Het eilandgevoel
Zaterdag 20 augustus 2011. Nusa Lembongan, Bali, Indonesië.

We nemen we de publieke speedboot naar Nusa Lembongan. Lembongan is een klein eiland, ten zuidoosten van Bali. We wilden het nog een keer: het eilandgevoel. De dag van vertrek was het redelijk bewolkt. Geen goed voorteken. Een eiland bezoeken heeft namelijk een groot nadeel: je zult een boot op moeten. De zee was nogal woelig, maar ik leek de enige passagier die zich daar druk over maakte. Er was uiteindelijk ook maar één passagier die doorweekt aankwam. En dat was niet van het angstzweet, maar van een megagolf die precies op mijn plaats het dek op spoelde! De ’boss’ (zoals hij zichzelf noemde) van Star Two Thousand cottages stond ons al op te wachten in de haven. Was het omdat we op internet een erg negatieve recensie over hem lazen of omdat de man dollartekens in zijn ogen had, maar we waren meteen op onze hoede. Zijn houding en de manier waarop hij ons behandelde stond ons niet aan. Het was de grote kamer en de twee tweepersoonsbedden die ons toch deden besluiten te blijven. De komende dagen hebben we er alles aan gedaan om ’de boss’ te ontwijken, want als hij ons zag bleef hij ons bestoken met vragen en zo gezegde aanbiedingen voor snorkeltrips, vervoer, boottrips etc. De kids waren vooral onder de indruk van zijn tien centimeter lange vingernagels…….

Waar we al een beetje bang voor waren, bleek te kloppen. Het eilandgevoel kwam niet echt tot zijn recht. Lembongan was veel drukker dan we verwacht hadden en de kustlijn was zo druk bezet met bootjes dat zwemmen niet echt uitnodigend was. Desalniettemin hadden we drie leuke dagen. Het buurhotel had een heel klein zwembadje waar we gebruik van mochten maken, dus de eerste dag lazen Chris en ik allebei weer een boek uit en waren de kids ’s avonds verschrompeld van het lange waterspelen.

De tweede dag besloten we toch nog een poging te doen de schoonheid van de onderwaterwereld op te zoeken. We boekten een boottripje bij Mowgli (al zag hij er meer uit als Balou de beer) en hij bracht ons naar de mooiste snorkelplekken. Helaas was de zee nog steeds niet helemaal kalm en de stroming vrij sterk, dus Jaan heeft maar een keer gesnorkeld en Tijn wilde helemaal het water niet in. Maar dat laatste had wellicht meer te maken met het feit dat hij ontdekt had dat er koekjes aan boord waren, en als de kat van huis is…

De onderwaterwereld van Lembongan is mooi, maar waarschijnlijk zijn wij inmiddels te verwend om er nog onder de indruk van te geraken. Het leukste van deze snorkeltrip vonden we dan ook het laatste stuk door de mangrove. Dit bizarre, surrealistische decor blijft tot de verbeelding spreken. Zeker als er dan ook nog een leguaan over het water voorbij schuift.

Lembongan staat bekend om zijn zeewierteelt. Op de stranden voor ons hotel was deze bedrijvigheid goed te volgen. Er zijn volledige plantages aangelegd, die alleen met eb bloot liggen. In deze uren wordt er dan ook hard gewerkt om zoveel mogelijk wier te plukken en het land op te transporteren. Het werd ons al snel duidelijk dat er heel veel soorten wier zijn. Sommige soorten groeien maar een bepaalde periode van het jaar, andere het hele jaar door. Dat bepaalt ook de waarde ervan. Ook de kleuren zijn zeer divers. Op het land zitten hele gezinnen de oogst te sorteren op kleur en soort. Sommige wieren kunnen worden gegeten, maar de meeste worden gebruikt voor veevoer, cosmetica, medicijnen en ijsjes. Het vocht in het wier heeft namelijk een soort gelatine-achtige werking.

Onze laatste dag op het eiland wandelen we naar Mushroom beach. Een kleinere, mooie baai zonder zeewierteelt, maar helaas is zwemmen nog steeds een slalom tussen de boten. Vervelend op dit eiland is dat je als niet-gast van een hotel, ook niet welkom bent in hun zwembad. Zelfs niet als je er uitgebreid luncht. Maar wel als je er (veel!) voor betaald! Daar doen we dus niet aan mee, dus keren we terug naar ons eigen hotel, ontwijken ’de boss’, plonzen ons eigen zwembadje in, en genieten van een prachtige zonsondergang!

De laatste keer…
Maandag 22 augustus 2011. Ubud, Bali, Indonesië

We varen terug naar ‘het vaste land’ van Bali. Langzaamaan begint het gevoel van ‘de laatste keer’ toe te slaan. De laatste keer naar een eiland (buiten beschouwing gelaten dat elke plek in heel Indonesië zich op een eiland bevindt….), de laatste keer op een boot, de laatste keer een hotel uitkiezen. Jaan laat zelfs vallen dat hij eigenlijk nu wel naar huis wil. Tijn niet. Die wil zijn verjaardag hier niet missen en telt de dagen af!

Na aankomst in Sanur, vragen we een taxichauffeur ons naar Mas te brengen. Dit plaatsje ligt net naast Ubud en staat bekend om de kunst van het houtbewerken. Het plaatsje heeft echter maar één hotel, en dat blijkt na aankomst ver boven ons budget. De chauffeur gaat met ons op zoek naar iets anders en voor we het weten zijn we weer terug in Ubud! Hier begonnen we onze reis ook, zeven weken geleden. Het was niet gepland er nog terug te keren, maar het lot besliste anders. Ons hotel, Casa Ganesha, ligt aan de andere kant van Ubud, en als we na onze lunch een wandeling maken ontdekken we een heel ander Ubud. De winkeltjes zijn allemaal erg verleidelijk, originele spullen, gezellige restaurantjes, prachtig handwerk, mooie kleding… We shoppen de hele middag en belonen de kids met een bezoekje aan Monkey Forest. Maar als we er aankomen, en we de kids waarschuwen voor de gevaren van deze veel te tam geworden wilde apen, vinden ze het bekijken van de apen die op straat over de elektriciteitskabels balanceren al meer dan voldoende.

De volgende ochtend hebben we een bezoekje gebracht aan Goa Gajah (olifantengrot). De grot, met de tempel, stelde niet veel voor. Het terrein erom heen is echter uitgestrekt, mooi begroeid met resten van ouder tempels, en dat bood ons de gelegenheid om de hordes toeristen te ontlopen. De kids vonden het ‘aaien’ van de vissen in het heilige water het hoogtepunt. Zo heeft ieder hier zijn eigen favoriete bezigheid!

In de namiddag hebben we nog een bezoekje gebracht aan het ARMA museum, recht tegenover ons hotel. Dit museum voor traditionele en moderne kunst ligt op een zeer mooi terrein, tussen de rijstvelden. Onze kunstliefhebber Jaan kon er geen genoeg van krijgen. Hij keurde elk schilderij afzonderlijk, bracht uitgebreid verslag uit (en jullie weten hoe uitgebreid Jaan kan zijn) en beoordeelde vervolgens of het hem kon bekoren of niet. Toen we net wilden vertrekken begon er een les Balinees dansen voor kinderen. En toen kwam Tijn aan zijn trekken. Met open mond bestudeerde hij de groep meisjes die onder streng toezicht van hun lerares probeerden de slangachtige bewegingen onder de knie te krijgen. Het bezoek aan het museum duurde daardoor veel langer dan gepland, maar gelukkig stond er verder niets meer op het programma.

Eenmaal terug in het hotel mochten de jongens van de ober proberen een paar vissen te vangen, die in een langgerekt bassin rond het hele restaurant zwemmen . Het hele restaurantpersoneel was in rep en roer, en iedereen vond het reuze amusant. Alleen Chris en ik waren niet zo blij met de bovenmatige drukte die onze twee jongens teweeg brachten. We vroegen ons ook af wat de andere gasten ervan vonden…

Ondeugende aap
Dinsdag 23 augustus 2011. Sanur, Bali, Indonesië.

Vandaag vertrokken we terug naar Sanur. Maar alvorens onze taxi arriveerde waagden we ons toch alsnog aan Monkey Forest. We besloten geen bananen aan de ingang te kopen om de kans op monkey-attacks zo klein mogelijk te houden. Maar we waren nog geen vijftig meter verder of er hing al een eerste aap aan mijn broek. Mijn gegil maakte de sfeer er niet echt relaxter op. En toen ik de kinderen (en mezelf) probeerde te kalmeren door uit te leggen dat dit alleen maar kwam omdat mama van die touwtjes aan haar broek heeft, en de aap waarschijnlijk dacht dat het eten was, greep een tweede aap Jaan’s broekspijp en trok zo zijn broek omlaag…. Gelukkig konden we er allemaal nog om lachen, al waren we de rest van de wandeling wel erg op onze hoede!

En nu zijn we dus in Sanur. Morgen hebben we nog een belangrijke dag voor de boeg: Onze kleinste, jongste en laatstgeborene wordt dan al zes jaar! Op het programma staat het Safari & Marine Park. Vanmiddag zijn Chris en ik de hele tijd in de weer geweest om cadeautjes, cakejes, groene Fanta, tickets en overig verjaardagsmateriaal te verzamelen. Het belooft een drukke maar spannende dag te worden. Daar is Tijn in ieder geval nu al van overtuigd.

Donderdag 25 augustus vliegen we terug naar huis. Heerlijk om weer thuis te zijn, schone kleren te kunnen aantrekken en iedereen die ons lief is weer te zien. Maar wat zullen we Indonesië missen… Ik hou het dan ook maar bij: Indonesië, tot ziens!

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!