Artikelindex

Oranje zandduinen
Maandag 27 februari 2012. Horsham, Australië.

Vandaag zijn we, na bezoekjes aan Wentworth en Mildura, verder naar het Zuiden afgezakt, over een tamelijk saaie weg door, zoals het leek, de graanschuur van Australië: enorm grote graanvelden. De meiden hebben maar liefst in drie speeltuinen gespeeld, ze hebben kennisgemaakt met een jukebox en poolbiljart, en aten dit keer wél goed mee van het take-away-eten.

Het was erg benauwd vannacht, later ging het enorm hard waaien. Vanmorgen waren er erg veel wolken en het was drukkend warm. Ik zag zelfs even een regenboog vanuit de camper. Kort daarvoor was ik naar buiten gegaan om een foto te maken van de zonsopkomst, maar buiten hield ik het niet lang vol. Ik werd opnieuw belaagd door vliegen. Dit keer de ‘normale’ niet-stekende van thuis, maar toch wel erg hinderlijk. Desondanks hebben we ons toch even op de oranje zandduinen gewaagd, wat toch wel erg leuk was. De meiden vonden het leuk naar boven te klimmen en naar beneden te rennen (en zand over mijn camera te gooien; bedankt, Vera!).

3661-klein

We reden naar Wentworth dat niet veel voor leek te stellen. Ron haalde lekkere cornflakes-koeken bij de bakker. Daar zagen we twee mannen door de straat lopen die zo uit een andere eeuw gestapt leken te zijn. Grote stevige mannen, met gegroefd gelaat, baard en breedgerande hoed op; zo stel ik mij de settlers van destijds voor. We gingen even kijken bij het punt waar de Murray- en Darling-rivieren (de twee grootste rivieren van Australië) bij elkaar komen. Op plaatjes in folders ziet dat punt er interessant uit, met gelig en heel helder blauw water dat in elkaar overstroomt. Vandaag waren het twee tamelijk saaie groenige rivieren; niet al te indrukwekkend. Het niveau van het water was wel opvallend hoog, maar dat schijnt te komen door een stuwdam iets verder.

Even verderop reden we over een brug en daarmee de staat Victoria in. Al snel reden we door een gebied waar druiven en ander fruit geteeld werden. We zagen betonnen bakken met schoepraderen voor de irrigatie. Opvallend was, dat de druivenplanten tegen de zon beschermd werden door wit plastic, tamelijk bewerkelijk! Het kwam allemaal erg gecultiveerd over. Wat een overgang na de ‘outback’ van daarvoor!

Zo’n dertig kilometer verder reden we Mildura binnen. Mildura is een tamelijk grote stad aan de Murray rivier. De rivier hebben we gezien, naast een aantal boten en een stuwdam. De meeste tijd in Mildura hebben we doorgebracht in een enorm mooie en grote speeltuin, die uitgerust was voor kinderen in rolstoel. Bijzonder! Er bleken ook douches te zijn in het ‘toiletgebouw’ dat erbij stond, waar Ron en ik dankbaar gebruik van maakten. We hadden de meiden verteld dat we ook nog naar een supermarkt zouden gaan. Lena herinnerde ons daar aan en leek wat ongerust toen we die op onze weg Mildura-uit niet konden vinden. Erg aandoenlijk. We verzekerden haar, dat we die supermarkt ergens anders nog wel tegen zouden komen.

We begonnen aan onze –opnieuw- lange reis naar het Zuiden. Ik had even de indruk gekregen, dat het ‘gecultiveerde landschap’ zou duren tot aan de kust, maar daar had ik me toch in vergist. Regio Mildura is een eiland in de ‘wildernis’. Echt ‘wild’ waren de vlaktes die we doorkruisten niet, want het waren enorme graanvelden die recent gemaaid waren waarschijnlijk, waardoor het hoog droog gras leek. Er was meestal een brede berm met bomen en struiken, waardoor het er toch ‘wild’ uit zag.

We hebben nogal wat regen gehad onderweg! Voor de verandering… We hadden er geen last van, en het koelde daardoor lekker af. Om de reis te breken zijn we in Lascelles even gestopt. Een ‘gespotte’ art gallery bleek niet veel soeps, wat ons bij het plaatselijke hotel bracht, waar een vrouw achter de bar stond en twee stoere mannen bier stonden te drinken. Die mannen waren snel verdwenen toen wij met onze meiden met Dora-T-shirtjes, kralenkettingen en rode klompjes binnenkwamen. We hebben er een warme snack gegeten, de jukebox in werking gekregen en met de meiden ge-poolbiljart. Erg leuk! Buiten bleek de regen weer verdwenen en vervolgden we onze reis.

p1010436-klein

De meiden hebben een groot deel van de tweede helft van de rit geslapen. Ik ook, trouwens… Ik heb erg grote bewondering voor de chauffeurs van die road trains die urenlang over kaarsrechte saaie wegen moeten rijden, vaak ook nog in de zon. Er staan wel opvallend veel borden aan de kant van de weg die waarschuwen voor slaperigheid in de auto en oproepen tot powernaps, dus het gaat waarschijnlijk ook wel eens fout.

In Horsham vonden we een Aldi (!) die nog een kwartier open was; daar hebben we efficiënt boodschappen gedaan. Lena was helemaal opgelucht dat we een supermarkt gevonden hadden en liep heel vrolijk hulpvaardig te zijn; ze liep parmantig met een kartonnen doos te zeulen. We bestelden een familiepizza en een portie pasta en liepen in de tussentijd naar de speeltuin die om de hoek lag. Picknicktafels ontbraken ook daar niet, dus het was een ideale plek voor onze maaltijd, zónder vliegen dit keer; een verademing!

Inmiddels staan we aan de kant van een rustige weg, nog zo’n zestig kilometer van het Grampians National Park af. Hopelijk hebben we morgen redelijk weer en kunnen we daar wat gaan wandelen. We willen op een camping gaan staan die een speeltuin en zwembad zou hebben. Klinkt aantrekkelijk.

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!