Artikelindex

Twee weken op een eiland
Maandag 11 juli 2011. Vancouver Island, Canada.

De vorige keer waren we bij Vancouver. Hier hebben we twee dagen rondgebracht, met in de stad slenteren, naar de speeltuinen gaan en wandelen in Stanley park. Na Vancouver vertrokken we naar Vancouver Island. Omdat we meestal vandaag niet weten waar we morgen zijn, hadden we ook geen plek op de ferry gereserveerd voor de overtocht van Mainland naar Vancouver Island en de dag voor vertrek dachten we ineens; wat als de boot nou vol is. Dus extra vroeg vertrokken, om als het niet op de ene boot kon, we de volgende misschien konden nemen. Jullie raden het vast al wel. Om half negen kwamen we aan bij de ferry en om negen uur zaten we er al op. Niets geen wachtrijen of wat dan ook. Na twee uur varen kwamen we aan op Vancouver Island. En wat voor een eiland, het is ongeveer 500 bij 100 kilometer.

Het eerste waar we heen gingen was Victoria, een redelijke stad beneden op het eiland. Vanwaar we verder reden op een prachtige weg naar Port Renfrew. Dit plaatsje was echt het eind van de weg helemaal onder op het eiland. Gek genoeg verwachtten we er heel wat van, maar wat viel het tegen. Een paar huizen, hotel en vissersboten. Op de een of andere manier hadden we het idee dat er veel meer uitgehaald kon worden. Maar goed je kan ook spreken van; `wat heerlijk dit deel is nog niet verpest door de toeristen´.

Na een gratis nachtje in een Statepark bij French Beach (de ranger ging bij iedereen langs, maar liep ons campertje voorbij) reden we naar Goldstream Provincial Park, waar we een korte wandeling liepen met mooi uitzicht.

De volgende prachtige weg die we reden was naar Tofino. Ongeveer op een kwart van het eiland, een weg die ons van het oosten zo naar het westen van het eiland deed rijden. In Tofino hadden we besloten om een whale watching toer te gaan doen. Tenslotte moest dit een van de plaatsen zijn waar je veel walvissen zou moeten kunnen zien. Jammer genoeg was het weer niet zo goed, waardoor we weinig konden genieten van de prachtige camping waar we op stonden. Die stond namelijk zo aan het strand. De toer naar de walvissen was prachtig. Met een boot voor ongeveer dertig personen gingen we het water op en zagen een aantal walvissen, met als resultaat de foto met de staart. Jammer genoeg hebben we geen orka´s gezien, deze waren eens in de twee a drie weken te zien. Een reden voor Lars dat als we weer in San Diego zijn om nogmaals naar SeaWorld te gaan, waar elke dag orka shows zijn.

Via Tofino reden we terug door het Pacific Rim NP en maakten prachtige wandelingen waarbij je zo van het regenwoud op het strand aan kwam, een hele unieke ervaring. Wederom was het hier erg bewolkt, waardoor we jammer genoeg weinig plezier beleefden aan de prachtige stranden.

Ondertussen waren we al weer bijna twee weken op het eiland en hadden de dagen dat het wel mooi zonnig was op een camping een 'rustdag' genomen We hadden in gedachten om helemaal tot aan Port Hardy (het laatste plaatsje op het eiland) te rijden, maar door het mindere weer besloten we bij Campbell River om terug te gaan naar Mainland. Wel maakten we, voor dat we weer terug gingen richting Vancouver, Canada Day mee. Dit wordt gevierd op 1 juli. In Campbell River was er onder andere een parade door het centrum van het stadje en was er vuurwerk. Grappig om eens mee te maken.

Via Nanaimo gingen we met de ferry terug naar het vaste land waar we bij White Rock weer de grens met Amerika overgingen. Ondertussen zijn we bij Seattle, maar hier lezen jullie de volgende keer meer over.

Met z'n vieren op een kluitje
Maandag 18 juli 2011. Amerika.

Dat mag je toch wel zeggen, al ruim vier maanden zitten we met zijn vieren in een camper van 8 bij 2,5 meter. Als het mooi weer is helemaal geen probleem, dan vertoeven we buiten en hebben we genoeg ruimte om ons heen. Bij slecht weer, is het andere koek. Dan is zo’n camper ineens best klein en is het best behelpen met zijn vieren. Vierentwintig uur op elkaars lip zitten, het is al een uitdaging op zich en dan heb ik het nog niet eens over de reis zelf, dat toch ook als een uitdaging gezien mag worden.

Laat ik voorop stellen dat we niet klagen hoor! We genieten van elke dag en dan vooral van het samen zijn. Na de eerste wendagen in de camper, hadden we onze draai snel gevonden. We merken wel dat het heel belangrijk is dat we beiden onze eigen dingen hebben die we doen. Zo hebben we ’s morgens onze eigen taken wat betreft de zorg voor de jongens, maar ook het verzorgen van het ontbijt. Als we dit niet zouden hebben dan loop je elkaar veel meer in de weg en dan is de ruimte gewoon klein, simpel zat.

Privacy heb je helemaal niet, het enige moment dat je even alleen bent, is als je op het toilet zit. Maar zoals velen met mij weten, zit je zelfs daar op een camping niet alleen. Daar tegenover hebben we natuurlijk een toptijd met onze zonen. Het is fantastisch om ze dag en nacht om je heen te hebben en elke stap in de ontwikkeling door te maken. Daarnaast hebben we ook heel erg het gevoel, dat we na een zeer hectisch jaar weer helemaal naar elkaar toe groeien. Ook dat is weer een voordeel van zo veel bij elkaar te zijn. We merken wel dat het ( net als thuis natuurlijk) heel belangrijk is om goed te communiceren. Als ik het ergens niet mee eens ben, of als er wat is, praten we het meteen uit. Want waar je thuis nog wel even naar een andere kamer kan lopen om ‘af te koelen’ is dat hier niet mogelijk.

De jongens zijn heel erg naar elkaar toegegroeid. De eerste maanden op de campings waren we vaak alleen of waren er weinig kinderen, hierdoor hadden ze elkaar nodig en speelden ze veel samen. Natuurlijk was het ook hier niet altijd koek en ei, maar kijkend naar hun leeftijd vind ik dat ze elkaar al aardig hebben gevonden. Juist nu het drukker wordt merk je dat ze het niet meer gewend zijn en dat ze verlegen zijn als er andere kinderen in de speeltuin zijn en vragen om mee te spelen.

Wat dat aangaat maak ik me nog best wel zorgen hoe het zal gaan als Lars in december voor het eerst naar school gaat. Zal hij zich aan kunnen passen en met andere kinderen willen spelen. Tenslotte zijn de meeste kinderen van die leeftijd gewend aan opvang of peuterschool. Mijn moeder zal wel zeggen: ‘ik weet er alles van’, want mijn zus wilde toen wij op jonge leeftijd drie maanden op reis gingen naar Engeland, na terugkomst niet meer naar de peuterschool. Het zal allemaal wel los lopen hoor; ik heb de peuterspeelzaal al geregeld voor als we terugkomen, zodat hij nog een maand of wat alvast rustig kan wennen. Maar voor hen is het natuurlijk ook vreemd om, na maandenlang je ouders dag en nacht om je heen te hebben gehad, ineens hele dagen naar school te gaan. De jongens zullen zich later weinig van de reis herinneren, dat besef ik me maar al te goed. Daarom houd ik een dagboek bij zodat ze later nog eens wat terug kunnen lezen, hebben we een reisblog en maken we overal foto’s van.

Ik heb dan af en toe weinig tijd voor mezelf en verlang wel eens naar wat ‘eigentijd’, ik zou deze tijd met mijn man en kinderen niet willen missen.

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!