Artikelindex

Naar de haaien
Maandag 20 april 2009. Broome, West Australië, Australië.

'Rij driehonderdtweeendertig kilometer, sla dan links af', geeft ons navigatiesysteem aan. We hebben besloten de lange rit van Port Hedland naar Broome te onderbreken met een overnachting op Eighty Mile Beach. Anders had de inspreekdame kunnen gebieden om vijfhonderdzeventig kilometers rechtdoor te rijden op de Great Northern Highway. De enige afslagen die we tegenkomen op deze weg zijn onverharde wegen. Dirt roads die we met deze camper alleen mogen gebruiken als het om 'toegangswegen' gaat. De tien kilometer naar de camping op Eighty Mile Beach is zo'n toegangsweg. Rode gravel zandwegen met heel veel ribbels die er voor zorgen dat alles schudt en beeft. Tenminste, als je voorzichtig probeert te rijden. Flink gas geven blijkt de betere optie. 'Joehoe!' horen we van de achterbank als we weer een heuvel passeren. De meiden vinden het wel leuk.

Dirt RoadEighty Mile Beach - campingAan water geen gebrek

Eighty Mile Beach is prachtig. Oer Hollands zandstrand. 'Europeanen zwemmen er wel eens', vertelt de Nederlands-Australische mevrouw die we op de camping ontmoeten. Australiërs laten het wel uit hun hoofd, vanwege de kwallen en de haaien. Zij gaan liever vissen in deze zee. We zien het ook terug op de camping. Heel veel hengels en ... heel veel quads. Zo'n voertuig lijkt hier tot de basisuitrusting van de hengelaar te behoren. De echtgenoot van de Nederlands-Australische mevrouw zien we een uur later ook terug keren op zo'n voertuig. Met een zwierige bocht parkeert hij z'n speelgoed onder de luifel van de flink uit de kluiten gewassen tent/caravan combinatie. Geen vraag wat daar vanavond op tafel staat.

Schelpen zoekenOp het strand genieten wij van de verkoelende zeebries, de mooie schelpen en het heldere water. Strand zover het oog reikt. Een door een hengelaar achtergelaten vissenkop gebruiken we als markering voor onze schoenen en de kleding van de meisjes. We kunnen hen toch moeilijk verbieden bij deze temperaturen een beetje verkoeling bij het water te zoeken. Als we na afloop de vissenkop nog eens beter bekijken, herkennen we de bek en de grijze kleur. Een haaienkop is het, een babyhaai waarschijnlijk. Dan kijk je toch even anders naar het water als je bedenkt dat z'n ouders er nog rondzwemmen.

In Broome komen we terecht op een schaduwrijke camping. Geen luxe bij de temperaturen waar we inmiddels mee te maken hebben. Het voelt gelijk goed deze stad. Hier gaan we voorlopig wel even blijven.

Paarlen en kamelen
Zondag 26 april 2009. Broome, West Australië, Australië.

In Broome blijven we net als veel andere reizigers langer hangen dan gepland. Vier dagen breiden zich uit naar een week. Jente en Imme gedijen goed op het even 'pas op de plaats maken'. Imme doet voor het eerst sinds weken weer eens wat middagdutjes. Haar stemming wordt er merkbaar milder van. Jente verrast ons door de massages die ze ons plots wil geven. Het is al bijna twee maanden geleden dat ze die zelf heeft ondergaan. De gebaartjes, de Engelse woordjes, de bijbehorende rituelen als voeten wassen en de wai als bedankje. Ze heeft het merkbaar gedetailleerd opgeslagen want haar imitatie is perfect.

De moeder van Els is de grote sponsor van onze reizen. Ze is dol op parels en wij zitten in een parelcentrum bij uitstek. Hoogste tijd om op pareljacht te gaan, denken wij daarom. Broome dankt z'n bestaan aan het voorkomen van de grootste parels ter wereld. Vroeger werden die door duikers uit de wateren rond Broome naar boven gehaald. Inmiddels zorgt een pearlfarm voor de productie die nu geen mensenlevens meer kost. Wij zijn druk doende om een bezoek aan deze parelboerderij te regelen als we een bericht van haar krijgen. 'Koop geen parels in Australië, in Indonesië zijn ze veel goedkoper'. Oké, dat komt goed uit.

Het is groen, vier zuignappoten en bruine oogjes... Rara wat is het?Twee poten en een lange kromme snavel. Rara wat is het?

Om bij de 'boerderij' te komen moet je namelijk een kleine twintig kilometer over een dirt road rijden, geschikt voor een 4WD. We twijfelen nog even of we het begrip 'toegangsweg' ook voor deze route zullen laten gelden zodat we er met de eigen campervan naar toe kunnen gaan. Het alternatief is een georganiseerde excursie waarbij je vanaf de camping gehaald en gebracht wordt. Net als alle georganiseerde excursies in Australië niet een goedkoop alternatief. Dat is in Indonesië waarschijnlijk een stuk voordeliger te regelen.

In het noorden van Australië lopen we erg aan tegen de beperkingen van onze 2WD. Voor een eventuele volgende Australië reis gaan we het huren van een 4WD serieuzer overwegen. In Port Hedland ontmoetten we een Zwitsers gezin met twee kinderen in de leeftijd van de onze. Ze hadden flink moeten zoeken voor ze een jeep met torenhoge opbouw gevonden hadden die slaapplaats bood aan alle vier. Bijna aan het eind van hun reis meldden ze trots meer dan drieduizend kilometer over onverharde wegen te hebben gereden. Dan kom je toch op andere, avontuurlijker plekken.

Voor de Kimberley, het gebied waar we nu de rand van raken, heb je echt een 4WD nodig. Wij krijgen weinig mee van de prachtige dingen die je hier kunt zien. Voor de prijs van een dagtrip het gebied in, kunnen we in Zuidoost Azië  gerust een week leven. Dat is het ons toch niet waard.

Wat we niet overslaan is de beroemde Camelwalk on Cable Beach. Eigenlijk hoor je deze met zonsondergang te doen. De zonsondergangen die we zien, zijn inderdaad prachtig maar wel rijkelijk laat voor Imme. Gelukkig wordt er ook een zonsopgang alternatief aangeboden. Jente en Imme zijn beide op hun eigen manier een beetje zenuwachtig voor de rit. We hebben ze er goed op voorbereid maar vooral Imme kan de uitleg in woorden nog niet goed plaatsen. Als we naar de duinopgang lopen waar we onze rit zullen starten fantaseert ze er lustig op los. 'En dan vliegt de kameel over het water en springt van tsjieuw...' horen we haar zeggen. Jente vraagt zich ondertussen af of we dan op de bulten van de beesten moeten zitten of juist er tussen in. Bij aankomst ontdekt ze niet gelijk de ene bult van de kameel. Die zit verstopt onder de aanhechtingen van de zadels die aan beide zijden van de bult zijn bevestigd.

Veel op een kameelRandy en ik

Als we aankomen ligt er een rij van negen kamelen voor ons klaar. Mooie rode dekjes die hen onderscheiden van de concurrent die blauwe dekjes gebruikt. Wij worden met z'n vieren op één kameel geplaatst. Niet zo maar één. Randy is een extra sterke en extra snelle kameel. Vijfenvijftig kilometer per uur kan hij halen, zegt z'n begeleider. Nou dat doet hij niet tijdens deze rit. Hij sjokt mee met de karavaan maar toont wel z'n karakter door niet met z'n kop in de zon te willen lopen als dat voor de foto toch wel goed uit zou komen. Jente en Imme vinden het prachtig, zeker als ze na afloop ‘onze Randy’ nog wortel mogen voeren.

Cable Beach rekent zichzelf tot één van de vijf mooiste stranden ter wereld. Het brede witte zandstrand is mooi maar persoonlijk vallen we toch meer voor de kleine palmenstrandjes van Zuidoost Azië. Jente gaat veel liever naar het zwembad. Ze heeft het duiken geleerd en kan de snorkel van haar duikbril van anderhalve meter diepte weer omhoog halen. Ze is nauwelijks te remmen in het onderwater zwemmen tot haar ogen plots erg pijn gaan doen. Ze gilt het uit en kan even geen daglicht meer verdragen. Ook Imme begint een echt waterratje te worden. We mogen haar hoog in de lucht gooien, zodat ze koppie onder gaat, en met haar hoofd onder water zwemt ze dan weer naar ons terug. ‘Kijk eens wat ik kan…’ Op het strand komen we deze week veel minder dan we verwacht hadden in deze laatste badplaats die we in Australië aandoen.

Jump!Twee in de zeeHet rotsgedeelte van Cable Beach

In het begin van deze week hebben we ons door de life guards van deze West Australische tegenhanger van Sydney's Bondi Beach op de vingers laten tikken vanwege (dreigende) vervuiling. Bij gebrek aan drenkelingen werpen de stoere mannen en vrouwen zich op als milieubeschermers, lijkt het. Wij voelen ons als vaker in Australië wel wat betutteld hierdoor. We ruimen echt onze rommel zelf op, al is het niet altijd direct. De laatste 'stinger' is volgens het aankondigingsbord op het strand vorig jaar oktober voor het laatst gesignaleerd. Wij nemen de gok om bij volgende strandbezoeken buiten het zicht van de lifeguards te zonnen en te baden.

Broome zelf lijkt uitgestorven. Dat kan liggen aan het tijdstip dat wij de stad bezoeken. Om half zes als wij er doorheen lopen, zijn alle winkels dicht en de restaurants serveren pas diner vanaf zes uur. Het alomgeprezen Chinatown blijkt een blok golfplaten gebouwen. Het Chinese karakter herkennen wij er niet in terug. Er zijn restaurantjes en een beergarden waar je wellicht nachtleven kunt verwachten. De levendigheid die de beschrijving in de Lonely Planet suggereert valt ons erg tegen. Het is ook nog vroeg in het seizoen en in de avond. De wet T shirt contest is al wel begonnen, maar ja, pas om 23.30 uur, dus dat redden we niet.

Wachten op zonsondergangBijna, bijna, bijna...En weg is-tie

Nog één dagje besluiten we na deze week. Daarna gaan we echt door naar Fitzroy Crossing, Hall's Creek en Kununurra. Op weg naar de Northern Territory.

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!