Een markt met een luchtje
Dinsdag 25 juli 2017. Negombo, Sri Lanka.
We zijn inmiddels bezig aan de tweede dag in Sri Lanka en we beginnen in ons vakantieritme te komen. Even terug in de tijd vanaf de aankomst: De aankomst verloopt vlot. We landen ‘s ochtends vroeg rond zes uur. Alle tassen zijn er en we komen zonder problemen door de douane. Na enige strubbelingen met de geldautomaat (ik deed steeds een paar nullen te veel... ff wennen) boeken we een taxi. Iedereen om ons heen wil ons in hun taxi hebben, maar we hadden van tevoren al uitgezocht dat de beste optie de officiële airport taxi is. Het is een mooie ruime minivan die ons snel naar de bestemming brengt. Dit is maar ongeveer tien kilometer, dus we zijn er zo.
Het hotel ziet er prima uit. Er staan drie grote huizen rond het zwembad. We kwamen al voor achten aan, maar binnen een uurtje zouden we al in de kamer kunnen. Als we echter tot elf uur willen wachten, dan kunnen we ook nog kiezen uit een ander huis wat er qua ligging ook erg mooi uitziet. We gaan voor het tweede huis, maar mogen het eerste huis nog wel even gebruiken om om te kleden enzo. Het heeft ‘s ochtends behoorlijk geregend en het is warm. Het zwembad is dan ook erg aanlokkelijk en rond een uur of negen liggen we allemaal in het zwembad. Afkoelen is er nauwelijks bij, want het water is ook een warm. Rond een uur of twaalf kunnen we in ons nieuwe huisje terecht. Erg volledig en erg fijn. Zelfs Anwar heeft een eigen bed, hoewel we maar vier besteld hebben. Iedereen is wel toe aan een dutje, maar we willen ook wat gaan eten. We besluiten erop uit te gaan voor een stevige lunch, zodat we er vanavond met een kleine snack vroeg in kunnen duiken met z’n allen. We gaan eten bij King Coconut. Een redelijk Westers restaurant aan het strand. Anwar verliest al snel de strijd tegen de slaap en valt naast Marjan op het bankje in slaap. Ook tijdens het eten is hij niet wakker te krijgen. Uiteindelijk nemen we zijn eten mee in een doggy bag. Tussen half acht en negen liggen we er allemaal in.
Vanmorgen hebben we de wekker gezet, want we gaan erop uit. Niemand is echter al helemaal wakker als we om acht uur bij het ontbijt aanschuiven. We krijgen eerst een mooi bord met fruit voorgeschoteld. Vervolgens nog een pannenkoekjes, eitje en toast. En prima ontbijt dat ons en goede start van de dag geeft. Na het ontbijt gaan de met twee tuktuk’s naar de vismarkt. Om met z’n allen in één tuktuk te gaan lijkt ons erg krap. De vismarkt is op het strand. Er liggen hier vele velden met vis te drogen. Voor we uit de tuktuk stappen komt de geur ons al tegemoet. Het is bovendien erg warm. We zien gelijk dat ze grote vissen aan het schoonmaken zijn achter een gebouwtje. Nadat we het vragen mogen we wel even komen kijken. Er worden (jammer genoeg) grote stukken manta gewogen wat ze vol trots vertellen. Ik voel me er niet prettig bij, zeker omdat dat ik twee jaar geleden op Bali nog heb gedoken met manta’s. Prachtige wezens en een zeer indrukwekkende ervaring. Maar ja, wat moet ik eraan doen en wat voor recht heb ik om hier wat van te zeggen. Verderop wordt met kleinere bootjes met grote buitenboordmotoren vis aan
land gebracht. De kleinere vissen worden uit de netten gehaald, nog een keer afgespoeld en gelijk in zout gelegd. Een andere manier van conserveren. Grotere vissen worden op het strand schoongemaakt en het slachtafval gaat met dezelfde manden zo weer terug de branding in een laat een bloedige waas achter. Even verderop bezoeken we de markt zelf. Hier worden de vissen per stuk of deel verkocht. We beginnen allemaal wel veel last te krijgen van de warmte. Vooral Morris heeft last van de warmte in combinatie met de geuren. Als hij even op een stoeprand gaat zitten om uit te puffen krijgt hij direct een plastic stoel aangeboden van een van de vrouwen. Sri Lankezen zijn aardig. De markt is zeker de moeite waard om over te lopen. Je ziet sommige vreemde vissoorten variërend van barracuda tot inktvis. Na ons bezoek aan de markt zoeken we weer twee tuktuk’s om ons weer naar het hotel te brengen. Zo gezegd zo gedaan. Voor een paar euro worden we weer voor de deur afgezet. ‘s Avonds eten we nog bij een leuke tent aan het strand. Onze keuze in het eten begint al meer de Aziatische kant op te gaan, zoals vis en noodles. We duiken er weer op tijd in.
Over gevangenisbussen en tempels
Woensdag 26 juli 2017. Negombo, Sri Lanka.
We willen het rustig aan doen vandaag en besluiten later op de dag wat te gaan plannen. Ik heb van anderen begrepen dat er ‘s ochtends vroeg een vismarkt is die veel grotere vissen verkoopt, zoals tonijn en haai. Ik zet mijn wekker daarom op zes uur. De avond van tevoren begin ik echter al last van mijn onderrug te krijgen en zes uur ‘s ochtends is de pijn nog een stuk erger. Ik besluit niet te gaan en er weer in te duiken. De pijn blijft wel doorzeuren gedurende de dag. We doen het in elk geval lekker rustig aan. De kinderen liggen de hele dag in het zwembad en wij vaak ook. We hebben ook een leuke klik met Mark en Hendrina en hun kinderen Indy en Sion uit Bodegraven. Ook een zeer reislustig stel met veel ervaring. Zij zijn al aan het einde van hun reis, dus hun tips zijn ook zeker welkom.
Rond half vijf regelen we weer twee tuktuk’s om nog wat dingen in Negombo te bekijken. We gaan eerst naar het oude Nederlandse fort. Hier valt alleen een stuk buitenmuur van te zien en een oude klokkentoren. Als we hier naartoe rijden, komen we langs een stukje haven dat ons sterk aan Jakarta doet denken. Ontzettend veel vuilnis en zwart water. Bah. Er staan nog wel meer delen van het fort overeind (ja, wij Nederlanders gingen voor kwaliteit in de zeventiende eeuw...), maar daar kun je nu niet naar binnen omdat dit een gevangenis is. Als we bij de ingang staan kijken horen we opeens de toeter van de gevangenis bus vlak achter ons. We schrikken ons een hoedje. De bewaker staat dreigend met een bos handboeien aan zij riem te zwaaien als hij ons voorbij rijdt. We zijn aardig onder de indruk van de plotselinge bus met gevangenen, maar vooral Mayra komt hier nog een paar keer op terug bij ons met wat vragen. We stappen weer in de tuktuk en rijden naar de hindoeïstische tempel die op de heenweg gesloten bleek te zijn. Dit is een leuke tempel, maar niet om nu echt van warm te draaien. Ze zijn binnen bezig met mooie bloemen een soort praalwagen te versieren. Als onze chauffeur uitlegt dat de bloemen echt zo’n prachtige felle kleur hebben moet Mayra wel even lachen, omdat we zagen dat vijf minuten eerder iemand met een spuitbus de bloemetjes aan het bijspuiten was. Later rijden we nog langs de haven en het kanaal wat wij Hollanders lang geleden al hebben gegraven (zie je wel, kwaliteit...). Wel leuk om even rond te kijken, maar niet om gelijk over naar huis te schrijven.
De laatste stop is een boeddhistische tempel. We lopen naar binnen door een nagemaakte bek van een luipaard. De monnik doet speciaal voor ons in sommige kamers het licht aan een vertelt aan de hand van muurschilderingen en kitsch-achtige beelden een uitgebreid verhaal over de levensloop van boeddha. Wel leuk, maar een tikje te ingewikkeld en uitgebreid. Uiteindelijk worden we nog geacht in het donatie boek te schrijven en (enigszins verplicht) een vrijwillige donatie te doen.... Buiten de tempel ruikt Marjan de geur van een bloem die ze al eerder had geroken bij het hotel. Nu komt ze erachter dat het vaak een struik met kleine witte bloemen komt. Heerlijk. Als we weer richting hotel rijden begint het al donker te worden.
Nadat we weer zijn afgezet (letterlijk dan) gaan we op zoek naar een restaurant. We kunnen het vanavond niet zo goed vinden. Wij willen nu toch wel aan de curry, maar het overgrote aanbod bestaat uit westers eten. Bij de Italiaan ruikt het bovendien heerlijk, maar we weerstaan de verleiding. Uiteindelijk ouwehoert Marjan wat met een jongen in de straat die ons een winkel in wil lokken. Hij zegt dat een restaurant verderop heerlijke curry serveert. Hij zegt dat als het niet lekker is dan betaalt hij de rekening. We lopen er heen en zien dat het restaurant er goed uit ziet. We zijn hier eerder aan voorbij zijn gelopen omdat er niemand zat (meestal geen goed teken). Het is een leuk restaurant met open keuken. Ook prettig. Hij gaat enthousiast voor ons aan de slag en een halfuurtje later zitten wij aan een heeeerlijke curry. De kinderen krijgen een vers gemaakte cheeseburger. We smullen allemaal. Hij wil ook graag een praatje maken en vertelt honderd uit over zijn avonturen en kinderen. Hij vertelt ook dat hij de eigenaar is van een stuk of vier winkels en dat hij in Duitsland heeft gestudeerd. In het begin hadden we nog medelijden met hem en zijn lege restaurant, maar het medelijden laten we snel varen na die verhalen. Misschien wil hij het helemaal niet zo druk hebben....
We hebben bij ons hotel ook al geïnformeerd voor vervoer voor morgen naar Dambulla en vragen hem ook nog of hij iemand kent die ons daar heen kan brengen. Hij belt even en een minuut later staat daar diezelfde jongen die dit restaurant had aanbevolen voor ons neus. Hilarisch natuurlijk. De prijzen blijken nagenoeg gelijk te zijn, dus we kiezen voor de taxi via het hotel. Meestal is dat een betere garantie dat de chauffeur ook daadwerkelijk komt opdagen.