Artikelindex

Arches National Park
Donderdag 23 september 2010. Moab, Utah, Verenigde Staten.

Scenic Highway 128 brengt ons naar Moab. Voor het eerst tijdens onze vakantie schijnt de zon niet. In Moab vallen er zelfs tropische hoeveelheden regen uit de hemel. Als het heel even droog is doen we een poging om Arches National Park te bezoeken, maar dat is geen succes - met dit weer is alles minder mooi.

Na een nachtje slapen straalt de zon weer. En wij ook trouwens, want Teun is jarig! Taart, een kaarsje, een strik op je hoofd... Wat wil je nog meer als kersverse eenjarige? Teun vermaakt zich overigens prima op deze vakantie. We hebben bewust nauwelijks speelgoed voor hem meegenomen, in de wetenschap dat hij échte dingen veel leuker vindt dan speelgoed. Hij kan zich urenlang vermaken met onze knijpkat of met een zakboekje over geologie. Ellen trekt daaruit de conclusie dat Teun de interesses van zijn vader deelt, terwijl ik denk dat hij net zo goed met de make-up doos van zijn moeder zou spelen als zij die zou laten slingeren (waarmee ik niet wil beweren dat zijn moeder nooit dingen laat slingeren, hooguit dat ze geen make-up doos heeft). Wat het reizen voor Teun ook leuk maakt is dat hij volop aandacht krijgt van medereizigers. Of hij nou keizerlijk in zijn autostoeltje zit, in de rugdrager, of in het babybedje dat we op de camping of langs de weg als outdoor-box gebruiken, Teun kan altijd rekenen op positieve feedback van de Amerikanen. ‘Look who's smiling!’ ‘Someone's happy there!’ ‘What a cutie!’ Meerdere malen wordt Teun een born traveller genoemd en dat heeft 'ie dan weer van zijn moeder, volgens zijn vader.

altaltalt

's Middags bezoeken we alsnog Arches. Dit park ontleent zijn naam aan ruim tweeduizend natuurlijke bogen die op een paar honderd vierkante kilometer te vinden zijn. De bogen ontstaan en vergaan door de aeonenlange werking van ijs en water. Gemiddeld genomen gaat dat natuurlijk tergend langzaam, maar als je geluk (of pech) hebt kan je getuige zijn van het instorten van zo'n boog - zoals een filmpje in het bezoekerscentrum laat zien. In onze nabijheid houden de bogen zich koest. Maar toch: de gedachte dat ze zomaar in kunnen storten zorgt voor een zekere spanning(sboog) (yeah) tijdens je bezoek. Misschien is dat de reden dat hier zoveel bezoekers komen. Allemaal thrillseekers.

altaltaltalt

Als je deze regio bezoekt dan is het een aardig idee om een boek Edward Abbey te lezen. In  ‘Desert Solitaire: A Season in the Wilderniss’ (1968) beschreef hij een seizoen als ranger in Arches, tussen de ratelslangen, in winterse kou en zomerse hitte. Het boek gaat ook over ons. Abbey wond zich op over mensen die gemotoriseerd de Nationale Parken bezoeken - en de bureaucraten die het faciliteren door wegen aan te laten leggen - en hij bedacht hiervoor de term industrial tourism. Het is wel ironisch dat zijn boekjes een hit zijn in de lokale boekwinkels en bezoekerscentra dankzij diezelfde industrial tourists. Dat heeft iets Youp van ´t Hekkigs.

Hoe je ook denkt over het beleid van de National Park Service, je krijgt als bezoeker waar voor je geld. Voor tachtig USD hebben we een gezinspas waarmee we een jaar lang alle Nationale Parken in de US kunnen bezoeken. Bij de ingang van elk park krijgen we een informatiepakketje uitgereikt, elk park heeft een mooi opgezet bezoekerscentrum, en zoals ik al schreef kan je op veel plekken tegen een bescheiden extra vergoeding kamperen. Een goede deal! Het hele idee van een Nationaal Park is trouwens een Amerikaanse uitvinding; zij hadden de primeur met Yellowstone NP in 1872.

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!