Opdringerige kangoeroes
Donderdag 23 februari 2012. Flinders Ranges NP, Australië.
Tjonge, wat is het hier warm. Strak blauwe lucht en een temperatuur van tegen de veertig graden. Gelukkig hadden we wel wat wind vanmiddag, anders was het helemaal niet te harden geweest. Daarbij konden we verkoeling vinden in het zwembadje. Heel prettig. Van een rit in het gebied is het niet meer gekomen, wellicht morgen nog.
Vanmorgen ontbeten op ons rustige plekje. Er kwam één auto voorbij die een flinke stofwolk veroorzaakte. Ik pakte onze ontbijttafel op en zette hem achter de camper, maar de wind bleek het stof de goede kant op te blazen dus mijn actie was niet nodig geweest.
Veel meer dan ontbijten was er niet te doen, dus zijn we daarna maar naar de Flinders Ranges gereden. Een mooie en niet te lange rit. We zagen heuvelruggen opdoemen aan de verre horizon en reden er uiteindelijk tussendoor.
Bij aankomst bij het Visitor Centre bleek het park grotendeels gesloten omdat niet-inheemse dieren zoals geiten er momenteel afgeschoten worden! Tja, daar ben je dan bijna 400 kilometer voor komen rijden! Uiteindelijk heeft het ons programma vandaag niet echt beïnvloed. We waren toch al niet van plan om het hele park te gaan bekijken. Vandaag mochten we hier nog wandelen, morgen zou dat niet meer mogen.
We hebben de camper geparkeerd op de camping en zijn tegen twaalf uur gaan wandelen met de meiden in de rugdragers. Uiteraard niet het meest ideale tijdstip om te gaan lopen maar we schatten in dat het later op de dag nog heter zou worden.
We liepen bijna drie kilometer grotendeels door een bos dus in de schaduw en het waaide wat, dus het was te doen. Daarna volgde een klim over een rots naar een top waar we een uitzicht hadden op de Wilpena Pound, een ring van roodbruine rotsen, waar ik eerlijk gezegd wat meer van verwacht had. Het is duidelijk dat alles dat niet vlak is al als heel bijzonder ervaren wordt in Australië. Misschien niet helemaal waar, maar zo komt het wel een beetje op me over. Het kwam misschien ook door de twintig kilogram op mijn rug en de hitte dat ik wel een iets grotere beloning verwacht had. De wandeling was in totaal zo’n zeven kilometer (dezelfde weg terug als heen).
Terug bij de camper was ik niet veel meer waard. De meiden en Ron trokken het beter. We sleepten ons naar het zwembadje dat bij het ‘resort’ hoort en waar wij ook gebruik van mogen maken. Dat was heerlijk verkoelend! Na een half uur hadden we het zelfs koud. Ongelofelijk.
We overwogen nog even om alsnog een rit te gaan maken, maar besloten op de camping te blijven. Er kwamen veel vogels af op de chips kruimels rond onze tafel. Ron gebruikte een camping bbq voor de inmiddels ingeslagen worsten en er kwamen kangoeroes op de geur af. Ze kwamen zo opdringerig dichtbij dat hij ze weg moest jagen. Later vanavond gingen ze er vandoor met de camping-plattegrond. We moeten alles maar goed binnenzetten vannacht, want we krijgen ongetwijfeld bezoekers.
Morgen gaan we mogelijk alsnog een tochtje maken hier. We mogen door een bepaalde kloof rijden als we maar niet uit de auto gaan (vanwege de jacht). Daarna gaan we richting Broken Hill, de échte outback waar het mogelijk nog warmer is en waar mogelijk nog meer vliegen zitten. Ik denk niet, dat ons bezoek daar lang zal duren. Toch is het wel even leuk om een idee van de outback te krijgen, voor we ons naar de kust begeven waar we dan niet meer vandaan zullen komen tot aan Sydney (uitgaande van het reisschema dat ik van Australia Campers kreeg, waar we ons toch grotendeels aan willen gaan houden, met nog wel een uitstapje naar Canberra en de Blue Mountains bij Sydney, als de tijd dat toelaat).