Artikelindex

altLodi en Alexander lang op reis met kids en camper Amerika
9 maart t/m 5 oktober 2011

De eerste jaren met Lars (3) en Arco (1) waren niet gemakkelijk voor Lodi en Alexander. Beide jongens zijn geboren met een darmziekte en werden hier heel jong aan geopereerd. Een goede reden om, nu het beter gaat, met z’n vieren een lange tijd op reis te gaan. Zeven maanden lang trekken ze in de camper door Amerika en Canada. Ga je mee?

Door Lodi en Alexander

Gestopt met werken
Dinsdag 1 maart 2011. Nederland.

altZo vandaag was mijn laatste werkdag, eindelijk is het zover, ons avontuur gaat beginnen. Ik was nog maar net thuis en werd alweer gebeld door collega's over van alles en nog wat… Maar goed, dat gaat hopelijk snel beter worden.

Ik heb nog niet helemaal het gevoel dat het nu echt begonnen is, maar dat zal snel komen. Morgen maken we een begin met het inpakken van de tassen en het verzamelen van de spullen. Nog een week en dan gaan we.


San Diego
Maandag 14 maart 2011. San Diego, Verenigde Staten.

Na een vlucht van vijftien uur, die overigens prima ging met de mannetjes, kwamen we aan in San Diego. Hier stonden Ilse, Mo, Yestin, Arwyn, Wim en Loes ons op te wachten. het was zeven uur 's avonds en nog een heerlijk temperatuurtje. Bepakt en bezakt reden we naar het hotel (op een paar minuten afstand van Ilses huis) waar we natuurlijk eerst de cadeaus over en weer uitpakten en een biertje dronken.

De eerste dag in San Diego nam Ilse ons mee naar SeaWorld, de attractie hier. Het was erg warm en voor onze bleke huidjes erg wennen, dus de zonnebrand werd gretig gebruikt. In SeaWorld heb je verschillende shows, van dolfijnen shows, ottershows tot de bekende orkashow van Shamu. Daarnaast bestaat het park uit veel verschillende attracties, genoeg voor de jongens om zich te vermaken.

altVrijdag namen ze ons mee naar the Wild Animal Park. Ilse heeft (als een echte Nederlandse) overal kortingsbonnen voor, dus die hebben we nu mooi kunnen gebruiken. Lars en Yestin hebben even een paar dagen aan elkaar moeten wennen, maar bleken elkaar in dit park helemaal gevonden te hebben. Nu is Lars er niet een die er vlug vandoor gaat, maar vandaag moesten we ineens achter de twee mannen aanlopen. Het Wild Animal Park is heel wijds opgezet, dus we hebben ons echt de hele dag kunnen vermaken.

Verder zijn we natuurlijk wezen eten bij de eetgelegenheid van Mo, heerlijk wat hij en Matt samen maken, we hebben gesmuld. BBQ Tabe serveert Aziatische gerechten met een Mexicaanse touch.

Zondag hadden we de ‘Welcome to the World party’ voor Arwyn. Hier in Amerika ga je niet op kraamvisite als er een kind is geboren, maar komt er een kraamfeest. Ilse en Mo vierden het in een park, waar een grote speeltuin was voor de kinderen. Een partytent werd opgezet, de bbq en hotdog car neergezet en Arwyn werd geshowd.

Morgen gaan we de camper ophalen, een uurtje rijden hier vandaan. De dag daarna zwaaien we Wim en Loes weer uit, die hier dan bijna drie maanden zijn geweest en nadat we de camper hebben ingericht gaan wij er woensdag vandoor richting Texas.


Onderweg
Donderdag 17 maart 2011. Las Cruces, Verenigde Staten.

We zijn nu een paar dagen op weg met de camper en het is echt wel even wennen hoor. De jongens slapen samen op een groot bed, dat gaat prima tot Lars zich 's nachts uitrekt en Arco een schop geeft. Ze hebben gelukkig nog even om te wennen. De camper is acht meter lang, waarvan een deel het vaste bed is. Af en toe lopen we elkaar dus flink in de weg en loop ik te zoeken naar van alles en nog wat, waarvan ik niet meer weet waar ik het heb neergelegd. We zullen naast een foto van onze camper ook even een foto plaatsen van hoe het hier ook kan. Die mensen hebben er volgens mij nooit last van dat ze elkaar in de weg lopen. Al dagen hebben we prachtig weer, dus zodra we aankomen op een camping gebeurt alles buiten en dat gaat prima.

altalt

Bij Ilse vandaan reden we richting de grens met Arizona. Het eerste stuk, San Diego uit, was meteen een goede vuurdoop voor Alexander, wat het rijden met de camper betreft. Omdat je in Amerika, ook rechts mag inhalen, moet je echt goed opletten en met zo'n grote bak, is dat best even wennen.

Toen we San Diego uitwaren reden we al snel op een rustige weg en dat was toch wel weer prettig. Het was erg heet en om niet meteen de eerste dag te veel te rijden wilden we in de buurt van Yuma stoppen. Dit ligt net op de grens van Californie en Arizona, dat leek ons wel mooi.

Wat onwennig wat campings betreft, zagen we in de buurt van Yuma een aantal campings, een was al vol (?) maar bij de tweede was nog plek. Onderweg had ik al bij een aantal RV resort zien staan 55 and up. Ik dacht dat dit de prijs was (en vond dit belachelijk veel). Bij de tweede resort ging ik ons aanmelden en had het toen al meteen kunnen weten: een zeer oude, dove man stond bij de receptie, alles ging op zijn elf en dertigste, maar we kregen een plek toegewezen en er wat bleek, het zwembad was open. Camper neergezet en aangesloten en hup, naar het zwembad. Tot onze grote verbazing lag het hele zwembad vol met overwinterende bejaarden. Dat 55 and up, betekende de leeftijd van de bezoekers. Nog nooit zijn we zoveel aangesproken door andere campinggasten, allemaal vonden ze de jongens zo leuk; het was zo heerlijk om weer eens jonge kinderen op de camping te hebben etc. De meeste van de campinggasten kwamen helemaal uit Alaska en Canada om hier een maand of vijf te overwinteren.

Vervolgens hebben we ons eerste National Park bezocht, Saguana NP in Arizona. Hier hebben we een stukje gewandeld. Omdat het al flink warm was en Lars de steentjes onderweg net zo interessant vond als de cactussen, hielden we het na een stuk weer voor gezien en gingen op weg naar de volgende camping.

Zo af en toe kiezen we voor een KOA campground (Kamp Of America). Van deze campings weet je altijd dat de plekken goed zijn, het sanitair schoon en dat er eigenlijk altijd een speeltuin en een zwembad zijn. Jammer genoeg was het zwembad nu twee keer nog dicht ( zeker nog niet warm genoeg, alhoewel de thermometer bij het zwembad op 29 graden stond).

Vandaag via Silver City, New Mexico, een plaatsje, dat nog helemaal in western stijl is, naar Las Crucas gereden, vlak bij de grens met Texas. Nu zitten we hier buiten, de jongens slapen, laptop aan, wijntje erbij en wij kijken over het prachtig verlichte stadje uit. We zijn er zelf verbaasd over hoe vaak we hier internet hebben, dus het volgende verslag kan snel komen of nog even op zich laten wachten.


Van Las Cruses naar New Orleans
Woensdag 30 maart 2011. New Orleans, Verenigde Staten.

Nou we zijn gewend hoor, aan de camper. Alles heeft zijn plekje gevonden en wij weten alles te vinden. Lars en Arco weten nu ook dat ze samen op een bed liggen en dat begint nu steeds meer keten te worden, maar uiteindelijk vallen ze toch nog rap in slaap ( meestal).

Ons vorige verslag eindigde in Las Cruses, ondertussen zijn we in New Orleans. Onderweg hebben we veel gezien en gedaan. Zo reden we van Las Cruses eerst naar de Guadalupe Mountains NP. We zouden eigenlijk naar El Paso gaan en daar even de grens met Mexico overgaan, maar in vele boeken lazen we dat je dit (vooral na 9/11) niet meer moet doen, in verband met de vele criminaliteit. Een extra stempel in je paspoort is leuk, maar om daar je leven voor te wagen ging zelfs ons te ver.

Vandaar dat we vredig naar de Guadalupe Mountains reden, hier een wandeling liepen en kampeerden in Carlsbad om de volgende dag naar de Carlsbad Caverns NP te gaan. We hebben toch al heel veel mooie dingen in ons leven mogen zien, maar dit nationale Park was echt zo ontzettend mooi. We wisten helemaal niet wat we moesten verwachten, lazen iets over een grot en een lift. 'T zal wel dachten we, we gaan vast een beetje een grot in ofzo.

Nou het tegendeel was waar. Met de lift gingen we 250 meter naar beneden en beneden stonden we in een levensgrote ruimte, waar een wandelpad rondom was aangelegd van 1.4 miles. Je liep langs stalagmieten en stalactieten, ongelofelijk hoe groots en wijds dit was opgezet. Lars had de wandeling van zijn leven, vond alles even mooi. En het meest ongelofelijke is nog dat je hier dus niets voor betaald (ja, tachtig dollar voor een NP pas, maar dan kan je dus in alle Nationale, State en Forest parken in Amerika).

altalt

We hadden weer even genoeg natuur gezien, tijd voor wat cultuur. Dus op naar San Antonio. Omdat we het rijden wel een beetje zat waren, besloten we drie nachten op de camping te blijven. Trouwens Nienke, om op jouw vraag terug te komen, Alexander rijdt en ik entertain de jongens. Als het moet wil ik ook wel rijden hoor, maar ik vind het eerlijk gezegd wel een bakbeest en ben er niet rouwig om dat Alex wil rijden.

De eerste dag gingen we naar de toeristische plekken van San Antoinio. The Alamo en de Riverwalk, een wandelpad naast het water die door de hele stad slingert. Aan dit pad liggen allemaal restaurants en kroegen. De tweede dag zijn we eerst naar een museum geweest over hoe de cultuur van Texas in Texas is gekomen. En jawel we kwamen ook het Delfts Blauwe servies tegen en aten Tex-Mex aan de Riverwalk.

Na San Antonio reden we door naar Houston. Omdat ik van een eerder bezoek weet dat deze stad niet zoveel te bieden heeft, besloten we hem links te laten liggen, maar wel bij het NASA Space Centre langs te gaan. Met een treintje reden we over het terrein van de het Space Centre, zagen de controleruimtes, een simulator voor ruimtewandelingen (er werd bijvoorbeeld geoefend met een mechanische hand) en het mooiste van alles: een echte raket.

altalt

Van Houston bleek het een dagje rijden naar New Orleans. We hadden verwacht langer bezig te zullen zijn met de rit, dus besloten we het er eens lekker van te nemen en vier dagen op de camping in New Orleans te blijven. De eerste dag liepen we weer een eigen site seeing tour door de stad, liepen onder andere door Bourbon Street en aten de beignets bij Cafe du Monde, waarvan ik nog wist van tien jaar geleden dat dit de beste beignets in town waren.

altalt

Vandaag zijn we mee geweest met een swamp/bayou boottocht in de moerassen hier in Louissiana. We zagen (ondanks dat het niet zulk warm weer was, blijkbaar zijn alligators dol op zon) heel wat alligators. Verder leerden we heel veel over de omgeving en de beesten die hier allemaal leven.

altalt

Morgen gaan we met een steamboat de Mississipi over. Deze reis zal vergezeld worden met jazzmuziek en lokaal eten, we zijn benieuwd. Op zich hebben we weinig gezien van Hurricane Katherina (er zijn speciale toeren voor hoor, maar dat gaat ons te ver), alleen vandaag toen we met de bus naar de stad reden, vertelde de buschauffeur dat je aan de onderkant van de huizen kon zien, tot waar het water had gestaan en als je op ging letten, bleek dit bij wel heel veel huizen het geval.


Florida
Maandag 18 april 2011. Daytona Beach, Verenigde Staten.

Na een paar gezellige dagen in New Orleans gaan we richting Florida, de staat waar we veel over gehoord hebben, echter zijn we hier nog niet eerder geweest, dus een goede reden om eens die kant op te gaan. Vanuit New Orleans gingen we via Mississipi en Alabama naar Noord Florida, dit klinkt als een heel eind rijden, maar het is nog geen 200 mile (320km) rijden.

Onze eerste camping in Florida was in de buurt van Milton, vandaar gingen we verder Florida in, om via de kust van de Mexicaanse Golf uiteindelijk in Daytona Beach te belanden. Dit is een stad aan de Atlantische kust en hier kun je met de auto het strand op. Hier zijn we een paar dagen gebleven om de jongens lekker van het zand en de zee te laten genieten. Ze vonden het geweldig.

altalt

Bij het verlaten van Daytona zijn we uiteraard via de International Speedway gegaan, waar we een excursie gedaan hebben. Echt fantastisch en met name het geluid wat die auto's produceren. Die dag reden we verder naar een plaatsje waar de dag erop een Thomas de Engine event was. Dit Thomas event was voor Lars tot op heden het hoogtepunt van de reis, hij heeft het er nu nog steeds over. En voor ons als ouders, was het een groot marketing event waar ze ineens twintig dollar vragen voor iets wat anders nog geen twee dollar kost. Maar goed, Lars vond het super en Arco genoot er ook enorm van.

altalt

Na het Thomas event ging we verder naar het zuiden. Eerst de Everglades waar we de echte grote alligators zagen en veel, zoveel dat we op een gegeven moment er ook geen foto's meer van maakten. We hadden vooraf eigenlijk geen beeld van wat we moesten verwachten van de Everglades, maar we hadden in ieder geval geen grasvlaktes verwacht. Deze grasvlaktes zagen we op onze eerste toer het park in. De dag daarna gingen we de weg nemen die dwars door het park liep naar de kust. Zo kregen we een heel ander beeld van het park, veel meer de mangroves die we verwacht hadden met veel verschillende bossen.

Na de Everglades werd het tijd om naar onze meest zuidelijke bestemming te gaan, Key West. De weg ernaar toe was op te delen in twee stukken; het eerste deel was eigenlijk een gewone weg zoals zoveel anderen, maar het tweede deel was fantastisch en ging voor een groot deel dwars door de zee. Key West zelf was geinig maar ook weer niet enorm bijzonder, een soort van relaxte sfeer straalde het uit, maar dan overspoeld door toeristen.

altaltalt

Na twee nachten in Key West was het wel weer genoeg geweest en gingen we naar het noorden. Eerst naar Miami, waar we hoopten te kunnen stoppen om nog even van de stranden te kunnen genieten. Maar helaas, in Miami kregen we geen gelegenheid om te stoppen, maar met het bewolkte weer van die dag was dat geen ramp. Dus reden we door naar een camping nabij Cape Canaveral. Uiteraard hebben we Cape Canaveral ook met een bezoek vereerd, dit was echt geweldig. We hebben zelf een Space Shuttle zien staan op het lanceerplatform. Na dit stukje ruimtevaart zijn we weer naar de stranden van Daytona Beach gegaan, om even bij te komen van alles wat we in het zuiden gezien hebben en om vooruit te kijken wat we willen zien als we verder naar het noorden trekken.


Naar het Noorden
Woensdag 4 mei 2011. New York State, Verenigde Staten.

Waren we de vorige keer toen we schreven nog in Florida, ondertussen zijn we in de staat New York. Voor hen die denken wat gaan ze snel naar het noorden toe, ze hebben toch zeven maanden de tijd. Dat klopt, we gaan ook snel. Dat doen we bewust. In het noordoosten van Amerika is voor ons minder te zien dan in het westen van Canada en Amerika. In het westen willen een aantal Nationale Parken gaan bezoeken waar we ruim de tijd voor willen nemen. Vandaar dat we hier (nog redelijk rustig, hoor) sneller doorheen gaan.

Na twee en een halve week eindigden we onze Florida trip in St Augustine, het oudste stadje van Amerika. Je zag hier heel duidelijk de Spaanse invloeden in de winkelstraatjes en bij het fort. Vervolgens reden we via de staat Georgia naar South Carolina. Hier hebben we Savannah bezocht. Een leuk plaatsje dat je af en toe het gevoel gaf dat je in de tv serie North and South zat.

altalt

Onze reis vervolgde zich naar Washington DC, waar we twee dagen zijn gebleven. Vanaf de camping konden we met een shuttle busje naar het centrum en werden we voor het Capitool afgezet. Omdat we in eerste instantie van plan waren maar een dag te blijven, hebben we de eerste dag ontzettend veel gelopen. Arme Lars en arme Alex die hem op een gegeven moment steeds op de nek moest nemen.

altVia de Mall, die twee mile lang is liepen we van het Capitool tot aan Washington Monument om vervolgens bij het Witte Huis aan te komen. Hele rijen mensen liepen in colonnes naar het Witte Huis en ook voor het Witte Huis stonden allemaal mensen. Dachten we mazzel te hebben dat we ineens heel dicht bij de ingang mochten komen, haalde een park ranger ons snel uit de droom. Dit was speciaal voor kinderen die paaseieren mochten zoeken voor het Witte Huis (het was tweede paasdag en al vieren ze dit in Amerika niet, hier hadden toch heel wat ouders vrij voor genomen). Twee maanden geleden was de inschrijving al helemaal vol. Jammer! Daar ging onze kans om Obama in het echt te zien.

Toen maar de metro genomen naar Airlington Cementery. Een indrukwekkende begraafplaats waar o.a. J.F. Kennedy en zijn vrouw begraven liggen, naast oorlogsslachtoffers uit de vele oorlogen waar Amerika aan deel heeft genomen en monumenten voor bijvoorbeeld de overledenen van de Space Shuttle de Challenger. Zo ongeveer elke week komt er weer een oorlogsslachtoffer bij.

altaltalt

De metro terug genomen en via het WO II Memorial weer terug gelopen naar het Capitool. Omdat we 's avonds eigenlijk het idee hadden wel erg snel door de stad te zijn gegaan, boekten we er nog een dag bij en namen de volgende ochtend weer de bus. Toen gewoon lekker rondgelopen, in het park gezeten en genoten van deze prachtige stad. We zijn blij dat we vorige week in Washington DC waren en niet nu, nu de veiligheidsmaatregelen weer verscherpt zijn. Net als dat we blij zijn dat we niet gewacht hebben bij Cape Canarval. Want zoals jullie waarschijnlijks wel weten is de lancering van de Endeavour een week uitgesteld (je zal er toch maar op gewacht hebben, of speciaal een trip voor geboekt hebben).

Om niet meteen naar het Noorden te racen, maakten we nog een stop in Philadelphia. Deze stad staat vooral bekend om zijn onafhankelijkheidsverklaring van Amerika in 1776. Nadat we de bekende gebouwen hadden bekeken merkten we dat de jongens eigenlijk liever met de treinen op de camping wilden spelen en wij ook een beetje stad-moe waren, dus namen we de trein terug en konden zij zich nog heerlijk op de camping vermaken.

Omdat het hier nu kouder is dan in het zuiden, en natuurlijk ook door het hele andere klimaat, zijn de campings meer naar onze zin. Ze liggen veelal in de bossen, met veel ruimte voor de jongens om lekker te kunnen spelen. Vandaar dat we nu best vaak een rustdag nemen en even een wandeling maken of iets gaan bekijken, maar dan de middagen op de camping doorbrengen. Zo zijn we een ochtend naar Ricketts Glen SP geweest en liepen hier een leuke wandeling naar drie watervallen.

altaltalt

Vandaag zijn we door de Catskills gereden en hebben ook hier een wandeling gemaakt naar de Kaaterskillfall, de hoogste waterval van de staat NY. Morgen blijven we hier nog een dagje en vervolgen dan onze weg in de richting van de Niagara Falls, dus hoogstwaarschijnlijk dat het volgende bericht vanuit Canada komt.


Als de kinderen zich maar vermaken…
Zondag 8 mei 2011. Vanuit Canada.

‘Dan hebben wij het ook vaak naar onze zin,’ dat is toch wat je vaak van ouders hoort over een kindvriendelijke vakantiebestemming. En op zich is dat natuurlijk ook zo! Wanneer je als gezin besluit voor langere tijd op reis te gaan, hoe kom je dan aan de reisbestemming? Die vraag is me, voorafgaand aan onze reis veel gesteld. En dan had ik meerdere antwoorden; zoals ‘we willen heel graag naar Canada en nu kunnen we daar nog de tijd voor nemen’en ‘ik heb als eens zes maanden door Amerika gereisd en dat was zo mooi, dat wil ik ook graag met mijn man en kinderen doen'. Maar een andere reden die voor ons nu ook belangrijk is, is het feit dat ik Amerika als heel kindvriendelijk zie en ik dat, met twee kleine kinderen, heel belangrijk vind.

Laat ik meteen voorop stellen: met kindvriendelijk bedoel ik de kindvriendelijkheid zoals ik die nu ervaar, tijdens het reizen zoals ik dat nu ervaar. Ik heb er geen verstand of weet van hoe kindvriendelijk Amerika is voor het gemiddelde Amerikaanse kind. Wat ik met dit stuk aan wil geven, is dat dit een prima land prima is om met kinderen in te reizen en misschien kan ik anderen enthousiast maken!

Ik heb altijd het idee dat als ze de dingen in Amerika, niet gebruiksvriendelijk maken voor de gemiddelde Amerikaan, er dus ook geen Amerikaan komt. Zo hebben ze hier niet alleen drive-through fastfood ketens, maar ook drive-through-drank halen bij de drank winkel, in je auto blijven zitten als je geld pint bij de bank en zelf je medicijnen kan je hier, al zittend in je auto, halen bij de apotheek. Het toegankelijk maken voor de Amerikaan, houdt ook in dat er op heel veel plaatsen rekening gehouden wordt met rolstoelers. Voor ons betekent dat dus; makkelijk toegankelijk met de buggy. Wat ik heel prettig vind, en wat ook zeker mee speelde bij de keuze van onze bestemming is dat er in bijvoorbeeld de Nationale parken, altijd wandelingen zijn die rolstoel- en buggy vriendelijk zijn. Deze wandelingen zijn niet zo lang, dus goed te doen met een peuter en een dreumes, maar leiden je wel door de mooie plekken van het park en zorgen er voor, dat je een goede indruk krijgt. Vaak lopen we wandelingen met de rugdrager en dan is het geen probleem als het pad, iets minder vlak is dan met een wandelwagen. Maar we hebben het dit jaar al mee gemaakt in The Everglades dat het zo heet was, dat het eigenlijk geen doen was om Arco op de rug te dragen en we erg blij waren dat we hem even in de wagen konden zetten, voor de wandeling.

Wat ik verder een pre vind van dit land, zijn de vele openbare restrooms (toiletten) en verschoonplekken. Normaal gesproken valt dat helemaal niet op, maar met Lars, we zijn er druk mee  hem zindelijk te maken en we proberen hem elk half uur op de wc te zetten, merk ik dat er in bijna alle winkels wel restrooms zijn, maar ook tijdens het rijden zijn er veel rest area’s met schone openbare toiletten. Ook in de grotere steden zijn er volop openbare restrooms te vinden (vaak nog aangegeven op de map van de stad, die je bij het Visitor Centre haalt).

In veel van deze restrooms, maar ook bijvoorbeeld op heel veel campings, hebben ze speciaal voor kinderen kleine wastafels, waar ze hun handen kunnen wassen. Hebben ze dit niet, dan staat er onder de wastafel een krukje, die automatisch openklapt als je er voor staat en weer dicht gaat als het kind er vanaf springt. Veel campings hier hebben een zwembad en een speeltuin, de meeste speeltuinen zijn geschikt voor zowel hele jonge kinderen, als oudere kinderen.
Ook zie je hier veel openbare speeltuinen, lang elk ieder huishouden heeft een tuin of balkon en dat compenseren ze hier in de vele parken met grote speeltoestellen, waarbij ook weer rekening wordt gehouden met de kleinere kinderen. Dit zijn een paar dingen die me zijn opgevallen, sinds we hier zijn. Wij gaan met zijn vieren nog even verder zoeken naar nog meer ‘kindvriendelijkheid’ tijdens het reizen en ik laat zeker weten wat we allemaal hebben gevonden.


Canada in, Canada uit
Woensdag 18 mei 2011. South Dakota, Verenigde Staten.

Dacht ik de vorige keer dat we vanuit Canada zou schrijven, zitten we alweer ver in Amerika, namelijk in South Dakota. Maar we zijn wel in Canada geweest, tien dagen zelfs. We begonnen begin mei bij de Niagara Falls. De ene dag bekeken we de Amerikaanse kant, wat prachtig was, maar toen we de volgende dag de Canadese kant zagen, waren we sprakeloos. Wat was dit mooi en onbeschrijfelijk. Je vraagt je af waar zoveel water toch vandaan komt. Aan de Canadese kant hebben we een boot tour gedaan ‘maid of the mist'. We kregen een poncho aan en vaarden redelijk dicht tot aan de waterval, waar je dus ook echt goed nat van werd.

Vervolgens zijn we naar Toronto geweest. We hadden weinig verwachtingen van de stad, maar wat dan vaak gebeurt, gebeurde ook hier. Het was een ontzettende leuke stad, met vele gezichten. Zo had je Old Town, het Financial District met zijn hoge gebouwen, om vervolgens in de laagbouw terecht te komen, in een soort hippie wijk, met kleine winkels en wierrook.

En toen was het eigenlijk alleen maar rijden, in totaal ongeveer 1800 kilometer. Door alleen maar prachtige natuur. Je hebt zo'n reclame op tv, van een beer die een zalm uit het water haalt, nou zo zag het er hier constant uit, behalve dan die beer, want die hebben we niet gezien. Af en toe stopten we even voor een waterval, maar verder was het enkel en alleen genieten vanuit de auto. Op enkele plekken lag nog sneeuw en de campings waren of net wel of net niet open, waarbij als ze wel open waren er geen water was, aangezien de waterleiding nog bevroren was.

Bij Fort Frances zijn we de grens naar Amerika weer over gegaan om over enkele weken weer Canada in te gaan. Waarom we dit gedaan hebben, ten eerste omdat de benzine prijzen in Canada veel hoger zijn dan in Amerika, omdat enkele Canadezen ons er van overtuigd hebben dat het volgende stuk tot aan Calgary in Canada een oersaaie weg is en ten derde omdat we nu alvast enkele Nationale Parken kunnen bekijken, waarvoor we later niet meer speciaal terug hoeven te rijden.

Cor, je vroeg of we nog last gehad hebben van de tornado's, gelukkig niet. We zaten er steeds net voor of net na. In North Carolina hebben we wel gezien wat een tornado aan kan richten. Over een plek van enkele honderden meters langs de weg, was alles wat daar gestaan had weg geblazen, je zag van alles her en der verspreid liggen. In Canada hebben we onderweg wel een ontzettende windstorm meegemaakt. Het was moeilijk om de camper op de weg te houden en toen we stil konden staan waaide er van alles om en op de camper. Gelukkig ging de wind snel liggen, waardoor we weer veilig onze weg konden vervolgen. Ook vandaag op de camping in South Dakota, kregen we de evacuatieroute mee voor als er tornado's komen, maar aangezien het weer nu goed is, hoeven we hier (volgens de eigenaren van de camping) niet bang voor te zijn.

Morgen rijden we richting de Badlands NP en willen hier een aantal dagen blijven om verschillende Nationale en State Parken te gaan bekijken.


Devils Tower, Yellowstone en Glacier NP
Donderdag 2 juni 2011. Glacier NP, Verenigde Staten.

De vorige keer eindigde ons verhaal ermee dat we de Badlands in wilden gaan. Dit hebben we gedaan, net als Wind Cave NP en Custer NP. Werden we in de Badlands geconfronteerd met prachtige rotsformaties en prairie uitzichten, in de andere twee Nationale Parken zagen we vooral bizons, en dan echt heel veel bizons. We stonden een paar dagen in Custer, South-Dakota, even een beetje bijkomen van het vele rijden. Tot onze verbazing werden we op 19 mei wakker en toen sneeuwde het. Deze sneeuw hield de hele dag aan en er lag echt een heel pak. We hadden heel wat verwacht, maar dit was toch echt heel onverwachts. Toen we de volgende dag naar MT Rushmore gingen (de koppen van de vier presidenten uitgehakt in steen) hadden we weer prachtig weer. Het weer is een beetje van slag volgens de mensen alhier.

We vervolgde onze weg naar Devils Tower NP. Daar stonden we op een camping vlak voor de ingang van het park. Hierdoor zijn we er in totaal drie keer naar toe geweest. 's Morgens om een kijkje te nemen, maar toen begon het zo hard te regenen, dat we 's middags terug kwamen om de wandeling om de Tower te lopen. Een prachtige wandeling, met elke keer zicht op de imposante kanten van de berg. De volgende dag besloten we de wandeling nog eens te lopen, aangezien het weer toen beter was. Nu zagen we ook klimmers op de berg en Alexander, ambitieus als hij is, kocht alvast een Topo met de klimroutes voor je weet maar nooit.

Vervolgens gingen we op weg naar Yellowstone, Wyoming. Al snel werd ons duidelijk dat er hier nog heel veel verse sneeuw zou liggen. Zo was de oost ingang (die wij namen) open van acht uur ‘s avonds tot tien uur ‘s morgens. Dit in verband met lawinegevaar. Toen we aankwamen (op tijd om in ieder geval het park in te kunnen) zagen we echt alleen maar sneeuw. Mazzel want juist door die sneeuw, waren de beren vrij laag op zoek naar voedsel en hebben we er dus drie mogen bewonderen! We zijn twee dagen in Yellowstone geweest. We reden de eerste dag de zuid ronde met Old Faithfull als hoofdattractie en de tweede dag de noordkant (voor zover open) naar Mamoth Hotsprings.

De tweede dag was het koud en er stond een ijzige wind, maar ondanks deze kou was het goudwaard om je elke keer dik in te pakken en een wandeling te doen. Gelukkig hebben we voor de mannetjes hier laarzen gekocht, want dat ze niet in de sneeuw en plassen mochten stampen daar snapten ze niets van. Ook liepen we een prachtige wandeling in Grand Teton, waar trouwens nog geen camping open was, wegens de hevige sneeuwval.

Na Wyoming gingen we op weg naar Montana, naar Glacier NP. Zoals jullie al wel verwachten was in Glacier NP ook de pass nog niet open, wegens... hevige sneeuwval. Gelukkig hadden we er zelf geen last van en hebben we een prachtige wandeling kunnen maken naar Avalanche Lake. Maar daar waar je normaliter de Logan Pass over gaat en alle gletsjers kan zien, was deze nu afgesloten. Trouwens we hadden ook niet met de camper mogen rijden, want op deze pass mogen auto's tot 21 feet en onze camper is 24 feet. De shuttle bus rijdt pas vanaf juli, dus ik denk dat we gewoon een beetje te vroeg waren.


Naar Canada
Vrijdag 3 juni 2011. Fairmont, Canada.

Vandaag weer op weg naar Canada, waar we nu op een camping staan in Fairmont Hot Springs. Aangekomen vanmiddag konden we in T-shirt lopen. Ik weet dat het bij jullie in Nederland al maanden T-shirt weer is, maar wij waren er na weken truien, dolblij mee.

Morgen gaan we naar Banff NP. Het park (net als Jasper NP) waar we ontzettend naar uitkijken! In de volgende mail laten we weten of het echt zo mooi is als overal staat beschreven ( vast wel).


De beer is los
Dinsdag 21 juni 2011. Jasper, Canada.

Iedereen die ons vertelde dat de Canadese Rockies zo mooi waren, had helemaal gelijk. Twaalf dagen hebben we ons optimaal vermaakt in de Nationale Parken. Na eerst een grote voorraad wijn en bier te hebben ingeslagen in Amerika (in Canada is dit onbetaalbaar), reden we via Kootanah NP naar Banff. Veel over gehoord en gelezen en dus ontzettend nieuwsgierig hoe we het hier zouden vinden. We stonden op de camping in Banff zelf, deze was ontzettend groot en de campers stonden in rijen achter elkaar geparkeerd. Omdat je best een ruim stuk had leek het nog wel wat, maar als je er langs liep was het net of je naar een heleboel campers in de file keek. In Banff en omgeving hebben we gewandeld langs Lake Minnewanka en liep Lars naar zijn eerste top op Mt Tunnel. We keken naar treinen en reden de prachtige auto route 1A van Banff naar Lake Louise.

Overal word je gewaarschuwd voor de beren die je tegen kan komen, tijdens wandelingen, in de plaatsjes en op de camping. Op de campings word je gewaarschuwd geen eten bij je tafel achter te laten (best lastig met twee kinderen die best eens knoeien) en geen afval zakjes buiten te laten. In ieder geval zijn wij zo geobsedeerd door deze beren, en praten over weinig anders (in de goede zin hoor, we willen ze gewoon graag tegenkomen, alhoewel ik het nou niet zo prettig vind om 's nachts naar de wc te gaan), dat het jullie vast niet zal verbazen dat Arco’ s vierde woord ‘beer' is (na mama, papa en speen). Zijn vijfde woord is trouwens drinken, maar waar hij dat nu vandaan heeft? Ik zou het niet weten.

Via de 1A, kwamen we aan in Lake Louise Village. We zochten de camping op en kregen meteen te horen dat er de vorige dag drie beren op de camping waren gespot. Er mochten ook geen tenten staan en dat we wel even onze kinderen dicht bij ons en in de gaten wilden houden. Oké, ineens vond ik het idee van beren toch iets minder leuk. Alexander niet hoor, die zette de camera alvast klaar! Bij Lake Louise stonden we weer op een grote camping, maar deze was prachtig gelegen in de bossen. De meren Lake Louise en Moraine Lake zijn echt prachtig. Omdat er nog veel sneeuw op de bergen rondom de meren lag en er vaak ook nog ijs op lag, was het een schitterend gezicht en konden we ook heel mooi wandelen langs de meren.

Een dag reden we naar Yoho NP, een nationaal Park naast Banff gelegen waar we natuurlijk bij de Spiral Tunnel gingen kijken. Een uitzichtpunt van waar je een trein drie keer door een tunnel kan zien gaan. De tunnels zijn op verschillende hoogtes en de treinen hier zijn zo lang dat het net lijkt of de kop uiteindelijk de staart raakt. Mazzel als we hadden, kwam er net een trein aan toen we er stonden, anders sta je toch naar een leuk stuk rails te kijken waar niets op gebeurd. Het Yoho park was deels nog dicht door het slechte weer, maar we konden wel naar het prachtige Natural Bridge en Lake Emerald.

We hielden een beetje de weersvoorspellingen bij en gingen op een zonnige dag richting de Columbia Icefields. Deze gletsjers liggen net buiten Banff in het volgende park Jasper. De weg erheen is 127 kilometer scenic route en dat is echt niet gelogen. De weg reed ons langs prachtige bergen, meren en wildlife. Bij de Icefields gingen we met een bus mee helemaal tot op de gletsjers. Het eerste stuk (over de weg) ging het nog met een gewone bus, maar het stuk over de gletsjers gingen we -tot groot genoegen van Lars- met een bus met ontzettende grote banden, die zo zacht waren opgepompt dat je niet bij elke bult op het ijs met je hoofd tegen het dak aan kwam. Op de ijsvlakte zelf hebben we weer veel te veel foto's gemaakt van alle bergen en vlaktes om ons heen, maar met het zonnetje erbij was het gewoon prachtig om te zien en leek je vinger vast te zitten op de knop van het fototoestel.

Op een van de avonden op de camping kwamen we Co en Lies tegen, vrienden van mijn ouders. We wisten dat ze ook in Canada zouden zijn, maar je weet nooit waar en verwacht elkaar zeker niet tegen te komen, op de grote, volle campings hier. Niet alleen was het ontzettend gezellig om bij te praten, maar ook nog heel handig. Waren we net aan het twijfelen over twee andere parken, zouden we daar wel of niet naar toe? Vertelden zij ons dat het het niet waard was om naar toe te gaan, kijk dat scheelt weer even. Een week later kwamen we elkaar trouwens weer tegen, ook geheel onverwachts omdat Co en Lies heel ergens anders zouden staan. Omdat deze camping niet beviel, kwamen we elkaar weer tegen bij de toiletten van de KOA, zo blijkt maar weer, de wereld is heel klein!

Na zes prachtige dagen (qua natuur dan, niet altijd qua weer, maar dat is heel normaal hier in de parken, gemiddeld is het 17 graden en is er 50% kans op regen, dus hebben we het nog goed gehad met af en toe een buitje) bij Lake Louise reden we wederom richting de Icefields over de Icefield Parkway. Deze keer reden we de volledige 230 kilometer tot aan Jasper. Tot Alexanders grote vreugde zagen we eindelijk een grizzly beer. Hij stopte de camper, pakte zijn camera en rende naar de plek van waar hij foto's kon maken. Ik vroeg nog; ‘staat er niet overal dat je in je auto moet blijven zitten en dat er minimaal honderd meter tussen jou en de beer moet zijn?' Maar hij was al verdwenen om de beer op de kiek te zetten. Lars riep nog; ‘mag ik ook mee papa', maar ik deed maar net of ik dit niet hoorde! Een familielid buiten bij die beer vond ik genoeg.

Onze volgende stop was Jasper, we hadden het idee om ook hier weer vier dagen te blijven, maar toen we de weersvoorspellingen zagen bij de camping besloten we maar voor twee dagen te boeken. Achteraf geluk, want er was (in vergelijking met Banff en Lake Louise) minder te zien dan we hadden verwacht. We reden een dag naar Malinge Lake, liepen een korte wandeling en lieten de jongens vervolgens los in de speeltuin in Jasper, waar ze zich heerlijk konden vermaken. De volgende dag reden we nog even naar een boulder gebied toe, we hebben tenslotte niet voor niets de klimschoentjes mee genomen. Het gebied werd helemaal aangegeven op de kaart, dus we verwachten er heel wat van. Daar aangekomen waren er twee boulder rotsen! Maar goed, we hebben toch even lekker kunnen stoeien op deze rotsen.

Vervolgens reden we de parken weer uit, terug naar de beschaafde wereld, met goedkopere winkels en WIFI. Weg rijdend uit het park zagen we trouwens nog twee beren, gewoon langs de kant van de weg. Zo dichtbij hadden we ze nog nooit gefotografeerd. Zal je toch net zien hé!

We vervolgen onze weg naar Vancouver. Wat we hier allemaal gaan zien lezen jullie de volgende keer.


Twee weken op een eiland
Maandag 11 juli 2011. Vancouver Island, Canada.

De vorige keer waren we bij Vancouver. Hier hebben we twee dagen rondgebracht, met in de stad slenteren, naar de speeltuinen gaan en wandelen in Stanley park. Na Vancouver vertrokken we naar Vancouver Island. Omdat we meestal vandaag niet weten waar we morgen zijn, hadden we ook geen plek op de ferry gereserveerd voor de overtocht van Mainland naar Vancouver Island en de dag voor vertrek dachten we ineens; wat als de boot nou vol is. Dus extra vroeg vertrokken, om als het niet op de ene boot kon, we de volgende misschien konden nemen. Jullie raden het vast al wel. Om half negen kwamen we aan bij de ferry en om negen uur zaten we er al op. Niets geen wachtrijen of wat dan ook. Na twee uur varen kwamen we aan op Vancouver Island. En wat voor een eiland, het is ongeveer 500 bij 100 kilometer.

Het eerste waar we heen gingen was Victoria, een redelijke stad beneden op het eiland. Vanwaar we verder reden op een prachtige weg naar Port Renfrew. Dit plaatsje was echt het eind van de weg helemaal onder op het eiland. Gek genoeg verwachtten we er heel wat van, maar wat viel het tegen. Een paar huizen, hotel en vissersboten. Op de een of andere manier hadden we het idee dat er veel meer uitgehaald kon worden. Maar goed je kan ook spreken van; `wat heerlijk dit deel is nog niet verpest door de toeristen´.

Na een gratis nachtje in een Statepark bij French Beach (de ranger ging bij iedereen langs, maar liep ons campertje voorbij) reden we naar Goldstream Provincial Park, waar we een korte wandeling liepen met mooi uitzicht.

De volgende prachtige weg die we reden was naar Tofino. Ongeveer op een kwart van het eiland, een weg die ons van het oosten zo naar het westen van het eiland deed rijden. In Tofino hadden we besloten om een whale watching toer te gaan doen. Tenslotte moest dit een van de plaatsen zijn waar je veel walvissen zou moeten kunnen zien. Jammer genoeg was het weer niet zo goed, waardoor we weinig konden genieten van de prachtige camping waar we op stonden. Die stond namelijk zo aan het strand. De toer naar de walvissen was prachtig. Met een boot voor ongeveer dertig personen gingen we het water op en zagen een aantal walvissen, met als resultaat de foto met de staart. Jammer genoeg hebben we geen orka´s gezien, deze waren eens in de twee a drie weken te zien. Een reden voor Lars dat als we weer in San Diego zijn om nogmaals naar SeaWorld te gaan, waar elke dag orka shows zijn.

Via Tofino reden we terug door het Pacific Rim NP en maakten prachtige wandelingen waarbij je zo van het regenwoud op het strand aan kwam, een hele unieke ervaring. Wederom was het hier erg bewolkt, waardoor we jammer genoeg weinig plezier beleefden aan de prachtige stranden.

Ondertussen waren we al weer bijna twee weken op het eiland en hadden de dagen dat het wel mooi zonnig was op een camping een 'rustdag' genomen We hadden in gedachten om helemaal tot aan Port Hardy (het laatste plaatsje op het eiland) te rijden, maar door het mindere weer besloten we bij Campbell River om terug te gaan naar Mainland. Wel maakten we, voor dat we weer terug gingen richting Vancouver, Canada Day mee. Dit wordt gevierd op 1 juli. In Campbell River was er onder andere een parade door het centrum van het stadje en was er vuurwerk. Grappig om eens mee te maken.

Via Nanaimo gingen we met de ferry terug naar het vaste land waar we bij White Rock weer de grens met Amerika overgingen. Ondertussen zijn we bij Seattle, maar hier lezen jullie de volgende keer meer over.

Met z'n vieren op een kluitje
Maandag 18 juli 2011. Amerika.

Dat mag je toch wel zeggen, al ruim vier maanden zitten we met zijn vieren in een camper van 8 bij 2,5 meter. Als het mooi weer is helemaal geen probleem, dan vertoeven we buiten en hebben we genoeg ruimte om ons heen. Bij slecht weer, is het andere koek. Dan is zo’n camper ineens best klein en is het best behelpen met zijn vieren. Vierentwintig uur op elkaars lip zitten, het is al een uitdaging op zich en dan heb ik het nog niet eens over de reis zelf, dat toch ook als een uitdaging gezien mag worden.

Laat ik voorop stellen dat we niet klagen hoor! We genieten van elke dag en dan vooral van het samen zijn. Na de eerste wendagen in de camper, hadden we onze draai snel gevonden. We merken wel dat het heel belangrijk is dat we beiden onze eigen dingen hebben die we doen. Zo hebben we ’s morgens onze eigen taken wat betreft de zorg voor de jongens, maar ook het verzorgen van het ontbijt. Als we dit niet zouden hebben dan loop je elkaar veel meer in de weg en dan is de ruimte gewoon klein, simpel zat.

Privacy heb je helemaal niet, het enige moment dat je even alleen bent, is als je op het toilet zit. Maar zoals velen met mij weten, zit je zelfs daar op een camping niet alleen. Daar tegenover hebben we natuurlijk een toptijd met onze zonen. Het is fantastisch om ze dag en nacht om je heen te hebben en elke stap in de ontwikkeling door te maken. Daarnaast hebben we ook heel erg het gevoel, dat we na een zeer hectisch jaar weer helemaal naar elkaar toe groeien. Ook dat is weer een voordeel van zo veel bij elkaar te zijn. We merken wel dat het ( net als thuis natuurlijk) heel belangrijk is om goed te communiceren. Als ik het ergens niet mee eens ben, of als er wat is, praten we het meteen uit. Want waar je thuis nog wel even naar een andere kamer kan lopen om ‘af te koelen’ is dat hier niet mogelijk.

De jongens zijn heel erg naar elkaar toegegroeid. De eerste maanden op de campings waren we vaak alleen of waren er weinig kinderen, hierdoor hadden ze elkaar nodig en speelden ze veel samen. Natuurlijk was het ook hier niet altijd koek en ei, maar kijkend naar hun leeftijd vind ik dat ze elkaar al aardig hebben gevonden. Juist nu het drukker wordt merk je dat ze het niet meer gewend zijn en dat ze verlegen zijn als er andere kinderen in de speeltuin zijn en vragen om mee te spelen.

Wat dat aangaat maak ik me nog best wel zorgen hoe het zal gaan als Lars in december voor het eerst naar school gaat. Zal hij zich aan kunnen passen en met andere kinderen willen spelen. Tenslotte zijn de meeste kinderen van die leeftijd gewend aan opvang of peuterschool. Mijn moeder zal wel zeggen: ‘ik weet er alles van’, want mijn zus wilde toen wij op jonge leeftijd drie maanden op reis gingen naar Engeland, na terugkomst niet meer naar de peuterschool. Het zal allemaal wel los lopen hoor; ik heb de peuterspeelzaal al geregeld voor als we terugkomen, zodat hij nog een maand of wat alvast rustig kan wennen. Maar voor hen is het natuurlijk ook vreemd om, na maandenlang je ouders dag en nacht om je heen te hebben gehad, ineens hele dagen naar school te gaan. De jongens zullen zich later weinig van de reis herinneren, dat besef ik me maar al te goed. Daarom houd ik een dagboek bij zodat ze later nog eens wat terug kunnen lezen, hebben we een reisblog en maken we overal foto’s van.

Ik heb dan af en toe weinig tijd voor mezelf en verlang wel eens naar wat ‘eigentijd’, ik zou deze tijd met mijn man en kinderen niet willen missen.


Terug in Amerika, Washington en Oregon
Donderdag 28 juli 2011. Utah, Verenigde Staten.

Om vanuit Canada Amerika in te komen, was nog helemaal niet zo makkelijk. Want wat bleek ons B2 visum (geldig voor 180 dagen Amerika) zou begin september verlopen. Echter onze terugvlucht is toch echt in oktober. Geen probleem, bij de grens moesten we even in de rij staan en anderhalf uur later (!) waren we terug bij de camper, met een nieuw visum. We mogen nu tot begin januari 2012 blijven, maar dat zullen we de families maar niet aan doen.

Met nieuwe formulieren en stempels in de paspoorten reden we naar een camping vlakbij het begin van North-Cascade NP, Washington en ontdekten weer de spontaniteit en vriendelijkheid van Amerikanen. We stonden naast een stel die met hun zoon van negen naar Florida gingen verhuizen. De man kwam met een doos vol autootjes aanzetten voor de jongens, waar ze nu elke dag met veel plezier mee spelen.

Maandags was het 4th of July en werden we door andere buren (Nederlandse mannen getrouwd met Amerikaanse vrouwen) uitgenodigd voor een bbq. Van hen kregen we allerlei tips en routes die we konden rijden. Zo reden we de volgende dag via Cascade NP naar Winthrop, een echt western dorpje in the middle of nowhere. En via prachtige scenic routes kwamen we uiteindelijk boven Seattle uit, waar de Boeing fabriek is. Kinderen mochten niet mee met de rondtoer (tenminste niet die van onze leeftijd) dus ging Alex alleen met de toer mee. Het was erg interessant en leuk om dit gezien te hebben en verbazing alom bij ons, dat je hier niets over leest in de Lonely Planet.

Vervolgens zijn we naar Seattle gegaan, bezochten Pike Market (een beroemde vismarkt) en namen een kopje koffie bij de eerste Starbucks ooit. Aten vis bij een visrestaurantje en liepen lekker te slenteren door de stad. Na weer een week met zon zagen we onze tocht naar de volgende drie nationale parken op ons lijstje zonnig tegemoet. Jammer genoeg ging dit feest niet door.

Mt. Olympia zagen we in de mist, wandelingen waren nog niet te lopen aangezien de wegen nog vol sneeuw lagen, maar de weg er naar toe was prachtig. Vervolgens reden we naar Mt. Rainier, hetzelfde verhaal, gelukkig hebben we nog een paar foto's kunnen maken van de berg zelf, want gedurende de route was hij in mist en wolken gehuld. Toen naar Mt. St Helen SP, een vulkaan die in 1980 nog tot uitbarsting is gekomen. Na een tip van mensen op de camping reden we naar de oost ingang. Na een steile weg van zo'n twintig minuten kwamen we bij de ingang: gesloten. En ook de weg die we verder wilden gaan: gesloten. De reden: er lag nog te veel sneeuw. Hallo het is half juli, we willen nu geen sneeuw meer, maar zon! De volgende dag keken we het weer nog eens aan, zouden we de andere ingang wel of niet nemen om de vulkaan toch nog te zien. Het zag er zo dramatisch uit dat we besloten door te rijden.

Ook was ons ter oren gekomen dat de 101 in Oregon een prachtige kustroute moest zijn. De weg was absoluut prachtig, alleen lijkt ons slechte karma ons te achtervolgen, want ook hier hadden we (net als op Vancouver Island) erg slecht weer. Ik begin te denken dat de combinatie strand en wij niet goed samen gaan. Ondanks dat was het een prachtige weg om te rijden en vol goede moed reden we richting Crater Lake NP. Ach wees niet meer verbaasd want ook hier was alles in regen en mist gehuld. Ook lag er nog heel veel sneeuw, maar ondanks dat was het prachtig om te zien en ging toch die vinger weer niet van het knopje van het fototoestel.

Maar goed nu waren we het echt zat en wilden we (net als velen in Nederland) zón. We reden via Oregon naar Nevada op een weg, waar je op ruim 210 mijl geen dorpje tegenkwam. Hoe dichter we bij Nevada kwamen, hoe minder wolken waren er in de lucht en vraag me niet hoe het kan, maar op de grens was de lucht blauw en was het bloedheet!

Omdat we het rijden ondertussen een beetje zat waren, bleven we vier dagen in Nevada, hebben een beetje gezwommen, mini- golf gespeeld en verder helemaal niets gedaan. Momenteel zitten we in Utah, maar over deze prachtige (en zonnige staat) zullen we de volgende keer schrijven.


Nationale Parken
Zaterdag 13 augustus 2011. Grand Canyon, Verenigde Staten.

Salt Lake City was niet echt aan ons besteed, de mormonen die hier veelal de dienst uitmaken drinken geen koffie, thee en alcohol. Een geloof waar wij niet echt in geloven. Het is een mooie stad hoor, maar afgezien van de mormoonse kerk invloeden heeft het niet zo veel te bieden. Wat het wel te bieden heeft is, dat het op de route ligt naar Moab, waar we misschien wel de mooiste interstate gereden hebben. Interstate 70 was een nationaal park op zich, maar is er een waar je niet voor betaalt en waar geen naam aan gegeven is. Het uitzicht op de vele uitzichtpunten was echter prachtig.

Op de camping in Moab
Moab is de uitvalbasis naar Arches en Canyonlands NP, de eerste twee dagen van ons verblijf hier zijn we naar Arches NP geweest. Ongelofelijke rotsformaties in vormen van bruggen en beelden. Je hebt hier bogen met namen als Delicate Arch, Double Arch en Window Arch. De namen spreken al voor zich. Delicate Arch is bekend doordat deze boog in reclames, op nummerborden etc gebruikt wordt. De wandeling erheen was prachtig en het uitzicht op de boog was waanzinnig. Niet klagen over het weer natuurlijk, maar toch waren we blij dat er die dag wat wolken in de lucht hingen, want lopen met de temperaturen hier is al een uitdaging op zich.

De derde dag in Moab reden we naar Canyonlands. Maar voordat je dit park in gaat kan je eerst de weg linksaf nemen naar Dead Horse Point State Park. Dit is geen onderdeel van het Nationale Park en je betaalt hier tien dollar voor, maar dat was het meer dan waard. Het uitzicht vanaf Dead Horse Point zag je later in Canyonlands nergens zo mooi meer. In de wijde omgeving alleen maar canyons met in het midden de Colorado River. Canyonlands daarna was ook nog steeds heel mooi hoor, met zijn arches en canyons, maar het mooiste plaatje van die dag was toch het state park.

Onbekendheid
Al zijn we beide al vaker in Amerika geweest er was een plek waar we allebei nog niet geweest waren en dat was Mesa Verde. Dit nationale park ligt beneden in Colorado en is nog lang niet zo bekend als de andere parken hier in Arizona en Utah.

Mesa Verde is een park waar je indianenhuizen vind die in kloven van bergen zijn gebouwd. Het is lastig om te omschrijven maar de foto's spreken boekdelen. Er zijn drie tours te doen binnen het park en daarnaast kan je ook twee kloven met huizen op eigen houtje bekijken. Voor elke tour betaalden we drie dollar per persoon, ongelofelijk maar waar. Als je nagaat wat je ziet, hadden ze er veel meer voor kunnen vragen, maar dat is misschien toch de schoonheid dat het nog niet door massatoerisme is ontdekt.

Omdat we meerdere dagen in het park hadden, deden we alle drie de tours en kregen zo een goed beeld van de indianen die hier leefden. Al is de ware geschiedenis voor iedereen een mysterie gebleven, daar deze indianenstam weinig bekend heeft gemaakt over hoe ze leefde en wat ze deed.

Via - een voor ons ander onbekend - Nationale Park, Natural Bridges reden we door Monument Valley richting de Grand Canyon, maar hier schrijven we de volgende keer meer over.


Het bezoeken van verschillende canyons en Zion NP
Zondag 28 augustus 2011. Las Vegas, Verenigde Staten.

Momenteel zijn we bezig met het rondje Nationale Parken zoals vele anderen die ook doen. Het is gewoon druk en dat zijn we eigenlijk helemaal niet meer gewend. De temperatuur is er ook naar, het is erg warm. We zijn niet echt van het plannen, maar Alexander heeft toch een aantal telefoontjes gepleegd, zodat we in ieder geval in de parken Grand Canyon en Zion op de camping konden staan. We zitten al aardig over het aantal miles heen, waar we voor betaald hebben. Naast dat we het gewoon makkelijk vinden om in de parken te staan, proberen we op deze manier ook nog wat minder te rijden.

De Grand Canyon zuid rim
Voor ons allebei was het de derde keer dat we in de Grand Canyon waren en het blijft prachtig. Maar die eerste verwondering, naar adem happen, je ogen niet geloven van de allereerste keer Grand Canyon, dat heb je op de een of andere manier niet meer. Het is prachtig om te zien, neem dat van me aan, we zijn dan ook vier dagen het park ingegaan en hebben mooie wandelingen over de rim en ook in de canyon gemaakt. Lars liep weer ontzettend goed mee op zijn korte beentjes. (Lars zijn woorden hoor! Zodra hij moe wordt tijdens het wandelen, begint hij er over hoe klein hij nog is en wat een korte beentje hij heeft. Op andere momenten, mogen we het woord klein niet in de mond nemen, want dan worden we teruggefloten door Lars, die dan aangeeft al heel groot te zijn!). Na vier dagen wandelen, vonden we het ook wel weer fijn om een paar dagen uit te rusten in Flagstaff.

94692_1314562135_500

Onbekende parken
Na een nieuwe camera in Flagstaff te hebben besteld en een week later opgehaald te hebben (de oude weigerde dienst, maar neem hem dat eens kwalijk na zoveel foto's moeten maken), reden we naar, het voor ons onbekende, Antelope Canyon. Dit ligt in Page, vlak bij de grens met Utah. Op de camping regelden we een tour; we reden met een soort van monstertruck door een zandgebied, waar je met gewoon vervoer niet kan komen. We reden tot aan een canyon, alwaar we een rondleiding kregen. Deze was ongeveer een kwart mile lang en gaf prachtige fotomomenten, wanneer de zon door de spleten en gaten van de canyon scheen. Alexander kon meteen de camera uitproberen.

Vervolgens reden we via een kleine omweg naar de noord rim van de Grand Canyon. Hier waren we beide nooit geweest en het stond vooral hoog op mijn verlanglijstje. Misschien zijn we ondertussen een beetje verwend, maar eerlijk gezegd viel het wat tegen. Qua toerisme is het nog heel rustig, dat is dan weer fijn. Er was een wandeling naar een uitzichtpunt en het was mooi, maar de zuidkant is veel mooier.

Op naar de rodeo
Maar niet getreurd we gingen op weg naar Bryce Canyon NP. Na een aantal rust dagen op de camping reden we naar het Nationale Park. Van twee jaar geleden dachten we ons nog te herinneren dat er een camping vlak voor de ingang van het park was, dit klopte nog ook! We stonden drie nachten op de camping, reden met een shuttle bus het park in en genoten van de prachtige wandelingen die in park te lopen zijn. Het is ongelofelijk om tussen de hoodoo's door te lopen (zo heten de rotsformaties, die van bovenaf gezien net een amfitheaters lijken).

Bij de camping was een klein dorpje, met een restaurant, winkel, postkantoor én een rodeo (elke avond om zeven uur). We zaten hier al een tijdje op te azen dus zagen we deze kans schoon. Fantastisch om mee te maken. Vooral om de presentator te horen omroepen, en dan mannen van jong tot oud op koeien, schapen (hele kleine kindertjes zaten hier op) en paarden te zien rijden (en er vanaf vallen). Op het laatst lieten ze nog het lassowerpen zien.

Na Bryce was het vlakbij gelegen Zion NP aan de beurt. Ik was er al eens een aantal dagen geweest, maar twee jaar geleden raceten we er in een dag doorheen. We zeiden toen al tegen elkaar: ‘Wanneer we eens de gelegenheid hebben, moeten we hier echt meerdere dagen blijven’. Die gelegenheid deed zich nu voor, dus hebben we die met beide handen aangepakt.

We stonden op de camping in het park en reden elke dag met de shuttle naar plekken om te wandelen. Het enige nadeel was misschien wel dat het zo verschrikkelijk warm was, waardoor we veelal op tijd gingen wandelen om daarna 's middags heerlijk bij het riviertje op de camping te kunnen zitten. Op dit soort dagen waren we erg blij met de airco in de camper.

Bekend is de wandeling Angels Landing, deze is negen kilometer lang, steil met kabels lang de wanden. Een prachtige wandeling maar qua afstand voor Lars net even te lang. Daarbij met de warmte en Arco in de draagzak zagen we het niet zitten, dus kozen voor een andere kortere wandeling ‘Hidden canyon'. Een prachtige wandeling, in de schaduw en tot Lars zijn groot genoegen, ook met staalkabels aan de wanden.

Al met al prachtige dagen in Zion. Nu zijn we in Las Vegas, van gokken komt niet zoveel (onder de 21 mag je je niet bij de gokkasten vertonen), maar we genieten volop van alle lichtjes en pracht en praal. Hierover volgende keer meer.


De laatste weken en terug in San Diego
Vrijdag 30 september 2011. San Diego, Verenigde Staten.

We zijn terug in San Diego, na zeven maanden reizen, 29 staten doorgereden en 19.000 miles op de teller zijn we terug bij af. Voordat we jullie trakteren op onze familiereünie, eerst nog even de laatste weken in California.

De hitte in
De laatste weken begon in snikheet Las Vegas. Het was over de 40 graden. We stonden op een camping bij het casino Circus Circus. Dit RV-park bestaat geheel uit asfalt. Drie dagen zaten we overdag in de camper met de airco aan, sprongen af en toe het zwembad in en gingen 's avonds de $trip op om ons heerlijk vol te eten bij het all you can eat buffet en keken naar de verschillende shows die buiten de casino's werden opgevoerd. We konden niet gokken, want kinderen onder de 21 mogen niet bij de gokautomaten in de buurt komen. En om de jongens nou buiten te laten staan vonden we ook zo iets.

97784_1317355316_500

Na deze drie dagen besloten we richting het noorden te rijden. We hadden een week om bij Yosemite NP te komen, aangezien we hier begin september een camping hadden gereserveerd. Tijd zat dus. We reden via Sequoia en Kings Canyon NP, waar je de grootste bomen ter wereld kan bewonderen en stonden een aantal nachten op een camping buiten Yosemite, waar we alleen een beetje gelezen, gezwommen en niks hebben gedaan. Vervolgens gingen we Yosemite NP zelf in. We hadden een campingplekje gereserveerd op een camping binnen het park met uitzicht op Half Dome. Dit was toeval hoor, want we hadden denk ik een van de laatste plekjes op de camping, aangezien we een week of twee van te voren belden om te reserveren (de meeste mensen reserveren zes maanden van te voren).

Het prachtige Yosemite
We hebben prachtige wandelingen gelopen in het park, in riviertjes gespeeld (Alexander, Lars en Arco) en een ochtend adembenemend zitten kijken naar de klimmers op El Capitain. Na vijf heerlijke dagen reden we richting San Francisco. Het was even zoeken naar een camping, maar uiteindelijk vonden we een RV park net ten noorden van de Golden Gate bridge. Vier dagen lang namen we ‘s morgens de brug, liepen rond door de stad, gingen naar Alcatraz en dronken biertjes op een terras. Genieten dus.

97784_1317355935_500

Vervolgens stond in het laatste weekend een afspraak met Ilse en vrienden van haar om te kamperen in Jullian. Omdat we nog een paar dagen over hadden besloten we naar Los Angeles te rijden. Deze keer sloegen we het bezoek aan Hollywood etc. over, maar Alex wilde graag naar een museum, waar de Big Boy stond (de grootste stoomlocomotief ter wereld). We hadden mazzel, want de camping stond aan de overkant van het museum en momenteel was er net de LA County Fair aan de gang (een kermis zo groot, daar valt de grote kermis van Hoorn bij in het niets). Dus naast de prachtige treinen keken we ook onze ogen uit op alle attracties.

Terug in San Diego
En toen gingen we op weg naar Jullian. Voor mij konden de minuten niet snel genoeg gaan, voordat ik Ilse, Mo, Yestin en Arwyn kon zien. We hadden een heerlijk weekend, de jongens vermaakten zich prima met hun neefjes en de andere kinderen en wij hadden het gezellig met zijn allen.

97784_1317356973_50097784_1317357155_500

En nu zijn we in San Diego, nog een weekje bij Ilse en Mo en de kinderen voor we naar huis gaan. We genieten volop, doen allemaal leuke dingen, gaan naar SeaWorld, de San Diego Zoo en zorgen er voor dat de jongens lekker met elkaar kunnen spelen. Lars en Arco zijn dolblij met het speelgoed van hun neefjes. Na maanden met dezelfde auto's en treinen spelen waren ze deze de laatste dagen ook wel zat.

We willen jullie allemaal bedanken voor het lezen van onze reisverslagen, de leuke berichten die we terug kregen en alle tips die we mee kregen en tot in Nederland maar weer.

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!