Artikelindex

jongens200

Lieve en Dirk groot gezin met 4WD en tent door Australië
30 oktober 2010 - 25 juni 2011

Tien jaar geleden trokken Lieve en Dirk met z'n tweetjes de wijde wereld in. Zes maanden na thuiskomst werd Barend (9) geboren. Eward (7), Artuur (5) en Dietze (4) volgden. Het reizen voorbij? Niet voor Lieve en Dirk. In 2008 trokken ze met z'n zessen door Thailand en Australië. Tijdens deze reis voegen ze daar nog Vietnam, Laos, Cambodja, Singapore, Maleisië en Nepal aan toe. Spannend!

Door Lieve en Dirk Vanhoutte


Bangkok-Sydney
Maandag 18 april 2011. Sydney, Australië.

In Bangkok zijn we weer naar Siam, MBK en computer store geweest om nog wat spullen te kopen en onze laptop te laten nazien. Nog een pakket naar school gestuurd. We hebben ook nog een tandarts gezocht voor Lieve. Hier zijn er heel veel in de buurt van Siam. Doordat haar tand moest ontzenuwd worden moest er een specialist voor komen. Maar doordat het hier Nieuwjaar is en dus een lang weekend was er niemand aanwezig. Dus morgen nog maar eens terugkomen om tien uur.

‘s Avonds hebben we pizza laten komen in het hotel. Via een handige website (www.menuxp.com) konden we eten bestellen. Dit is een goed alternatief voor de vaak erg dure roomservice. Als de kinderen moe zijn blijf je gewoon in het hotel en je kan kiezen wat je gaat eten. Het eten word afgehaald in het restaurant dat je kiest en naar je hotel gebracht.

De volgende morgen weer naar de tandarts . Na anderhalf uur wachten kwamen ze tot de conclusie dat de specialist waarschijnlijk toch niet meer zou komen en werden we wandelen gestuurd. Nog steeds tandpijn dus.

Vandaag zijn we dan vertrokken naar de luchthaven met een echte london cab. Op de luchthaven dachten we plots aan onze visa voor Australië. Hier krijg je geen visa bij aankomst wat je wel krijgt bij de landen die we al bezocht hadden. Je moet het op voorhand aanvragen via internet en dan is het gratis. Erg dom van ons maar wij waren dit vergeten en konden bijna niet vertrekken. Voor 21000 Bath! (525 Euro) konden we nog snel visa aanvragen via Qantas zelf. Dit was een grote hap uit ons budget maar het was dat of niet vertrekken... De vlucht verliep prima. Bye bye Thailand.

 

Zo moe
Dinsdag 19 april 2011. Sydney, Australië.

Iets na zes uur ‘s morgens zijn we geland in Sydney (voor onze biologische klok nog maar twee uur ’s nachts). Barend heeft niet geslapen en wij amper. Grenscontrole in orde dus onze visa ook (gelukkig). Bij de quarantaine hadden we gemeld dat we misschien slijk aan onze wandelschoenen hadden. Het werd gecheckt maar het was in orde. Verderop geen controle door drugshonden deze keer.

Na een telefoontje werden we met een busje naar ons backpackers hotel gebracht (de vrouw meldde toen dat we niet met zes op de kamer mogen.) In het hostel konden we pas om twee uur op de kamer maar we konden de bagage wel opslaan in een bagageruimte. Hier stonden we dan, doodmoe en nog meer dan vijf uur wachten om even te kunnen slapen.

We zijn dan langzaam richting Opera en Harbour Bridge gewandeld. We konden op dat moment niet echt genieten van het uitzicht want we waren veel te moe. De jongens hadden zo al staande tegen een muur in slaap kunnen vallen. We sleepten ons doorheen de stad en aten een broodje in het park. Tegen één uur zijn we dan in de gezamenlijke keuken gaan zitten van het hostel en hebben we wat geslapen op de bank, het was niet meer tegen te houden. We hebben dan ook onze nieuwe air card getest om te zien of we weer op internet kunnen, dat lukte gelukkig zonder problemen.

Om twee uur konden we dan zonder probleem met zessen op de kamer (vijf bedden). Nog wat geslapen tot vijf uur, vlug wat eten gaan kopen, gekookt, gegeten en weer ons bed in.

 

Jetlag
Woensdag 20 april 2011. Sydney, Australië.

Lang geslapen vandaag, hopelijk zitten we snel weer in het nieuwe ritme (weer vier uur tijdsverschil met Thailand). Naar China Town gewandeld en de buurt gaan verkennen. Nog een tandarts gevonden die snel de tandpijn kon doen verdwijnen.
De jongens geraken ’s avonds maar laat in slaap.

 

Jeep
Donderdag 21 april 2011. Sydney, Australië.

Weer lang geslapen, we zullen toch stilaan moeten proberen om de slaapuren weer wat te verschuiven.
Vandaag konden we onze jeep gaan afhalen buiten de stad. We zijn te voet tot aan de pier gewandeld en onderweg hebben we zowat alle atm’s geplunderd om voldoende cash geld bijeen te hebben om de huur (jeep) te betalen. We hebben een overzet genomen richting Manly (30min) en hadden een mooi zicht op het operagebouw en de Harbour Bridge. Deze keer konden we er wel van genieten. In Manly op goed geluk een bus genomen die ons naar een shoppingcenter bracht dichtbij het verhuurbedrijf. Daar nog eens de weg gevraagd en gelukkig was het maar vier straten verder dat we moesten zijn.

altalt

Na een uurtje uitleg, betalen en het nodige materiaal bijeen te zoeken (er lag niet veel klaar en veel was in bedenkelijke staat) reden we weer richting shopping mall om al eten in te slaan. De wegenatlas die we meekregen stelt ook niet veel voor dus misschien moeten we maar eens uitkijken naar een andere.


Blue Mountains
Vrijdag 22 april 2011. Blackheath, Australië.

Vandaag vertrek met onze jeep. Om tien uur moesten we het hostel buiten en we sliepen weer te lang. Net op tijd alles weer ingepakt zodat we tijdig konden uitchecken. Nadien nog rustig gaan ontbijten in de keuken van het hostel. Met al onze bagage gingen we dan richting jeep die we een paar straten verder hadden geparkeerd. We kregen er alles ingepuzzeld en we vertrokken. Al vlug waren we de stad uit en reden we richting Blue Mountains.

Voor we de Blue Mountains binnenreden stopten we aan een infokantoor waar we de nodige info kregen over waar we konden kamperen en wat we konden bezichtigen. Een beetje verder op de baan was er file door wegwerkzaamheden. Jaja in Australië zijn er dus ook files. We zijn onderweg nog gestopt aan Evans Lookout. Prachtig uitzicht heb je daar. We hadden een mooi zicht over een grote canyon vol met eucalyptusbomen. Deze bomen scheiden een olie af waardoor het lijkt alsof de lucht blauw kleurt, vandaar ook de naam Blue Mountains.

altalt

Onze eerste kampplaats, in Blackheath, was gratis (hadden ze ons verteld in het infokantoor). Hier hebben we ons geïnstalleerd en probeerden we te koken. Dit lukte niet, het gasvuur werkte niet naar behoren. Gelukkig stond hier ook een Nederlands koppel en mochten we hun gasvuurtjes gebruiken. Eindelijk kon Eward nog eens worstjes met kriekjes eten en puree aardappelen. Ondertussen was het erg koud geworden, de herfst is hier al in het land.

Onze eerste nacht kamperen. Lieve met twee kinderen in de daktent en Dirk met twee in de grondtent. We zijn benieuwd.


Kampvuur
Zaterdag 23 april 2011. Burraga, Australië.

Wat was het bitter koud onze eerste nacht in de tenten. Toen we opstonden was het bewolkt en kwam de mist opzetten. Het eerste dat we moesten doen was dekens kopen en hoofdkussens want de slaapzakken stelden niets voor.

In Katoomba konden we onze inkopen doen. Het was ondertussen beginnen regenen en we besloten om verder te rijden. De Three Sisters die we vandaag wilden bezoeken konden we door de mist toch niet zien.

Onderweg zijn we gestopt aan een kampeerwinkel om ons kookvuurtje eens te laten nazien. Blijkbaar lag het probleem aan de jets. Door deze te vervangen konden we weer koken. In een andere kampeerwinkel konden we onze nieuwe wegenatlas (Camps 6) aanschaffen. Hier staan ongeveer al de gratis kampeerplaatsen in. Erg handige gids trouwens, niet goedkoop in aankoop maar als je er twee nachten kampeergeld mee kan uitsparen heb je hem al terug verdiend. In Burraga dam hebben we dan nog een gratis kampplaats gevonden na twaalf kilometer zandweg, hier konden we een kampvuurtje maken zodat we toch warm konden gaan slapen.

 

Wennen aan de kou
Zondag 24 april 2011. Onderweg naar Canberra, Australië.

Vandaag richting Canberra vertrokken. Veel beter geslapen deze nacht, de donsdekens zijn geen overbodige luxe. Het blijft toch wennen aan de koude, vooral dan tussen zonsondergang (zes uur) en tien uur de volgende ochtend. We zijn tenslotte gewoon geraakt aan veel hogere temperaturen.

Onderweg in Goulburn een reusachtig schaap tegengekomen langs de weg. Het was een afbeelding van het merino schaap dat hier goed kan leven en gekweekt wordt voor zijn kostbare wol. Deze streek hier is zeer droog en deze schapensoort kan hier perfect in leven.  Langs de weg beginnen we de dode kangoeroes, wombats en vossen te zien.

We zijn deze keer gestopt aan een betaalcamping, dan konden we nog eens douchen en een wasje doen. De jongens konden ook nog spelen op een gigantisch groot springkussen. Om gebruik te maken van het zwembad was het veel te koud.


Black Mountain
Maandag 25 april 2011. Canberra, Australië.

We zijn de hoofdstad van Australië ingereden. Hier is het ook paasmaandag en er zijn dus veel dingen gesloten. We zijn bijna de hele namiddag in een shopping mall geweest omdat we op zoek zijn naar de Australische kaarten voor op onze gps.

altTegen valavond zijn we naar Black Mountain gereden. Op deze heuvel staat een zendmast van Telstra. Op deze toren konden we met een lift tot op 840 meter hoogte gaan om een uitzicht te hebben over Canberra. Canberra is dan wel de hoofdstad van Australië maar zeker niet de grootste. Vanop de toren kan je heel de (beperkte) stad overzien. De stad mist volgens ons aan sfeer, dan beviel Sydney ons beter.


Questacon
Dinsdag 26 april 2011. Jugiong, Australië.

Rond tien uur was alles weer ingepakt en konden we vertrekken richting Canberra centrum. Eerst zijn we weer naar de winkel gereden om een gps toestel te kopen met de kaart van Australië (kaart Australië van garmin zonder toestel kost 299 AUD, dan is een nieuw toestel inclusief kaarten veel goedkoper).

Van hier zijn we naar Questacon gegaan. Dit is een technopolis in Australië waar onze kinderen weer van alles konden experimenteren (met reptielenshow, aardbevinghuis, een echte bliksem, een vrije val…). Ook aan de kleintjes was gedacht, zij konden zich uitleven in mini Q waar ze met water konden spelen, konden bouwen, bakken en repareren.  Rond vier uur zijn we weer vertrokken hebben we nog 200 kilometer gereden tot in Jugiong. Hier hadden we weer een gratis kampplaats met toiletten en een speeltuin gevonden dankzij onze atlas Camps 6.


Snowy Mountains
Woensdag 27 april 2011. Victoriafalls, Australië.

Van Jugiong zijn we 420 kilometer verder gereden naar Victoriafalls, een 25 kilometer buiten Omeo. Meeste van de tijd hebben we de highway genomen (twee rijvakken). In Holbrook stond langs de baan een echte duikboot in het gras (enkel de bovenkant was te zien). Hier moesten we dan toch even halte houden om dit van dichtbij te bekijken en onze benen even te strekken.

Van hieruit ging het richting Snowy Mountains. We draaiden hier een weg in maar langs de baan stond dat er een brug gesloten was tot vijf uur. We waagden het erop en reden verder. Het was een weg van 140 kilometeren al na 40 kilometer werd de weg een zandweg. Hiervoor hadden we onze 4x4.

De zandweg kronkelde naar boven op de heuvels en was wel 80 kilometer lang. Deze heuvels waren een paar jaar geleden afgebrand en de grote bomen waren allemaal dood maar eronder schoten allemaal nieuwe bomen uit. Wel een wat griezelig zicht soms. Uiteindelijk kwamen we aan de bewuste brug maar deze was gelukkig weer open voor verkeer. Op deze 140 kilometer zijn we in het totaal vier tegenliggers tegen gekomen. Rond zes uur stopten we op onze kampeerplaats aan de Victoria watervallen, weer met kampvuur.


Australische Alpen
Donderdag 28 april 2011. Lorne, Australië.

Na ons ontbijt in de buitenlucht hebben we alles weer ingeladen en reden we eerst naar een lookout. Hier een beetje verder waren de Victoria Falls. We volgden de zandweg en reden uiteindelijk negen kilometer verder om dan beneden een waterval te kunnen zien. (De afstanden zijn hier helemaal niet te vergelijken met thuis.)

We kozen om vandaag weer een stuk af te leggen over zandwegen. We reden richting Australische Alpen. De weg was natuurlijk alsmaar naar boven. We zagen langs de baan al signalisatie staan die aangaf hoeveel sneeuw er kan liggen . Boven op de bergen zagen we de skiliften en pistes liggen maar gelukkig nog zonder sneeuw. We hadden hier een prachtig zicht over de heuvels.

altalt

Van hieruit was het weer bergaf door mooie dorpjes maar geen zandweg meer te zien, alles was mooie asfalt. We reden richting Melbourne en probeerden om nog verder door te rijden tot aan het begin van ‘The Great Ocean Road' om daar dan te overnachten. Van een koppel dat ook op de vorige kampplaats stond hadden we een adres gekregen van een camping in Lorne. Deze hebben we dan opgezocht en een kampplaats geboekt. Dit viel een beetje tegen. Hij was duur (60 AUD), het speeltuintje was oud en we moesten nog eens apart betalen om te douchen. Maar de omgeving moet wel mooi zijn als het weer een beetje meezit (wij hadden mist de volgende ochtend).


Koala’s
Vrijdag 29 april 2011. Otway NP, Australië.

Vandaag zijn we eerst gaan winkelen in Lorne (eten kopen) . We volgden de Great Ocean Road en stopten regelmatig aan een lookout. De Golven van de oceaan zijn hier enorm en slagen soms met veel geweld stuk op de rotsen. Wel vaak gevaarlijk om te zwemmen of te surfen, maar daar is het ons nu toch te koud voor.

In Otway reden we in de richting van een vuurtoren. De inkom van de vuurtoren vonden we te duur dus reden we dezelfde weg weer terug. Onderweg zag Lieve een koala in een boom zitten. Dus wij stoppen en kijken naar de koala. Na even rond te kijken merkten we er nog verschillende op. Het leek wel een familie die daar in de bomen zat. Onze eerst keer dat we koala’s in het wild konden bewonderen.

We gingen vandaag op tijd stoppen op een kampplaats om eens rustig te kunnen uitpakken. We stopten op een plaats aan een rivier, ver afgelegen van de grote baan in het Otway national park . Hier en daar stonden nog mensen maar het was er rustig en midden in de prachtige natuur, dat heb je wel met die gratis overnachtingplaatsen, je komt op de mooiste plekjes, vaak in een nationaal park en je mag er nog kampvuur maken ook! Dat bevalt ons zeer zeker.

 

Vissen
Zaterdag 30 april 2011. Otway NP, Australië.

We zouden twee nachten op dezelfde plaats blijven staan dus een rustdag vandaag. Van onze buurman mochten de jongens een vislijn lenen om wat te gaan vissen op de brug. (zonder resultaat) Ik vroeg of we geen vergunning nodig hadden maar hij lachte ermee. Hij zei me: ‘Als je een ranger tegenkomt zeg dan dat je een toerist bent en dat je het niet verstaat en de kans is toch klein dat je hem ziet want er is maar één ranger voor 500km²’. Stel je voor.


12 Apostelen
Zondag 1 mei 2011. Portland, Australië.

Vandaag  werden we vroeg wakker. Het was aan het regenen en we gingen vertrekken. Alles vlug ingeladen, de natte tent als laatste ingepakt en op de wagen gebonden. We namen afscheid van onze buren en reden door. Wat een pech dat het zo’n slecht weer is, we zouden vandaag het mooiste stuk rijden van de Great Ocean Road en de 12 apostelen zien.(zijn er eigenlijk nog maar zes). Onderweg stopten we toch nog regelmatig om foto’s te maken. Aan het visitorcenter van de 12 apostelen toch maar de regen getrotseerd en gaan kijken (als je hier dan toch bent).

In de verte begon het uiteindelijk op te klaren en zo konden we de andere bezienswaardigheden toch nog droog bezoeken. We stopten nog aan de Gibson Steps, de Loch Ard Gorge, de Arch en de London Bridge. We geraakten vandaag tot in Portland waar we een cabine huurden voor twee dagen. Zo kon alles eens opdrogen en konden we ook nog eens warm en zacht slapen.

 

Te vroeg voor walvissen
Maandag 2 mei 2011. Portland, Australië.

Vanuit Portland hebben we een kleine trip gemaakt naar een zeehondenkolonie. Het was wel een flinke wandeling met een stevige klim langs de kustlijn om de kolonie te kunnen zien. In de oceaan zagen we de zeehonden spelen in het water en zonnebaden op de rotsen.

We zijn ook nog verder gereden om naar blowholes te gaan zien. We dachten dat dit gaten waren waar het zeewater in omhoog spoot maar dit was het niet. Het was een plaats waar het zeewater tegen de rotsen slaat en terug spoelt en zo een spel maakt met de golven. Het water gaat alle richtingen uit en word soms omhoog geblazen door de lucht die erin gevangen wordt.

Hier in de buurt was ook nog een whale watching point. In de buurt? We zagen een wegwijzer staan en het was nog zo’n twaalf kilometer rijden. Om de walvissen te zien waren we nog iets te vroeg. Normaal komen de walvissen naar hier als het nog kouder is (vanaf juni). ‘s Avonds weer rustig in ons huisje tv gekeken en lekker gekookt.


De Grampians
Dinsdag 3 mei 2011. Little Desert NP, Australië.

Vanuit Portland vertrokken we naar het noorden. We verlieten de oceaan en reden het binnenland in. Onderweg reden we door de Grampians. Dit Nationaal Park had 180 aardverschuivingen te verwerken gekregen tijdens stormen in januari (regenseizoen). Veel wegen waren daarom volledig gesloten maar gelukkig waren een paar lookout plaatsen sinds zaterdag weer open. We moesten wel 60 kilometer omrijden om 17 kilometer van het informatiecenter naar de lookout te gaan. Onderweg over de zandweg zagen we dikwijls kangoeroes over de weg springen. Boven in de heuvels van de Grampians ligt een heel groot meer, mooi om te zien.

altalt

Vanhier reden we weer verder naar Dimboola. Hier was weer een gratis kampeerplaats in het Little desert national park. Het werd al donker voor we er waren. Onze gps gaf aan dat we een zandweg moesten nemen. Geen probleem met een 4x4. Na een paar kilometer was de weg versperd door een grote boom en konden we niet verder. Dan maar terug gedraaid en een andere plaats in het park opgezocht waar we wel moesten betalen. Na een paar kilometer zandweg kwamen we op een plaats waar nog twee caravans stonden. Hier vlug onze tenten opgetrokken , gekookt en gegeten bij een kampvuur.


Met de schop het bos in
Woensdag 4 mei 2011. Mildura, Australië.

's Morgens konden we zien waar we beland waren. De kangoeroes kwamen tot aan de kampplaats. Na een praatje met onze Australische buren kwamen we te weten dat we een enveloppe moesten nemen met een soort permit, dat moesten invullen, onze centen (14 AUD) erin steken en in de auto leggen in plaats van al in de brievenbus te steken. Mocht de ranger langskomen dan konden we zeggen dat het geld klaar lag maar dat we vergeten waren van het in de bus te steken. Als er geen ranger kwam konden we het geld gewoon weer meenemen. Dat is handig. Na ons ontbijt weer ingepakt en vertrokken met onze centen. Geen ranger gezien.

We reden vandaag tot in Mildura. Onderweg zagen we de grote velden die bewerkt worden door enorme tractors. Het zaad word met grote trucks tot aan de velden gebracht.

Hier in Australië is alles groot. We kwamen nog langs de baan Big Lizzy tegen. Dit was een van de eerste voertuigen die hier gebruikt werd in 1914. Het had een kruipsnelheid maar was dan ook gigantisch groot en had een soort van rupsbanden.

Rond vier uur vonden we een kampplaats langs de Murray rivier. De weg ernaartoe was het laatste deel afgesloten doordat de weg slecht berijdbaar was na de recente overstromingen. De rivier heeft hier dan ook erg hoog gestaan en de grond was er nog erg drassig (slijk aan de schoenen). Jammer genoeg waren de wc’s hier buiten gebruik omwille van de overstromingen. Dan maar met de schop het bos in…

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!