Artikelindex

Daibutsuden
Vrijdag 5 april 2013. Nara, Japan.

De laatste ochtend bij de monniken krijgen we weer een… bijzonder ontbijt. Maartens Brabantse genen worden aan alle kanten gepaaid, want er staat onder andere een lekker warm bakje rijstepap op het menu. Nou schat, neem er maar lekker twee. Om van te rillen, echt waar.

Bij het uitchecken stelen de meiden de harten van de monniken door héél diep te buigen en heel lief op z’n plat-Japans ‘ariegátó’ te roepen. Wellicht zwicht ‘jammer-monnik’ nu toch nog voor de gezelligheid van een gezin. Dan hebben we in elk geval één Japanse dame heel erg gelukkig gemaakt.

We doen het grootste gedeelte van onze reis naar Koya-san, maar nu in omgekeerde volgorde. Met de bus naar de kabelbaan, met de kabelbaan naar beneden, trein in, naar Shin-Imamija en nu door naar Nara. Klinkt nu als appeltje-eitje, maar voor de meiden was het een hele zit. We nemen ons dan ook voor het in Nara verder vandaag rustig aan te doen en er morgen op uit te trekken naar de bezienswaardigheden.

Ons hotel, het Sun Hotel, zit op loopafstand van het JR Nara Station. Als we aankomen en onze bagage achter willen laten om te gaan lunchen blijkt onze kamer al klaar. Nou, dat is heel mooi! We nemen de lift naar boven naar onze twin room, maar dan valt mijn oog op een andere kamer. Geen twin, maar wel een mooie double, eentje met véél meer netto vloeroppervlak. En met ‘véél meer’ bedoel ik dan: naar Japanse maatstaven. We vragen bij de receptie of het mogelijk is om te wisselen, en dat kan. De kamer is ook nog 1000 Yen goedkoper en dat verschil krijgen we netjes terug.

Ondertussen heeft Maarten de weersverwachting nagekeken. Vandaag prachtig, morgen vreselijk. Oké, dat strookt niet helemaal met onze planning. We gooien het plan dan maar om, lunchen op een bankje in de zon en nemen na de lunch gelijk een taxi naar Nara Koen park. In dit park staat de Daibutsuden, een grote hal met daarin de grootste bronzen Boeddha ter wereld. ‘Hal’ klinkt nou een beetje als Brabanthal of Rijnhal, maar het is meer een tempel. Dat zeggen we natuurlijk niet tegen de meiden, want dan zetten ze gelijk de hakken in het zand. We zeggen ‘gebouw’, da’s lekker neutraal. Wat verder nog leuk is aan het park is dat er zo’n 1200 herten rondlopen. Nou hebben we daar goede ervaringen mee (Za’k oe slaon?!), dus we zijn heel benieuwd. Aan de bordjes te zien zijn hier zelfs level 4 hertjes (zie onderste rij: butt & knock down – ook lekker dan). Onze meiden kennen geen angst, want die weten dat Super Papa a.k.a. The Deer Hunter, hun hand vasthoudt. En ieder hert dat ook maar een poging doet iemand uit ons gezin te butten of te knock-downen gaat in de ragout.

Goed, de Boeddha. We wandelen naar de Daibutsuden, waar ook hier de kersenbloesem in zijn roze pracht staat te knallen. Wat een cadeautje. Als we de hal inlopen moet je echt je hoofd in je nek leggen. Dit is echt een Grote Boeddha, wauw. Heel indrukwekkend. Het beeld is 15 meter hoog, het gezicht alleen al meet ruim 5 meter. Er staan diverse panelen bij met Engelse uitleg over wat je ziet, die geven gelukkig wat duiding aan alle sprookjesfiguren die een plaatsje in Boeddha’s nabijheid hebben verdiend.

DSC06401 klein

In één van de palen die de tempel dragen zit een gat gemaakt. Dit gat is zo groot als een neusgat van de Boeddha, en volgens een legende bereikt iedereen die er doorheen kan in een volgend leven de verlichting. Geen boter bij de vis dus, maar in het hiernamaals komt het allemaal goed. Fijne gedachte. Tara en Mila kunnen hier natuurlijk nog met gemak doorheen en dat willen ze ook graag. En nog een keer. En nog een keer. Ik zeg: als het gaat om de verlichting in een volgend leven kun je niet zorgvuldig genoeg zijn, dus doe maar lekker.

Wanneer we de tempel uit wandelen komen we langs een kraampje waar je een dakpan kunt kopen en vervolgens beschilderen. Deze dakpan wordt dan bij de renovatie van de tempel op het dak gelegd. Geen idee of dat ook echt een keer gaat gebeuren, maar we vinden het een charmant idee en zeg nou zelf: dakpanschilderen, wie wil dat nou niet? We laten de eer aan onze kinderen om er iets moois van te maken en verwijzen jullie voor het eindresultaat naar de foto’s.

DSC06459 kleinDSC06473 klein

De zon schijnt uitbundig, de kersenbloesem staat in bloei en we zijn in een prachtig park met legio bezienswaardigheden. We schroeven het tempo daarom even terug, gaan op een bankje zitten en genieten van al het moois om ons heen. Aan het eind van de dag hebben de meiden iets lekkers bij elkaar gestickerd en nemen we de bus terug naar het hotel.

Om ons avondeten uit te zoeken wandelen we dan een grote supermarkt in onder het station. Oh my Goodness. Dat is genieten! Wie niks geeft om boodschappen doen: lekker doorscrollen nu. Wie wel kan genieten van 26 soorten pindakaas: let op! We komen hier in Japan namelijk heel veel supermarktjes tegen. Seven Eleven, Lawson, Family Mart… maar dat zijn allemaal van die buurtsupertjes. Wij vroegen ons al af waar de gemiddelde Japanner nou zijn weekboodschappen doet. Nou, bij een winkel zoals deze. Supermarktsushi is in de regel niet om over naar huis te schrijven. Maar hier is een keuze, ongekend. Maki sushi (de rollen) kun je met een tang pakken en in een bakje leggen. En (in mijn ogen dan) exotische dingen zoals verse inktvispoten en zalmkaviaar: ligt gewoon in de koeling. En dezelfde koeling heeft een warmhoud-gedeelte waar je visburgers, gebakken gamba’s en moten zalm kunt inpakken. Net voorbij de kassa staat een magnetron als je met je opwarmmaaltijd niet meer kunt wachten tot thuis. En wil je droogijs kopen? Geen probleem, bij de kassa staat een automaat. Nou ja. Ik geniet ervan.

We onderwerpen de supermarktsushi op onze hotelkamer aan een vergelijkend warenonderzoek en zeggen: thumbs up! Tot slot de meiden nog even lekker door een sopje geslagen en onder de wol. Morgen weer een dag!

 

Save it for a rainy day
Zaterdag 6 april 2013. Nara, Japan.

I4HsX kleinHet weer in Japan blijft ons verbazen. Liep ik gisteren nog in een topje, vandaag is het ene grauwe massa wolken. En daar blijft het niet bij: het regent ook pijpenstelen. We maken er een rustig-aan-dagje van en benutten onze vrije tijd om het laatste stuk van onze Japan-trip te voor-evalueren. Ziet dat er nog steeds goed uit? Staan we er nog achter? We zien hoe Mila gedijt bij meer rust, en we hebben in ons huidige plan nogal wat kilometers voor de boeg. Sommige daarvan zijn geclusterd in forse reisdagen, waarvan ééntje met een treinreis van bijna 8 uur. Thuis in Nederland leek ons dit ook al niet ideaal, maar hinkten we op de gedachte ‘Och, één keertje moet dat toch wel kunnen’. Nu hebben we aan den lijve ondervonden hoe lastig het kan zijn, zeker als de trein steeds voller wordt en er voor de kinderen geen eigen stoel is. Weinig (lees: geen) bewegingsruimte dus, en de tablets zijn (voor Mila in elk geval) een no-no in verband met reisziekte.

Met pijn in ons hart schrappen we onsen-stadje Kinosaki, waar we onszelf in gedachten al in yukata over straat zagen wandelen, van badje naar badje. Ook schrappen we mystiek Nikko, waar we ons bezoek zo gepland hadden dat we een festival konden meemaken. Aiaiai, zelfs als ik het nu opschrijf vind ik het nog erg. We pakken vervolgens de landkaart van Japan erbij, leggen onze vinger op Kyoto (vertrekpunt) en Tokyo (eindpunt) en kijken dan wat er tussenin ligt. Het kasteel van Matsumoto, bijvoorbeeld. Hhmm, vreselijk blasé om te zeggen misschien maar we hebben al een aantal kastelen bezocht – doe maar niet. De waterrijke omgeving van Hakone dan? Hhmm, is een uitvalsbasis voor een weekendje weg voor inwoners van Tokyo dus torenhoge prijzen – doe maar niet.

Het duurt even, wat, het duurt de hele dag om dit ontzettende luxeprobleem op te lossen. We hebben zes dagen ‘over’ en krijgen geen goed alternatief in elkaar gedraaid om deze in te vullen. Als we dit van tevoren hadden geweten, hadden we deze zes dagen op andere plaatsen langer kunnen blijven. Maar goed, ‘achteraf kiek ‘ie’ een koe in de kont’ en daar hebben we nu niks aan. We komen uiteindelijk op het volgende plannetje:
1) We blijven twee nachten langer in Kyoto. We hebben een waslijst van bezienswaardigheden, we kunnen makkelijk nog een week extra vullen als het zou moeten. Met twee dagen erbij kunnen we meer doen en in een langzamer tempo.
2) Vanuit Kyoto gaan we dan backtracken, voor drie dagen terug naar Nara. Daar hebben we per slot van rekening maar een halve dag doorgebracht en er is nog zat te zien - Maarten regelt de nieuwe reservering bij het Sun Hotel, ik regel voor die dagen goed weer.
3) Tot slot gaan we één dag eerder naar Tokyo. Daar is ook ontzettend veel te doen, ook voor de kinderen, dus die dag vullen we met gemak.
Zo poetsen we die zes dagen weg zonder extra reisbewegingen en geven we onszelf rust. Bij terugkeer staan er bij onze werkgevers ook weer twee prachtige stoelen voor ons klaar, en daar willen we uitgerust weer op gaan zitten.

Tegen de tijd dat het ei hierover volledig gelegd is, is de dag om. Opgelucht dat we er geen nachtrust over hoeven te missen duiken we in ons bedje. Morgen op naar Kyoto, waar we onze vriend Marco gaan treffen. Hij moet voor zijn werk naar Japan en is wat eerder van huis gegaan om een paar dagen met ons door te kunnen brengen. Hoe leuk is dat?!

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!