondje. Niet zo ver, je waant je wel echt diep in de jungle. De curiososhop die het bezoekerscentrum ook heeft en een Café met buitenterras zal dan het domein van de andere twee blijven. Madelief en Jip doen om ons te overtuigen voor hoe goed Jip naar Madelief luistert. Als een getraind hondje en met een stalen gezicht reageert hij op de order van zijn zus ‘terugkomen’. We vertrouwen het ze toe, geven wat bahts voor een drankje en beloven binnen het uur terug te zijn. Madelief kennende zijn ze al een half uur zoet in het winkeltje.

We wagen het erop om zonder gamache de wandeling te beginnen. Ook al zaten we de vorige keer behoorlijk onder, zonde van het geld om voor een uurtje die dingen te kopen. En deet werkt hopelijk ook. De wandeling is gaaf. Veel apen aan het begin en het einde. Prachtige vlinders en natuurlijk is het vooral de dichtbegroeide omgeving met machtige bomen en onbekende geluiden die het af maken.

img 1428 (400x300)

Teruggekomen bij de start komen Jip en Madelief ons enthousiast tegemoet gerend. Jip heeft voor zijn vriendje een olifantje gekocht en voor zichzelf een aap-kussen. Madelief draagt een ‘mooi’ kettinkje en ze hebben samen op het terras een taartje gedeeld en een flesje water gekocht. Iedereen blij.

We rijden dan ook tevreden terug naar de ingang. Als slagroom op de taart spotten we ook nog een enorme dubbelhoornige neushoornvogel, de Great Hornbill. Een hele mooie vogel met een spanwijdte van ruim anderhalve meter. Wow! En oh ja, de Deet heeft gewerkt vandaag. Geen bloederige sokken, joepie.

 

Van apies kijken tot dé brug
Dinsdag 25 juli 2017. Kanchanaburi, Thailand.

We ruiken de jungle, we ademen de jungle. En daarom, of nee ondanks dat, trekken we vandaag Khao Yai zelf niet in. We bombarderen het tot rustdag. Maas vertrekt om negen uur in zijn tentje en Madelief popelt om de rivier in te gaan. Maar eerste moeten we bananen kopen en dat is vooral een klusje voor alleen de ouders. We pakken twee veels te kleine barrels en trappen ons het kleine stukje naar de hoofdweg lekker in het zweet. Met de buit terug, genieten we van het even samen zijn. Wat een rust

Madelief denkt dat ook wij niet kunnen wachten. Koffie zit er dan ook niet in. En we knikken als een boer met kiespijn dat we hier ook heel lang naar uitgekeken hebben. Niet veel later hangt Matthijs als een ware Tarzan aan de touwen. Eerlijk is eerlijk, het is echt prachtig hier en genieten om zo in deze omgeving te vertoeven met elkaar. Suze heeft de kat uit de boom gekeken en komt er een uurtje later ook bij.

img 0633 (400x300)

En zo rommelen we in en om de rivier en het zwembad tot na het middaguur. Matthijs haalt nog even wat tosti’s bij de 7-eleven. Ik chop kort erna in een ondoordacht moment nog even een flink stuk vel van de binnenkant van twee vingers. Best knap overigens om tussen de plots ingeklapte rugleuning van de zware houten zwembadstoelen klem te komen. Even paniek, maar de huisdokter kan het oplossen. Wel voor nu een zwemverbod. Dan maar even voor de komende twee dagen een potje wortel-aardappel koken voor Maas (dit is enigszins dichterlijke vrijheid).

Wanneer Maas voor de derde keer vandaag uit zijn tentje kruipt, is het toch tijd voor wat actie. We zoeken de markt op die we gisteren zagen, dichtbij de ingang van het park. De kinderen lopen verwachtingsvol met hun portemonneetjes over het veld. Jip doet als enige zaken en schaft een grappig T-shirt met aap aan. En Maas doet op de valreep ook een duit in het zakje van de markt. Zijn luier was niet helemaal juist aangedaan. Het heeft daardoor wat sporen achtergelaten blijkt als we net weg willen rijden. Jip en ik snellen daarom nog een keertje over de markt. De kleinste babybroek nemen we mee voor nog geen €0,75ct. Hij kan er nog wel een jaar mee vooruit. Diepte-investering dus.

Het avondeten doen we op de plek waar we drie jaar geleden zaten. Maas heeft meer oog voor zijn omgeving, dan voor de wortel. Tja...

Zondag
Deze dag starten we zoals het een zondag betaamt. Nemen de tijd voor het ontbijt en de meiden duiken daarna gelijk het zwembad in.

Jip doorbreekt dit vreedzame tafereel door zichzelf op een knappe wijze tegen de net geplaatste poppetjes op het bankje naast ons huis te lanceren. Eentje is er vanaf dan beenloos en Jip lijkt op een eenhoorn in wording. Om deze lijn door te trekken, brengen we met zijn vieren ook nog even een bezoekje aan het Na Na Hospital in Pak Chong. Toch een dubbelcheck voor mijn wijsvinger. Wellicht is een hechtpleister of hechting handig om de genezing van de huid wat te versnellen, zodat ik niet de komende weken met een jaap blijf zitten.

img 0708 (225x300)img 0711 (400x300)

We mogen bij aankomst gelijk door de Emergency Room in. Althans ik, de rest wordt buiten de deur gehouden. Ik heb alleen het rijbewijs van Matthijs in mijn zak zitten. De foto lijkt niet echt nee. Even twijfel, maar ze willen me toch helpen. Ik voel een beetje gêne als ik het verbandje van mijn vinger haal in vergelijking tot wat ik zie bij de anderen in deze ruimte. Rechts in mijn ooghoek ligt iemand volledig op apengapen, links een jongetje aan het infuus en voor me een vrouw met een vermeende blindedarmontsteking. De vriendelijke arts die vloeiend Engels spreekt, ziet gelijk dat er niks vanbinnen beschadigd is anders dan gekneusd. Hechten is ook niet nodig. Voor de vorm gaat er nog flink wat jodium over, bloeddruk wordt nog gemeten en met fris verband sta ik ook zo weer buiten. Niet zwemmen inderdaad de komende week. Verder goed nieuws.

Thuis zetten we de actie-modus door in een bezoekje aan de Bonanza Exotic zoo. Het is niet zo’n grote, maar vast aardig voor een paar uurtjes vertier met ons gevolg. Al rond de ingang lopen mini-paardjes vrij rond die kleiner zijn dan Jip. Superman en Batman sieren de poort evenals grote stenen dinosaurussen in verschillende gedaanten. Er staat een vrolijke bus te wachten om luie bezoekers rond te rijden. Misschien bij ronde twee, zeggen we. We worden op de foto geklikt door de huisfotograaf en dan kunnen we écht beginnen aan een ronde die zo’n dikke kilometer lang is. De ligging is sowieso erg mooi met op de achtergrond de bergen van Khao Yai. Het park is behoorlijk ruim opgezet, erg groen en dat wandelt lekker. In Aziatische dierentuinen mag je vaak zelf de dieren eten geven tegen een klein bedrag. Ze zijn daarbij erg aai- en aanraakbaar. En dat is hier niet anders. Maar in de derde kooi kijken we toch wel met samengeknepen billen. Een moeder met zoontje treedt bij een baby leeuw zijn domein binnen om vervolgens een flesje te geven. Het beest wordt wild. Wegwezen hier. Bij de Oerang Oetang blijven we langer kijken. Of kijkt hij naar ons?

img 1458 (400x300)

Na dik twee uur is het mooi geweest. Het is een behoorlijk warme dag en aan de hoofden van de kinderen te zien, hoeven deze niet nog rooier te worden. Jip komt nog even ‘ab ovo’ en dan kunnen we als herboren weer naar huis.

Maandag
Vandaag staat er een reisdag op het programma. Vijf uur netto koers volgens de routeplanner. Het is even aanpoten om ons boeltje bij elkaar te grijpen, alles netjes achter te laten en vier koters reisklaar te maken, maar het lukt ons om voor half tien weg te rijden. We worden door de eigenaresse uitgezwaaid.

Het eerste uurtje schalt ‘André het astronautje’ door de speakers en zeggen we verder weinig. De meiden zijn lekker in hun Tina’s aan het lezen en Jip staart dromerig naar buiten. Onze eerste stop is als Maas te kennen geeft klaar te zijn voor banaan. Dan zeggen wij op onze beurt ‘koffie’!

We vervolgen onze weg en pakken de weg die noordwaarts van Ayuthhaya loopt. Niet de kortste weg, maar wel wat verder van de drukte van Bangkok. Ayutthaya is meer dan 400 jaar de voormalige hoofdstad van Thailand geweest, totdat daar in 1767 bruut een einde aan kwam door inval van de Birmezen die alles vernielden en plunderden. Het barst er van de historische tempels, ruïnes en Boeddhabeelden. Ook rond de weg die wij nemen, volgen de wats zich achter elkaar op. Toch stoppen we weer bij een Amazon om Maas rustig de fles te geven. En ook nu weer komen we door Maas makkelijk(er) aan de praat met andere koffiedrinkers. Na wat social talk, worden we uiteindelijk uitgenodigd door een Thaise man en vrouw om in hun huis te logeren. Ze spreken perfect Engels en doen nu vrijwilligerswerk bij de lokale tempel. Als ze ons foto’s van hun (tweede) huis laten zien, dat prachtig aan het water ligt, weten we dat ze het zeer goed voor elkaar hebben. Aangezien we al een onderkomen hebben, stellen ze voor dat we volgend jaar op hun kosten een weekje langskomen. We zullen het in de groep gooien. We krijgen een visitekaartje mee en mogen hen de komende weken altijd bellen als we hun hulp nodig hebben.

Het volgende moment van grote gastvrijheid merken we als we in een heel simpel restaurantje langs de weg ‘fried rice always good’ eten. Een mevrouw klopt me op de rug en overhandigt vriendelijk lachend een grote doorzichtige zak. Ze wijst waar ze het net gekocht heeft. Het lijkt alsof er gebraden hanenpoten in zitten, maar niks is minder waar. We proeven uit fatsoen allemaal. Het smaakt als appelflap. Heerlijk! De mevrouw gebaart dat we het van haar krijgen, mompelt iets wat op ‘gift’ lijkt en stapt zonder verder om te kijken op haar scooter. Madelief smult er de rest van de middag van.

Als we nog maar een klein uurtje moeten, nodigen borden langs de weg ons uit om de afslag te nemen. Het zint ons niet dat we al die mooie tempels links hebben laten liggen vandaag en kiezen er op de valreep één uit. We zijn net voorbij U-thong, wanneer we de gele vlaggen volgen die naar een tempel leiden. De Thaise aanduidingen kunnen we niet meer bijhouden. We komen bij een enorme rotswand uit waar vaklieden bezig zijn een enorme Boeddha uit de wand te hakken. Dan valt ons oog op een gouden Boeddha die verderop op een heuvel staat. We pakken de bus weer bij ’t stuur en zoeken de plek vanwaar we naar boven kunnen. Deze vinden we bij een hele kleine tempel die er verlaten bijligt. Enkel wat honden die het te warm vinden om aan te slaan, er wapperen wat oranje gewaden, verder serene stilte. Madelief probeert nog even de meer dan 350 treden af te wenden door te zeggen dat Maas nog slaapt en dat het zo zielig is hem wakker te maken. En het is ook te warm volgens haar. Met 35 graden is dat het ook, maar een kleine workout kan prima. We stappen nieuwsgierig naar boven. En daar is het mooier dan verwacht; offerplaatsen, oude Boeddhabeelden in een stenen tempeltje. Prachtige uitzichten, een rotswoning en nog iets hoger prijkt de gouden boeddha die we al van verre zagen. Wat magisch hier door de eenvoud, rust en het weidse uitzicht.

img 1467 (225x300)img 1481 (225x300)

Om vier uur beschouwen we het einde rit en tikken we het Royal River Kwai Resort aan. Koninklijk is het niet, maar het ligt erg mooi aan de rivier en vriendelijk is de ontvangst. Een groot zwembad met daaromheen in koloniale stijl een gebouw met kamers. Voor het eerst dat we weer veel Nederlanders zien. Madelief snapt er niks van, ‘waarom zitten ze allemaal hier?’ ‘Dat het toeristisch is, omdat er bijzondere dingen te zien zijn, hoeft toch niet te betekenen dat er dan ook zoveel mensen heen gaan.’ Tja, we krijgen het niet uitgelegd... Morgen weer een dag. Plons!

Maandag
Bij het ontbijt bespreken we de mogelijkheden. We hebben hier drie volle dagen. Kanchanburi is vooral bekend vanwege de ‘bridge over the river Kwai’ en de dodenspoorlijn. Vooral dus om haar tragische verleden. Maar er is veel meer moois in deze mooie bergachtige provincie. We leggen voor dat we sowieso een dagje naar het Erawan National Park willen en daarnaast de Hellfire pas willen bezoeken met de trein die over de bekende Birma spoorlijn gaat. De derde dag is nog vrij, evenals de volgorde. Het is verder aan kinderen. Soort vrijheid in gebondenheid ;-). Of het korte termijn politiek is, weten we niet. Maar vandaag wordt ingevuld met ochtendje zwemmen en vanmiddag gaan we naar Kanchanaburi zelf voor de brug, markt, openlucht museum en zo meer.

Een stukje kennis over de geschiedenis bij deze regio maakt het een stuk interessanter. Vanaf hun deelname in december 1941 aan de Tweede wereldoorlog veroverden de Japanners in snel tempo het grootste deel van Zuidoost-Azië. Op zoek naar een kortere en veiligere aanvoerroute tussen Birma en Thailand (Siam) besloten de Japanners een 400 kilometer lange Birma-spoorlijn aan te leggen, ook wel de dodenspoorlijn genoemd. Niet alleen bevoorrading, maar ook de verbinding met India was een strategisch doel van de Japanners. De Britten hadden de bouw van deze spoorlijn al tientallen jaren eerder in gedachten, maar dat lukte ze nooit door het ruige, bergachtige landschap en het tropische klimaat. De Japanners besloten krijgsgevangen en burgers te gebruiken voor de bouw van dit enorme project. Twee ploegen, één gestationeerd in Thailand, de andere in Birma, werkten vanaf deze eindpunten van de beide spoorlijnen naar elkaar toe en ontmoeten elkaar in oktober 1943. Zo’n 60.000 Britten, Australiërs en Nederlanders werden gebruikt als slaven. Deze krijgsgevangen werden dag in dag uit tot het uiterste gedreven om de bouw van de spoorlijn af te krijgen. Naast de krijgsgevangen werden ook 260.000 Aziatische werkers gebruikt. Door ziekte, ondervoeding, uitputting en mishandeling heeft de Birma-spoorlijn het leven gekost aan meer dan 15.000 krijgsgevangen en 100.000 burgers. In oktober 1943 was de bouw van de spoorlijn af. Het letterlijk moordende tempo waarmee de bouw is verricht, had niemand voor mogelijk gehouden.

In het JEATH museum in Kanchanaburi komen we meer te weten over deze tragische gebeurtenissen. Het is een klein openluchtmuseum vlak bij de brug. Bij binnenkomst springt gelijk een grote locomotief in het oog die er destijds gereden heeft. Suze en Jip zijn onder de indruk van deze ‘coole oude trein’.

img 14881 (400x300)

Verder vinden we er een grote helikopter, vliegtuig en veel ander indrukwekkende voorwerpen van de Japanners. Evenals en foto’s, getuigenissen van en over de krijgsgevangen zelf. De meeste indruk maakt op onze oudste een deel van de trein waarin de krijgsgevangen vanuit Singapore hierheen zijn vervoerd als honden. Ook de nagebouwde bamboe hut krijgt onze kinderen stil. We zijn verrast door de interesse van alle drie en dat maakt het nog ‘leuker’ om hier rond te lopen. Ze vragen alle drie honderduit.

Dan steken we de weg over naar de bekende ‘Bridge over the river Kwai. Deze wereldberoemde brug is eigenlijk het symbool van de Birma-spoorlijn. In 1945 werden de bruggen (er was er nog één) vernietigd door bombardementen van de geallieerden. Later is de stalen brug weer in ere hersteld en deze wordt tot op de dag van vandaag nog steeds gebruikt door lokale treinen. Wanneer er een trein aankomt, blaast er iemand op zijn fluitje en moet je in een inham gaan staan en komt de trein heel langzaam voorbij.

img 1492 (400x300)

Daarna bekijken we de brug en de rivier vanuit een ander perspectief, een restaurantje op het water. Een heerlijk plekje. En terwijl een briesje voor verkoeling zorgt en de kinderen tevreden aan hun smoothie zitten, bedenken we hoe ontzettend blij en bevoorrecht we zijn dat we niet in oorlog leven.

Bij het naar bed gaan, vragen we aan Suze wat ze het meest indrukwekkende vond van de dag. ‘Het zwembad’, zegt ze overtuigd. En dat is misschien maar goed ook, dat droomt vast fijner.

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!