Artikelindex

Meat Cove
Maandag 8 augustus 2016. Cape Breton, Nova Scotia, Canada.

En het wordt ruiger. Cape Breton Island is het meest noordelijke stuk van Nova Scotia. Een brug verbindt het met de rest van de provincie. Het is een lange rit vanaf Port Greville. Langzaamaan wordt het landschap om ons heen bergachtiger. Langs de weg zien we veel invloeden van Schots-Keltische cultuur en van de Acadiërs – afstammelingen van Franse kolonisten, niet te verwarren met de ‘mainstream’ Franstalige Canadezen.

Ons vakantiehuisje staat in Pleasant Bay, net buiten Cape Breton Highlands National Park. We kijken uit over de oceaan. Daar kan je walvissen zien zwemmen, mits je meer geluk hebt dan wij. Zelfs onze boottocht met walvisgarantie gaat op het laatste moment niet door wegens te harde wind. ’s Nachts zit het ons meer mee: doordat er vrijwel geen strooilicht en bewolking is hebben we een geweldig zicht op de sterrenregen die uitgerekend deze dagen piekt. Heel gaaf, al hadden we natuurlijk voor elke vallende ster een walvis moeten wensen, bedenk ik nu.

Overdag vervolgen we onze Lamzac-campagne. Strandjes vinden is soms een uitdaging: we worden onverharde wegen op gestuurd en worden klemgereden door uit-parkerende campers, maar uiteindelijk wacht er altijd een klein paradijsje aan het einde van de weg. ‘Dat doen jullie goed,’ zegt een Canadees die voor z’n campertje een kop koffie drinkt. Hij doelt erop dat wij met het hele gezin het water in gaan. Wij vinden het vanzelfsprekend maar het valt ons op dat waterpret hier een exclusief kinderfeestje is. Vandaar dat die Lamzac zo aanslaat bij de Canadezen. Wat nou zwemmen. Bij Ingonish Beach is het overigens geraden dat we meezwemmen met ons kroost; de golven daar zijn spectaculair hoog.

SkytrailMeatcovecapebreton

Voor we Cape Breton verlaten willen we graag nog de Skyline Trail lopen, een wandelroute in het westelijk deel van het park. Met zeven kilometer lengte en ook nog wat hoogtemetertjes is dit een kleine uitdaging voor ons kroost, maar we besluiten de gok te wagen. We kunnen hooguit stranden. En dan doodgebeten worden door coyotes. Geen grappen, dat laatste overkwam een bekende Canadese folkzangeres een paar jaar geleden. Sindsdien staan langs het pad etiquetteadviezen voor als je een coyote – of een eland – tegenkomt. Wat je met een beer moet staat er overigens niet. Maar ik heb me ingelezen. Eerst bepaal je welk type beer er tegenover je staat. Trek daar gerust een kwartier voor uit. Daarna weet je of je al een kwartier in een boom had moeten zitten. Of dat je juist heel rustig achteruit had moeten lopen. Of dat je een dood lijk moet spelen, als je er niet al een bent. Kortom, mijd beren. (En toch lopen we hier. Het is niet het seizoen denk ik. En zij zijn banger voor ons dan wij voor hun. Huh huh.)

Tot onze verrassing zien we daadwerkelijk een eland, in de bosjes een meter of tien van het pad. Er zijn zoveel andere wandelaars in dit park dat we geen hoge verwachtingen hadden qua wild. Het is een kwestie van geluk, en misschien van voorop lopen in het peloton. Wat ons ook aangenaam verrast is de energie van Tessel. Onze dochter heeft deze vakantie een sprongetje gemaakt. Terwijl ze loopt als een kievit zingt ze het alfabet in het Engels. Ze voert zelfs dialogen in het Engels, zij het hoogst Babylonisch.
‘Are you a moose or a deer?’ vraagt een wandelaar.
‘Mama die meneer zegt dat ik een loser ben!’
‘Je bent een goede loopster Tessel!’
‘Hè ik ben toch geen lobster?!’

Natuurlijk is er nog wat inspirerend leiderschap nodig om haar de zeven kilometer op eigen kracht te laten voltooien. De laatste paar honderd meter worden opgeluisterd door het Theme from Star Wars. Het is onorthodox, spotify in een natuurpark, maar het helpt wel enorm om de moraal hoog te houden. En een prettig bijeffect is dat het beren op afstand houdt. Dat laatste kan ik natuurlijk niet hardmaken, maar de theorie valt ook niet te falsificeren. Ik ken mijn Popper.

Inhoudsopgave

Altijd gesloten?

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!