Artikelindex

Sandra, Jeroen, Yannick en Malú in AustraliëSandra en Jeroen op wereldreis met kinderen Australië
31 januari t/m 10 augustus 2009

Direct na hun wereldreis van een jaar in 2003 spraken Jeroen en Sandra af dat ze over vijf jaar weer zouden gaan. Nu in 2009 gaat die droom werkelijkheid worden. Hun reisgezelschap is inmiddels met twee personen uitgebreid, want Yannick (bijna 4) en Malú (2) gaan natuurlijk mee. 31 januari 2009 vertrekken ze voor een reis van zes maanden door Afrika, Azië, Australië en Noord-Amerika. Hier lees je over het derde deel van hun reis: Australië.

Door Sandra en Jeroen


Een ander leven Downunder
Zondag 10 mei 2009. Yanchep, West Australië, Australië.

Terug naar Thailand

In Afrika en Azië hadden we natuurlijk altijd een hotelkamer en elke avond aten we in een restaurant. Hier in Australië is dat anders, hier hebben we huisjes waar we ons eigen eten moeten klaarmaken. Als Sandra op een morgen zegt dat ze het ontbijt gaat klaarmaken, merkt Yannick op: ‘Hebben ze hier geen restaurant?’

Na enige dagen acclimatiseren in Perth (eigen appartement en zelf kiezen wat we koken, boodschappen doen, zelf wassen, met de auto verplaatsen, wc's overal, goede speeltuinen in overvloed, niemand kijkt meer om naar de kinderen en wil aan ze zitten, geen Tom & Jerry op Cartoon Network, maar ook: (bijna) niet meer onderhandelen en veel hogere uitgaven) vertrekken we zuidwaarts met de trein naar Bunbury waar we na tweeënhalf uur aankomen.

We kiezen Bunbury omdat je daar dolfijnen kunt zien. Dit plaatsje is veel minder bekend (en commercieel) dan Monkey Mia, waar we later heen gaan. Bovendien kun je hier tot je heup het water in en dat schijnt bij Monkey Mia niet te mogen. De eerste middag is het al raak. We zijn aan het spelen bij een speeltuin aan zee. Sandra kijkt naar de zee en ziet een dolfijn op ongeveer tien meter van de kust. Mooi! De dag kan niet meer stuk!

PerthBunburyDol fijn

De volgende dag staan we om acht uur bij het Dolphin Discovery te wachten tot de dolfijnen langs komen in het speciaal afgezette deel in de zee. Maar helaas, we waren te laat, om kwart voor acht was er al een dolfijn geweest. Balen, maar ja, wie weet... We vermaken ons prima in het zand en bij de films over dolfijnen. Anderhalf uur later word ons wachten beloond. We mogen naar zee en gaan tot ons heup in het water staan. Daar komen twee dolfijnen aan, een moeder van veertien jaar met een baby van twee jaar. Prachtig om te zien! Er zijn nog twee andere toeristen en voor de rest staan we alleen met mensen van het centrum te genieten van de dolfijnen die zo vlak voor ons langs komen zwemmen. Na vijf minuten verdwijnen de dolfijnen weer uit beeld. Later die dag zien we nog enkele dolfijnen verderop in zee zwemmen.

Helaas kunnen we niet langer in Bunbury blijven om nogmaals dolfijnen te zien. We moeten terug naar Perth om daar onze huurauto op te halen waarmee we naar Darwin rijden. De eerste dagen in Perth hebben we ons redelijk vermaakt met het uitzoeken van de goede huurauto. Uiteindelijk kozen we voor een 4WD met voldoende ruimte voor onze rugzakken. Bij Avis aangekomen blijkt dat ze onze auto niet meer hebben en we krijgen een gratis upgrade naar een grotere auto, een splinternieuwe Mitsubishi Pajero. Vooral Jeroen vindt dat natuurlijk geweldig en ook Yannick vond het een 'vette Jeep'. Wel even wennen (voor Jeroen) aan het links rijden en een automaat...

We rijden naar Yanchep, een klein stadje bij Yanchep National Park. Hier kiezen we voor omdat het maar op vijftig kilometer van Perth ligt en Yanchep NP is een wat minder vaak bezocht en kleiner park, wel met volop wildlife. Als we aankomen hebben we geluk, de koala talk van 12.00 uur staat op het punt van beginnen. Eén van de rangers geeft informatie over deze bijzondere dieren. Omdat er een paar meter achter hem een koala aan het eten is, zijn Yannick en Malú er ook direct helemaal weg van. Als we daarna koala's in de bomen gaan spotten, doen ze enthousiast mee. Ze zien er allebei één die wij nog niet hebben gezien, geleerd in Afrika ;).

Koala in Yanchep National ParkHeerlijk die gewone dingen in een huisje

Nu we met de auto onderweg zijn en in huisjes verblijven met eigen keuken en alles zelf moeten doen, laten de kinderen merken dat ze het leuk vinden om de 'gewone' dingen te doen. Malú en Yannick gaan in het huisje altijd op zoek naar de bezem en het stoffer-en-blik en maken zo heel het huisje 'schoon'.

Op een avond zijn we vroeg klaar met eten en is het nog te vroeg om de kinderen op bed te leggen. Sandra vraagt of Yannick zin heeft om af te wassen. Zijn ogen glunderen en stralend zegt hij ‘ja!’. Sandra zet een stoel voor het aanrecht, hij pak een afwasdoekje en Sandra wil uitleggen hoe het moet. ‘Dat weet ik, dat heb ik wel eens gedaan. Op de crèche, mama’. ‘O’, zei Sandra, ‘wat leuk, bij wie dan?’ Yannick denkt even na en zegt: ‘Bij de Kikkers met Manouk.’ Jeroen en ik genieten in stilte. Wat een grote jongen wordt het toch. Als Yannick enkele minuten druk met de afwas is, zegt hij: ‘Samen met Lennart en Daniël heb ik toen afgewassen’, en een glimlach verschijnt op zijn gezicht.


Natuurschoon en vervulde kinderwensen
Dinsdag 12 mei 2009. Den Ham, West Australië, Australië.

Natures window in de KalbarriNa Yanchep rijden we door naar Kalbarri. Voornamelijk om Kalbarri National Park te bezoeken, een park dat als trekpleister een red gum rivier heeft met mooie gorges en aan zee limestone rotsen. We trekken er twee dagen voor uit om al dat moois te aanschouwen. Het mooiste vinden wij Natures Window, een door de natuur gevormde raam in een rots, uitermate geschikt voor leuke familiefoto's :) Yannick en Malú zijn erg blij als we de laatste dag eindelijk naar beneden gaan om bij de rivier te kijken... Tja, al die uitkijkpunten van boven zijn wel aardig, maar vanaf daar kun je niet bij het water...

In Kalbarri gaan we ook de pelikanen voeren. Elke dag om 08.45 uur worden de pelikanen door een vrijwilligster gevoerd en staan er veel mensen om mee te kijken en te voeren. Sandra wil graag twee keer kijken, dus het rustige ontbijten waar Jeroen op hoopt, zit er niet in... Toch goed dat we twee keer gaan, want één keer komen er geen pelikanen opdagen. Het blijft wildlife ;)

In Kalbarri hebben we voor het eerst in drie maanden ook weer een huis met een bovenverdieping. Wow, dat is weer even wennen :). Wel luxe, mooie keuken en zelfs een eigen wasmachine. Dat blijft één van de leuke dingen van het reizen, vooral voor Yannick en Malú. Welk huisje komen we terecht en wat vinden we mooi aan dat huisje? Dat kunnen trouwens ook gewoon de plastic stoelen van het huisje in Yanchep zijn (basic basic) die je mooi kunt omdraaien om er achter te staan als bewaker...

Na de dolfijnen bij Bunbury hebben we nu de kans om opnieuw dolfijnen te zien in het wild. Deze keer bij Monkey Mia. Hier komen de dolfijnen al meer dan veertig jaar en vijf volwassen vrouwtjes dolfijnen mogen gevoerd worden. We arriveren om half acht 's morgens bij Monkey Mia en de dolfijnen waren al druk aan het rondzwemmen. De vijf vrouwtjes brengen ook vier baby dolfijnen mee, die druk aan het spelen zijn. Mooi om te zien! Bij het voeren staan er vijf vrijwilligers in het water naast een dolfijn, zij kiezen de personen uit die een vis mogen geven. Vooraf dachten we dat het superdruk en commercieel zou zijn, maar dat valt reuze mee.

We kunnen alles goed zien. Omdat niet iedereen aan de beurt komt om een vis te voeren, rekenen we nergens op. Totdat de vrijwilligster aangeeft dat wij een vis mogen voeren. Met Yannick op haar arm, geeft er een. Super om zo dichtbij te zijn. Dit was echt heel erg leuk om te doen. Bij de tweede voedingsronde staat Sandra bij een andere vrijwilliger en wordt ze weer uitgekozen. Wow! Bij de derde voeding mag Malú samen met mama weer een vis aan een dolfijn voeren. Het is echt onze geluksdag!

Dolfijnen bij Monkey MiaVervulde kinderwens nr. 1Malú bij de dolfijnen

Sandra vindt dolfijnen één van de mooiste dieren en is dan ook heel erg blij. Als kind droom je van dit soort dingen en hoop je altijd dat je mee mag in het bootje in het Dolfinarium. Nu is er dus één kinderwens in vervulling gegaan. Dit is eigenlijk te mooi om waar te zijn; wilde dolfijnen die je ook nog een visje mag voeren. Geweldig. De volgende dag zijn we wederom in Monkey Mia, ditmaal voor een wandeling met een man van Aboriginal afkomst. De wandeling gaat niet door en wat kun je dan beter doen dan nog even naar de dolfijnen te gaan kijken? Ze beginnen net met de tweede voeding en opnieuw wordt Malú (met Sandra) uitgekozen. Wat een feest. Meer voor mama trouwens, want Malú moet er weinig van hebben :-).

Yannick voert de pelikanen...Na het dolfijnen voeren zijn de pelikanen aan de beurt. Waar we bij Kalbarri niet aan toekwamen, is hier wel mogelijk. Iedereen komt voor het voeren van de dolfijnen en de pelikanen staan er eigenlijk maar wat bij. Yannick vindt de pelikanen echter machtig interessant en wil ze graag een visje geven. Hij krijgt nu de kans en pakt stukjes vis uit de emmer en gooit ze enthousiast omhoog. Eén pelikaan ging daarbij bijna met alle stukjes aan de haal. Wederom een kinderwens in vervulling…

Grote vis aan de haak...Maar het visfestijn is nog niet voorbij. Eenmaal terug in Denham worden we verrast door het grootse visfestival. Geweldig! Een paar dagen lang gaan alle mannen en een paar vrouwen van het dorp vissen (sommigen met overnachting). Elke dag vanaf 17.00 uur gaan ze dan in de grote tent de vis wegen. Natuurlijk zitten wij daar ook gewoon... O ja, Denham heeft 1140 inwoners, dus die tent is niet zo groot. Vervolgens verschijnen om de paar minuten trotskijkende mannen met grote en kleine koelboxen gevuld met hun grootste vissen. Die worden en plein public op de weegschaal gelegd en veelal vanuit het publiek vergezeld van grappige of bewonderende opmerkingen. De grootste vissen worden per soort op een bord bijgehouden en daar komen dan ook de uiteindelijke winnaars uit. Vandaag is de grootste vangst een makreel van bijna 18 kilo. Op de foto dus de winnaar met een big smile!

En wij? Wij genoten!


Ontmoeting met de grootste vis ter wereld
Zaterdag 23 mei 2009. Exmouth, West Australië, Australië.

Als we op een nieuw continent aankomen beginnen we meestal een dag of twee eerder met het lezen van de Lonely Planet van dat land. Dit houdt het spannend voor ons doordat we niet overal van tevoren van de activiteiten op de hoogte zijn. Zo ook in Australië. Al gauw bleek dat we in Exmouth in het goede seizoen zouden zijn voor het zwemmen met walvishaaien. Met stip kwam dat vanaf dag één op het verlanglijstje van Jeroen. Sandra was wat voorzichtiger met haar verlanglijstje…

Walvishaaien zijn de grootste haaien ter wereld, ze kunnen een metertje of 19 groot worden. Walvishaaien zijn ongevaarlijk voor mensen, ze eten voornamelijk plankton. Ze hebben een enorme 'stofzuiger'-achtige bek, waarmee ze zoveel mogelijk plankton verorberen. De walvishaai is een bedreigde diersoort, aangezien tot voor kort er door verschillende landen op gejaagd werd. Exmouth is de enige plek ter wereld waar ze op gezette tijden zich laten zien aan de oppervlakte. Dat komt door het koraal dat in maart en april probeert te vermenigvuldigen, het fenomeen coral spawning. Hier komt veel plankton en kleine visjes op af, dat weer de grotere vissen aantrekt. Kortom, vanaf mei is een groot deel van de voedselketen in het water te bewonderen in Exmouth. En dus ook de walvishaai...

We hebben de afgelopen jaren al een aantal keer met waterdieren mogen zwemmen en snorkelen. Zeeleeuwen, pinguïns, dolfijnen en schildpadden: door het dichtbij kunnen zijn in hun leefomgeving heeft het wat magisch. En elk dier heeft ook weer iets dat het extra mooi maakt. Het spelen en nadoen van de zeeleeuwen, de pinguïns die als een torpedo langskomen om op vis te jagen, dolfijnen zijn sowieso magisch en het 'vliegen' van de schildpadden. Nu hebben we de kans om met een walvishaai te zwemmen. Een enorme haai, de grootste van alle haaisoorten, en dan van dichtbij...

Omdat Sandra dit spektakel ook wil meemaken moeten we eerst even bedenken hoe we dat gaan doen. Bijna alle boten nemen geen kinderen onder de zes jaar mee en als ze het wel doen is het een lange tijd om op de boot te zijn voor Yannick en Malú. We hebben ons er dus eigenlijk al bij neergelegd dat we ons moeten opsplitsen en op verschillende dagen gaan. Maar als we gaan boeken bij King's Ningaloo Reef Tours worden we zo enthousiast gemaakt om met z'n vieren te gaan dat we toch hier voor kiezen. Aan boord zijn kleine snorkels, een boogie board met een raampje om naar de vissen te kunnen kijken en kleine zwemvesten. Bovendien is het een relatief grote boot, zodat Yannick en Malú toch nog een beetje beweegruimte zullen hebben...

Op de bootDe volgende dag worden we al vroeg opgehaald en mogen we na een kop koffie direct al een half uur gaan snorkelen op het reef. Over foto's hoeven we ons geen zorgen te maken, want er is een professionele fotografe mee aan boord die alles vastlegt. Snorkelen op het reef is een feestje, met waar je ook kijkt de mooiste vissen. En voor Yannick en Malú de kans om met het boogie board het water in te gaan. Malú heeft het al snel gezien en wil liever lekker op de boot zitten, maar Yannick vindt zijn board natuurlijk erg stoer. Hij geniet volop van alle vissen om zich heen en papa's been die hij ook regelmatig ziet :). We spreken af dat we elkaar tijdens het snorkelen afwisselen, zodat we beiden de kans hebben om het reef te verkennen maar ook om bij Yannick en Malú te zijn. Als de boot bij een walvishaai is, mogen er maximaal tien mensen bij zwemmen. Dat betekent dat onze boot opgedeeld wordt in twee groepen van vijf en zes mensen, Jeroen in groep 1, Sandra in groep 2.

En dan is er ineens de spanning. De boot gaat op weg en wordt gestuurd door een vliegtuig (spotter plane) dat hoog in de lucht de walvishaaien spot. Je hoort de walkietalkie van de kapitein en zijn staf. Dan het bericht waar je op wacht: ‘Er is een walvishaai dichtbij, groep 1 klaarmaken!’ En daar sta je dan, wetsuit aan, snorkel en duikbril op, zwemvliezen aan, op weg naar je eerste haai... Go go go! We duiken het water in en zwemmen direct met de gids mee. Zij steekt continu haar arm op en wijst aan waar de walvishaai zich bevindt. Gezicht onder water en... wow, een immens groot beest komt op je afzwemmen en passeert je op zo'n drie meter afstand. Wat is dat een grote haai! :).

HaaiImmens groot beest

In het begin mag je als groep een minuut of vijf mee zwemmen en dan komt de andere groep. Eigenlijk is dat ook wel lang genoeg, want je moet aardig doorzwemmen om met de walvishaai mee te kunnen. Maar wat een haai, groot en voorzien van allemaal blauwe en witte stippen op zijn huid. Hij zwemt elegant met zijn staart die hij gebruikt om vooruit te komen. En zoals één van de gidsen het zei: ‘Het is de grootste vis die hier zwemt en hij is gewend dat iedereen voor hem uit de weg gaat. Dus zorg ervoor dat je niet voor zijn bek komt, want hij zwemt gewoon door...’. We kunnen ook mooi zijn bek zien, een soort stofzuigeropening die van alles naar binnen zuigt. En om hem heen veel kleine visjes die mee zwemmen en zich tegoed doen aan al het voedsel dat overblijft. Uiteindelijk zwemmen we met vier verschillende walvishaaien mee: twee van vier meter, één van vierenhalve meter en één van zes meter. Super!

En de kids vermaken zich prima, blijven netjes op hun plaats zitten als papa en mama zich klaarmaken voor de volgende duik. Ze houden goed in de gaten of papa en mama in of uit het water gaan spelen met hun duikbrillen en snorkels. Er is volop eten aan boord en er zijn dagen geweest dat ze minder gesnoept hebben ;).

Manta RayYannick ook te water

Als afsluiting kunnen we nog snorkelen en kan Yannick als beloning op het boogie board. Sandra ziet nog een enorme Manta Ray en ook nog een white tip reef shark van anderhalve meter! Het is wel even slikken voor haar, een haai zo dichtbij, maar wel een mooie afsluiting van de dag.

Al met al een topdag, het is echt fantastisch om met de walvishaaien te mogen zwemmen. Het snorkelen op het reef is het toetje ;). Wij zijn erg blij dat we met z'n vieren zijn gegaan, vooral in het begin om ons enthousiasme uit te wisselen. Maar ook voor Yannick en Malú die al die vissen en een walvishaai van dichtbij hebben kunnen zien. Wat een heerlijke kids hebben wij toch!


Afzien in de outback
Maandag 25 mei 2009. Tom Price, West Australië, Australië.

Na het zwemmen met de walvishaaien is het de volgende dag tijd voor een bezoek aan één van de mooie stranden van Ningaloo National Park. We kiezen voor Lakeside beach omdat deze aanbevolen wordt voor families met jonge kinderen. Het strand is aardig en het water mooi blauwgroen. Het strand is echter maar een meter of drie breed en ligt ook nog bezaaid met stenen. Dit is niet makkelijk lopen en ook niet echt lekker om te zwemmen. Voor ons niet echt een goede keus. Waarom wordt dit aanbevolen voor ons als familie?

Visjes kijken in de zeeDe volgende dag brengen we een bezoek aan Turquoise bay.Prachtig! Er loopt een goede weg naartoe en het is echt een prachtig stuk wit strand dat overgaat in blauwgroen water. Op ongeveer tien meter van de kant kun je heerlijk snorkelen. Als Sandra met Malú in het water naar de vissen aan het kijken is die langs Sandra's benen zwemmen, ziet ze op ongeveer tien meter van haar vandaan een grote grijze vin uit het water steken. Even denkt ze dat er een haai zwemt. Totdat ze het verlossende geluid hoort van lucht dat uit een gat spuit, het is een dolfijn! De dolfijn zwemt door de baai en verdwijnt daarna weer naar open zee. Wat kunnen verrassingen toch leuk zijn!

Na ons heerlijk verblijf in Exmouth vertrekken we naar Tom Price, een dorpje in de outback van West-Australië. De weg ernaar toe (621 km) zijn we zo ongeveer alleen op de weg. Er is maar één tankstop bij een roadhouse. Tom Price is een dorp dat gesticht is als mijnstad in de jaren '60 en tevens als uitvalsbasis gebruikt kan worden voor het Karijini National Park. Dat brengt ons er dan ook naar toe.

Om in Tom Price te verblijven kunnen we kiezen uit een hotel-motel en een caravanpark met cabins en chalets. We waren niet erg vroeg met boeken en hadden dan geen andere keus dan het duurste verblijf op het caravanpark, een A frame chalet. Doordat het caravanpark een monopoliepositie heeft voor accommodaties met een keuken kunnen ze vragen wat ze willen. Dit doen ze dan ook en voor ons chalet moesten we maar liefst 204 AUD (ongeveer 115 Euro) per nacht neerleggen. Het duurste onderkomen tot nu toe en niet echt in ons budget opgenomen. Maar ja, we willen graag naar het Karijini park. Nou, voor dat bedrag verwacht je dan ook wel een mooi chalet!

Al bij binnenkomst zag het er niet echt schoon uit, maar in de outback is alles stoffig dus dat nemen we op de koop toe. Als we de airco aanzetten komen er ladingen stof en viezigheid uit. Doordat er geen dichte kastjes zijn in de keuken zitten alle pannen onder een flinke laag stof. 's Avonds worden we verwelkomd in de slaapkamer door een kakkerlak. De volgende morgen vinden we deze terug in douche, nu op z’n rug zodat Jeroen hem vakkundig de deur uit kan werken. Als Jeroen later naar de wc gaat roept hij ons erbij: ‘Ik zag wat in de wc...’. Sandra verklaart hem voor gek en Jeroen trekt de wc door… En ja hoor, daar spoelt een kikker onder de rand vandaan. Deze kikker heeft van de wc zijn huisje gemaakt want als Yannick de volgende dag naar de wc gaat, schrikt hij zich een hoedje. Net als hij wil gaan plassen komt de kikker weer tevoorschijn. Met als resultaat dat Yannick besluit om helemaal maar niet meer te plassen en poepen op de wc. Twee dagen later in het volgende huisje moeten we hem dwingen te poepen maar pas nadat Jeroen drie keer het toilet heeft gecontroleerd op de aanwezigheid van kikkers en kakkerlakken. (P.S. eerder waren er zelfs twee kikkers, maar dat hebben we maar voor onszelf gehouden :-).)

Hoe durven ze!Na een bezoek aan het park worden we bij thuiskomst opnieuw verwelkomd door een (andere) kakkerlak. Vanwege de vieze vloer houden we onze slippers binnen maar aan. Klap op de vuurpijl is de douche die onder de kalk en de schimmel zit zodat wij het idee hebben er niet schoner van te worden. Het water uit de kraan waar we onze afwas mee doen komt uit een kraankop die net zoveel groene aanslag heeft. Dus na twee dagen genoeg kalk van binnen en buiten gekregen te hebben, zijn we blij dat we dit park kunnen verlaten. Hoe durven ze! Normaal klagen we niet gauw over iets, maar dit slaat echt alles! Het enige dat het nog een beetje goed maakt zijn de kangoeroes 's morgens op het grasveld en de papegaaien en duiven die we brood kunnen voeren.

In het Karijini park bezoeken we verschillende uitkijkpunten en maken we een stoere wandeling naar de Fortescue Falls en de Fern Pool: roodbruine rotsen met helder groen water. De zonsondergang die avond is een prachtige afsluiting van een stoffige maar mooie dag wandelen.

Het Karijini National ParkZo sterk ben ik!

Wilanah, de AboriginalvrouwIn Tom Price maken we op een morgen nog een wandeling met een Aboriginal vrouw, Wilanah. We wandelen door de outback van Tom Price en zij vertelt ons over de bergen van haar familie. Het is een indrukwekkende wandeling waarin we veel te weten komen over het leven van deze Aboriginals. Iedere berg in de buurt behoort tot haar familie. Andere bergen zijn om naar te kijken en niet om te beklimmen, dat heeft hun God zo bedoeld. We leren over planten en struiken die dienen als voedsel, medicijnen en onderdak. We ruiken en proeven van hun buitenleven. Een van hun regels is dat je alleen maar mag nemen uit de natuur wat je ook daadwerkelijk gaat opeten. Ze vertelt over de mannen- en vrouwenwetten die in hun leven gelden en waar ze mee op groeien. Je weet als vrouw niet hoe de mannenwet in elkaar zit en trouwen doe je alleen met iemand van een bepaalde stam. We krijgen twee uur lang les van iemand die weet hoe je met onze kostbare aarde om moet gaan.

 

 


Piloot Yannick
Vrijdag 29 mei 2009. Port Hedland, West Australië, Australië.

Soms heb je van die momenten waar je later zeker nog aan terugdenkt. De ene keer kan dat iets groots zijn, de andere keer is het gewoon wat kleins. Deze keer is het eigenlijk gewoon wat kleins, maar daarom niet minder mooi...

We zijn in Port Hedland en de enige reden dat we daar zijn is omdat het een mooie stopover is tussen Tom Price en Broome. We zitten daar twee nachten op een caravan park (weinig faciliteiten, groot huisje met een stapelbed dat prima als boot gebruikt kan worden door Yannick en Malú), zodat we ook weer eens boodschappen kunnen doen in een grotere supermarkt.

Aangezien Malú nog steeds slaapt na de lunch, is dat het moment om met Yannick wat te gaan doen. Meestal gaat één van ons dan met hem op stap. Naar een speeltuin, naar de bibliotheek om veel boekjes te lezen, boodschappen doen of de auto wassen. Deze keer is Jeroen aan de beurt (ja, we doen het netjes om en om) en Sandra heeft gezien dat de Flying Doctors een gebouw hebben op het kleine vliegveld van Port Hedland.

Jeroen en Yannick rijden dus naar het vliegveld om daar de Flying Doctors te bekijken. In het gebouwtje zit ook de School of the Air voor de kinderen die ver weg in de outback leven en via internet les krijgen van de docenten. Jammer genoeg is er op dat moment geen les, maar de mevrouw geeft ons toch een korte rondleiding. Leuk om te zien en vooral voor Yannick leerzaam omdat school dichterbij begint te komen. Maar ja, tien minuten later staan we weer buiten en we hebben afgesproken om een uurtje of twee op pad te zijn.

Gelukkig zijn we op het vliegveld en zien we een hek waar vandaan we een paar (kleine) vliegtuigen kunnen zien. Yannick vindt het prachtig en blijft maar doorvragen over de vliegtuigen. Een vliegtuig dichtbij wordt schoongemaakt en de piloot komt even naar ons toe om een praatje te maken. Grappig, dan besef je weer dat je in een klein plaatsje bent, in Perth gebeurt dat veel minder. Hij vraagt waar we vandaan komen en aan Yannick vraagt hij of hij de vliegtuigen mooi vindt. Na de 'Yes' van Yannick vraagt hij aan ons of we de vliegtuigen van dichtbij willen zien...

Nou, dat is een buitenkansje dat we niet willen laten lopen! We lopen om de hangar en komen aan de andere kant bij een ander hek. De piloot komt met de sleutels aanlopen en neemt ons mee naar zijn vliegtuig. Super om het zo van dichtbij te kunnen zien, vooral ook omdat ze het vliegtuig aan het schoonmaken zij en alle motorkleppen openstaan.

Bij de cockpit vragen we nog wat aan de piloot en hij vraagt aan Yannick of hij eventjes piloot wil zijn. De blik in de ogen van Yannick zal Jeroen niet gauw vergeten, ogen die stralen van 'Wow, mag ik echt even in de cockpit zitten, pap?'. Een paar seconden later zit hij er al. Hij kijkt zijn ogen uit en de blik in zijn ogen is overgegaan van verbazing naar trots, de blik van een piloot. Zo mooi, maar een paar seconden, ogen die stralen, trots.

Terug bij het huisje is Jeroen misschien nog wel enthousiaster dan Yannick. Sandra beluistert het avontuur van piloot Yannick met een glimlach en attendeert Jeroen erop dat hij in zijn enthousiasme vergeten is om een foto te maken. Ach ja, sommige momenten moet je gewoon beleven ;).


Chillen in Broome
Maandag 8 juni 2009. Broome, West Australië, Australië.

De afgelopen tijd hebben we veel kilometers gereden, tijd dus om even op adem te komen in Broome. Broome leent zich daarvoor als geen andere plaats en de meesten die in Broome aankomen blijven langer dan gepland. Is Broome dan zo super speciaal? Eigenlijk niet, maar het is meer de combinatie van relaxte plaats, heerlijk strand en goede faciliteiten. Zowel voor de mensen die naar het noorden reizen als die naar het zuiden gaan is het één van de weinige plaatsen waar je prima even kan bijkomen van al dat moois.

En wij dus ook, de geplande zeven dagen lopen uit naar tien dagen, maar daar hebben we wel een goede reden voor. Tien dagen in een huisje letterlijk aan het zwembad, met twee slaapkamers (ja hoor, we hadden een upgrade van het (Bayside Holiday) appartement gekregen ter waarde van 56 AUD per dag!), een goede keuken en voor het eerst sinds tijden weer een keer dagelijkse schoonmaak inclusief schone handdoeken. En ja, dat is dan gewoon even lekker, vooral als je ergens tien dagen blijft.

Van het zwembad hebben we het meeste plezier. Het is een klein (tien bij vijf) zwembad, maar daardoor kunnen Yannick en Malú heerlijk zwemmen. Onze waterratjes ontwikkelen zich snel... Yannick zwemt onder en boven water zonder bandjes van de ene naar de andere kant van het zwembad (aan het eind zelfs over de lengte). De duikbril, snorkel en flippers worden dankbaar en met enthousiasme getest. Maar het mooiste van alles is toch wel Malú. Na een paar dagen oefenen met Sandra begint ze zelf met bandjes te drijven en snel daarna te zwemmen (een soort hardlopen in het water)! Eerst nog kleine stukjes, maar al snel zegt ze: ‘Nee mam, je hoeft niet mee te gaan. Ik ga alleen...’. Dat zijn natuurlijk de mooie momenten, wij wisselen dan snel een trotse blik en een glimlach uit. En Yannick glimt ook van trots en roept naar ons: ‘Mam, pap, kijk... Malú kan alleen zwemmen!’

Broome is leuk, vooral het zwembad!Ik kan zelf zwemmen!

Eén van de aantrekkelijke plaatsen van Broome is Cable Beach, zit zeker in de top twintig van mooie stranden van Australië. Wit strand, turkooize water, mooie golven, stoere surfers, prachtige zonsondergangen. De eerste keer dat we erheen gaan huren we een boogie board om uit te proberen. Dat blijkt zo'n succes, dat de volgende dag een board kopen om mee te surfen. Hang loose baby!

SurfboyAllemaal proberen we het board uit en allemaal vinden we het leuk op onze eigen manier. Malú om aan de rand van het water op te staan (‘Mam, ik wil ook surfen...’), Sandra om lekker op te drijven, Jeroen is weer even terug in zijn jeugd en probeert de hoogste golven te pakken en Yannick leert binnen twee dagen dat hij ook die hoge golven in zijn eentje kan bedwingen. Dat leren gaat in het begin zoals vaders dat doen (levert vast een glimlach bij moeders op, in ieder geval wel bij Sandra ;). Yannick en ik gaan het water in met het board en voor ons mannen telt dan eigenlijk maar één ding. Even wachten op de hoogste golf, kijken waar die omslaat zodat je precies goedstaat en dan mee, liefst tot op het strand... Maar de eerste keer gaat dat natuurlijk niet gelijk goed, de golven zij wel erg hoog en we komen allebei proestend en met zout in de ogen en in de mond weer boven.

Een kleine subtiele hint van Sandra leert ons dan dat we beter eerst met een klein golfje kunnen beginnen en dan ook nog waar het nog niet zo diep is. Tja, daar zit wat in, het gaat wel niet zo snel, maar we gaan wel gelijk met de golf mee. En de lach van Yannick als we op het strand spoelen voorspelt veel plezier. Niet veel later wil Yannick zelf bepalen welke golf hij gaat nemen en als Jeroen dan een goede golf aanwijst zegt hij: ‘Nee papa, de tweede golf is altijd beter...’. Zoveel wijsheid, misschien wordt het wel een echte surfer. Ach, Jeroen denkt dat de hoge golven ook wel het gewenste resultaat hadden opgeleverd (of Yannick had binnen tien minuten zijn board aan de kant gelegd ;). Zo leert Yannick binnen een dag 'surfen' en gaat hij met een duwtje van ons, of zelf springend, met de hoogste golven mee en genieten we volop. De vraag blijft staan wie er meer geniet: Yannick of Jeroen.

Enkele dagen later gaan we achter de rotsen naar 'het zwemstrand' omdat daar de kamelen zijn die we willen fotograferen bij zonsondergang. Een ware happening vindt daar plaats achter de rotsen. Ruim veertig kamelen, veel auto's op het strand. Mensen met tafels, stoelen en bijhorende wijn die allemaal gaan genieten van de zonsondergang. Sandra gaat met Yannick en Malú op het strand zoveel mogelijk zeezout verzamelen terwijl Jeroen achter de stoet kamelen aangaat om zo mooie zonsondergang foto's te maken.Dat resulteert in een stevige avondwandeling èn een aantal plaatjes van foto's!

De kamelen van BroomeEen leuke hobbeltochtEen lekkere wandeling over het strand

De dag erna mogen we zelf plaatsnemen op een kameel. We hebben gekozen voor de middagtour van een half uur, dat lijkt ons lang genoeg met de kids. We krijgen kameel Ned toegewezen. Alle kamelen die meelopen zijn kamelen die op de een of andere manier een 'vervelend' verleden hebben. Er is een kameel uit Maleisië, die gered is van slachting. Onze kameel Ned blijkt een kameel die, voordat hij in Broome kwam, met een paar andere kamelen, in vier maanden tijd van het midden van Australië (Alice Springs) naar Broome gelopen heeft. Ned is één van de liefste kamelen zegt de begeleidster, dus dat stelt ons gerust. Het is toch wel spannend zo'n eerste keer op een kameel. Vooral als de begeleiders steeds maar benadrukken dat je voorzichtig moet zijn en goed achterover moet leunen bij het opstaan en het gaan zitten van de kameel. Maar gelukkig verloopt alles prima en hebben we een mooie hobbeltocht. Yannick en Malú vinden het heel leuk om te hobbelen en zitten heel hoog. Ze vinden het minder hobbelen dan de olifanten omdat die ook nog eens op het pad naar beneden en boven moesten. Sandra is blij dat ze voorop zit, omdat Jeroen iedere keer wordt ingehaald door de kameel achter hem die zodoende even zijn kop naast Jeroen laat zien. En Sandra heeft wel eens gehoord dat kamelen heel hard kunnen bijten.

Ook brengen we een bezoek aan een strand ten noorden van Broome, Coconut Well. Dit strand is alleen met 4WD te bereiken. Omdat we in een vette Jeep rijden, blijft het vooral leuk om van de geasfalteerde wegen af te mogen. We komen daar 's morgens vroeg aan en er is niemand te bekennen. Dit strand is erg afgelegen en staat niet echt getipt als uitje in alle folders. Wit strand en wederom de turkooizen zee, prachtig! Yannick merkt zelf op: ‘Zijn hier geen andere mensen?’

We vermaken ons op het strand met het tekenen van een parcours waarop de nodige rondjes gerend kunnen worden. Een dag eerder, tijdens een bezoek aan de haven van Broome zien we ook onze eerste schildpad (en daarna nog één) in het echt zwemmen in de zee.

Nog even terug naar de reden van onze verlenging in Broome. Cape Leveque ligt afgelegen, zo'n 200 kilometer ten noorden van Broome op het Dampier Peninsula. Cape Leveque staat op ons verlanglijstje, vooral omdat je in Cape Leveque het eco-resort Kooljaman hebt met safaritenten op de heuvel met een fantastisch uitzicht op de baai eronder. De meeste mensen slaan dit deel van West-Australië over omdat het (te) ver voor een dagje uit is en dus erg afgelegen en bovendien kun je er alleen komen met een 4WD. Wij niet, wij willen er graag naartoe. Helaas is het vol, maar kunnen we drie dagen later wel boeken. Drie dagen extra Broome is gelukkig geen straf.

Broome, heerlijke stad, relaxen, zwemmen in de achtertuin, surfen op Cable Beach en hobbelen op kamelen. Het is echt een feestje om daar met de familie te mogen zijn!


Sunrise onder de klamboe
Woensdag 10 juni 2009. Cape Leveque, West Australië, Australië.

Na ons leuke verblijf in Broome vertrekken we naar Cape Leveque. We gaan daar slapen in een safari tent met uitzicht op de zee, de zee en nog eens de zee. Geen televisie, geen internet, geen speeltuin, geen zwembad alleen maar zon, zee, strand, koken op de BBQ en een prachtig uitzicht. O ja, en af en toe wat muggen, maar Yannick en Malú kunnen daar inmiddels prima mee omgaan. Yannick is al een volleerd muggenvanger met z'n handen geworden. Iedere mug die langskomt probeert hij in ieder geval te vangen met de handen. En dat is zelfs één keer echt gelukt. Malú kan nog niet zo goed vangen, maar wuift de muggen vrolijk de andere kant op.

Oppassen voor krokodillen!Cape Leveque ligt tweehonderdtwintig kilometer ten noorden van Broome op het Dampier Peninsula, een afgelegen schiereiland. Een flink gedeelte van deze weg is 4WD en ongeasfalteerd. Hobbel de bobbel dus! Maar het is zeker de moeite waard. De eerste middag gaan we naar het strand en daar worden we opgewacht door een bordje dat ons vertelt dat er een krokodil gesignaleerd is op het strand aan de andere kant van de rots. We vertellen de kids maar niet wat er op het bordje staat...

Yannick leert snorkelen met z'n duikbril in het zeewater en hij merkt dat vissen van dichtbij zien helemaal niet eng is. Met mama of papa op het boogie board en hoofd in het water leert hij vissen zien. Prachtig vindt hij het en begint ze zelf(s) aan te wijzen onder water. Witte vissen met een zwarte stip, zwarte vissen met een witte stip en zebravissen.

De volgende dag maken we een scenic flight over de Buccaneer Archipelago. We zitten met z'n vieren in een klein vliegtuigje. Spannend is het... Allemaal een koptelefoon op, voor het commentaar van de piloot en vermindering van het geluid. Malú is ervan overtuigd dat ze geen koptelefoon op hoeft en trekt hem dus ook continu van haar hoofd af. Tja, dan maar niet. De vlucht duurt in totaal een uur en tien minuten, met als hoogtepunt het vliegen over de Horizontal Falls. Twee openingen tussen de rotsen waardoor het water hard of zacht stroomt naarmate het eb of vloed is. Aangezien er een verschil in getijden van elf meter is, stroomt dat water dus met een enorme kracht door de openingen.

Scenic flight over Cape LevequeWat wil Jannick later worden?

Verder zien we eilanden die nu als mijn dienen, een pearl farm en natuurlijk allerlei kleuren water, groen, blauw en alles daar tussenin. Na drie kwartier vindt Malú het genoeg en valt ze door alle herrie heen in een diepe slaap. Na de landing mag Yannick nog even een echte piloot zijn en dit keer kan de hele familie dat meemaken (en ook foto's nemen). Yannick's ogen stralen helemaal. Wat een bofkont! Op de één of andere manier wil hij sinds kort piloot worden later...

De dag erna brengen we een bezoek aan de Aboriginal Community One Arm Point aan de andere kant van de punt op Cape Leveque. Hier bezoeken we een openlucht werkplaats waar schelpen ver- en bewerkt worden. Er staan een stuk of vijftien grote bakken met water met daarin schelpen die ze schoonmaken en polijsten waardoor de mooie schelpenglans te voorschijn komt. Van sommige maken ze juwelen, zoals een armband van de onderste ring van de schelp. In andere bakken zitten schildpadden en vissen die ze kweken om weer terug te zetten in de zee. Een aardige meneer leidt ons rond en geeft Yannick en Malú allebei een schelp en laat ons zien hoe hij daar een mooie schelp van kan maken. Erg bijzonder en vooral erg aardig van die meneer. De blik in zijn ogen verraadt dat hij kleinkinderen heeft. Daarna parkeren we de auto bij Jologo Beach, waar niemand anders is en lopen we naar het blauwer-dan-blauwe water toe.

De volgende ochtend bezoeken we het idyllische kerkje in Beagle Bay. Een prachtig witte kerk tegen een felblauwe lucht met binnen een altaar en decoraties van de mooiste schelpen, een lust voor het oog.

Kerke je Beagle BayMooie schelpen

Cape Leveque, we zullen nog vaak aan je zonsopkomsten denken. In de tent, op bed, onder de klamboe, zien we de zon langzaam ontwaken in de zee. Een schouwspel dat ons iedere morgen doet ontwaken met een glimlach, ook al is het zes uur in de ochtend.

 


De schoonheid van Purnululu en El Questro
Maandag 15 juni 2009. Kunnunura, West Australië, Australië.

Na de ontspanning in Cape Leveque maken we ons op voor een aantal dagen toeren door Nationale Parken. Dat betekent maximaal twee nachten in een accommodatie en onderweg proberen zoveel mogelijk met onze auto mee te pakken.

Dus gaan we vanuit Cape Leveque naar het enige caravan park in Fitzroy Crossing, een trip van ruim zeshonderd kilometer. De dag erna zitten we al om half acht in de auto op weg naar de Geikie Gorge waar we om acht uur met een ranger op een bootcruise gaan. Het is een cruise door de spectaculair multi-gekleurde dertig meter hoge kliffen, gevormd door de vloedwateren van de Fitzroy rivier, waarbij we wallabies, vogels en onze eerste krokodillen in de vrije natuur zien. Spannend voor de kids die zich in het begin toch steeds hardop afvragen of de krokodillen niet in de boot kunnen komen. Na de eerste krokodillen van afstand te hebben bekeken worden ze weer wat meer ontspannen en krijgen ze weer praatjes. Crocodile country dus, vanaf nu kunnen we niet zomaar in ieder watertje en zee pootje gaan baden. Al met al een mooie cruise, leerzaam en spannend.

Purnululu National ParkNa de tour door de Geikie Gorge gaan we de volgende dag naar één van de icons van Australië, een must have seen op ons lijstje. Purnululu National Park, in de volksmond ook wel Bungle Bungle genoemd. Bekend om de fascinerende ronde vormen van de bergen, de domes, met oranje, zwarte en grijze banden. We besluiten om een tour te doen met East Kimberly Tours. Niet goedkoop, maar wel de beste keus. We krijgen zo veel meer mee over het park en hoeven zo de twee uur durende rit over een ruige 4WD weg ernaartoe niet zelf te rijden. Een goede keus merken we al snel, onze gids Gary weet ons veel te leren en is al snel de vriend van Yannick.

We beginnen de ochtend met een wandeling door de Echidna Chasm. De wandeling volgt de bedding van een kreek door een kloof die steeds smaller wordt. Een heerlijke wandeling, ook voor de kids, in een mooie omgeving. Yannick vindt vooral het verzamelen van allerlei stenen en takken (en dat zijn er aardig wat) het hoogtepunt en Malú eigenlijk ook. Malú loopt steeds vaker stukken van een wandeling zelf. De steile of moeilijke stukken gaat ze dan bij Sandra in de (inmiddels gedoopt tot) Mamatum draagzak. We gebruiken nu de buggy bijna niet meer. Dat komt natuurlijk een beetje door het feit dat we hier een auto hebben en dus vooral de grotere stukken niet te voet afleggen. Maar Malú is echt een dametje aan het worden die prima in staat is om lekker mee te wandelen.

Na een heerlijke lunch komt 's middags het hoogtepunt voor ons, de wandeling door de Cathedral Gorge. Niet speciaal de wandeling zelf, maar meer het uitzicht tijdens de wandeling. Overal waar je kijkt zie je de opmerkelijk gevormde domes die zowel van dichtbij als ver weg je ogen blijven vasthouden. Wat een schoonheid! De wandeling brengt ons door weer een nauwe kloof naar een grote ruimte, de 'kathedraal' van Purnululu. Een klein meertje, een droge waterval, een briljante akoestiek (gebaseerd op de muziek die Yannick en Malú met stenen maken), een soort openlucht theater. De kids vermaken zich met het (dicht)gooien van het meertje met stenen en wij genieten van de rust en het uitzicht.

De rest van de middag genieten we nog na van alle mooie indrukken. En terwijl de zon langzaam ondergaat en Gary probeert alle dieren op de weg te ontwijken komen we al snel tot de conclusie dat dit terecht één van de toplocaties is van Australië. Wat een geweldig schouwspel!

Om de tour nog een beetje betaalbaar te houden overnachtten we in Warmun, een roadhouse met verschillende mogelijkheden om te overnachten. Als je Purnululu National Park wilt bekijken is dat echt een goede optie. Gewoon twee nachten daar boeken en op de dag dat je er bent met de tour meegaan. In vergelijking met de prijzen vanuit bijvoorbeeld Kununurra betaal je ongeveer de helft en zie je meer.

Vanuit Warnum is het niet al te ver naar onze volgende bestemming: Kununurra. In Kununurra willen we een aantal dingen doen, maar vooral willen we El Questro Wilderness Park bezoeken. Dat komt eigenlijk door Sandra die dat in een aantal tourfolders heeft gezien. De Lonely Planet beschrijft het park in een alinea, dus als we daar op af waren gegaan hadden we waarschijnlijk veel moois gemist. Maar gelukkig besteedt Sandra in elk plaatsje dat we aandoen een half uur aan het verzamelen van brochures uit het visitor center. Dat hebben we overgehouden uit 2003 toen we met z'n tweetjes op reis waren. Het levert ons veel plekjes op die we anders gemist zouden hebben.

El Questro Wilderness Park dus, weer een park dat we alleen met onze 4WD jeep konden bereiken. In El Questro bezoeken we de Zeebedee Hotsprings. Dit zijn een aantal plekken tussen de rotsen waar je in kunt poedelen, het water is dertig graden, dus heerlijk warm. Ook is er een kleine waterval waar je onder kunt zitten, dus leuk om uit te proberen.

alt's Middags maken we een wandeling van een uur naar de Emma Gorge. Zowel de wandeling als de waterval op het eindpunt zijn prachtig! De wandeling bestaat uit het lopen en klauteren over (hele) grote en kleine rotsen en over bergstroompjes. Een mooie uitdaging voor ons alle vier. Na een uur klauteren bereiken we de Emma Gorge, een zestig meter hoge waterval die neerkomt in een grote poel waarin je kan zwemmen. Op de terugweg loopt ook Malú zelfs nog een stukje mee over de rotsen en gaat daarna weer heerlijk zitten bij mama in de mamatum. Deze wandeling is absoluut de mooiste die we tot nu toe hebben gemaakt!

Helaas kunnen we maar één dag besteden aan El Questro wat echt veel te kort is. Wat ons betreft met stip op de hotlist van Australië!

In Kununurra bezoeken we verder nog Mirima National Park. Mooi park voor de kids maar geen mini Bungle Bungle, zoals velen zeggen. De rotsen hebben wel ongeveer gelijke kleuren, maar dat is dan ook het enige. De mooie gevormde domes zijn hier gewoon ruwe rotsen. Voor ons is het een leuk ochtenduitje, met drie wandelingen die we combineren tot één lange zodat we direct alles in het park gezien hebben. Het leuke van dit kleine park is dat we eindelijk eens een keer konden zeggen dat we een heel nationaal park gezien hebben.

Saillant detail is verder nog dat de accommodatie in Kununurra (Ivanhoe Holiday Village) prima is op het aan ons beloofde wireless internet na. Dit is alleen in de buurt van de receptie te verkrijgen en zodoende zitten we afwisselend 's avonds op de stoep met de laptop te internetten. Maar ja, alles beter dan onze volgende bestemming.

Timber Creek wordt onze volgende stop, wederom alleen een roadhouse in the middle of nowhere. Timber Creek en 'zijn' National Park is een deceptie na het prachtige El Questro waar we wel nog meer hadden willen zien. In Timber Creek hebben we geen goede accommodatie meer kunnen krijgen. Omdat het Gregory National Park ook prachtig moet zijn, besluiten we om twee dagen in een motelroom te gaan zitten. Het caravanpark is redelijk stoffig en oud en zo ook de kamer. Ze hebben nog een poging gedaan om met een spuitbus er iets 'fris' van te maken, zodat we twee dagen lang in een soort stank zitten. Dit alles met een lekkende kraan, een vloer waar we wederom onze slippers op aanhouden en een douche die we niet kunnen gebruiken zo vies als die is.

altMaar ja, we komen hier omdat we dus graag het Gregory NP willen bezoeken, maar ook dat valt tegen. Vanwege de naweeën van het regenseizoen is de Limestone Gorge die we willen bezoeken niet open en kunnen we alleen een korte wandeling doen van zeshonderd meter. Jammer, maar ja, dat gebeurt soms... Voordeel van de motelkamer (zonder kookgelegenheid dus) voor de jongens is wel dat we weer een keer patat en hot dogs kunnen eten en die worden lekker op de galerij verorberd. Daar zijn we getuige van het aansteken van het 'koude' bushfire. Om de grond vruchtbaar te houden wordt het gras en de lage begroeiing ieder jaar in de vlam gezet. Dit gebeurt dus gecontroleerd en we zien de brandweer het vuur aansteken en weer blussen. De hele nacht blijft het vuur smeulen en branden, zodat wij ook mee kunnen genieten in onze kamer.

En zo eindigt onze week van National Parks in West Australië. Een week waarin we vooral genieten van de schoonheid van Purnululu en het verrassende El Questro!


All the way up to Darwin!
Donderdag 21 juni 2009. Darwin, Northern Territory, Australië

TermietenheuvelInmiddels zijn we al 6500 kilometer onderweg en nog maar een paar honderd kilometer verwijderd van Darwin, ons eindpunt van de trip met de auto. Daarna vliegen we nog voor een week naar de oostkust om Ted en zijn familie te zien. Maar eerst dus nog het laatste stukje, all the way up to Darwin!

Onze eerste tussenstop is Hayes Creek, een roadhouse eigenlijk met een camping en een paar huisjes. Maar wel met heerlijke huisjes omdat het park een tijdje geleden een BIG4 park is geworden en onze ervaring tot nu toe is dat dat prima parken zijn. Deze dus ook, met nieuwe huisjes, kaketoes in onze 'tuin' en een heerlijk zwembad. Maar daar komen we natuurlijk niet voor, we komen voor het Daily River National Park. Dus na een nachtje slapen gaan we op pad.

We proberen bij het bezoeken van een park er altijd voor te zorgen dat er een beetje balans voor Yannick en Malú in de dag zit. Als het maar enigszins mogelijk is proberen we zowel een wandeling als een zwempartij in een hotspring te doen, zodat ze hun energie voldoende kwijt kunnen. Dit zijn ook de dagen dat Malú niet aan haar middagslaapje toekomt, maar gelukkig pakt ze dat goed op. Het zal niet lang meer duren voordat ook zij helemaal het middagslaapje over gaat slaan.

We beginnen met het bezoeken van de Butterfly Gorge en de 4WD weg er naar toe is al genieten! Eenmaal daaraan gekomen kiezen we voor de wandeling door de gorge naar een eindpunt waar we misschien kunnen zwemmen. Het is een mooie wandeling door de bossen en langs de rivier, maar bij het eindpunt aangekomen kunnen we niet zwemmen bij het strandje waar we naartoe willen... We hebben de keuze tussen het laatste stuk zwemmen of over een hoge rotspartij klimmen. Aangezien we onze tassen niet willen achterlaten kiezen we voor de klimpartij. En een klimpartij is het! Grote rotsen met steile stukken. Omhoog gaat nog wel. Maar als we op het punt aankomen waarvan we denken dat we daar naar beneden moeten, kiezen we toch maar voor onze veiligheid. Het is te steil om met Malú in de Mamatum en Yannick aan de hand van Jeroen naar beneden te gaan. Jammer, maar wel de beste beslissing...

Spelen bij de Douglas Hot SpringsDe wanggifalls

Gelukkig kunnen we wel goed zwemmen bij de Douglas Hot Springs. Een smal riviertje waar koude en warme stromen elkaar ontmoeten en samen een mogelijkheid tot poedelen creëren met een aangename temperatuur. De hitte van de klimpartij is snel weer verdwenen en we spartelen heerlijk in de springs. Natuurlijk worden we snel aan het werk gezet met het maken van een dam, kortom de kids vermaken zich prima.

Onze laatste stop is The Arches and the Waterhole, een natuurlijke boog in de rotsen waaronder je naar een idyllisch strandje kunt zwemmen. Aangezien we net opgedroogd zijn van de vorige zwempartij, kiezen we voor het pad naar de waterhole. Daar kunnen we het touw om mee te slingeren uitproberen, voordat we terugrijden naar ons huisje. Daily River National Park, een knus park waar je met veel genoegen en afwisseling je tijd kunt doorbrengen!

In een eerder stadium hebben we al besloten om niet naar Kakadu National Park te gaan. We zijn daar zes jaar geleden al geweest en de pracht van Kakadu kan je alleen maar waarderen als je er een aantal dagen de tijd voor neemt. We besluiten om aan de westkant te blijven en via Litchfield National Park naar Berry Springs te rijden. Litchfield hebben we zes jaar geleden ook al gezien, maar het ligt zo mooi op de route naar Berry Springs en het is een park dat uitermate geschikt is voor kinderen.

In Litchfield rijden we eerst naar de termieten met hun enorme bouwwerken, sommige wel meer dan zes meter hoog! Vervolgens rijden we naar de Lost City, nieuw voor ons, een verzameling van opmerkelijk gevormde rotsblokken waardoor het beeld van een verlaten stad ontstaat. En natuurlijk eindigden we bij de Wangi Falls, een grote waterval met een meertje ervoor waar je heerlijk kunt zwemmen.

Verrassing voor Yannick: de waterglijbaanAan het eind van de middag komen we aan in Berry Springs, wederom een paar huizen in de middle of nowhere. Op het caravan park hebben we een verrassing voor Yannick, namelijk een waterglijbaan van dertig meter lang! Al gauw gaat Sandra met Yannick op pad om daar even vanaf te gaan. De trap op, het matje even goed leggen en gaan... Maar oei, wat gaat dat hard! Er zit een jump in en Sandra en Yannick gaan achterstevoren met een enorme vaart het water in. Na een paar keer vindt Sandra het genoeg en mag Jeroen met Yannick verder te gaan. Yannick kan er geen genoeg van krijgen, en Jeroen eigenlijk ook niet. Naast de glijbaan is er in Berry Springs ook een natural pool op tien minuutjes rijden van ons huisje. De pool bestaat eigenlijk uit een aantal pooltjes, waar het lekker rustig zwemmen en snorkelen is. Met het snorkelen zien Yannick en Sandra veel mooie vissen. Gelukkig hebben we de freshwater crocodiles die af en toe gesignaleerd worden en er dan uitgehaald worden, niet gezien.

Lekker poffertjes eten op de Mindil Beach Sunset MarktUiteindelijk komen we na zeseenhalve week en 7800 kilometer op de teller op onze voorlopige eindbestemming, Darwin. Tijd om de auto in te leveren en nog een keer naar de Mindil Beach Sunset markt te gaan. Daar koopt Jeroen nog een cd van de muzikant die we zes jaar geleden hebben zien optreden en de kids worden verwend met poffertjes van de Nederlandse poffertjeskraam met Aziatische kok en bediening.

Zo komt er een eind aan onze reis langs de westkust van Australië. Wat hebben we ongelooflijk veel mooie dingen gezien, gedaan en meegemaakt. De ontmoetingen met de dolfijnen, het zwemmen met de walvishaaien, de rust van de outback, Purnululu National Park, El Questro en alle andere parken die zoveel schoonheid hebben. Wat een heerlijk land!

Gelukkig is ons Australië-avontuur nog niet over. We vliegen van Darwin naar Brisbane om aan de Gold Coast een biertje te gaan drinken met Jeroen's beste vriend Ted en zijn familie. Alweer vier jaar geleden dat we Ted hebben gezien en zes jaar geleden dat we Ton, Miep, Bas en Nok hebben gezien. Tedje, here we come!


Op ontdekkingstocht met Ted
Donderdag 25 juni 2009. Ashmore, Queensland, Australië

Bij TedVanaf het begin dat we de beslissing hadden genomen om op wereldreis te gaan, wisten we één ding zeker. We zouden zeker weer Ted en zijn familie gaan opzoeken aan de Gold Coast van Australië. Ted, eigenlijk Remco maar dat verhaal is te lang voor deze blog, is de beste vriend van Jeroen. Hij is acht jaar geleden met de hele familie naar Australië geëmigreerd en woont nu in Melbourne.

Zes jaar geleden zijn we ook langsgeweest en na vijf maanden reizen toendertijd voelde het echt als een beetje thuiskomen. De gezelligheid van hun gezin, vol warmte en energie, het piano spelen en muziek maken, bijkletsen met een biertje, het maakte veel indruk! En nu kunnen we elkaar weer zien! We vliegen van Darwin naar Brisbane en huren een huisje in een Holiday Village in Ashmore, een plaatsje in de buurt van Surfers Paradise. Ted vliegt op vrijdagavond laat in vanuit Melbourne, zodat we elkaar de volgende dag bij ons huisje zullen treffen.

Om elf uur horen we een bekende stem van buiten, het is Ted. Wat een heerlijk gevoel om elkaar weer te zien! Vanaf dat moment is het net alsof je elkaar pas hebt gezien en gewoon weer doorgaat waar we de vorige keer zijn opgehouden. Het begin van een weekend bijkletsen, herinneringen ophalen, op stap met z'n vijven en veel lachen en ouwehoeren natuurlijk.

's Middags maakt Ted kennis met de favoriete bezigheid van Yannick tijdens het middagslaapje van Malú... op onderzoek uitgaan. Jeroen, Ted en Yannick ontdekken van alles op het caravan park en al gauw blijkt Ted zich te ontpoppen als een echte suikeroom.

Als Malú wakker is nemen we de taxi naar de ouders van Ted, Miep en Ton, en hebben we een warm weerzien. Ted's broer Bas en zijn vrouw Nok maken het gezelschap compleet en al gauw voelen we dezelfde warmte en gezelligheid van zes jaar geleden. Yannick en Malú voelen zich ook al snel thuis en worden volop verwend met snoep en lekker eten. En wij worden ook verwend met heerlijke Thaise soep. Nok is een fantastische kokkin die met verse ingrediënten het eten in de restaurants met gemak overtreft!

Yannick herinnert zich na het eten dat Ted hem nog een ijsje heeft beloofd en vraagt (terwijl wij onze ogen dicht moeten houden) aan Ted of dat nog gaat lukken... Ted denkt even dat hij naar het winkelcentrum moet lopen, maar gelukkig voor hem tovert Miep ijs tevoorschijn. De tijd vliegt voorbij en voordat we het weten is het alweer tijd om naar het huisje te gaan. We spreken wel af dat we de aankomende week nog een keer koffie komen drinken bij Ton en Miep.

Kan Ted hier wel door?Terug bij het huisje worden de verhalen steeds sterker en doen we een poging om al het bier op te drinken. Dappere poging, net niet gelukt ;). Gelukkig begint de dag met kids altijd vroeg en een paar uurtjes na het laatste biertje proberen we alweer fris en fruitig te zijn. Dat lukt beter als we naar een binnenspeeltuin gaan en Yannick en Malú zich met Ted mogen uitleven. Vooral het labyrinth met nauwe gangen, trapjes en glijbanen is een succes, zeker wanneer Ted dreigt vast te komen zitten en Yannick hem aan zijn benen naar buiten moet trekken.

Het is het te snel alweer tijd om afscheid te nemen. Als we Ted in de taxi  nazwaaien hebben we een glimlach op ons gezicht staan, maar voelen we in onze buik dat hij weg is. Moeilijker dan de vorige keren afscheid nemen met opa en oma's, vooral omdat je weet dat het weer even gaat duren voordat je elkaar weer ziet. Een intens weekend, vol warmte, een echte suikeroom voor Yannick en Malú en het voornemen van ons om elkaar vaker te zien. Ja, bij de volgende wereldreis komen we in ieder geval langs!

Het vakantiepark waar we zitten is een waar paradijs voor de kids:
* 's morgens zelf papagaaien voeren
* zwemmen
* twee speeltuinen
* knuffelen met een grote knuffelpapagaai
* spelen op de boot (wederom hebben we een stapelbed in ons huisje)
* het kijken van de Carsfilm (wel in het Engels) op DVD in het huisje

Alleen het weer wil niet echt meewerken. Hadden we de afgelopen vijf maanden slechts vijf keer een half uurtje regen, hier worden we getrakteerd op vier echte dagen met veel regen. Yannick en Malú weten gelijk weer hoe het weer in Nederland vaak is en weten ook direct dat dat betekent... stampen in de plassen!

Stampen in de plassenPapegaai voerenKanga...

Ook buiten het park maken we het ons naar de zin. Op woensdag vertrekken we al vroeg naar de Sunshine Coast' om daar een bezoek te brengen aan Australia Zoo, de dierentuin waar we zes jaar geleden nog samen Steve Irwin hebben gezien.

Deze keer dus met de kids en we hebben er zin in. Australia Zoo is een dierentuin waar de dieren supergoed op hun plek zijn. Ze hebben ruime leefruimtes en worden met liefde verzorgd. Het bijzondere aan deze dierentuin is ook dat je heel veel interactie met dieren kunt hebben. Het begint voor ons met het voeren van de olifanten. In een rij langs de drie olifanten met een appel of wortel in de hand wordt vervolgens door één van de olifanten de slurf uitgestoken en het eten gepakt. Heerlijk gevoel het eind van die slurf op je hand en een machtig mooie ervaring. Yannick moet het de eerste keer even aankijken, maar daarna wil hij nog wel drie keer achter elkaar.

Daarna kopen we kangaroevoer en lopen we de wei in. Overal kangaroes om te voeren met de hand en om heerlijk te aaien. Deze keer is het Malú die even moet wennen, maar de baby kangoeroe kan ze niet weerstaan en stoer staat ze daar als tweejarige met haar platte hand een kangoeroe te voeren. En als de eerste angst eraf is zijn ook de grotere kangoeroes aan de beurt. En aaien is ook heel leuk om te doen, we kunnen er geen genoeg van krijgen.

Later die dag brengen we een bezoek aan de koalatuin waar je echte koala's kunt aaien. Yannick en Malú vinden deze ook lekker zacht (Malú wil zelfs nog een keer aaien). Ook brengen we een bezoek aan de vele krokodillen die het park rijk is. Vaak nog gevangen door Steve zelf, maar in ieder geval behoed voor een slecht of eindigend leven omdat ze te dicht bij plekken in de rivier kwamen waar mensen ook komen. Wow, crickey wat een grote beesten met grote scherpe tanden, vinden ook Yannick en Malú.

KrokodillenshowDe nieuwe Steve Irwins...

Het gedachtengoed van Steve wordt in ere gehouden. Zo heeft Steve voor z'n dood nog een park gekocht van 500 hectare ergens in Oost-Australië waar een groot hek omheen gezet is en waar alle niet native animals weggehaald zijn. Dit gebied is totaal voor de bomen en de dieren die hier ooit leefden. Als gewone bezoeker mag je er niet in. En met Steve en Ted eindigt ons Australië avontuur dan toch echt. Conclusie... wat een heerlijk land!

Vervolg reis in Vanuatu

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!