Artikelindex

Valley of the Fire State Park, Vegas en weer thuis
Zaterdag 2 oktober 2010. Nederland.

Onze laatste bestemming voor Vegas is de Valley of the Fire. Onderweg stoppen we in het noordelijke deel van Zion NP voor een kleine maar fijne wandeling in Kolob Canyon. De weg van Kolob naar Valley of the Fire voert door een troosteloze woestenij. Als dit park ons niet was aangeraden waren we snel doorgereden. Vlak voor de ingang moeten we stoppen voor wegwerkzaamheden. We raken aan de praat met de dame die het stopbordje hanteert; ze heet Nelly van Galen en heeft Nederlandse voorouders. Ze vertelt ons dat ze haar baantje dankt aan de crisis: de Amerikaanse overheid investeert massaal in wegenbouw om de economie te stimuleren.

Het Valley of the Fire State Park is inderdaad prachtig. Het woord Fire in de naam verwijst naar de kleur van de rotsen in het zonlicht, maar het zou net zo goed over de hitte kunnen gaan. As we speak is de temperatuur opgelopen tot 103 Fahrenheit, dat is bijna 40 graden Celcius. 's Zomers komt daar nog een graad of tien bij! Het bezoekerscentrum zuigt ons als eerste naar binnen, alleen al vanwege de airco. We scheppen er genoegen in om Teun plaatjes te laten zien van de meest wilde beesten, met als climax een dinosaurus met een afschrikwekkende bek vol tanden. Teun's reactie is telkens hetzelfde: hij kijkt even naar het plaatje, kijkt vervolgens naar ons, en laat dan een kort Beavis & Butthead lachje horen: ‘Huh huh’.

altalt

We rijden het park rond met de camper. Om beurten lopen Ellen en ik het korte wandelpad naar Mouse's Tank. Dat is een natuurlijke schuilplek in de rotsen vernoemd naar een legendarische 19e eeuwse Paiute Indiaan. De man had een alcohol- en moordprobleem, en verschanste zich hier in de woestijn. Het pad naar Mouse's Tank voert door een box canyon, zeg maar een doodlopende kloof. De wanden zijn bedekt met prehistorische rotstekeningen (petroglyfen). Terwijl ik er loop moet ik onwillekeurig denken aan een flash flood. Dit lijkt me nou typisch zo'n plek waar ze je daarvoor waarschuwen. Eén regenbui en je wordt in een oogwenk weggeblazen door het wassende water. Of het hier een reëel gevaar is weet ik niet, maar instinctief ga ik op zoek naar vluchtroutes. Ik verbeeld me hoe ik in een fractie van een seconde een vijf meter hoge rots opklauter. In het diepst van mijn gedachten blijk ik een stuntman te zijn. Op een gegeven moment is duidelijk dat het onheil niet meer gaat gebeuren, maar het goede gevoel over mijn virtuele vlucht blijft. Ideaal.

altaltalt

De camping in Valley of the Fire heeft net als die in Goblin Valley een onvervalste woestijnuitstraling. Desondanks hangt er een ‘familieuze’ sfeer. Hartverscheurend babygekrijs echoot de hele avond over de camping. Zoiets zou onze zoon nooit doen, Teun brabbelt alleen maar. ‘Atlatl atlatl atlatl atlatl. Atlatl atlatl atlatl atlatl. Atlatl atlatl atlatl atlatl. Atlatl atlatl atlatl atlatl’. Hij doelt daarmee op Atlatl Rock, de bekendste rots in Valley of the Fire, door ons wegens onuitspreekbaarheid overgeslagen. We doen Teun in het miniopblaasbadje (een supertip voor reizigers-met-kinderen). 's Nachts blijft het nog lang warm op de camping. Er dreigt onweer en de wind zwelt aan tot onheilspellende proporties. We onderdrukken onze zorgen door te denken aan het trio tegenover ons, dat probeert te overnachten in een zelfgebreide tent.

En dan is onze vakantie bijna voorbij. 's Morgens ruimen we de camper op. We schenken onze niet-gebruikte voedingswaren aan de vermoeid ogende overburen en rijden terug naar Las Vegas. Eerst moeten we de bus inleveren in zo origineel mogelijke staat. Dat is geen sine cure want we hebben een halve rol hansaplast geïnvesteerd om de camper bij elkaar te houden. Een klapperend bovenkastje, een rammelend gasfornuis, een losse rubberstrip aan de buitenkant, een losgeslagen dakluikje, een lekkende grijswatertank... Het lijkt de heren van Cheapa Campers niet al te veel te deren. En voor de prijs van een Cheapa Camper gaan wij niet zeuren over een rolletje pleister. Wel moet Ellen twee keer terug naar het benzinestation waar we hadden afgetankt. Een keer om echt af te tanken (de benzinepeilmeter werkte ook niet), en nog een keer om de tankdop op te halen.

We nemen de taxi naar het Alexis Park Resort Hotel. Anders dan het Excalibur ligt dit hotel een paar blokken van The Strip verwijderd. De prijs-kwaliteit verhouding is daardoor een stuk gunstiger. Even dreigt er teleurstelling als we horen dat het zwembad gesloten is, maar het blijkt alleen om het eerste van de drie zwembaden te gaan. 's Avonds lopen we nog een laatste rondje langs The Strip. En dan gaan we slapen.

altalt

De vlucht terug naar Brussel verloopt iets onrustiger dan de heenreis. Zoonlief komt qua decibellen weliswaar niet boven de gebruikelijke vliegruis uit (want nogmaals, zo is onze zoon niet), maar slapen, ho maar. Mama baalt en papa steekt zijn hoofd in een brochure van The Sky Mall. Tell Sell tijden herleven bij US Airways! Hierbij mijn persoonlijke top drie van Mooiste Miskopen-in-spe: Op drie: The Marshmallow Shooter. Op twee: The Remote Controlled Tarantula. En op één....: The Million Germ Eliminating Travel Toothbrush Sanitizer! Er staat onverwacht toch een product tussen dat we serieus overwegen te bestellen: een wandbedekkende overschrijfbare wereldkaart. Leuk voor ons en straks ook leuk voor Teun, alleen past hij helaas net niet op onze keukenmuur.

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!