Lavagruis in ons haar
Donderdag 20 juli 2017. Granada, Nicaragua.

Zeg je Leon, zeg je vulkaansurfen op de Cerro Negro, de jongste vulkaan van Nicaragua. Thuis had ik al YouTube filmpjes gezien. Dat ging superhard en eindigde soms in een harde val op de zwarte lavastenen. Maar aangekomen in Leon, boek ik toch maar de vulkaan surftour voor 8:00 uur de volgende ochtend.

vulkaansurfen1 (400x300)

Henry is onze vrolijke gids. In een jeep met twee andere Nederlanders, gaan we op weg. De weg wordt al snel een dirt road en al hobbelend rijden we omhoog. In de verte zien we twee vulkanen opdoemen. In Nicaragua zijn de meeste actieve vulkanen ter wereld. Ze liggen in een mooie rechte lijn veroorzaakt door subductie van de Cocos plaat onder de Caribische plaat. Deze subductie zorgt voor grote vulkanische activiteit. Als afgestudeerd geoloog voor mij natuurlijk het walhalla. Ik vertel de meiden enthousiast over plaattektoniek en vulkanen. We betalen entree voor dit nationaal park en krijgen een rood rugzakje met een overall, handschoenen en een bril. Er is een drager die voor een paar dollar onze sleeën naar boven draagt. Alleen Andre draagt hem zelf. Cerro Negro is pas in 1850 ontstaan. Het is de jongste vulkaan van Nicaragua. Er zijn totaal 23 vulkanen, waarvan 6 actieve en 4 in de omgeving van Leon. Wetenschappers over de hele wereld komen hier naartoe om de vulkanen bestuderen.

vulkaansurfen2 (400x300)

Het is ongeveer 500 meter omhooglopen naar de 730 m hoge Cerro Negro. Het is 35 graden, maar gelukkig staat er een windje. Over de zwarte lavastenen vinden we onze weg naar de bovenkant van de krater. Hier leggen we onze spullen even neer en lopen een stukje naar beneden de krater in. Stoom komt door de gele (sulfaat), rode (ijzer) en witte (magnesium) stenen naar boven. De stenen voelen super heet aan. Henry vertelt dat als je een klein gat graaft, je er een eitje op kunt koken. Indrukwekkend! Vervolgens gaan we ons klaar maken. We trekken de rode overall aan, die voor de meiden echt veel te groot is. Ze lijken wel een Michelin mannetje. Bril op, handschoenen aan en rugzak op de buik. Henry geeft instructie: balans houden en remmen doe je met je voeten. Als je naar achteren leunt, ga je harder omdat de slee dan loskomt. Als je dus langzamer wilt gaan, moet je naar voren leunen. Vervolgens moeten we even op onze beurt wachten, want er zijn maar een paar sporen naar beneden. De andere Nederlanders gaan eerst. Henry gaat iets naar beneden om een filmpje te maken. Daarna is Luna als eerste aan de beurt. Voorzichtig vindt ze haar balans en gaat dan steeds harder. Binnen een minuutje ofzo is ze beneden en krijgt Dille het teken dat ze mag. Ook zij komt veilig beneden. Daarna Andre met de gopro camera. Hij start stoer met zijn voeten op de slee, maar dat is lastig voor de balans, dus haalt hij ze er weer af. Als laatste mag ik. Het gaat best lekker. Halverwege de berg zit een klein knikje, daar verandert het lavazand meer in lavagruis en kleine lavastenen (1-3 cm groot). Ik voel een bombardement van steentjes tegen mij aan komen en ben erg blij met de bril. Remmen gaat steeds slechter, dus ik laat ‘m maar lopen en houd ‘m recht. Ik schijn met een behoorlijke stofwolk de berg afgesleed te zijn. Beneden wordt het vlakker en kom ik tot stilstand. Dit was erg stoer en leuk! Wat een ervaring. Dit hadden we niet willen missen. Een uur omhooglopen en dan in een minuutje naar beneden over een lavahelling van 45 graden steil. Ondanks de overall is er toch wat lavagruis naar binnen gekomen en zitten er heel veel kleine lavasteentjes in ons haar, behalve bij Andre;-)

vulkaansurfen groot (400x300)

Terug in ons heerlijke hotel Flor de Sarta douchen we ons af en duiken we het zwembad in dat voor onze kamer ligt. Het is echt een super hotel. Een oase vlakbij het centrum van Leon. Een mooie groene patio met een zwarte loslopende kip, Coq au Vin genaamd en een Beagle hond, Bruno genaamd. Het hotel is van een Franse eigenaar. De familiekamer is ruim en de kingsize bedden slapen echt heerlijk. Het ontbijt is erg lekker en het personeel super vriendelijk en behulpzaam. ’s Middags gaan we het stadje verkennen en lunchen we heerlijk bij Paz de Luna. Op het centrale plein is het een gezellige drukte. De meiden gaan nog even trampolinespringen. We beklimmen de kathedraal (basilica de asuncion), de grootste van Midden-Amerika. Bovenop is er een prachtig uitzicht en lopen we langs alle witte kleine torentjes.

unnamed (400x300)

De volgende dag gaan we met de auto op weg naar de ruïnes van Leon Viejo (een soort Pompei) . Leon is gesticht op een andere plek nabij de actieve vulkaan Momotombo. Het stadje heeft daar 86 jaar gelegen tot het in 1610 onder de as bedolven werd. Er waren niet veel gewonden omdat het stadje door economisch verval al wat verlaten was. We krijgen een rondleiding van een vrouw die vertelt over alle gruwelijkheden door de Spaanse overheersers in die tijd. De lokale Indiaanse bevolking moest tegen honden vechten en werd door centrale straat heen gesleept om vermoord te worden op het centrale plein. Niet erg opbeurend dus. Ook vloog de kleurrijke nationale vogel van Nicaragua er rond. We kijken nog bij het meertje met uitzicht op de vulkaan. Bijzonder om te beseffen dat deze het stadje verwoest heeft.

Door met de auto naar de actieve Telica vulkaan. Hier pikken we onze gids Augusto op, die bij ons in de auto stapt. We gaan anderhalf uur omhoog rijden naar de schouder van deze vulkaan. Het is eigenlijk geen weg, eerder een breed wandelpad van zand en stenen. De Suzuki heeft het zwaar te verduren. Augusto vertelt dat wij de tweede zijn in vijf jaar tijd die hier met hun eigen auto omhoog willen rijden. Hij vindt het nogal bijzonder.

telkavulkaan (354x266)

Rond een uur of vier zetten we de auto bij een kleine boerderij neer. Deze familie woont hier al 200 jaar en wil hier niet weg ondanks de dreiging van een vulkaanuitbarsting. Vanaf hier is het zo’n 450 meter omhooglopen naar de 1061 meter hoge vulkaan Telica. Halverwege hebben we een betoverend uitzicht op de krater. Grote rookpluimen komen omhoog uit de krater. De magma zal waarschijnlijk moeilijk te zien zijn. We lopen verder langs de kraterrand om de zonsondergang te zien. Onderweg zien we koeien van de boerderij. Die vinden het lekker om het ijzer van de vulkanische stenen af te likken. Dat is een soort snoepje voor hun. Overal zijn diepe canyon -achtige lavagangen. We dalen er in eentje af en zien honderden vleermuizen. De wind staat helaas verkeerd waardoor er flink wat zwaveldampen onze kant opkomen. Nadat we alle vier aan het hoesten zijn geslagen, besluiten we terug te keren. We kijken nog een keer in de krater naar beneden en dalen – net voor het donker wordt- af naar de boerderij. Daar krijgen we een lokale maaltijd voorgeschoteld met rijst en bonen.

In het pikkedonker stappen we weer in de auto. Stapvoets rijden we terug. Op een gegeven moment horen we een raar tikkend geluid rechtsachter. Op een wat vlakker deel stappen we uit om te kijken… oh, nee, het is een lekke band…. Andre en Augusto gaan aan het werk. Helaas is de bodem hier best zacht en krikt de krik niet echt de auto op maar zakt ie weg in de ondergrond. Tot ons geluk komt er nog een auto achterop. Er stappen twee mannen uit en een vrouw. Ze willen graag helpen. Ze halen een stuk hout uit de auto om onder de krik te leggen en een groot hakmes om het wiel vrij te krijgen. De man zegt: ‘Ik ben een boer, laat mij maar even’. De meiden en ik schijnen bij met onze mobiele telefoon en een half uur later zit het thuiskomertje erom. Wat een avontuur. We danken onze vriendelijke helpers en rijden rustig verder.

De volgende ochtend na dit avontuur in het donker slapen we lekker uit. De band blijkt echt kapot te zijn. Er zit een spijker in en een grote scheur. Met het verhuurbedrijf spreken we af de band in Managua om te wisselen.

In de middag rijden we naar Penitas aan de kust. Hier zien we veel lokale families in het water liggen, gewoon met hun kleding aan. Zwemkleding is niet gebruikelijk in Nicaragua. Hier is het nationaal park Isla de Juan Veneda, een 22 km lang mangrovebos. We gaan een boottochtje maken. Miguelito (kleine Michel) wordt onze kapitein en gids. Miguelito is een reus van een vent en een al spierbundel. Hij blijkt nog twee jaar getrouwd geweest te zijn met een Nederlandse. Hij heeft echt haviksogen want als we op volle snelheid door de mangrove varen, spot hij groene leguanen tussen de groene bladeren, die wij geen eens zien als we stoppen en Miguelito ze ons aanwijst. We zien honderden of duizenden krabben op de waterrand. We zien rode, gele en zwarte mangrove en mooie vogels. De mangrove wordt tweemaal per jaar opengekapt omdat hij snel dichtgroeit. Dan maken ze de rivier ook schoon. We eindigen op een meer open plek met tientallen vogels, o.a. De boat-billed heron. Er zijn ook veel pluizige babyvogels, echt heel schattig. Terug heeft Miguelito de vaart erin. Hij kent de bochten van de mangrove en manoeuvreert er vakkundig doorheen.

mangrove (382x287)

Helaas onze laatste ochtend in dit heerlijke hotel. We nemen afscheid van iedereen en rijden rustig aan naar Managua naar Alamo, het verhuurbedrijf. Men dacht daar optimistisch dat de band nog te plakken was, maar dat was kansloos. Ze bleken geen zelfde type band meer te hebben, dus stelden ze voor dat wij met een pick-up naar Granada zou rijden. Dan zouden ze de volgende dag onze auto nabrengen met twee nieuwe achterbanden. Nu was er net een wolkbreuk boven Managua dus ik vroeg hoe dat met onze bagage moest. Ze hadden geen zeiltje voor de pick-up dus is een jongen met een andere auto achter ons aan gereden naar Managua. Wat een service. Of niet, we weten nog niet of we een rekening ervoor krijgen. Dat merken we wel aan het einde. Dille roept de hele vakantie al dat ze graag achter in een pick-up wil zitten. Dit is de kans. Aangekomen in Granada gaan we dus na het inchecken nog een rondje maken. Meiden achterin staand in de laadbak. Wat een plezier. Iets wat in Nederland niet mag, maar hier heel normaal is. Iedereen zit hier los in de laadbak. We toeren een half uurtje rond en nemen nog twee lokale vrouwen mee die klaar waren met hun werk.

Terug naar ons hotel Con Corazon. Een bijzonder hotel, begonnen door Nederlanders. Alle opbrengsten uit het hotel en het restaurant wordt gestoken in de educatie van kinderen in de omgeving. Op deze manier bieden ze kinderen een kans op ontwikkeling en een beter leven. Ook dit hotel heeft weer een groene patio met avocado bomen (mmmmmm…), bananenplanten en een zwembad. En er zijn hier ook leuke excursies te doen. Op naar nieuwe avonturen!

 

Peddelen in de vulkaan
Dinsdag 25 juli 2017. Isla Ometepe, Nicaragua.

Granada is een kleurrijk stadje. Mensen mogen zelf weten welke kleur ze hun huis schilderen. Elk jaar schilderen ze het weer over. Na een lekker ontbijt in de patio met de grote schommel en het schaakspel, besluiten we het stadje met de mountainbike te gaan verkennen. Zonder plan fietsen we kriskras door het centrum heen. We komen terecht op een marktje waar we met de fiets aan de hand doorheen proberen te lopen. Dat is al een avontuur op zich. We zien de verschillende kerken en het centrale plein. Het verkeer is best druk. Voorrangsregels zijn op zich helder. Als er een stopbord staat, moet je stoppen, maar er lijken geen voorrangswegen te zijn. Elke straat opnieuw moet je dus weer goed uitkijken. Voor de lunch gaan we naar Kathy’s waffle house met heerlijke zoete Belgische wafels met chocola. Dat is smullen.

fietsen (400x300)

In de middag gaan de meiden een workshop piñata maken doen. In een werkplaats waar geestelijk gehandicapten honderden piñata’s maken voor de verkoop, mogen Luna en Dille er samen met een begeleider ook eentje maken. Dat is best leuk werk met alle kleuren crêpepapier. Luna wil wat creatiever zijn en niet de geijkte patroontjes doen. De jongen die haar begeleidt, raakt daardoor een beetje in de war, maar dat komt gelukkig goed. Wel controleert hij nauwkeurig of Luna niet een wit plekje overlaat. Dille haar begeleider helpt goed met het lijmen. Het is goedkope lijm, gemaakt van meel. Kleine piñata’s worden verkocht voor circa 2 euro. Grotere piñata’s kunnen wel tot 5 euro kosten. Pas als ze klaar zijn, worden ze van de bovenkant gevuld met snoepjes. In Midden-Amerika is het gebruikelijk dat kinderen tot hun tiende verjaardag een piñata krijgen om vervolgens met een blinddoek om stuk te slaan. De mensen waren verbaasd te horen dat wij deze traditie niet hadden in Nederland. We laten de piñata’s achter en zeggen iedereen gedag. We hebben nog een heerlijke full body massage op het programma staan bij PURE. Minder qua entourage dan in Azië, maar toch erg lekker.

pinata (354x266)

De volgende dag is 19 juli, een nationale feestdag, de 38e verjaardag van de revolutie. In de hoofdstad Managua zijn de festiviteiten. Vanuit het hele land gaan er overvolle en luid toeterende bussen naar toe. Echt overvol, want de mensen zitten op het dak. De president zal gaan speechen en er zou hoog bezoek vanuit Cuba en Venezuela zijn. Musea maar ook de vulkaan Masaya (echt waar!) zijn gesloten vandaag. We besluiten te gaan sightseen naar de Pueblo’s Blancos (de witte dorpjes). Deze dorpjes heten zo omdat de huizen vroeger gemaakt waren van wit puimsteen van de vulkaan. Inmiddels zijn de huizen gewoon geverfd en zijn we geen een wit huis tegen gekomen. We bezoeken het wel erg toeristische mirador (uitzichtpunt) van Catarina met een mooi uitzicht over Laguna Apoyo. Veel verkopers en veel muziek hier. We gaan snel weer weg. De verschillende dorpjes kennen allemaal hun eigen specialiteit. Het ene dorpje is gespecialiseerd in houten meubels maken, het andere in planten en een ander weer in weven. Best bijzonder. We kopen nog geen souvenirs, dat gaan we later doen in de grootste markt van het land in Masaya. ’s Avonds eten we een heerlijke pizza en pasta in Mona Lisa. De obers zijn bijzonder vriendelijk en eentje helpt ons zelf met Yahtzee. Hij heeft voor Dille een grote straat gegooid.

De volgende dag bezoeken we eerst nog het klooster met daarin vijf musea. Het meest indrukwekkend is die met voorwerpen uit de pre-columbian tijd (voor en na Christus). Mooie ceramiek en stenen beelden. We checken uit dit bijzondere hotel in Granada en hebben een kort reisdagje van 22 kilometer naar ons volgende hotel bij Laguna Apoyo. We zitten hier in San Simian, een ecolodge met maar vijf cabanas in de ‘jungle’. Echt weer in de natuur dus. Dat merken we meteen tijdens de lunch daar. Ik dacht honden te horen, maar het waren brulapen heel dichtbij. Luna en ik gingen op zoek en konden te apen tot circa 30 meter naderen. Echt heel imposant.

brulapen (226x300)

Laguna Apoyo is een kratermeer. Het is 200 meter diep. Het water is zeer helder en lekker warm (25 graden). Dit komt omdat het van onder gevoed worden door zogenaamde fumaroles vanuit de slapende vulkaan. Helaas geen zandstrand maar met (pijnlijke) vulkaanrotsen, dus voorzichtig het water in. De eigenaar van onze lodge heeft 50 meter vanaf het strand een vlonder vastgelegd. Het is heerlijk om verfrissend om daar naartoe te zwemmen en daar vanaf te duiken. Al snel gaat het regenen en onweren dus het water uit. Onze kleine cabana heeft een buiten badkamer en douche. En dus staan we in de regenbui heerlijk warm af te douchen. En dat tussen gele duizendpoten en andere kleine insecten. ’s Avonds lukt het Andre om een acht centimeter grote sprinkhaan die vlak bij de hoogslaper zat van de meiden uit de cabana te werken. Dat slaapt toch iets rustiger.

De volgende ochtend beginnen we weer met heerlijk zwemmen en ook kajakken. De Lodge heeft kajaks en tubes beschikbaar. We kajakken een stuk het meer op en blijven daar lekker dobberen midden in het kratermeer. Echt superrelaxt.

kajak (400x300)

Na de lunch vertrekken we naar Masaya om daar naar een grote souvenirmarkt te gaan. We hebben twee uur de tijd om inkopen te doen voor familie en vrienden. En we scoren een supermooi tweepersoons fijngeweven hangmat in diverse kleuren blauw en turquoise. Erg blij mee. Om vier uur vertrekken we weer want we willen op tijd bij de ingang staan voor Volcan Masaya. Dit is weer een van de zes actieve vulkanen in Nicaragua. En deze is zo actief dat je vaak magma kunt zien vanaf de kraterrand. Het is een bijzonder toeristisch gebeuren, want je kunt -serieus- met je auto naar de kraterrand toe rijden. We gaan de night tour doen omdat je dan de magma beter zou kunnen zien. Er staat vaak een hele file voor de ingang, maar wij zijn op tijd vertrokken want ze zijn de eersten. Na ruim 1,5 uur wachten, mogen we als eerste het park in. We ‘racen’ naar boven, want het gaat in groepen van 70 personen en die groepen mogen 15 minuten boven zijn. Dus hoe eerder we boven zijn, hoe meer tijd we hebben. Zenuwachtig komen we aan. Zal de magma zichtbaar zijn of niet? Je kunt ook pech hebben door regen of door alle gassen uit de vulkaan. Maar we hebben geluk.in de diepte zien we het magma. Het is zo mooi en bijzonder om te zien. We blijven zo lang mogelijk staan en genieten totdat de parkwachters steeds bozer op hun fluitje blazen dat we weer weg moeten.

masaya vulkaan (354x266)

De volgende dag moeten we deze idyllische plek alweer verlaten, maar niet na weer een heerlijke duik vanaf de vlonder in het meer. Onze volgende bestemming is Isla Ometepe. Een groot eiland dat uit twee vulkanen bestaat gelegen in een binnenlands meer (Lago Nicaragua). De twee conische vulkanen, de een actief, de ander slapend, zijn imposant te zien van veraf. Ontdekkingsreizigers in de middeleeuwen waren ook onder de indruk van het aanzicht. We rijden naar San Jorge om de Ferry te nemen. Deze hadden we gereserveerd voor 14:30. Helaas is dit natuurlijk Nicaragua. Ons plekje is al aan een ander gegeven. Er blijkt een feestweek op het eiland te zijn ter ere van de beschermheilige Santa Ana. Vandaar de drukte. We stappen over naar een andere maatschappij Che Guevara. Deze heeft een Ferry voor 14 auto’s. Om 16:00 uur kunnen we mee. André moet de auto strak tegen de zijkant aan parkeren. De overtocht is ongeveer een uur. We komen aan in Moyogalpa, het grootste dorp met 10.000 inwoners. Onze lokale mobiel met de waze app is leeg. Ik gebruik de kaart en stuur Andre via de noordkant. Een foute keuze achteraf, want dit was de dirt road van 20 km naar ons hotel, andersom was asfalt geweest.

Afijn, net voor het donker komen we aan in Villa Paraiso. Een mooi groot hotel aan het strand met ruime cabanas. We hebben de familie cabana met twee slaapkamers. En gelukkig weer airco, dat is toch wel fijn in deze hitte. Rondom ons hotel wemelt het van de mooie blauwe vogels, de white throated magpie jay (ekstergaai). De brulapen brullen weer. We zitten weer midden in de natuur. Genoeg te doen hier!

ekstergaai (354x266)

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!