Artikelindex

EdithMaarten200Edith en Maarten maken een lange reis met kinderen: Japan
14 januari - 26 april 2013

Met Tara (4) en Mila (3) reizen Edith en Maarten ruim drie maanden door zonniger delen van de wereld. Naar Thailand waar de meiden onderzoek doen naar het beste strand om zandtaartjes te bakken. Naar Maleisië waar het feest is, omdat opa en oma komen en helpen bij de zoektocht naar orang-oetans. En, heel bijzonder, naar Japan, voor het lekkere eten en waar de meiden Mickey gaan ontmoeten in Tokyo Disney.

Door Edith van der Sande

 

 


Op naar Japan
Woensdag 13 maart 2013. Osaka, Japan.

Onze vlucht naar Osaka met Air Asia verloopt vlotjes en zonder bijzonderheden. Als we aankomen in Japan zijn we alle twee heel benieuwd naar wat ons de komende zes weken te wachten staat – in positieve zin overigens, want we hebben er hartstikke veel zin in!

De eerste controle is er eentje op gezondheid. Warmtesensoren staan op de rij inkomende bezoekers gericht en pikken mensen met koorts eruit. Hier hebben wij geen last van, dus we kunnen gewoon doorlopen. Dan de douane. Er zijn rijen voor Japanners en rijen voor niet-Japanners. Er loopt bij onze rij een oudere mijnheer met een armband om met 'information' erop. Als hij ons aanspreekt om onze inreiskaart te controleren blijkt echter dat hij geen woord Engels spreekt, dus wij zijn blij dat we van deze man geen 'information' nodig hebben. Na het nemen van een foto en vingerafdrukken zijn we het land in.

We lopen verder naar de bagageband, waar onze koffers al op liggen. Het bagagesysteem werkt hier hetzelfde als op elke luchthaven: monitoren met vluchtnummers en daar achter bagagebandnummers. Eitje. Boven elke band hangt ter bevestiging nog een groot scherm met het betreffende vluchtnummer. Maar hier staat er ook nog een jongeman bij de band met een bordje met het vluchtnummer die iedereen aanspreekt of hij/zij wel bij juiste band staat. Een staaltje Japanse degelijkheid waar we nog veel meer van gaan zien, vermoeden wij.

We pinnen Japanse Yen en slaan deze aan voor een bakkie straffe koffie voor Maarten. Zo hebben we gelijk het biljet van 10.000 klein gemaakt. Dan gaan we ons hotel opzoeken. We vinden het leuk om te kijken hoe ver we komen zonder een taxi te nemen – met een nachtvlucht achter de kiezen gaan we de flexibiliteit van onze meisjes niet testen. Eerst nemen we de trein naar station Namba. Vanaf daar stappen we op de metro naar halte Shinsaibashi. Het klinkt nu heel eenvoudig, maar er is wat hulp van stationbeambten bij nodig om de automaten te doorgronden. Gelukkig zit er een knop 'English' op, dus een volgende keer redden we ons wel.

Als we bij ons hotel komen is de kamer nog niet klaar. We laten onze bagage achter en gaan eerst iets drinken op onze geslaagde vlucht en hotelopsporingsmissie. Door voet op Japanse bodem te zetten zijn we gelijk soort van analfabeet. Sommige dingen, met name op de luchthaven en in de metro, zijn nog keurig in Westers schrift vertaald, maar het meeste natuurlijk niet. We vinden een 7Eleven en slaan daar iets in voor de lunch. Maarten heeft op zijn telefoon een speeltuin gevonden, dus daar kunnen onze meiden na het eten naar hartenlust even rennen, glijden, schommelen en spelen. Leuk om te weten: Maarten heeft tijdens onze voorbereidingen een bedrijf in Japan gevonden dat mobiele routers verhuurt. Bij aankomst in het hotel lag deze al keurig voor ons klaar. Wij hebben dus nu onze eigen internetverbinding bij ons, waar onze mobieltjes en de laptop op zijn aangesloten. Altijd wifi, hoe heerlijk!

HeartonHotel kleinFlag Japan klein

Als aan het begin van de middag onze kamer klaar is, duiken we allemaal even in bed voor een tukkie. Daarna is het al etenstijd. Omdat het zoeken van een schattig en budgetvriendelijk Japans restaurantje vandaag een brug te ver is, trakteren we onze meiden op de McDonalds. Daarna kieperen we ze in bed en gaan zelf op de gang nog even zitten kletsen. Als onze overbuurman zijn kamer betreedt, zeggen we hem vriendelijk gedag. Niet vriendelijk genoeg blijkbaar, want vijf minuten later staat de receptionist naast ons. Of we niet op de gang willen zitten, op verzoek van onze overbuurman. 'He doesn't feel comfortable'. OK, wat hij wil. We vegen ons boeltje bij elkaar en duiken in bed zonder de wekker te zetten. We knijpen elkaar nog even. We zijn écht in Japan!

 

Osaka Aquarium
Donderdag 14 maart 2013. Osaka, Japan.

We slapen donderdag een gat in de dag. Pas rond negenen worden we wakker. Geeft niets, want nu zijn we helemaal klaar voor een leuk dagje weg. We ontbijten op de kamer (tsja, Japan is niet goedkoop en ontbijt is bij dit hotel niet inbegrepen dus je moet wat... ) en gaan dan op naar het Osaka Aquarium. Onze kleding is nog niet aangekomen, dus we trekken laagjes zomergoed over elkaar heen. Een trui hebben we allemaal wel aan, dus echt verkleumen zullen we niet. Het metrosysteem in Osaka is uitstekend te doen, mits je weet hoe de halte heet waar je heen moet.

Ons hotel heet Hearton Hotel Shinsaibashi en ligt in een leuke wijk, midden tussen de winkels en op steenworp afstand van de metro. De kamers zijn op zijn zachtst gezegd niet ruim, maar blijkbaar geldt dat voor alle Japanse hotelkamers. De badkamer lijkt er op het laatst ingezet, alsof het een losse cabine is. Piepklein ook, maar wel voorzien van bad inclusief héérlijke douche, Sisheido verzorgingsspulletjes en losse toiletartikelen zoals tandenborstels en dergelijke. De kamer is schoon, heeft een koelkastje en een prima bed. Leuk: er liggen twee kimono's op bed voor na het badderen. Bij de boeking hebben we gekozen voor een twin room, dus een kamer met twee aparte bedden die net iets breder zijn dan een éénpersoons. Zo kunnen we allebei een kind in bed nemen, want onze handige Deryan tentjes passen hier dus echt niet meer bij.

Onderweg naar het Osaka Aquarium halen we bij de 7Eleven onze lunch. Als we verder doorlopen komen we langs het Tempozan reuzenrad van wel 112 meter hoog – een van de hoogste van de wereld. Daar willen Tara en Mila uiteraard in, en ik ook. Maarten is met zijn milde hoogtevrees wat minder enthousiast maar laat zich natuurlijk niet kennen. Gelukkig zijn de cabines winddicht, want het is toch frisser dan we dachten. Vanaf deze grote hoogte heb je een prachtig zicht over de stad en met de handige stickers die op de cabine zijn aangebracht weet je ook nog waar je naar kijkt.

DSC04853 klein

Na een rit van een kwartier staan we weer met de voeten op de grond. We zoeken de warmte van een winkelcentrum en eten daar onze lunch op een bankje. Dan is het tijd om verder te stappen naar de echte bestemming van vandaag: het aquarium. Mila mag nog gratis naar binnen, dus dat is mooi. Aan het begin van het aquarium staat in de vloerbedekking verwerkt dat je een kleine kilometer voor de boeg hebt. Eerst ga je naar boven, waarna je verschillende zee-werelden passeert, van de Zuidpool tot het Great Barrier Reef.

Een van de publiekstrekkers is de 4,5 meter lange walvishaai die in een gigantisch bassin zwemt, dat de Stille Oceaan voorstelt. In dit bassin alleen al (negen meter diep en 34 meter in doorsnede) zit 5,4 miljoen liter water. Het grootste glaspaneel van dit bassin is vijf bij zes meter en is dertig centimeter dik. Echt indrukwekkend. Oh, en de walvishaai trouwens ook.

Tegen vijven hebben we de kilometer afgelegd en alle wereldzeeën bekeken. We wandelen weer richting metro, sjezen naar huis en stappen in de buurt van ons hotel een restaurantje binnen. De stokoude eigenaar kijkt zeer verbaasd, alsof we de eerste Westerlingen in zijn restaurant zijn (en misschien zijn we dat ook wel). We krijgen gelijk allemaal een kopje thee, een glaasje water en een warm handdoekje. Daar zijn eigenlijk nog het meest blij mee want we zijn goed afgekoeld. De menukaart bevat maar een paar gerechten die gelukkig voorzien zijn van fotootjes. We spreiden het risico en kiezen drie gerechten uit, maar na het bestellen van het tweede gerecht wandelt onze bejaarde ober weg. Zou hij het zo voldoende voedsel vinden? En van een drankje bestellen is al helemaal geen sprake: ze staan niet op de kaart.

Als het eten komt zijn we aangenaam verrast. Het is hartstikke lekker, geen dubieuze stukjes in het vlees die 'knoep' zeggen als je er op kauwt en ook de kinderen smullen ervan. Bovendien is het precies genoeg. De thee is ook lekker, dus het geld van de drankjes houden we op zak. Na een volle maar leuke dag gaan we lekker terug naar ons hotel.

 

En toen was er post...
Vrijdag 15 maart 2013. Osaka, Japan.

Voordat we naar Azië vertrokken hebben we warme kleren uitgezocht voor Japan. Omdat we deze kleren niet door Thailand en Maleisië mee wilden slepen bedachten we dat we ze vooruit konden sturen naar ons eerste hotel in Japan. Mijn zus Marjan heeft ons hierbij enorm geholpen door het verzenden voor haar rekening te nemen (Marjan: nogmaals super bedankt!). Na wat mailtjes van Marjan snapte het hotel de bedoeling, ze zouden de pakketjes voor ons in ontvangst nemen en aan ons afgeven als we incheckten. Toen we aankwamen in het hotel waren er echter geen dozen: 'no... no packets for you'. Marjan ging aan de slag en vond uit dat de pakketten nog bij de douane lagen. De afgelopen dagen controleerden we iedere dag of ze al bezorgd waren, maar helaas: 'no... no packets for you'. Zondag reizen we door naar Fukuoka (600 kilometer verder) dus we dreigden de dozen met kleren mis te gaan lopen.

Vanochtend belde de receptie dat de dozen waren aangekomen! Eindelijk! Ik ging meteen met de meiden naar de receptie om ze op te halen. Tara en Mila wilden er allebei een dragen en op de kamer begon Het Grote Uitpakken. En wat een verrassingen! Lieve post van vrienden met Paasknutsels voor de kinderen en zelfs een zakje Hollandse paaseitjes, een fotostripboek van ons kleine nichtje Sanne en een boekje van Tara's Krokodillenklas met daarin tekeningen van het project 'Kunst'. Veel dank daarvoor allemaal, wij waarderen dit enorm!

We hijsen ons gelijk in warmere kleding. Hhm, schoenen aan je voeten voelt weer even onwennig na zoveel weken slippers maar in dit klimaat wel veel prettiger dan koude tenen. Het is hier nu overdag rond de vijftien graden. Temperaturen waar menig Nederlander naar snakt, voor ons een verschil van zo'n twintig graden – nogal dus.

Vandaag willen we naar het Osaka Castle, een kasteel van ruim 500 jaar oud met een bewogen geschiedenis. Het is meerdere malen verwoest door brand en is uiteindelijk eind vorige eeuw 'gerestaureerd' door het gebouw compleet uit beton te herbouwen. Van buiten ziet het er indrukwekkend uit met de meerdere grachten die om het hoofdgebouw liggen. We hebben vanochtend rustig aan gedaan dus tegen de tijd dat we er zijn is het alweer lunchtijd. We kiezen voor wat Japanse warme snacks zonder precies te weten wat we bestellen. Het blijken visballetjes in een erg melige uitvoering en deegballetjes met in ieder balletje een poot van een mini-inktvis. Allebei vallen ze echter niet in de smaak dus we doen een tweede poging. Deze keer kom ik terug met een soort Frankfurter worst op een stokje en een worst op een stokje die verpakt is in een oliebol. Deze keus smaakt prima en ik haal voor Edith en de meiden een tweede rondje eten.

Het wordt tijd om het kasteel te bekijken dus we kopen bij een kaartjesautomaat aan de voet van het kasteel twee tickets – de meiden mogen weer gratis naar binnen. We nemen de lift naar boven op aanwijzing van het personeel en gaan met wat laatste trappen direct door naar de top van het kasteel. Hier hebben we een mooi uitzicht over Osaka, de kasteeltuinen en de grachten rondom het kasteel. Inmiddels valt ons ook op dat het gebouw van binnen meer lijkt op een kantoorpand dan op een 500 jaar oud kasteel. De historie is alleen te zien in de vele museumstukken die in glazen vitrines zijn uitgestald. Het kan Tara en Mila maar matig boeien. In een rap tempo werken we ons door de geschiedenis van dit kasteel waarbij we af en toe een verdieping overslaan als we naar beneden lopen. De meiden kunnen maar een beperkte hoeveelheid historie op een dag hebben.

Na een uurtje in en om het kasteel gelopen te hebben gaan we richting 'Den Den Town', het elektronica Walhalla van Osaka. We hebben bedacht dat het leuk is voor de meiden als ze allebei een kleine tablet hebben met eigen films en foto's, voor onszelf willen we hier ook graag een tablet kopen. De prijzen liggen een stuk lager dan in Nederland en je krijgt hier ook nog eens de BTW terug. In 'Den Den Town' zitten in één wijk meer dan honderd winkels vol met alles waar een snoer aan zit: PC's, tablets, telefoons, telefoonhoesjes, kabeltjes etc. We hebben ons voorbereid dus we weten wat we willen, nu nog een winkel waar we dat voordelig kunnen kopen. We lopen winkel in, winkel uit maar de tablets die we zoeken zijn hier niet zo populair. De prijzen verschillen tussen de winkels en we zoeken driftig naar de laagste prijs. Na een uurtje winkels afstruinen komen we tot de ontdekking dat veel van de tablets die we zien tweedehands zijn. De meiden houden het goed vol maar snappen niet waarom we iedere keer weer zonder tas een winkel uitlopen. We slagen uiteindelijk bij een winkel waar we ook meteen de BTW terug krijgen. Helaas is hiervoor ook mijn paspoort nodig dat ik in het hotel heb laten liggen. We moeten morgen terug komen om de spullen daadwerkelijk te kopen.

Inmiddels is het al donker en tijd om wat te gaan eten. Op een hoek zien we een leuk restaurantje waar we meteen induiken. Binnen blijken ze echter geen menukaart te hebben maar een betaalautomaat die nog het meest op een sigarettenautomaat lijkt. Je moet je keus hier bepalen en ook meteen betalen. De bonnetjes die de automaat uitspuugt geef je vervolgens aan de kok. Leuk systeem, alleen snappen wij de Japanse opschriften niet op de machine. We drukken op wat knoppen waar kleine plaatjes van gerechten bij staan en geven de bonnetjes aan de kok. Binnen vijf minuten staan er drie lekkere gerechten op tafel, de meiden eten zonder sputteren mee. Inmiddels kennen we het metro systeem van Osaka op ons duimpje dus de weg terug naar het hotel is makkelijk. Morgen terug (met paspoort) om de tablets op te halen... Wordt vervolgd!

 

Voor alles is een markt
Zaterdag 16 maart 2013. Osaka, Japan.

Zoals beloofd aan de kinderen gaan we zaterdag terug naar Den Den Town om onze slag te slaan op tabletgebied. Dit keer leggen we het tochtje af in heerlijk warme kleding – scheelt een pak in zowel de temperatuur als van ons hart. Hoewel op een aantal sites werd aangegeven dat onderhandelen goed mogelijk is, komen wij daar (als geoefende afdingers) toch van een koude kermis thuis. Het enige dat we voor elkaar krijgen, maar dat krijgt iedereen, is dat we de goederen taxfree kunnen aanschaffen. Scheelt toch vijf procent, dus is zeker de moeite. Uiteindelijk realiseren we ons dat als korting op de tablets niet mogelijk is, er wellicht ruimte zit in de accessoires. We stellen de verkoper daarom voor om ons een accessoire cadeau te doen. Dat behoort inderdaad wel tot de mogelijkheden. Aha. Toch weer een boel centjes bespaard.

Bij het afrekenen doet zich een euvel voor dat we nu al een keer of 3 à 4 gehad hebben: de creditcard van Maarten weigert. En nee, dat is niet omdat het saldo ontoereikend is. We hebben er al twee telefoontjes naar Visa in Nederland aan gewaagd, maar zij geven steeds aan dat hij het gewoon zou moeten doen. De jongen achter de kassa krijgt er zelf ook vlekken van in zijn nek en belt met bibberende vingers naar Visa Japan. Die vertellen hem telefonisch welke knoppen hij op de kassa aan moet slaan en klaar is Klara. Wie het snapt, mag het zeggen.

Met een flinke hap uit ons budget, maar een prachtige investering rijker, wandelen we de winkel uit. Thuis kijken we wel onder welke grootboekrekeningen we deze kosten gaan wegpoetsen. Waarschijnlijk onder de posten 'souvenirs', 'algemene ontwikkeling van de kinderen', 'IT' en de rest onder 'onvoorzien'. We zoeken met Google Maps weer een speeltuin in onze buurt en lunchen daar heerlijk in het zonnetje. (Jongens, nog heel even volhouden en dan zijn jullie ook aan de beurt met de lente in Nederland, echt waar!) Een banaan, chocolademelk, drinkyoghurt, dikke sneeën brood met Fred&Ed chocopasta en sojaboontjes... het is een bij elkaar geraapte bende waar niemand enige culinaire lijn in kan ontdekken, maar we smullen ervan. De meiden moesten zich net in de winkel behoorlijk inhouden, dus nu kunnen ze naar hartenlust rennen, glijden en klimrekken.

Wanneer we naar de metro lopen stelt Maarten voor een andere route te nemen om te voorkomen dat we wéér door de winkelstraat van Den Den Town moeten. Goed idee. We lopen op ons gemakkie naar een ander metrostation als we per ongeluk (lees: per geluk) uitkomen op de Kuromon Ichiba markt. Hier halen de Osakanen (hhmm... is dat een woord? Osakiërs? Osakezen? Nou ja, de inwoners van Osaka) hun verse spulletjes. We komen langs verser dan versere vis, dode en levende krabben, garnalen en fugu – de kogelvis. Je weet wel, als die verkeerd wordt klaargemaakt leg je het loodje. Ook winkeltjes in verse benodigdheden voor sushi zoals de rijst en de norivellen, winkeltjes in sushi-omeletten, kraampjes met sushi, kraampjes met tempura en kraampjes met inktvisballetjes. Alle vier kijken we onze ogen uit. We shoppen gelijk ons avondeten bij elkaar. Helaas waren we vergeten het kaartje van het fototoestel uit de laptop te halen na het bijwerken van het blog, dus de foto's zijn met mijn telefoon gemaakt en al eerder gepost op Instagram, Twitter en Facebook. Geen hele hoge resolutie dus.

Vlak bij de metro komen we langs een dierenwinkel waar ze eigenlijk 'How much is that doggy in the window?' zouden moeten draaien. Allemaal hokjes met puppies, allemaal allerschattigst en allemaal met een enorm hoge aaibaarheidsfactor. Tara en Mila zijn dolenthousiast, dus uiteraard gaan we even naar binnen om beter te kunnen kijken. De pups hebben allemaal speldjes in of hoedjes op, heel mallotig. Ik verwacht eigenlijk de vraag 'Mama, mogen wij er ook eentje?', maar die blijft uit.

Terug in het hotel installeren we gelijk de tablets van de meiden. Ze zitten te popelen om erop te spelen en wij realiseren ons terdege dat we met deze aanschaf een enorm discussiepunt in huis hebben gehaald. Vrij vlot na het eten maken we korte metten met deze dag – het slenteren langs en door winkels blijft niet onopgemerkt door onze voeten en ruggen. Nu lekker tukken en morgen weer een deurtje verder!


Een dag met vaart erin
Zondag 17 maart 2013. Fukoka, Kyushu, Japan.

Zondag de 17e pakken we de tassen in voor onze treinreis naar het volgende kruisje op de kaart: Fukuoka. We verlaten dus het hoofdeiland Honshu en reizen in zuidwestelijke richting naar het eiland Kyushu, waar Fukuoka de hoofdstad is. Er wonen ruim 1,6 miljoen mensen en toch hadden wij er voor onze oriëntatie op onze Japan-route nog nóóit van gehoord. Vanaf dit voorjaar gaat de KLM er zelfs rechtstreeks op vliegen, als eerste Europese luchtvaartmaatschappij.

Bij het inpakken komen we erachter dat winterkleding toch echt véél meer plek inneemt dan zomerkleding. Proppen dan maar. We wandelen met onze vierpersoonskaravaan naar de metro, wippen naar station Shin-Osaka en wisselen daar onze Japan Rail Pass-vouchers in voor échte railpassen. Met deze railpass, die alleen door buitenlanders aanschaft kan worden, krijg je mooie kortingen op de treinkaartjes van de Japanse Spoorwegen, JR Lines. Je koopt de pas voor 7, 14 of 21 dagen – de ritprijzen hoef je dan niet meer te betalen. Het nadeel van deze pas is dat hij lastig in ons schema past. Hij 'jaagt ons op', als het ware. Wij willen juist overal wat langer blijven en dat botst met veel verplaatsingen. Wij hebben dus een pas voor veertien dagen voor het stuk in onze reisplanning waar we relatief steeds wat korter zijn.

Bij het ophalen van de rail pass kopen we gelijk kaartjes naar Fukuoka. We hebben er uit kostenoogpunt voor gekozen voor de kinderen geen stoel te kopen. Die hebben we dus op schoot. Onze trein vertrekt volgens de dienstregeling om 11.59 uur, en dat doet 'ie dan dus ook. Het is een Shinkansen, een superhogesnelheidstrein oftewel kogeltrein. Hij legt het stuk tussen Osaka en Fukuoka, zo'n 554 kilometer, in 2,5 uur af. Maarten meet met zijn GPS op het snelste stuk een snelheid van bijna 300 kilometer per uur. Wauw!

De treinreis zelf is een belevenis op zich. Je voelt hem nauwelijks optrekken of stoppen, dat gaat allemaal heel elegant. De rugleuning van de stoel kan naar achteren, er is een stopcontact en alles, werkelijk alles is netjes. De conducteur en de dames van de versnaperingen draaien zich bij het verlaten van de coupé nog even om naar het publiek, maken een buiging, draaien zich weer terug en lopen verder. E-l-k-e keer! Precies op tijd komen we aan in Fukuoka. Wist je dat de vertraging van de treinen in Japan op jaarbasis in seconden wordt gemeten? Beetje flauw bruggetje natuurlijk, maar daar kan de NS echt nog een puntje aan zuigen hoor.

In Fukuoka nemen we zoals je wellicht al verwacht de metro naar ons hotel, het Tenjin Green Hotel. Het ligt op loopafstand van metrostation Akasaka en naast twee supermarkten. Handig voor het ontbijt 's morgens en een drankje met iets te knagen voor 's avonds. Onze kamer is vrijwel identiek ingedeeld als de kamer in Osaka, bij de badkamer kreeg ik zelfs een enorm déja-vu. Precies dezelfde cabine met dezelfde douche in hetzelfde bad. Zelfs dezelfde Shiseido verzorgingsproducten. Wat de kamer anders maakt is dat 'ie een meter ruimer is. En dat vinden wij helemaal perfect, want nu passen onze Deryan-tentjes er lekker wel in en slapen wij dus twee nachten zonder kinderen in bed. Ook is hier weer gratis wifi op de kamer mits je een netwerkaansluiting hebt. Die hebben wij op ons kleine laptopje, maar op internet lazen we veel gefrustreerde Japan-reizigers die klaagden dat draadloos wifi vaak alleen in de lobby voorhanden is. Daar hebben wij dus gelukkig geen last van. Bovendien hebben wij onze draagbare huur-router, die zijn geld inmiddels al wel opgebracht heeft.

Omdat we maar twee nachten in Fukuoka zijn, vinden we het jammer om deze hele dag af te schrijven als reisdag. We droppen dus gauw de bagage en gaan met de metro en bus naar de Fukuoka Tower. Eerst bezoeken we nog RoboSquare, een informatiecentrum over robots dat naast de toren zit. Het is kleiner dan verwacht, maar gratis en amusant voor een uurtje. We zien een zeehondrobot die wordt ingezet om dementerende bejaarden uit hun isolement te halen, een dinosaurusrobot, natuurlijk het robothondje Aibo en de stofzuigrobot Roomba. Dat is een oude bekende, want die staat bij ons thuis in de kast. Ook laat een demonstratrice zien hoe gezichtsherkenning en beweging wordt ingezet op een heel groot TV-scherm: Tara, Mila en Maarten worden omgetoverd tot bruiden en bruidegom, geisha's en samoerai, jarige Job en Jetten en mogen met handgebaren in de lucht een soort duiveltjes uit de lucht slaan. Deze technologie wordt ook ingezet bij bejaarden die lichamelijke beweging tekort komen. Eigenlijk een voorloper van de Wii. Weinig superflitsende nieuwe technologie, maar wel informatief en leuk.

DSC05131 kleinDSC05128 klein

We eten een hapje en dan is het inmiddels zo goed als donker, dus tijd om de Fukuoka Tower in te gaan. De toren zelf is hol van binnen en wordt alleen gebruikt als radio- en TV-uitzendtoren. Hij is 234 meter hoog, de observatieverdieping ligt op 123 meter. We kopen kaartjes en hebben dan een noemenswaardige ervaring. Veel landen in Azië hanteren namelijk een tweesporenbeleid op het gebied van toegangskaartjes: prijsniveau A voor eigen inwoners, prijsniveau B voor buitenlandse toeristen. Je snapt het al: prijsniveau B is altijd hoger. Hier is nu eens precies andersom: buitenlands toeristen krijgen een korting van twintig procent Hatseflats. Geen bedrag waar we eens lekker van uit eten gaan, maar toch. We kijken alle vier onze ogen uit naar alle lichtjes om ons heen. Prachtig!

 

Shopping heaven
Maandag 18 maart 2013. Fukoka, Kyushu, Japan.

Maandag de 18e is onze eerste echte regendag. We maken van de nood een deugd en gebruiken hem om gewoon lekker aan te klooien op onze hotelkamer. Iedereen is nog volop gebiologeerd door de nieuw aangeschafte schermpjes, dus we vermaken ons wel even. Rond lunchtijd besluiten we naar Daiso te gaan, een honderd yen winkel. We zien voor ons een hotel een bus stoppen die het station als eindpunt heeft, en daar zit Daiso ook dus in plaats van een metro proberen we de bus eens een keer.

Bij binnenkomst pak je een kaartje, waar automatisch een nummer op wordt gestempeld. Dit nummer is je tijdvak. Op een groot scherm voor in de bus zie je hoeveel je moet betalen per tijdvak. Dit getal loopt gedurende de rit op bij het inrijden van een nieuwe zone. Wij krijgen bijvoorbeeld nummer 18 bij binnenkomst en gaan zitten. Op het bord staat dan al 100. Als we een nieuwe zone inrijden, verandert het bedrag op het bord naar 160. Mensen die vanaf dan instappen, krijgen een kaartje met nummer 19, waar dan al 100 onder genoteerd staat. Zo bouw je gedurende de rit je ritprijs op. Snap je?

Oh, en dan komen we bij de Daiso. Heren, sla deze alinea maar over want jullie vinden er toch niets aan. Dames, stel je voor: een Xenos in een Euroland in een Action in een Hema. En dat een héle verdieping van een winkelcentrum vol. Je kunt het zo gek niet verzinnen of ze hebben het. Ook dingen waar ik het nut of de noodzaak zwaar van betwijfel, maar dat mag de pret niet drukken. En het mooiste is: alles kost één euro. Koptelefoontjes voor de meiden voor die tablets want twee afleveringen van Bobo door elkaar trek ik niet, een tijdelijke hoes voor de iPad... ons mandje loopt aardig vol. Gelukkig hebben ze er karretjes voor ontwikkeld, dus mij krijgen ze niet gek. We slaan ook aardigheidjes in voor de Krokodillenklas van Tara en sturen die gelijk op vanaf het grote postkantoor dat tegenover Daiso zit. Eens zien hoe lang dat onderweg is.

Op de terugweg nemen we de metro naar het hotel. Daar pakken we onze tassen alvast in voor de verplaatsing van morgen. De dikke truien die zo superlief zijn opgestuurd gaan onderin de koffertjes van de meiden: afgezien van de regen van vandaag steekt de lente hier aardig de kop op. De kinderen vermaken zich ondertussen uitstekend met hun kleurboeken en stiften. Die avond eten we bij Yoshinoya, een keten van restaurants die met name rijst met rundvlees serveren. Het smaakt prima, maar na zo lang onderweg te zijn is er geen sprake meer van 'uit eten'. Het is gewoon 'eten' geworden en ik merk ook dat ik het mis om zelf te koken. Overigens mis ik niet veel tijdens onze trip. Een lekker Hollands ontbijt, zelf autorijden en eten koken. Ja, en jullie natuurlijk!


Fat Man
Dinsdag 19 maart 2013. Nagasaki, Japan.

Om op tijd op onze volgende plek van bestemming te zijn, laten we de wekker om zeven uur aflopen. We komen er maar met moeite uit, maar omdat de tassen al ingepakt zijn en we de laatste dagen ontbijten op onze kamer redden we het toch om het hotel om negen uur uit te wandelen, bepakt en bezakt. Met de metro naar het station en vanaf daar nemen we de limited express van tien uur naar Nagasaki. In iets minder dan twee uur tuffen we naar deze stad met een zwarte bladzijde in zijn geschiedenis. Net een half uurtje voor aankomst moet Mila spugen. Lesje voor papa en mama: filmpje kijken op tablet en trein zijn voor Mila geen goeie combi. Gelukkig hadden we nog geplastificeerde ontbijtbakjes in de dagrugzak (nou snap je ook hoe we aan al dat gewicht komen…) dus daar mag ze haar donatie in doen. Gelukkig voor haar zijn we er snel, dus kan ze lekker buiten een frisse neus halen.

We wandelen naar onze ryokan. Een ryokan is een wat meer klassiek/ouderwets Japans hotel met tatami matten in plaats van vloerbedekking en futons op de grond in plaats van matrassen en bedden. We hebben geprobeerd onze overnachtingen over verschillende soorten accommodatie te spreiden, dus nu is de ryokan aan de beurt. Bij aankomst staat er een oude dame op ons te wachten. Ze spreekt geen woord Engels, maar dat belemmert haar geen moment. In vlot Japans staat ze ons uitvoerig te woord. Nou spreken wij geen woord Japans, dus je kunt je ongeveer voorstellen hoe dat ging. Als wij aangaven (in het Engels, maar het had net zo goed Zuid-Congolees kunnen zijn, had ze ook niet verstaan…) dat we geen Japans spreken lacht ze vriendelijk en gaat onverstoorbaar verder. Op een gegeven moment kreeg ik er gewoon de slappe lach van, waarop Tara vroeg ‘Mama, wat zegt die mevrouw?’ en ik alleen maar naar waarheid kon proesten: ‘Ik heb werkelijk géén idee’. Uiteindelijk komt toch dat oude spelletje Hints goed van pas, en ik denk dat ze het hier in Japan ook kennen, want de mevrouw maakt een soort zwiepende beweging. Ze speelt vals, want ze zegt er ‘whoesj’ bij en dat mag niet maar wij snappen wel dat de kamer wordt schoongemaakt. Nu vinden de oude dame en wij elkaar in rap tempo, want Maarten wijst op zijn denkbeeldige horloge en haalt zijn schouders op. Ze denkt even na, maar daar krijgt ze de tijd niet voor. Maarten pakt gelijk door en steekt twee vingers in de lucht. Er wordt geknikt. Om twee uur terugkomen is goed. Tot slot maakt ze nog een gebaar van onze bagage naar de balie: of we die daar neer willen zetten. Toppie, doen we.

Maarten neemt de meiden alvast mee naar de speeltuin aan het eind van de straat terwijl ik een supermarkt in duik voor een lunch. Het is hier een graad of 19 volgens de weerbericht-app, dus wij voelen ons de koning te rijk in onze korte mouwen. Om twee uur komen we terug bij onze ryokan, waar onze bagage al netjes naar boven is gesleept door de bejaarde eigenaar. Arme man. Hij vertelt ons dat het eten vanavond om zeven uur wordt geserveerd. Goed dat hij het zegt, want dat was ik alweer vergeten: we hebben hier één avond het diner bijgeboekt. We bekijken de kamer even en die is uitstekend, dus we laten de spullen gauw achter en gaan iets ondernemen.

In Nagasaki kom je niet onder een bezoek aan het Nagasaki Bomb Museum en het zwarte, strakke gedenkteken dat de plaats markeert waar de bom op 9 augustus 1945 om 11.02 uur ontplofte. Je ontkomt ook niet aan wat achtergrondinformatie, want zo heel veel weten we er nou ook weer niet van. Zo was de bom op Hiroshima de ‘Little Boy’ en die op Nagasaki de ‘Fat Man’. De piloten, die eigenlijk op weg waren naar Kukora, besloten door te vliegen naar Nagasaki omdat er rook boven Kukora hing die het zicht belemmerde. Bijna hadden ze de missie afgebroken omdat het zicht slecht was, totdat er plotseling een gat in de bewolking viel en Nagasaki zichtbaar werd. De bom, een plutoniumbom, is tot ontploffing gekomen op zo’n 500 meter boven de stad, waar werkelijk alles tot in de verre omgeving werd weggevaagd. Deze atoombom heeft in eerste instantie aan zo’n 74.000 mensen het leven gekost. Een even groot aantal is later overleden aan de gevolgen ervan, zoals leukemie. Waanzinnige aantallen, waar je je maar moeilijk een voorstelling van kunt maken – zelfs als je hier loopt. Het museum is mooi en informatief opgezet, maar schuwt niet om ook foto’s te laten zien van onmiddellijk na de ontploffing. We vinden deze zelf al lastig te verwerken en leiden de kinderen dus af en loodsen ze erlangs. Nog even lekker in de wereld van K3 laten leven.

DSC05191 kleinDSC05192 klein

Persoonlijk krijg ik bij het bezoeken van dit soort dingen altijd zo’n kribbig ‘ik wil wereldvrede’-sentiment. Laat elkaar nou lekker met rust, eigenlijk wil toch iedereen hetzelfde: gezond en vreedzaam leven, je kinderen gelukkig zien zijn, dat soort dingen. En dan gaat mijn naïeve brave Verenigde Naties-wereldburgergevoel even met de realiteit aan de haal en vergeet ik voor een minuutje dat onder sommige landen wel olie zit en onder andere niet, dat de één een andere god heeft dan de ander, dat de één vindt dat het land waar de ander woont eigenlijk van hem is…

Terug naar Ryokan Fujiwara. Deze staat op TripAdvisor als beste ryokan van Nagasaki genoemd, dus we durven het wel aan. Onze kamer heet de ‘Matsu’ en is ruim, eigenlijk is het een mini-appartementje. We kunnen de tentjes voor de meiden ruimschoots kwijt, er is een eigen badkamertje en een apart wc-tje. Ik schrijf overal -tje, want die ruimtes zijn echt maar klein, maar daar brengen we niet zo veel tijd door dus ach. Alles is tiptop schoon, heerlijk. Op loopafstand van treinstation en tramhalte, speeltuin aan het eind van de straat en twee supermarkten binnen handbereik. De zachtste handdoeken van heel Azië, knisperend witte lakens, thermoskannetje met groene thee… ik voel me verwend. Let wel: we hebben nog niet geslapen op een futon, dus wellicht geeft het morgen een heel ander beeld.

DSC05211 klein

We proppen de meiden uitgebreid in bad en springen zelf even onder de douche. Om zeven uur gaan we aan tafel en oh oh oh wat een koningsmaal. Sashimi, een minisalade met spek, roergebakken peterselie, rijst uiteraard, visstukjes, bouillon met minikokkeltjes, drie enorme sappige zoete aardbeien en een groot bord stoofschotel. Smullen! We zitten op een kussentje op de grond aan van die lage tafeltjes, dus elegant gaan zitten en opstaan is er niet bij. Onze tafelgenoten, vier Japanse heren, zitten met het grootste gemak de hele tijd op hun knieën. Jaloers!

 

Don Quichotte
Woensdag 20 maart 2013. Nagasaki, Japan. 

Woensdag de 20e blijkt dat we te vroeg gejuicht hebben. Op een aantal fronten, nota bene. Ten eerste de futon. Wat een verschrikkelijk ding. We zijn al zo vrij geweest er twee per persoon te pakken, maar zelfs dan is het een lachertje. Het ziet er in opgemaakte toestand uit als een heerlijk donzig ding, maar als je gaat liggen blijkt het voornamelijk lucht te zijn. In de loop van de nacht weet noch je linker- noch je rechterheup meer hoe ‘ie’ het heeft – je krijgt het dus op je heupen, als het ware. Nou kan het liggen aan de futons in deze ryokan; in het gastenboek stond ergens dat ze hier erg dun zijn. Wij houden dus hoop. Maarten merkte midden in de nacht op: ‘Voor een goede nachtrust, SMS fut-off’.

Ook waren we iets te voorbarig over het intreden van de lente hier in Nagasaki. Vandaag hebben we onze jassen en dikkere kleding echt nodig. Bovendien regent het, dus we krijgen een leenparaplu van onze gastvrouw. We wandelen naar de dichtstbijzijnde vestiging van Don Quichotte, een winkelketen waar volgens een website ‘alles’ wordt verkocht, van fietsen tot zoutjes, van shampoo tot verkleedkleding. Hoewel wij van dit alles niets nodig hebben, willen we toch even kijken. De winkel zelf lijkt een soort supermarkt annex elektronicawinkel annex Hema. Niet zo spannend dus, en we zijn snel weer weg.

In de promenade waar Don Quichotte zit is een soort informatieve braderie aan de gang, met standjes van goede doelen enzo. Bij één stand worden Tara en Mila uitgenodigd om een kleurplaatje te kleuren waar ter plekke een button van gemaakt wordt. Bij de andere stand krijgen ze een poezenkleurplaat, poezenkoekjes, poezenstickertjes en poezenfoto’s in hun handen geduwd. En hoewel ze in Japan als blondgelokte meisjes toch zwaar in de minderheid zijn, valt het ons op dat het friemelen en aanraken hier zo goed als over is. Er wordt wel gewezen, so cute! geroepen en heel af en toe een foto gemaakt, maar verder is het lekker rustig.

DSC05216 kleinDSC05243 klein

We wandelen verder naar de Sōfuku-ji tempel, waarvan onderdelen door hun oudheid en uniciteit zijn uitgeroepen tot ‘nationale schat’. Bij het horen van het woord tempel zet Tara haar ‘sáái’-mantra weer aan, tegenwoordig al behoorlijk ondersteund door Mila. En tsja, dit keer moeten we ze toch eigenlijk wel gelijk geven. Het ligt ongetwijfeld aan ons onvermogen om dingen op hun historische waarde te schatten, maar er is gewoon niet zoveel aan dit keer. Voor vandaag is het mooi geweest. We besluiten verder te lopen richting onze ryokan en een budgetavondtje in te lassen met avondeten op de kamer. Als we langs een brandweerauto lopen, vragen we aan de brandweerman of we er een foto van mogen maken. Hij springt gelijk uit de cabine en helpt eerst Tara aan boord en vervolgens Mila. Als ze er vervolgens ook nog even op mogen staan is het feest compleet. Ze genieten van dit gebaar, en wij daardoor ook. Arigato, brandweerman!

Als we bijna bij onze ryokan zijn, passeren we een klein winkelcentrum waar dames in klederdracht iets uit staan te delen. Tara is gelijk onder de indruk van de mooie kleding en wil met ze op de foto. Als ik vraag of dat mag, aarzelt één van de dames geen moment en tilt Tara op. Halverwege dit proces zie je haar denken ‘Shit, die is zwaarder dan ik dacht!’, maar dat mag de pret van het moment niet drukken. Grappig.

DSC05260 kleinDSC05274 klein

Dan passeren we een speeltuin. Die is natuurlijk niet te missen, dus wij ploffen op een bankje terwijl de kinderen de tijd van hun leven hebben met Japanse kinderen die hier ook aan het spelen zijn. Die Japanse kinderen rapen hun moed bij elkaar en spreken Maarten aan – in het Japans uiteraard. Maarten legt uit dat hij geen Japans spreekt, maar het meisje denkt dat de kracht van de boodschap in de herhaling zit en gaat lekker verder. Uiteindelijk is er een durfal die ‘Hello, how are you’ durft te zeggen en zo ontstaat een minigesprekje in de speeltuin. Erg gezellig.

‘s Avonds eten we op onze kamer een goedkope maaltijd van dingen die de kinderen grotendeels uitgezocht hebben. Een banaan, twee soorten instant noedels, sushi, zoete broodjes en een toetje. Ik zeg: schijf van vijf. Morgen gaan we het zowel financieel als vitaminetechnisch uitmiddelen door weer te eten in de ryokan. Zin in!

 

Diner in de ryokan
Donderdag 21 maart 2013. Nagasaki, Japan.

Onze laatste volle dag in Nagasaki breekt aan als de kinderen rond acht uur wakker worden. We hebben de wekker bewust niet gezet, zodat de meiden lekker uit kunnen slapen. Oh, en wij ook natuurlijk. We ontbijten wederom op onze kamer met kwark en muesli, melk en zoete broodjes. Als iedereen klaar is voor de nieuwe dag gaan we met de bus naar de kabelbaan.

Wanneer we daar aankomen zien we verstopt tussen de kersenbloesem een klein basisschooltje met een schoolplein. Tara en Mila spotten gelijk de speeltoestellen en willen er natuurlijk op. Ach, we hebben de tijd aan onszelf en er staan bankjes waar wij op kunnen zitten… lekker laten spelen. Na drie kwartier vegen we ze bij elkaar en stappen we in de kabelbaan die ons in vijf minuten naar de top van Mount Inasa brengt. Daar brengen we onbedoeld vrij veel tijd door: het is een heerlijke lentedag, het zonnetje schijnt en er is geen wolkje aan de lucht. Hierdoor is het uitzicht over Nagasaki prachtig. Blijkbaar is Nagasaki één van de drie mooiste steden-bij-nacht ter wereld, maar wij doen het met de dag-variant. Ook mooi.

DSC05298 kleinDSC05312 klein

De kinderen mogen met van die grote verrekijkers ver van zich af turen, hoewel Mila het nauwelijks voor elkaar krijgt om twee ogen tegelijk voor de kijkgaten te krijgen. Dat mag de pret bij haar niet drukken, ze heeft hele verhalen over wat ze allemaal ziet.

Rond lunchtijd zijn we nog steeds op het observatiedek. Er zit een restaurantje waar je vanachter het bord eten naar Nagasaki kunt staren, dus daar bestellen we twee gerechten waar we met gemak met z’n vieren van kunnen eten. De dame van de bediening begreep ons plannetje meteen en bracht zelfs gelijk twee kinderbordjes en kinderbestekjes zonder dat we er naar hoefden te vragen. Top! De biefstuk (met pilav èn spaghetti… huh?) smaakt ons uitstekend en ook de meiden werken zonder moeite een aardig bordje naar binnen.

DSC05331 kleinDSC05333 klein

Om twee uur hebben we de kabelbaan terug naar beneden. Bij het uitstappen word je uitvoerig gewezen op mogelijke veiligheidsrisico’s: denk aan de drempel, stoot uw hoofd niet, hierlangs richting uitgang alstublieft. Een witgehandschoende dame neemt je nog net niet bij de arm, maar het scheelt niet veel. Ik vraag me soms af wat dat doet met het vermogen om voor jezelf te denken als je hele land zo is ingericht dat andere mensen steeds voor je uitkijken en het vol hangt met waarschuwingen. Op elke straathoek zit voor de kinderen een waarschuwingsbordje in de stoep dat je naar links en naar rechts moet kijken. Lief hoor, maar leer het ze gewoon, daar hebben ze meer aan.

Terug in onze ryokan leggen we Mila even op bed. Die is behoorlijk toe aan een tukje, want ze heeft de afgelopen dagen veel voetstappen in Nagasaki achtergelaten. Even bijtanken. Daarna neemt Maarten ze mee naar een speeltuin om nog even een uur te rennen en vliegen. Ik blijf ondertussen lekker thuis met een koptelefoon en mijn favoriete muziekjes. Heerlijk.

‘s Avonds hebben we ons weer ‘opgegeven’ voor het diner in de ryokan. Dit keer zijn het héél andere gerechten, maar net zo lekker. Sashimi, ingelegde groenten, verse aardappelpuree met komkommer, ham en wortel (klinkt gek, smaakt prima), een schaaltje gewokte koolsoorten met spekreepjes en een hele gefrituurde vis. Hhmm… ik zie mijn visjes liever niet in zijn geheel op tafel eigenlijk, maar als de huid er eenmaal af is komt daar een heerlijk sappig stukkie vis onder vandaan. Tara wil het liever niet eten, want de kop zit er nog aan dus ze twijfelt openlijk of de vis wel dood is. Mila weet het wel zeker: ‘hij is helemaal dood’. En dat klopt!


Poppenhuis
Vrijdag 22 maart 2013. Kumamoto, Japan.

Vandaag is eigenlijk een reisdag waarover niet zo heel veel te vertellen valt. We nemen vanuit Nagasaki de trein eerst een stukje terug richting Hakata en stappen dan voor het laatste stukje over op de shinkansen naar Kumamoto. Blijft een hele bijzondere ervaring. Wàt een mooie trein! Zo ruim, zulke mooie en lekkere stoelen met rugleuningen die je fijn naar achteren kunt laten zakken, zo soepeltjes als 'ie' loopt, zo... netjes.

DSC05386 klein

Mila geeft aan dat ze zich niet lekker voelt, dus die laten we maar even lekker zitten. Ze doet een tukkie bij Maarten op schoot en ook Tara doet haar ogen dicht op mijn schoot. Heerlijk knus zo, met z'n vieren. Als we aankomen in Kumamoto zoeken we uit met welke bus we naar ons hotel moeten. Dat is even puzzelen en het voelt soms als een reusachtig potje 'zoek de tien verschillen' ofzo, waarbij we als een stel ongeletterden de stokjes op de Japanse tekens met elkaar aan het vergelijken zijn. Uiteindelijk komen we eruit en belanden we bij ons GR Hotel Ginzadori.

Als we in de kamer komen schiet Maarten keihard in de lach. We hebben wederom een twin room geboekt, dus met twee iets grotere eenpersoonsbedden voor het geval we de slaaptentjes van de meiden niet kwijt kunnen. In deze kamer staan deze twee bedden strak tegen elkaar en daar past nog nèt een koffertje van één van de kinderen naast. Dit is dus met afstand de kleinste kamer die we tot nu toe tegen zijn gekomen. Ook de badkamer is een poppenhuisvariant, de kinderen kunnen nog niet eens tegelijk tandenpoetsen. We zoeken naarstig naar een kast om daar de rugzakken in te proppen, maar het enige wat we aantreffen zijn twee haakjes aan de muur. Het wordt een beetje afzien dus.

's Avonds eten we een hapje in een restaurantje vlak bij ons hotel. Maarten heeft een heerlijk stuk vlees op een bedje van rijst, de meiden delen een lekkere spaghetti en ik heb een pizza. Het is echt genieten, en de beste man maakt ook nog beste vrienden met onze kinderen als hij lekkere toetjes uitdeelt van het huis. We ronden het op tijd af, want inmiddels voelt Mila behoorlijk warm aan. Op tijd in bed met die kleine!

 

Kumamon
Zaterdag 23 maart 2013. Kumamoto, Japan.

We worden wakker na een rommelige nacht. Mila was de hele nacht behoorlijk koortsig en met z'n vieren in één groot bed slapen was ook niet bepaald rustgevend. Maarten heeft bij gebrek aan mountainbiken met l'Equipe de Stroopkriek een paar hardloopschoenen gekocht en heeft zich in alle vroegte tot een rondje door Kumamoto gezet, onder begeleiding van Evy op de MP3-speler.

We proberen iets van de dag te maken voordat Mila wellicht later op de dag minder fit wordt, dus we wandelen naar Kumamoto-jo, het kasteel. Onderweg worden we al verrast door de prachtige kersenbloesem die overal te zien is. Die zou toch pas later bloeien? Anyway, bij het kasteel is het een drukte van belang. Het stikt er van de mensen en er zijn hier en daar al picknicks aan de gang op stukken zeil, kleden en matjes.

DSC05411 kleinDSC05421 klein

Een wat ouder echtpaar spreekt ons aan in gebrekkig Engels en zij leggen ons uit dat vandaag de kersenbloesem op z'n mooist is en dat daarom iedereen naar het kasteel komt. Ze maken wat foto's van de kinderen en wensen ons een leuke dag. Het kasteel is echt schitterend en de veelvoud van kersenbomen in hun volle pracht draagt hier zeker aan bij. Als we even gaan zitten om warme broodjes te eten die hier traditioneel bij lijken te horen komt het oudere echtpaar weer naar ons toe. Ze hebben voor de meiden doosjes met chocosticks gekocht. Het beertje dat erop staat hadden Tara en ik tijdens een winkeltochtje al op een paar plaatsen gezien, maar steeds in een andere context dus ik kon er geen chocola van maken. Ze wijzen driftig naar een pleintje verderop binnen de kasteelmuren en hijsen ons bijkans van het bankje af. Wat blijkt? Het beertje heet Kumamon en is de stadsmascotte en loopt hier rond. We worden aangestoken door hun enthousiasme en gaan op een holletje kijken bij die gekke beer. Mila vergeet even dat ze eigenlijk niets moet hebben van 'echte' Bumba's, Kabouter Ploppen en andere figuren die je wel eens rond ziet lopen in pretparken of op braderieën en doet vrolijk mee. Dat slaat echter om als de beer haar probeert te pakken om haar te knuffelen – dikke paniek. Mila is in tranen en de groep van zo'n 50 volop fotograferende Japanners die zich inmiddels om Kumamon en ons heen heeft geschaard roept hardop 'aaaahh...'. Ik til Mila gauw op en Kumamon draait zich van ons af en maakt zich klein, alsof hij sorry tegen haar wil zeggen. Het mag niet baten en ik vrees dat de ontluikende vriendschap tussen Mila en 'Mensen In Pakken' weer even in de kiem is gesmoord.

We wandelen om en door het schitterende kasteel en zien vanaf de bovenste uitkijkverdieping dat er naast het kasteel een soort festivalterrein is. Het is toch lunchtijd, dus we nemen er een kijkje. Het blijkt inderdaad een soort 'Vier de Lente'-festival en alle kraampjes zijn eetkraampjes. We wandelen een rondje om te zien wat er allemaal te halen valt, krijgen hier en daar stokjes uitgereikt om te proeven en stellen al doende onze lunch samen.

DSC05450 klein

Bij het vertrekken van het terrein staat een groep Japanners klaar om samen op de foto te gaan. Wij naderen hen van achteren in de stroom met mensen en halen een 'überflauw' geintje uit: we sluiten aan op de achterste rij. De fotograaf heeft niets in de gaten; we doen zelfs mee met hun 'groeps-teken', het opsteken van de rechtervuist. Zelfs Tara heeft meteen in het snotje dat dit grappig is en steekt ook netjes haar vuist in de lucht. Na de foto waaiert de groep uiteen richting de bus. Wij stappen iets opzij en blijven naar de fotograaf kijken als hij terugblikt op het resultaat van zijn werkje van zojuist. Hij kijkt. Kijkt nog eens. En dan krijgt hij zo'n 'WTF?!'-blik in zijn ogen. en laat de gemaakte foto aan een van zijn groepsleden zien met zo'n blik van: 'Moet je nou eens kijken!'. Wij schieten ondertussen in een lachstuip van jewelste. Dan krijgt hij ons in het vizier, samen met wat mensen die op de achterste rij stonden en ons in de gaten hadden. We hikken met z'n allen van de lach en worden uitgenodigd om mee te gaan in hun bus, want als we toch al op de groepsfoto staan kunnen we net zo goed meereizen. We bedanken vriendelijk en lopen met buikpijn van het lachen verder.


Kokura's luck
Zondag 24 maart 2013. Oita, Japan.

We hebben ons reisschema een beetje aangepast zodat we Mila even tegemoet kunnen komen door minder verplaatsingen te hebben – ze is nog steeds niet fit, dus we houden het liever rustig. In plaats van twee nachten aan de voet van Mount Aso reizen we nu gelijk door naar onze volgende stop, Beppu, en blijven daar vier nachten. Vanuit daar 'backtracken' we dan naar Mount Aso als dagtocht. We kijken of we twee nachten kunnen bijboeken in de accommodatie in Beppu. Op sommige plaatsen hebben we onszelf een uitspatting veroorloofd, en Beppu is er daar één van. Daar past het budgettechnisch dus niet om er twee nachten aan vast te plakken. Op zoek naar iets anders. We komen uit bij het Best Western Fino Hotel in Oita, klein stukje van Beppu. Ik wissel wat van de punten in die ik met boekingen via boekingswebsite agoda.nl bij elkaar heb gespaard en zo slapen we daar twee nachten in een twin kamer voor 55 Euro. Niet slecht.

DSC05505 klein

Over zondag kan ik heel kort zijn, en we hebben er ook welgeteld één foto van. We zijn met de trein van Kumamoto naar Oita gereisd. We zouden in één rechte lijn kunnen reizen zonder overstap, ware het niet dat zware regenval vorig jaar zomer een deel van die betreffende spoorlijn onklaar heeft gemaakt. Japan Rail zet op dat stukje weliswaar bussen in, maar wij kiezen voor de optie van een overstap in Kokura om zo het gerommel en de reistijd voor Mila tot een minimum te beperken. Kokura was overigens het oorspronkelijke doelwit van het vliegtuig dat uiteindelijk de tweede atoombom op Nagasaki gooide, maar omdat het die dag verscholen lag in de bewolking is het vliegtuig uitgeweken. In Japan is daardoor de uitdrukking 'Kokura's luck' ontstaan, voor het ontwijken van gevaar waarvan je je niet eens bewust bent. Weer wat geleerd.

Als we in het hotel zijn, stoppen we anderhalve kinderparacetamol in Mila en boeken we de dag af op het potje 'Kan Gebeuren'. Gezondheid gaat voor alles, dus we blijven lekker op onze kamer en laten Tara aan klungelen met kleurboeken, gekleurde pijpenragertjes en oh ja... haar tablet. Mila's koorts is inmiddels opgelopen tot boven de 40, dus die ligt voor pampus tegen mij aan. Maarten maakt met Tara nog even een uitstapje naar een speeltuin om de hoek van het hotel, zodat zij in elk geval even kan 'uitwapperen'.

Er past één tentje tussen de bedden in. Mila geeft duidelijk aan dat zij daar wil slapen, en als je ziek bent word je op je wenken bediend dus dat mag ze. Halverwege de avond bedenkt ze zich alweer en wil ze bij mij in bed. Gelukkig is Tara zo'n slaapkop die er niets van merkt dat je haar optilt, dus die leggen we in de tent. Op naar een nieuwe koortsige nacht.

 

Sushi en sashimi
Maandag 25 maart 2013. Oita, Japan.

Mila wordt na een onrustige nacht wakker met een temperatuur van 38,7. Vind ik aan de hoge kant voor de ochtend, dus in het kader van 'wat je doet, moet je goed doen' besluiten we ook deze dag in te ruimen voor haar herstel. Hop, nog anderhalve kinderparacetamol erin en rustig aan doen.

Maarten en Tara maken een uitstapje naar een zwembad in Beppu, waar heel veel thermale bronnen zijn. Het echte kinderzwembad is alleen in juli en augustus open, dus ze moeten het doen met een soort Thermae 2000. Tsja, dat is ook een soort zwembad maar voor kinderen natuurlijk niet de leukste variant. Mila wil ook wel heel even naar buiten, dus ik wandel met haar naar de speeltuin waar Maarten gisteren met Tara is geweest. Daar gaat ze twee keer van de glijbaan, gaat zonder enthousiasme op een fietsje zitten en schept lusteloos wat in de zandbak. Het vooruitzicht van het onafscheidelijke troostduo 'Sem en Speen' trekt haar meer dan hier een beetje rond te hangen, dus ik laat haar wat te lunchen uitzoeken en loop met haar terug naar het hotel.

Het Best Western Hotel Fino is een modern, net hotel. De badkamer is voor Japanse begrippen ruim, we kunnen zelfs met z'n tweeën tegelijk tandenpoetsen. Wat een luxe. Het ligt op loopafstand van het station en er zit een supermarkt om de hoek. Ook heeft het de snelste internetverbinding tot nu toe, dus Maarten is ook blij want die backupt zo mogelijk dagelijks onze foto's en filmpjes naar Nederland en dat gaat hier lekker vlot. Het lunchen van Mila beperkt zich tot een paar hapjes banaan. Daarna laat ze zich als een mak lammetje in bed stoppen voor een flinke middagdut. Ik maak gebruik van de heerlijke stilte en duik er zelf ook even in, totdat de zwemkampioenen thuiskomen.

DSC05506 kleinDSC05523 klein

's Avonds is Mila fit genoeg om te gaan eten. We kiezen een sushi-restaurant uit dat om de hoek van het hotel zit en worden niet teleurgesteld. Heerlijke sashimi, mooi opgemaakte sushi, frisse Edamame boontjes (jonge sojaboontjes) als gezond bijgerecht voor de kinderen... het is echt smullen. We maken het niet te laat en timmeren op de hotelkamer nog een toetje in onze kinderen voor hun zuivelbehoefte en kiepen ze dan in bed. Mila lijkt 'over the hill', dus wij zijn benieuwd naar wat de dinsdag ons gaat brengen.


Harmony Land
Dinsdag 26 maart 2013. Beppu, Japan.

Nu Mila uitgerust en redelijk opgeknapt is, kunnen we plannen maken hoe we de laatste dagen op het eiland Kyushu gaan doorbrengen. We draaien het als volgt in elkaar: vandaag van Oita naar Beppu (kippeneindje), daar de koffers achterlaten op het station en door naar Harmony Land. Morgen een auto huren en op eigen gelegenheid naar Mount Aso en vervolgens door naar Hiroshima.

We wandelen om negen uur uit het Best Western Hotel Fino richting het station van Oita. Onderweg passeren we een autoverhuurbedrijf, dus we maken gelijk een stop om een auto te huren. De jongen achter de balie spreekt nauwelijks Engels en wordt een beetje zenuwachtig van ons. We leggen uit dat we morgen een auto willen huren. Ze bieden de mogelijkheid voor een huurperiode van 12 uur; perfect voor onze plannen. Als we vragen of we met de auto uit de door ons gekozen klasse naar Mount Aso kunnen, legt hij in zijn beste Engels uit dat die auto maar 660cc heeft. Beter een andere pakken dus. We maken een keuze en dan loopt hij even naar achteren om iets te bespreken. Als hij terugkomt, schudt hij nee en maakt een kruisgebaar met zijn armen. Morgen zijn alle auto's verhuurd, want het is voorjaarsvakantie. Huh? Maar... hij zat ons net nog te helpen bij het maken van een keuze? We denken dat hij een béétje loopt te jokkebrokken en dat een leidinggevende achter het gordijntje geen zin had in alle rompslomp van de Engelse uitleg en toelichten van papierwerk. Nah.

Niet getreurd. In het station zit een tourist information office, en zij weten nog een verhuurbedrijf om de hoek van het station. We wandelen er naartoe en treffen daar twee jongedames aan die werkelijk geen wóórd Engels spreken. Japans des te meer... maar daar kunnen wij dan weer niet zoveel mee. Tussen de gordijntjes door komt een oudere mijnheer die een páár woordjes Engels kan. Met een wederzijdse mix van geduld, doorzettingsvermogen, behulpzaamheid en humor lukt het ons om een auto te reserveren voor morgen. Om zeker te weten dat we alles snappen loopt één van de meisjes nog even met ons mee naar het tourist information office, waar de dames achter de balie het Engels beter beheersen. Maarten zet daar de puntjes op de i – morgenvroeg om 8.00 uur staat er een Toyoto voor ons klaar. Leuk! We blijven ons verbazen over de hartelijkheid van de Japanners en eigenlijk ook wel een beetje over het gemak waarmee we ons weten te verplaatsen in dit bijzondere land.

Na een kort treinritje komen we aan in Beppu. We stoppen het grootste deel van onze bagage daar in twee kluisjes op het station (toch een beetje een raar gevoel, je bent altijd gespitst op je spullen en nu laat je je hele hebben en houden daar achter...) en stappen weer op de trein die ons naar Hiji brengt. Daar zit Harmony Land, een pretpark van Sanrio, het bedrijf achter onder andere Hello Kitty, maar ook het konijntje My Melody; die leek overigens volgens de rechtbank veel te veel op ons eigen Nederlandse Nijntje, dus Sanrio heeft daar onlangs een rechtszaak over verloren. Dit uitstapje is overigens typisch iets dat we voor de kinderen doen hoor.

Als we binnenkomen in het park is het twaalf uur. Eerst maar een hapje eten. We ronden het eten vlot af, want de eerste show op het voorplein van het park is begonnen. Sanrio heeft goed gekeken naar Disney, maar dat mag de pret niet drukken. Tara en Mila zijn in elk geval onder de indruk. We zien Hello Kitty en een hoop andere characters die we niet kennen, dansers en danseressen, klap-personeel om de stemming erin te houden. En een bellenblaasmachine maakt de zaak helemaal af.

DSC05552 klein

We gaan langs de diverse attracties, waar naar verhouding veel tijd wordt gestoken in veiligheid. Alles wordt gecheckt, 'gedubbelcheckt' en 'getrippelcheckt'. Een beugel over je benen èn een veiligheidsgordel... tuurlijk. Bij de meeste attracties duurt de veiligheidsinstructie langer dan de rit, lol. In de draaiende theekopjes krijg ik nog even een Bert & Henrieke Boer Zoekt Vrouw flashback, maar onze mooie meiden zitten er gelukkig een stuk vrolijker in.

DSC05568 kleinDSC05581 klein

Om Mila's batterijtje niet gelijk op haar eerste goeie dag helemaal leeg te trekken maken we om vier uur een eind aan ons bezoek aan Harmony Land. Mooi geweest. Het is een park dat qua allure nèt over zijn hoogtijdagen heen is, en met kinderen ouder dan een jaar of 6 à 7 heb je er niet zo veel te zoeken. Voor onze meiden was het een perfect middagje uit en de spreuk van de dag was: 'Wauw!'

Bij aankomst in Beppu doen we Mila nog een lol en nemen een taxi naar onze ryokan. Daar slapen we twee nachten met mealplan dus het ontbijt en het diner zijn inbegrepen. We worden gelijk gevraagd tijden vast te leggen voor het diner van vandaag en morgen. Het hotel beschikt over 5 onsen (thermale baden): een voor mannen, een voor vrouwen en drie kazokuburo oftewel family bath. Deze laatste drie kun je als gast van het hotel voor 50 minuten kosteloos reserveren. We plannen vanavond het eten om zes uur en de onsen om zeven, morgenavond als we terugkomen van Mount Aso alles een uurtje later. Voor de kinderen zijn er ook yukata's (katoenen kimono's) en slippertjes – heel schattig.

Als we in de eetzaal komen voor ons diner schuiven de kinderen aan op kleine kinderkrukjes. Voor ons zijn er ook een soort afgezaagde stoelen, gebaseerd op het idee van op de grond zitten, maar toch net met wat steun in de rug. Als Maarten en ik willen gaan zitten, grijpt de gastvrouw in. Of ik aub plaats wil nemen bij de rijstkoker – dat is immers geen plek voor een man. Oeh, mijn feministische ik wordt grommend wakker, doet even één oog open, maar besluit het er voor vandaag bij te laten. Ik neem dus zoals gevraagd netjes plaats bij de rijstkoker en voorzie mijn man, de harde werker, 'hij-die-met-gevaar-voor-eigen-leven-op-het-vlees-jaagt' terwijl 'ik-de-grot-schoonhoud', van zijn kommetje rijst. Voor de kinderen is er een speciaal kindermenu. Ik vermoed dat de kok zelf een zoon heeft die sumoworstelaar wil worden òf twee lintwormen heeft ofzo, want de porties zijn gigantisch. Een hamburger, twee gehaktballetjes, rijst in omelet, soep, witte rijst... leuk bedacht, maar het is genoeg voor drie dagen.

Na het eten gaan we in ganzenpas naar onze kamer om ons om te kleden voor het bezoek aan de onsen. Bij terugkomst op de kamer zijn onze futons opgemaakt. Er is ook goed doorgekomen dat we met kinderen reizen, want er liggen twee kleine kinderkussentjes tussen die van ons in. Lief! Gelukkig is de kamer groot genoeg om de tentjes op te zetten, dus de kussentjes mogen mee daarin.

We schieten gauw in onze yukata's en steken de straat over naar onze onsen. Maarten heeft zich gelukkig vooraf helemaal verdiept in het hele badderritueel, dus die neemt ons als het ware bij de hand. Eerst lekker poedelen op een krukje bij de kraan: er staan allerlei soorten zeep, shampoo, scrubzout... en dan de onsen in. De kinderen en ik deinzen gelijk terug. Héét! Gelukkig zit er ook een koude kraan, dus zo kunnen we de temperatuur aanpassen naar standje 'warm, maar te hebben'. Als ze er eenmaal aan gewend zijn, beginnen zelfs Tara en Mila te zuchten dat ze het heerlijk vinden. De tijd vliegt om, en zo hobbelen we al weer de straat over naar onze kamer. Helemaal verwarmd en lekker suffig – heerlijk!

 

Mount Nada
Woensdag 27 maart 2013. Beppu, Japan.

Deze morgen had Maarten eigenlijk om zes uur een hardloopafspraakje met Evy Gruyaert, maar als de wekker afloopt en hij hoort dat het regent draait hij zich nog een keer om. Zo gek is 'ie' nou ook weer niet op haar. Om zeven uur is het dan toch tijd om op te staan, want Maarten gaat onze huurauto ophalen. Hij is dus als eerste uit de veren en bij het ontbijt. Als hij terugkomt om gedag te zeggen raadt hij me aan om het fototoestel mee te nemen wanneer wij gaan eten. Hhmm, ik ben benieuwd.

Even later zit ik met de meiden aan een voor ons gereserveerde tafel en snap ik wat hij bedoelt. Het is keurig gedekt, aan de kinderen is weer gedacht met gezellig servies en kinderbestek en voor iedereen staat een schattig pannetje klaar waar je je je eigen eieren in kunt bakken. Nog nooit eerder gezien zo. Ik sla de soep af en de koffie achterover. Brrrr, rillingen! Verder is het allemaal lekker. Maarten komt even later terug met onze huurauto voor vandaag, een Toyota Vitz.

We vertrekken om half tien uit een mistroostig Beppu, maar gelukkig laat de weersvoorspelling voor Mount Aso een zonnetje zien. De auto rijdt prima, en Maarten ook. In Japan wordt links gereden, maar dat is voor hem geen probleem. En alle verkeersborden zijn behalve in het Japans ook in Westers schrift, dus navigeren is niet lastig. Bovendien zit er een goeie navigatie in de auto.

Mount Aso is de grootste actieve vulkaan in Japan en één van de grootste ter wereld. Zijn top ligt op bijna 1600 meter boven zeeniveau. Ook heeft hij een van de grootste caldera's (vulkaanmeren) ter wereld: zo'n 25 bij 18 kilometer, met een omtrek van 120 kilometer. In de vulkaan zitten vijf kraters, waarvan alleen Mount Naka voortdurend rookt en af en toe uitbarst. Dit gebeurde het laatst in 2009 en 2011. De caldera van Mount Aso heeft een prachtige groenige kleur. Wij zijn dus erg benieuwd!

Unfortunately peanutbutter is de bewolking nog lang niet weg als wij rond twaalf uur bij de vulkaan aankomen, en zo te zien gaat dat vandaag ook niet meer gebeuren. En die prachtig groene caldera moeten we er in gedachten ook maar bij verzinnen, want door de stoom en de bewolking is er alleen af en toe een glimp van dit natuurschoon op te vangen. Maarten en ik moeten gelijk terugdenken aan de dag in '99 dat we elkaar voor het eerst ontmoeten, toen we beiden naar Noord-Frankrijk waren afgereisd om de zonsverduistering te zien, maar een stad hadden gekozen waar het bewolkt was... Wat we wel zien, en veel ook, zijn bordjes met waarschuwingen voor uitstoot van zwavelgassen. Gelukkig brandt het blauwe lampje, wat aangeeft dat het niveau veilig is. Ook merkt Maarten op dat de palen van de balustrade toch wel degelijk te lijden hebben van de blootstelling aan de gassen vanuit de vulkaan: het hout tussen de jaarringen is er vrij diep tussenuit 'gevreten'. Mooi gezicht.

DSC05690 kleinDSC05694 klein

We kopen voor vertrek voor de kinderen een blikje warme chocomelk want volgens eigen zeggen hebben ze het 'bibberkoud'. De man achter de verkoopbalie gebaart naar ons en vervolgens de hoogte in. Als ik invul: 'Tall. Yes, we are tall' (voordat er weer eens iemand gaat zeggen dat ik 'só big!' ben...) durft hij ook te gaan praten, wijst op zichzelf en zegt: 'Hundred eighty five'. Ik knik enthousiast, wijs op mezelf en zeg dat ik even lang ben. Hij aarzelt niet, komt achter de balie vandaan om te checken of ik hakschoenen aan heb (nee) en zet zichzelf dan schouder aan schouder met mij. Wat een gezelligheid, we zijn even lang! Hij kan het bijna niet geloven. Dan wijst hij op Maarten, die uitlegt dat hij 1.83 is. Oóh, wat toevallig, zijn broer is óók 1.83! Nou ja, we konden wel familie zijn...

Terug in de auto hebben we even een mini-baaltje. Tweeënhalf uur in de auto voor een stel wolken. En nu onverrichterzake weer terug. Ook voor de kinderen niet leuk, hoewel die zichzelf uitstekend vermaakt hebben met ruzie maken en slapen. Maar goed, het is zoals het is. We hebben een mooi stukje Japans landschap gezien. Voor de variatie kiezen we voor de terugweg een andere route die ons over een B-weg dwars door allerlei dorpjes voert. Buiten de bebouwde kom mag je 40, binnen de bebouwde kom 30. Je kunt dus wel zeggen dat we ruim 100 kilometer voldoende tijd hebben gehad om van ons af te kijken.

We tanken de huurauto af (klinkt eenvoudig, maar wat moet er eigenlijk in? En wat is wat?) en brengen hem terug naar Oita en nemen de trein naar Beppu. Om zeven uur staat het eten weer klaar in onze ryokan. Voor de kinderen is er onder andere kindersushi – norivellen met alleen rijst (Tara verontwaardigd: 'Hé mam, het is wel sushi maar er zit niks in!'). Terwijl wij eten maken de kaboutertjes onze bedden weer op. Heerlijk zeg, ik neem er een paar mee.

Om acht uur hebben we weer een onsen gereserveerd, dus we hijsen onszelf en de meiden weer in yukata's en klepperen op van die vierkante Japanse slippers naar beneden. In het bad is het voor de kinderen moeilijk om stil te zitten. Water is gelijk aan spelen, terwijl wij het liefst in alle rust ons helemaal door en door laten verwarmen. We vinden een gulden middenweg: eerst even stilzitten en aan het eind lekker hard spetteren. Op papa, welteverstaan.


Little Boy
Donderdag 28 maart 2013. Hiroshima, Japan.

Nu we in Beppu kennis hebben gemaakt met het onsen-gebeuren is het tijd om met onze kleine karavaan weer verder te trekken. We gaan met een gewone trein en een shinkansen naar Hiroshima, uiteraard bekend van de allereerste kernbom, maar wellicht voor de autoliefhebbers ook vanwege de productielocatie van Mazda.

Vanmorgen is het droog in Beppu, dus Maarten ontkomt niet aan een rondje met Evy. Ze zegt dat ze ‘fier’ op hem is. Ik ook. Ondertussen doe ik het aankleedgebeuren met de meiden, waarna we met z’n vieren ontbijten. Ook nu weer van die grappige ‘bak je eigen ei’-pannetjes. Maarten gaat bij de broodrooster zitten, en heel even verwacht ik nog dat de dame van de eetzaal in lichte paniek op een holletje naar ons toe komt ‘omdat dat de plek van de vrouw is’, maar ze blijft rustig.

Gisteren had ik haar per ongeluk ook al weer op de kast. Ik wilde rijst opscheppen en zag dat er voor de kinderen twee kommetjes stonden van hetzelfde patroon als van ons. Ik zat net midden in mijn ‘Kijk wat leuk meiden, voor jullie zijn er mini-kommetjes!’-verhaal en wilde er een opscheplepel rijst in doen toen ze als een sirene ‘Whoehoe-hóé nó nó’ roepend naar ons toekwam. ‘Tea! Tea!’. Oh sorry, het zijn de theekommetjes… Vergeef me, hoe haal ik het in mijn hoofd?! Gelukkig ben ik niet de enige die minpunten kreeg. Maarten haalde het de eerste avond in zijn hoofd om zijn schoenen op de kamer te laten en op sokken naar de eetzaal te gaan. Eén wenkbrauw in de lucht, zwaar afkeurende blik en twee afgemeten woorden: ‘No slipper?’ en dan de tweede wenkbrauw ook erbij omhoog. Ai.

Goed, nu naar Hiroshima. We willen eigenlijk dezelfde truc doen met de bagage in lockers op het station, maar ze zijn allemaal vol. Dan naar het Blue Wave Inn Hotel, dan laten we ze daar staan tot we in kunnen checken. Tegen het hotel zit een Minimart waar we onze lunch bij elkaar zoeken. Dat lukt natuurlijk makkelijk, maar daarna heb je twee uitdagingen. Eén: een bankje vinden. Twee: een prullenbak vinden. Het lijkt wel of Japanners gewoon niet van die bankjes-types zijn. In speeltuinen vind je ze wel, maar dat is het dan ook. En vuilnisbakken zijn ook schaars; het afval gaat hier in je tas en mee naar huis. ‘s Lands wijs, ‘s lands eer.

DSC05756 kleinDSC05762 klein

Na de lunch nemen we de tram naar de Atomic Bomb Site, een voormalig beursgebouw waarvan een gedeelte is blijven staan toen op 6 augustus 1945 om 8.15 uur Little Boy uit het vliegtuig Enola Gay werd gegooid. Tijdens de wederopbouw van de stad is in Hiroshima pittig gediscussieerd over wat er met de restanten moest gebeuren. Uiteindelijk is er in 1966 voor gekozen ze te laten staan als aandenken. In 1967 zijn de eerste restauratiewerkzaamheden begonnen – niet om het gebouw helemaal te herstellen, maar om ervoor te zorgen dat de restanten goed behouden bleven. Op een plaquette lezen we dat er ook vanuit het buitenland geld is gedoneerd om dit mogelijk te maken.

De A-bomb Site hier geeft een heel ander gevoel dan in Nagasaki. Er zijn hier veel (véél!) meer toeristen en fototoestellen. Op de plek waar de bom geworpen is staat, verstopt tussen parkeergarages en flatgebouwen, een klein gedenkteken. In Nagasaki was dat een grote marmeren zwarte pilaar in een park. Niet beter, maar wel anders.

Om half drie wordt Mila een beetje verdrietig – waarschijnlijk van vermoeidheid. Ik ga met haar terug naar het hotel, check in en leg haar op bed. Even een tukkie doen, daar knapt ze van op. Maarten wandelt met Tara verder door naar het Peace Memorial Park. Daar brandt een vlam die pas wordt gedoofd als het laatste kernwapen op aarde is verdwenen. Niet cynisch bedoeld, wel realistisch: dat gaan wij niet meer meemaken. Ook is er een grote boog gebouwd waar de zielen van de slachtoffers onder kunnen schuilen en ligt er een enorme met gras bedekte heuvel waarin de as van zo’n 70.000 niet-geïdentificeerde overledenen ligt.

Ze zien ook het Children’s Peace Monument, ter nagedachtenis aan alle omgekomen kinderen. Dit kunstwerk, een meisje dat een origami kraanvogel omhoog houdt, is gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Sadako Sasaki, een meisje dat leukemie kreeg als gevolg van de atoombom. Ze probeert 1000 origami kraanvogels te vouwen, omdat je dan een wens mag doen. Vanaf daar kent het verhaal twee varianten:
1) haar wens is genezing maar ze haalt het net niet omdat ze overlijdt en haar klas maakt na haar dood de klus voor haar af.
2) haar wens is wereldvrede, ze haalt haar doelstelling in augustus 1955, maar overlijdt alsnog in oktober van dat jaar aan de gevolgen van leukemie.
Tot op de dag van vandaag worden van over de hele wereld door kinderen gevouwen kraanvogels aangeboden aan Hiroshima om de wens om wereldvrede te onderstrepen. Maarten vond het allemaal zeer indrukwekkend, en als ik de foto’s zie en de toelichtingen op internet erbij lees kan ik me dat voorstellen.

Daarna is hij met Tara naar een schoolplein gewandeld, waar ze lekker heeft gespeeld. Ondertussen heb ik op de hotelkamer met Angry Birds een heel stel groene varkens naar de eeuwige modderpoelen geholpen. Heerlijk. Get lost, you stupid piece of bacon!

 

Een dagje Mazda
Vrijdag 29 maart 2013. Hiroshima, Japan.

Op onze laatste hele dag in Hiroshima gaan we de Mazda-fabriek bezoeken. Om het voor Tara en Mila iets ‘kleiner’ te maken vertellen we dat we gaan kijken waar de auto van ‘opa van de visjes’ is gemaakt. Tara is altijd razend geïnteresseerd in hoe dingen gemaakt worden, dus die heeft er gelijk zin in. We wapperen met onze Japan Rail Pass, springen op de trein en zijn al snel bij Mazda.

De rondleiding duurt anderhalf uur en wordt dagelijks gehouden, maar je moet je er wel voor aanmelden. Elke doordeweekse dag zijn er 45 plaatsen. Daar kwamen wij gisteren pas achter, dus we hebben best wel mazzel dat we nog kunnen deelnemen. De gids, een superslanke dame, neemt ons in rap tempo mee langs verschillende ruimtes. De ontvangstruimte, met 3 van de meest recent uitgebrachte modellen waar je in en aan mag zitten. ‘Please look around for 5 minutes’.

Dan door naar het historische gedeelte met oude auto’s en héle oude auto’s waar je overduidelijk niét in en aan mag zitten. ‘Please look around for 5 minutes’. Dan een film en uitleg over de omvang van de productielocatie. Qua aantallen duizelt het ons binnen de kortste keren. Een paar dingen zijn blijven hangen: 1800 auto’s per dag op deze locatie, 1,3 miljoen auto’s jaarlijks over de hele wereld. Totale productietijd van een auto: 16 uur. Mazda beschikt over een eigen haven en is eigenaar van de langste bedrijfsbrug te wereld. Nou, dan weet je dat ook weer.

DSC05785 kleinDSC05817 klein

Dan naar de concept cars – de auto’s van de toekomst, zoals ééntje die rijdt op waterstof. Of ééntje die regenwater van het dak opvangt, filtert en onder het rijden aanbiedt aan de bestuurder. ‘Please look around for five minutes’. Ook mogen we kijken hoe een auto tot stand komt, zowel een schaalmodel in klei als een proefauto waarmee een crash test is uitgevoerd. ‘Please look around for five minutes’. Als je het zo hoort denk je ‘Hoe maak je hier in vredesnaam anderhalf uur vol?’, maar dan komen we bij de assemblagelijn. Gelieve uw fototoestel op te bergen, want dat is hier natuurlijk niet de bedoeling. Wat een stoer gezicht zeg. Je loopt bovenin de hal over een hoog wandelpad en kijkt neer op de lopende band waar de nieuwe auto’s op staan. In een ècht hoog tempo zetten de monteurs de onderdelen erin. ‘Zzzt-zzzt’, met een lucht gedreven slagmoersleutel worden de veiligheidsriemen erin gezet. Een robot kit de voorruit af, tilt hem op met zuignappen en zet hem erin. Een apparaat draagt het dashboard aan, de monteur rijdt het erin. En ondertussen loopt de band gestaag verder. Petje af, want het tempo is moordend. De hele groep kijkt zijn ogen uit, echt boeiend.

Tot slot nog even gauw door naar de obligate Mazda-shop met reclamespullen. ‘Please look around for five minutes’. Daarna worden we in de bus geveegd, rijden we terug naar de hoofdingang en krijgen we kortingsbonnetjes voor de coffeeshop in de centrale hal. Korting slaan wij natuurlijk nooit af, dus we lunchen hier gelijk even. Mila is ondertussen weer behoorlijk hangerig geworden en voelt weer warm aan. Shit, weer die koorts terug? Gatver. Terwijl we plannetjes zitten te maken wie er met haar naar het hotel gaat en wie met Tara op stap gaat, valt mijn oog op het gebouw tegenover ons. Mazda Hospital. Hhmm… zou dat alleen voor personeel zijn, of kun je daar gewoon aanwaaien? We besluiten het erop te wagen.

We pakken de dichtstbijzijnde ingang, maar dat blijkt niet de juiste. De beveiligingsman daar doet zijn uiterste best om te achterhalen voor wie we komen, maar als ik mijn hand op Mila’s voorhoofd leg valt het kwartje. Ah! Hij rent voor ons uit naar de spoedeisende hulp, maar daar werpt een verpleegkundige één blik op Mila en begint aan de man uit te leggen dat we daar niet terecht kunnen. Terecht hoor, want ze is niet doodziek ofzo, alleen hangerig, prikkelbaar en hoest veel. Ondertussen heeft Mila in de gaten dat er iets staat te gebeuren waar een dokter bij betrokken is, dus die is uiterst verdrietig.

De beveiligingsbeambte neemt ons het hele ziekenhuis mee door en zet ons af bij een balie waar we met veel Hints uitleggen wat er met Mila aan de hand is en een registratieformulier invullen. Er komt nog even iemand bij ons controleren of we een Japanse ziektekostenverzekering hebben, en of we wel weten dat we het anders contant moeten betalen? Goed vrouwke, we hebben een bordje ‘Visa’ zien hangen, dus wij komen er wel. Plastic fantastic.

Dan zijn we aan de beurt en worden we meegenomen naar de kinderafdeling. We leggen uit wat er aan de hand is en de arts zegt: ‘Blood examination and chest X-ray’. Oké, daar gaan we dan. De onderzoeken zijn voor Mila erg vervelend. Ik waardeer de grondigheid, maar kindvriendelijkheid staat niet helemaal voorop. Ik ben er van overtuigd dat in een Nederlands ziekenhuis bij een longfoto van een 3-jarige de ouders niet allebei weggestuurd zouden worden. En voor wie nu denkt dat we dat hebben laten gebeuren: wees gerust, echt niet.

Na de longfoto’s worden we teruggebracht naar de kinderafdeling, waar de arts vertelt dat de uitslagen van het bloed een uurtje op zich laten wachten. Mila’s koorts is inmiddels weer wat omlaag, er is speelgoed en er zijn tekenfilms, dus dat uurtje komen we wel door. Als de uitslagen er zijn speelt de taalbarrière weer een beetje parten. We hadden de hoop dat het Engels hier beter zou zijn, maar dat is nauwelijks het geval. De arts doet in elk geval zijn uiterste best om ons zo volledig mogelijk uit te leggen wat de labuitslagen zijn. Conclusie: lichte virale longontsteking èn een bacteriële infectie. De longontsteking is viraal, dus daar werkt antibiotica niet tegen. Hij schrijft op ‘natural cure’. Hij schrijft ook op ‘not so bad’, gevolgd door ‘she’s not going anywhere’. Hhmm, dat is een beetje lastig te duiden voor ons. We besluiten om terug in het hotel gelijk een alternatief programma te maken waarin we een gulden middenweg zullen vinden tussen Mila vier weken op bed leggen in een hotelkamer en nog vier weken met volle, ondernemende dagen.

DSC05824 klein

Bij de intekenbalie ligt het recept al voor ons klaar. En of we gelijk even willen afrekenen natuurlijk – cash of credit? De kosten vallen ons op zich nog mee. We bewaren alle bonnetjes voor onze Nederlandse verzekering. Als je niet beter zou weten, zou je denken we een auto gekocht hebben. Een ziekenhuisfactuur met het Mazda-logo erop… volgend jaar lach je erom. Gewapend met het recept wandelen we om de hoek van het ziekenhuis de apotheek binnen. Daar blijkt wederom dat Mila’s arts het grondig aanpakt: vijf verschillende medicijnen. Iets tegen de koorts, korreltjes tegen het hoesten, antibiotica, pleisters voor d’r bronchiën… en het zou Japan niet zijn als het niet in een Hello Kitty zakje zat. De apotheker neemt de tijd om ons uit te leggen hoe en wat, maar voor de zekerheid schrijven we het ook nog maar even op de zakjes. Ook hier gelijk even afrekenen, en dat is dan naar verhouding weer duur. Anyway, met een tasje vol troep en een dappere dochter met een flinke pleister pakken we de trein terug naar Hiroshima. Een ervaring rijker, zullen we maar zeggen.

 

Miyajima Island
Zaterdag 30 maart 2013. Hiroshima, Japan.

De laatste dag dat onze Japan Rail Pass geldig is. We willen hem optimaal benutten èn we hebben nog een bezienswaardigheid op ons lijstje staan. Voordat we Hiroshima achter ons laten trekken we dus nog even naar Miyajima. De bagage laten we in het hotel achter – ook na het uitchecken kun je dat in Japan gewoon doen, is de normaalste zaak van de wereld. Alweer een reden om van dit land te houden.

Miyajima is een klein eilandje iets minder dan een uur buiten Hiroshima. Het is het meest bekend om zijn enorme torii, een houten poort die in het water staat. Bij vloed lijkt het net of deze op het water drijft. Het staat in de top drie van beste uitzichten van Japan, dus deze is eigenlijk niet te missen. Mocht het nog zo zijn dat we twijfelen aan de te nemen route: hoeft niet. Het is zaterdag, het is mooi weer en de kersenbloesem is prachtig, dus de Japanners trekken massaal naar het eilandje voor een dagje uit. Een lang lint bezoekers stroomt vanuit de trein naar de ferry, waarmee je in tien minuten naar Miyajima wordt gebracht. De Japan Rail Pass dekt ook deze ferry, dus dat is mooi.

DSC05832 kleinDSC05846 klein

Op het eiland lopen ook veel herten rond. Mila’s groep op het kinderdagverblijf heet De Hertjes, dus toen ze hoorde dat we naar de hertjes gingen riep ze heel hard: ‘Míjn hertjes?’. Nee schat, dat duurt nog een paar weken. Het zonnetje schijnt, er staan eettentjes met allerlei Japanse lekkernijen, de mensen om ons heen zijn vrolijk, de torii is mooi, er staat een schitterende rode vijf-lagige pagoda… het is hier heerlijk, echt genieten. De hertjes zijn leuk en laten zich gemoedelijk aaien. Wat wij niet weten is dat dit de hertjes van level 1 zijn. Later meer.

De meiden zijn de laatste paar dagen af en toe niet te hebben, dus we zijn tijdelijk (lees: tot er verbetering intreedt) overgestapt op een ‘ouderwetsch’ maar doeltreffend stickertjessysteem. Goed geluisterd? Lief gespeeld? Lief gedeeld? Stickertje. En bij vijf stickertjes mag je iets leuks of lekkers. Als Tara op Miyajima een stok vindt en er gelijk een voor Mila zoekt heeft ze haar eerste stickertje te pakken. En de smaak.

DSC05898 klein

We maken het niet te laat op het eiland, want er wacht ons nog een treinrit naar Kobe. Met zoveel winkeltjes en kraampjes ligt het voor de hand om hier onze lunch te gebruiken. We scharrelen wat bij elkaar en gaan dat lekker op zitten eten. Dan krijgt een level 2 hert ons in het vizier. Wat wij hebben, wil hij ook wel. Hij stapt vastberaden op ons af. Gelukkig is Maarten vastberadener en jaagt hem weg. Nu komt er tot slot een level 3 hert, en die laat zich niet zomaar wegjagen. Maarten duwt hem aan de kant, maar hij duwt terug. Uiteindelijk begint het hert te trappen naar Maarten en het ontaardt in een man-tegen-man gevecht, terwijl ik met twee broodjes bapao, een zakje friet en een tasje koekjes probeer een angstige peuter en kleuter uit mijn haar te halen. De vrouwen blazen paniekerig de aftocht terwijl Maarten in onvervalst Brabants tegen het hert roept: ‘Za’k oe sloan?!?’ (Vertaling voor iedereen van boven de rivieren: ‘Zal ik je eens even lekker knuffelen?!?’). Op de boot terug zijn de kinderen er vol van. Papa heeft het stoute hertje weggejaagd want die wilde onze patatjes opeten en die ging papa schoppen. Papa is een held. Een Held.

We wandelen vanaf Hiroshima Station naar ons hotel, laden de bagage in en nemen een taxi terug naar het station. Daar blijkt dat we iets beter na hadden moeten denken, want de eerste trein waar plaats is, gaat pas over twee uur. Dat koffers halen en kaartjes kopen hadden we dus beter andersom kunnen doen. We besteden onze tijd liefst zinvol en besluiten daarom alsnog naar het Peace Park te gaan, zodat ik dit ook kan zien. We zoeken bagagelockers, en met al de bagage bij ons hebben we er drie nodig. Zo’n 11 Euro en we kunnen weer lichtgewicht verder. Nou ja, dat dachten we althans. We reizen toch aardig wat rond, maar kunnen met geen mogelijkheid de juiste uitgang van het station vinden. Serieus. Het lukt ons gewoon niet. Ondertussen tikt de tijd verder. Uiteindelijk geven we het op. Hiroshima Station wint. We blijven wel hier.

We willen onze tijd nog steeds zinvol besteden, dus als we een kapper zien is dit keer Tara aan de beurt. De punten van haar haar zijn droog en dor, wat tranen met tuiten oplevert bij het borstelen. Stukje eraf dus. Geen idee of het resultaat door de beugel kan, dat mag onze kapper in Nijmegen weer doen, maar voorlopig scheelt het een boel gedoe bij het kammen. Handig man, een kapper op het station! Daarna hebben we nog een drie kwartier over. We gaan even lekker een hapje eten, want tegen de tijd dat we in Kobe in het hotel zijn is het waarschijnlijk tegen zevenen. We kiezen voor okonomiyaki, een vrij bekend gerecht dat eigenlijk betekent ‘zoals je wilt’. Op een teppanyaki wordt een pannenkoek gebakken die wordt geserveerd met noedels. De Hiroshima variant is met witte kool, zeevruchten en varkensvlees. Het vult behoorlijk en smaakt uitstekend. De shinkansen-treinrit gaat zoals altijd voorspoedig. Mila nestelt zich lekker op mijn schoot voor een tukkie en Tara is beste vriendjes met d’r tablet. Tot zover Hiroshima!


To beef or not to beef
Maandag 1 april 2013.
Kobe, Japan.

Vanuit Hiroshima zijn we aangekomen in Kobe, bekend van het Kobe rundvlees en de aardbeving in 1995. Voor Japanse begrippen hebben we een ruime kamer waar we zelfs beide Deryan tentjes van de meiden kunnen opzetten. Omdat Mila rust nodig heeft en gisteren een drukke dag was met veel reizen doen we het vandaag rustig aan in het hotel. We slapen uit, ontbijten op de kamer en de meiden nemen het ervan terwijl ze in een yukata in bed met hun tablets spelen. Het voelt dubbel om de dag zo rustig door te brengen. Aan de ene kant willen we van alles gaan zien, aan de andere kant willen we Mila graag de rust geven die ze nodig heeft om beter te worden. We kiezen uiteraard voor het laatste.

Vanuit Kobe willen we een dagtocht maken naar Himeji maken, daar staat een Japans kasteel dat tot de mooiste van Japan gerekend wordt. In tegenstelling tot vele andere kastelen is dit geen betonnen reproductie maar nog redelijk origineel in hout uitgevoerd.

DSC05977 kleinDSC05980 klein

Rond de lunch gaan we op zoek naar een restaurant. Ons hotel, The B Kobe, zit in het uitgaansgebied van Kobe dus dat zou niet moeilijk moeten zijn. We zijn door ons uitslapen vanochtend echter wat laat voor de Japanse lunch, veel restaurants zijn alweer gesloten tot het avondeten. Na wat ronddwalen komen we terecht bij Pomme’s, een restaurant waar ze gespecialiseerd zijn in een soort nasi in een omelet gewikkeld met daaroverheen een lekkere saus. Als je de omschrijving zo leest klinkt het misschien raar maar het smaakt ons uitstekend. De kinderen krijgen een kindermenu: een pannenkoek met chocoladesaus en een bekertje appelmoes met wat te drinken. Mila is echter alweer moe en wil eigenlijk alleen maar gaan slapen. We gaan terug naar het hotel en ik ga slapen met Mila, Edith gaat met Tara naar beneden met een lading knutselspullen. Tegen het avondeten wordt Mila pas weer wakker (veel te laat eigenlijk). We skypen nog even met Nederland maar krijgen de kinderen daarna bijna niet naar bed. Mila heeft te lang geslapen en zit klaarwakker in bed. Dat moeten we morgen echt anders doen…

Na een onrustige nacht (beide meiden kruipen uiteindelijk bij ons in bed) staan we de volgende dag op tijd op. Ik ga eerst even met Evy een rondje rennen (les 5 alweer van mijn hardlooptraining) terwijl Edith de kinderen laat ontbijten en aankleedt. Tara geeft aan écht niet meer haar schoenen aan te willen, ze zijn stòm en passen niet bij haar rok. Ze heeft daar wel een beetje gelijk in dus we gaan andere schoenen kopen zodat Tara ook weer meer dan één paar schoenen heeft om uit te kiezen. Uiteindelijk worden het een paar schoenen die zich het best laten omschrijven als ‘Japanse meisjessneakers met ruitjesstof en lakleer’. Inderdaad, leuk voor onderweg maar tikkie apart.

We hebben geleerd van gisteren dus we gaan vroeger lunchen zodat Mila op tijd kan gaan slapen. We kiezen voor een klein sushi restaurant dat bestaat uit 5 stoelen aan de bar en alleen de eigenaar (tevens kok, barman en afwashulp) achter de bar. Er is geen menukaart en de taalbarrière is te groot, dus ik loop met de kok naar buiten en wijs wat aan in de vitrine. Zoals veel restaurants in Japan heeft ook dit restaurant een vitrine met daarin voorbeelden van de gerechten die je kunt bestellen. Die voorbeelden zijn levensechte, plastic gerechten compleet met perfect ingeschonken biertjes. Ik kies voor wat nori sushi en nigirisushi. De vis ligt in de vitrine aan de bar en de kok gaat er meteen mee aan de slag. Binnen 10 minuten staat er een aantal borden lekkere sushi op de bar, het smaakt weer heerlijk.

Een nadeel van zo’n klein restaurant waar wij dan ook de enige gasten zijn is dat de eigenaar blijft staan kijken hoe wij alles opeten. Hij probeert de taalbarrière te slechten maar ons Japans is te slecht (lees: niet aanwezig) en zijn Engels is even goed. Het wordt dus wederom een potje Hints en met handen en voeten leggen we uit dat we uit Nederland komen, hoe oud Tara en Mila zijn en dat er in Nederland inderdaad tulpen staan. Het voelt ongemakkelijk om zo te eten maar hij doet echt z’n best. We eten redelijk vlot de sushi op, betalen, bedanken uitgebreid met buigingen en vertrekken. Even later worden we bij een roltrap door de kok aangeschoten; we waren de telefoon van Edith vergeten… Duizendmaal ‘arigato’ maar weer. Snel terug naar het hotel en Mila op bed leggen.

Tegen zessen gaan we op zoek naar een restaurant waar ze het befaamde Kobe beef serveren, oftewel vlees van koeien die volgens de verhalen bier te drinken krijgen, worden gewassen met sake en dagelijks gemasseerd worden om het vlees mals te houden. Door de speciale behandeling zou het vlees fantastisch moeten smaken maar daardoor is het ook exclusief (lees: duur). Vlakbij ons hotel zit een restaurant dat bekend staat voor hun Kobe beef. Als we echter voor de deur staan zien we wat de Japanners verstaan onder exclusief: 150 gram Kobe beef, een salade en een toetje: 130 Euro! Per persoon wel te verstaan. We denken er even over (je bent hier maar één keer…) maar we draaien toch om. We vinden al snel een ander restaurant waar het rundvlees niet is grootgebracht met bier maar dat biertje bestel ik er wel los bij.

 

Himeji Castle
Dinsdag 2 april 2013. Kobe, Japan.

Vanuit Kobe kun je prima een dagtocht maken naar Himeji Castle, naar verluidt het mooiste kasteel van Japan. De afgelopen twee dagen hebben we vooral kalm aan gedaan om Mila rust te gunnen. Dat gunnen we haar nog steeds hoor maar we willen Kobe niet verlaten voordat we Himeji gezien hebben. We weten van tevoren dat de ‘upper keep’ oftewel de bovenste ‘toren’ gerenoveerd wordt en dus tot begin 2014 verstopt zit onder steigers, stellages en doeken, maar toch vinden we de trip de moeite waard.

Het kasteel ligt op zo’n 60 kilometer van Kobe, daarom nemen we de trein. Dit keer zonder onze verlopen Japan Rail Pass, dus gewoon kaartjes kopen. Gelukkig is het geen shinkansen, dus we lopen er niet op leeg. Helaas regent het vandaag nèt te hard om zonder paraplu te lopen. Maarten duikt een Family Mart in en koopt twee paraplu’s van doorzichtig plastic. Ook een Japans icoon, want werkelijk iedereen heeft hier zo’n ding.

Om het kasteel staan ontelbaar veel bloesembomen. Echt jammer dat ze minder goed uitkomen tegen zo’n grauwe lucht, want dat zou vast een schitterend gezicht zijn. Het kasteel ziet er prachtig uit, en ook hier geldt dat het vast nog mooier zou zijn geweest met een strakblauwe lucht – helaas pindakaas, we hebben dit keer een dagje pech met het weer.

DSC06016 kleinDSC06027 klein

Er is een slim idee bedacht om bezoekers ook tijdens de renovatie iets te kunnen laten zien van de hoogste toren. Met een lift word je naar de 8e etage van het steigerwerk gebracht. Daar is een heel panoramadek gebouwd, van waar je zicht hebt op de renovatiewerkzaamheden van het dak. Er liggen voorbeelden van de opbouw van het pannendak, er wordt een film vertoond en er zijn miniaturen. Met een trap ga je dan naar de 7e, waar je kunt kijken naar de renovatiewerkzaamheden aan de muren. Ook hier voorbeelden van hoe de werklieden te werk gaan en een film om dit te ondersteunen. Slim gedaan ook wel, want tijdens de renovatie is de toegangsprijs van het kasteel met 200 Yen verlaagd. Wil je onder de doeken kijken? Dan koop je voor het panoramadek een kaartje van… 200 Yen.

Als we uitgekeken zijn, halen we een lunch die we in de trein opeten. Zo slaan we twee vliegen in één klap en hebben we Mila zo snel mogelijk in bed voor haar middagdutje. Maarten blijft bij haar, terwijl ik met Tara in de lobby ga knutselen. We hebben een plannetje bedacht met onze supersonische wc. Als we er aan denken moeten we zelf al enorm lachen, dus ook als het plannetje niet werkt is de voorpret de moeite al waard geweest.

‘s Avonds na het eten steekt Maarten de straat over naar het grote gebouw met Kobe Sauna & Spa op de gevel. Even lekker een paar uurtjes badderen. Ondertussen maak ik er met Mila en Tara een meidenavondje van. Uitgebreid onder de douche, muziek luisteren vanaf de iPad en lekker op bed dansen.


Twintig tinten tafu
Woensdag 3 april 2013. Koya-san, Japan.

We laten Kobe achter met de wetenschap dat we er dus geen èchte Kobe beef hebben gegeten. Nog steeds een béétje jammer, maar waar we nu heen gaan is het eten ook heerlijk. Of in elk geval: bijzonder. We verplaatsen ons voor twee nachten naar Koya-san, een dorpje dat wordt omringd door acht bergen. De Japanners leggen dit uit als een lotusbloem. Hier bevindt zich het ‘hoofdkwartier’ van de Shingon-stroming van het esoterisch Boeddhisme, wat betekent dat je er veel tempels kunt vinden. Uit de Lonely Planet begrijpen we dat het er meer dan 110 zijn. Vinden onze meiden ook leuk… not. In veel van deze tempels kun je overnachten – dit heet shukubo, oftewel ‘temple lodging’. De Shingon-leer kent zo’n 10 miljoen aanhangers, maar ik zal bekennen dat ik er voordat ik me ging verdiepen in Japan nog nóóit van had gehoord. En van esoterisch Boeddhisme ook niet, maar ik laat me graag door een van jullie bijpraten.

Om in Koya-san te komen moeten we enige moeite doen. Eerst vanaf Kobe met de trein naar Shin-Imamiya, waar we overstappen op de Nankai-lijn. Deze is niet van Japan Rail, dus we moeten er ook een nieuw kaartje kopen naar Gokurakubashi en vanaf daar met de kabelbaan het laatste steile stuk omhoog. We zien veel mensen om ons heen die waarschijnlijk vanuit een omringende stad een dagtocht of overnachting maken en dus maar weinig bagage bij zich hebben. Wij trekken vanuit Koya-san weer verder naar Nara en hebben ons hele hebben en houwen bij ons. Bovendien zijn we veruit de jongsten en de enigen met kinderen. Wat wel weer grappig is, is dat hier opeens allemaal Westerse toeristen zijn. Ook zeker wel Japanners (Koya-san is een befaamd pelgrimsoord), maar wat ik bedoel is dat we vaak de enige westerlingen zijn en nu ineens gaan we op tussen de rest.

DSC06089 klein

Als we in Koya-san aankomen is het ronduit koud. De lucht is grijs, we ademen wolkjes uit… het is niet zo aangenaam. Bij Jimyoin, onze tempel, zijn we vanaf drie uur welkom om in te checken. Nadat we daar onze bagage alvast afgegeven hebben moeten we dus nog even wat tijd doden. Eten is dan altijd lekker, zeker als het koud is, dus duiken we een galerie annex restaurantje in voor een portie vegetarische penne met spinazie en kaas. Lekker hoor, maar ik zit ondertussen al te verzinnen hoe ik dit thuis nog lekkerder kan maken met gebakken stukjes kip erbij. En pijnboompitjes. En… nou ja, ik mis koken dus je snapt het wel.

Nadat we goed verkleumd zijn is het eindelijk drie uur. Joepie, naar binnen! Schoenen uit, slippers aan en hup achter de monnik aan. Die vertelt ons ondertussen de spelregels van de Jimyoin tempel. In de onsen tussen vijf en negen – alleen ‘s avonds welteverstaan. De voordeur gaat ‘s avonds om tien uur op slot, dus voor die tijd binnen zijn aub. Ochtendgebed om half zeven, ontbijt om zeven uur. Klinkt allemaal heel streng nu, maar we wisten dit van tevoren hoor. Voor de kinderen zijn er speciale kinderslippers, en die vinden dat natuurlijk supergrappig.

We rollen de futons en dekbedden alvast uit zodat ze wat van de warmte van de kamer meepikken en zetten de verwarming op standje ‘kernsplitsing’. Dan is er een klopje op de deur: er wordt een dienblad met lekkere verse thee gebracht mèt koekjes. We worden uitgenodigd aan de lage tafel, waar het lange, dekbedachtige tafelkleed een verrassing blijkt te zijn: het is verwármd. Oh, héérlijk! Gelijk de benen eronder en ‘ik wil met jou wel zeven weken onder de elektrieke deken’ neuriën. De kamer is voor Japanse begrippen echt mega: Acht tatami matten aan de ene kant, dan schuifdeuren en weer acht tatami matten. We kunnen er zelfs een dansje in doen.

Deze twee nachten zijn met afstand de duurste van onze trip, maar dat komt ook (eerlijk is eerlijk) omdat het eten er bij is inbegrepen. Dus of we nou slapen voor heel weinig en eten voor heel veel of andersom is niet precies duidelijk. Het eten wordt bereid door de monniken, die koken volgens de Boeddhistisch vegetarische keuken (shojin-ryori), wat inhoudt dat er geen vlees, vis, uien of knoflook worden gebruikt. We hebben voor de kinderen de maaltijd achterwege gelaten en iets meegenomen van de supermarkt.

DSC06130 klein

Om half zeven wordt het eten op onze kamer opgediend. Twee monniken brengen verschillende tafeltjes met kleine kommetjes, schaaltjes en bakjes met allerlei kleine gerechten. Sommige warm, sommige koud. Er is tempura, ingelegde groente en tofu… en dat is eigenlijk de enige dat ik van naam ken. De andere bakjes bevatten gerechten die ik kan omschrijven als ‘friszurig zeewier met kleine tentakel-takjes’, ‘zwarte zoetige reepjes’, ‘soep met vulling die lijkt op draden uit een niet-schoongemaakt aquarium’, ‘soort visstick maar dan van iets anders’, ‘appelmoesgelei van een ondefinieerbare smaak met een puddinkje erin dat ik niet thuis kan brengen’. Oh en rijst natuurlijk (phieuw!), want je wilt ook gewoon vulling in je maag. De monnik wijst alles aan en zegt dan de Japanse naam erbij, waarop ik braaf knik alsof ik het allemaal uitstekend snap. Het meeste is echt lekker hoor, sommige gerechten zoals de appelmoesgelei kan ons minder bekoren, maar het is al met al heel bijzonder. En hoewel we voor de kinderen geen maaltijd besteld hebben, is er voor hen ook een tafeltje met een kommetje voor de rijst, een vorkje en een bordje. Heel attent.

Als het op is mogen we de monniken bellen en wordt alles opgehaald. Ze maken dan gelijk onze futons op, zodat we klaar zijn voor de nacht. De kussens hier zijn gevuld met een soort kralen, zodat het lekker koel blijft. Het klinkt even alsof je op schelpen gaat liggen, maar zolang je niet te druk beweegt slaapt het prima. De kachel blijft op de sluimerstand aan, de wekker staat gezet op zes uur. We kijken terug op een bijzondere dag en maken ons klaar voor de volgende!

 

Cosmic Buddha
Donderdag 4 april 2013. Koya-san, Japan.

Thuis in Nederland is om zes uur opstaan voor ons een hele normale tijd – voor Maarten zelfs al uitslapen. Maar als hier de wekker afloopt voelt het ineens beestachtig vroeg. We overwegen nog heel even om het ochtendgebed te laten schieten, maar realiseren ons ook dat om zeven uur het ontbijt wordt gebracht, dus dat van uitslapen toch al geen sprake is. Oké, uit de veren en in de kleren dan.

Precies om half zeven lopen we de hondo in, de gebedszaal. We hadden verwacht hier alle monniken aan te treffen (behalve degenen die ontbijt moeten maken), maar het is helemaal anders. Er is maar één monnik, en die bidt ‘by proxy’ voor de rest van zijn collega’s. Tenminste, dat maken wij er dan maar van. De sfeer in de hondo is bijna kerstachtig: weinig licht, gouden versieringen en hier een daar een kaars. We nemen plaats op een krukje en luisteren naar de geknielde monnik die diep vanuit zijn keel in één adem teug hele lange zinnen van korte woorden (of klanken?) bidt terwijl hij af en toe op een klankschaal slaat. Tara en Mila zijn na een kwartier wel uitgeluisterd maar houden het keurig vol en krijgen van ons daarom lekker twee stickers.

Terug op de kamer zijn de futons en dekbedden inmiddels opgeruimd en het ontbijt klaargezet door de ontbijtploeg. Oeh, dat is wel even iets anders dan warme chocoladecroissantjes en verse jus. Er ligt een dikke plak gekookte zoete aardappel in gelei, een stukje nori-vel, een bakje zwarte fliebeltjes met sesamzaadjes erop, aangemaakte sla, rijst en groene thee. Voor de meiden hebben we kwark met cruesli geregeld, en daar ben ik eigenlijk best een beetje jaloers op…

De ochtendstond heeft goud in de mond, en dat merken we. Om iets over acht zitten we al in de bus op weg naar onze eerste stop in Koyasan. Dat is Okuno-in, een combinatie van een tempelcomlex en een begraafplaats. Als we het terrein een stukje oplopen worden we gelijk gegrepen door de sfeer. Het ligt prachtig in de bossen, overal staan Boeddhabeelden en beeldjes met schattige rode gebreide mutsjes en een soort schortjes, er staan prachtige pilaren waar mos op is gegroeid. ‘t Is bijna sprookjesachtig en je vergeet ondanks de duizenden graven haast dat het een begraafplaats is. We fotograferen er op los.

DSC06203 kleinDSC06285 klein

Dan komen we in het ‘binnenste’ gedeelte van het terrein. Vanaf daar mag niet meer gefotografeerd worden, jammer. We steken de Ichi-no-hashi brug over en zien houten ‘prikkers’ in het water staan waarvan we gelezen hebben dat dit herinneringstekens zijn voor geaborteerde kinderen en mensen die verdronken zijn. Als we verder lopen komen we bij de Toro-do, de lantaarnhal. Dit is een groot gebouw met daarin veel, héél veel lantaarns. Van twee lantaarns wordt beweerd dat deze al 900 jaar branden. Naast de Toro-do staat nog een lantaarn-gebouw, maar deze is kleiner. Er hangen dus ook allemaal (elektrische) lantaarns in, en als we ons behoedzaam tussen de rijen doorwurmen zien we zelfs nummerbordjes hangen die tot ver in de 14.000 gaan. Je kunt je voorstellen dat het een prachtig gezicht is. Hier is ook het mausoleum van de oprichter van deze Boeddhistische stroming. Zijn volgers zeggen liever niet dat hij dood is, maar ‘in eeuwige staat van meditatie’. Whatever works for you, baby.

We wandelen op ons gemakkie terug over de begraafplaats en pakken dan de bus naar Kongobu-ji. Dit is het ‘hoofdkantoor’ van de Shingon-stroming. Bij het complex ligt een prachtige rotstuin met strak geharkt grind. Een kopje groene thee en een koekje zijn inbegrepen bij de prijs. De dame ziet ons aankomen en zet alles alvast klaar op een dienblaadje. Voordat we het mee mogen nemen wil ze eerst onze toegangsbewijzen zien. Ze lijkt een soort van geschrokken als we maar twee kaartjes hebben – de kinderen waren gratis. In een flits lijkt het erop alsof ze denkt: ‘Shit, nou krijgen ze vier koekjes terwijl ze maar twee kaartjes hebben gekocht’, maar ze besluit zich niet te laten kennen. Onze kinderen krijgen ook thee. Met een koekje. Zonder kaartjes. Poehpoeh.

Als we de grote tempel uitkomen scharrelen we in de supermarkt onze lunch bij elkaar. Het is vandaag een prachtige dag: de zon schijnt zelfs uitbundig. Héél anders dan gisteren, toen we nog liepen te blauwbekken tot we onze kamer op mochten. En ja hoor, we zien ook nog een bankje. Een unicum! We genieten in het zonnetje van de boterhammetjes en wat opgewarmde gyoza. Dan wandelen we terug naar Jimyoin voor Mila’s rustmomentje (aka Maarten’s rustmomentje). Onze megahandige huur-router heeft in deze bergen geen bereik. We zitten dus zonder wifi. Niet het eind van de wereld, maar je merkt wel hoe handig het is om altijd en overal internettoegang te hebben.

In de middag wagen we ons nog aan één tempelcomplex, de Garan. Dit is best een uitgestrekt terrein, dus de meiden kunnen er even lekker rondrennen en energie kwijtraken. We bezoeken de Kondo (Grote Zaal) en de Dai-to (Grote Pagoda), waarvan gezegd wordt dat deze precies het hart vormt van de lotusvormige bergring om Koyasan. In de grote pagoda (die ècht heel groot is) zien we de Dainichi-nyorai oftewel de Cosmic Buddha. Jammer genoeg mogen hier ook geen foto’s van gemaakt worden, maar de zaal is echt prachtig geschilderd en de Boeddha is indrukwekkend.

Met lief samen spelen hebben onze meiden allebei weer een sticker gescoord. Daarmee komt het totaal op vijf, dus weer tijd voor iets leuks of lekkers. We zoeken een bakkertje voor een lekkere koek ofzo maar vissen achter het net. Tara en Mila houden het tegoed. We wandelen terug naar onze slaaptempel en gaan lekker aanklungelen op onze kamer terwijl Maarten de onsen induikt. Na een half uur staat hij al weer in de kamer, helemaal roze verkleurd van het (te) hete water. Toch even lekker ontspannen en in elk geval helemaal warm.

DSC06355 klein

Om zes uur brengt een monnik ons eten voor vanavond. Wederom heel bijzonder en het meeste ook heel smakelijk. De vitaminen duwen we in de kinderen: de druiven gaan rechtstreeks naar Tara, de worteltjes en peultjes worden onder beide meiden verdeeld. Dan rest ons nog ‘zure noedels met komkommer’ (lekker!), een pannetje soep, een kommetje soep, blokjes ‘piep-tofu’ (van die tofu die langs je kiezen piept, alsof je op rubber bijt) en een drietal andere tofu-variaties. Ook zijn er walnoten, tempura met grof gemalen zout, wat ingelegde groenten, een salade en een schaaltje paddenstoeltjes. Wellicht zijn wij niet alle gerechten gewend, maar er is echt veel aandacht besteed aan zowel de smaak als de presentatie.

De tafeltjes worden opgeruimd door wat ik noem de ‘jammer-monnik’. Niet omdat ‘ie' jammert, maar omdat het voor het vrouwelijk deel van de bevolking zo verrekte jammer is dat ‘ie’ monnik is geworden. En dat het zo jammer is dat ik geen Japans spreek. En dat het zo jammer is dat je z’n billen niet kunt zien door dat gewaad. En dat het zo jammer is dat ‘ie’ niet mee kan in de koffer, dan kan hij bij ons elke dag de tafel dekken en afruimen en ons bed opmaken en afhalen. We zetten de meiden met gepoetste tanden en in pyjama voor de rand van hun bedjes en blazen ze om. Lukt niet. ‘Papa moet even bij ons komen liggen’. Ach waarom ook niet, thuis zitten we snel genoeg weer in een slaapritme zonder dit soort tijdrovende ritueeltjes. Toch? Wishfulthinking…


Daibutsuden
Vrijdag 5 april 2013. Nara, Japan.

De laatste ochtend bij de monniken krijgen we weer een… bijzonder ontbijt. Maartens Brabantse genen worden aan alle kanten gepaaid, want er staat onder andere een lekker warm bakje rijstepap op het menu. Nou schat, neem er maar lekker twee. Om van te rillen, echt waar.

Bij het uitchecken stelen de meiden de harten van de monniken door héél diep te buigen en heel lief op z’n plat-Japans ‘ariegátó’ te roepen. Wellicht zwicht ‘jammer-monnik’ nu toch nog voor de gezelligheid van een gezin. Dan hebben we in elk geval één Japanse dame heel erg gelukkig gemaakt.

We doen het grootste gedeelte van onze reis naar Koya-san, maar nu in omgekeerde volgorde. Met de bus naar de kabelbaan, met de kabelbaan naar beneden, trein in, naar Shin-Imamija en nu door naar Nara. Klinkt nu als appeltje-eitje, maar voor de meiden was het een hele zit. We nemen ons dan ook voor het in Nara verder vandaag rustig aan te doen en er morgen op uit te trekken naar de bezienswaardigheden.

Ons hotel, het Sun Hotel, zit op loopafstand van het JR Nara Station. Als we aankomen en onze bagage achter willen laten om te gaan lunchen blijkt onze kamer al klaar. Nou, dat is heel mooi! We nemen de lift naar boven naar onze twin room, maar dan valt mijn oog op een andere kamer. Geen twin, maar wel een mooie double, eentje met véél meer netto vloeroppervlak. En met ‘véél meer’ bedoel ik dan: naar Japanse maatstaven. We vragen bij de receptie of het mogelijk is om te wisselen, en dat kan. De kamer is ook nog 1000 Yen goedkoper en dat verschil krijgen we netjes terug.

Ondertussen heeft Maarten de weersverwachting nagekeken. Vandaag prachtig, morgen vreselijk. Oké, dat strookt niet helemaal met onze planning. We gooien het plan dan maar om, lunchen op een bankje in de zon en nemen na de lunch gelijk een taxi naar Nara Koen park. In dit park staat de Daibutsuden, een grote hal met daarin de grootste bronzen Boeddha ter wereld. ‘Hal’ klinkt nou een beetje als Brabanthal of Rijnhal, maar het is meer een tempel. Dat zeggen we natuurlijk niet tegen de meiden, want dan zetten ze gelijk de hakken in het zand. We zeggen ‘gebouw’, da’s lekker neutraal. Wat verder nog leuk is aan het park is dat er zo’n 1200 herten rondlopen. Nou hebben we daar goede ervaringen mee (Za’k oe slaon?!), dus we zijn heel benieuwd. Aan de bordjes te zien zijn hier zelfs level 4 hertjes (zie onderste rij: butt & knock down – ook lekker dan). Onze meiden kennen geen angst, want die weten dat Super Papa a.k.a. The Deer Hunter, hun hand vasthoudt. En ieder hert dat ook maar een poging doet iemand uit ons gezin te butten of te knock-downen gaat in de ragout.

Goed, de Boeddha. We wandelen naar de Daibutsuden, waar ook hier de kersenbloesem in zijn roze pracht staat te knallen. Wat een cadeautje. Als we de hal inlopen moet je echt je hoofd in je nek leggen. Dit is echt een Grote Boeddha, wauw. Heel indrukwekkend. Het beeld is 15 meter hoog, het gezicht alleen al meet ruim 5 meter. Er staan diverse panelen bij met Engelse uitleg over wat je ziet, die geven gelukkig wat duiding aan alle sprookjesfiguren die een plaatsje in Boeddha’s nabijheid hebben verdiend.

DSC06401 klein

In één van de palen die de tempel dragen zit een gat gemaakt. Dit gat is zo groot als een neusgat van de Boeddha, en volgens een legende bereikt iedereen die er doorheen kan in een volgend leven de verlichting. Geen boter bij de vis dus, maar in het hiernamaals komt het allemaal goed. Fijne gedachte. Tara en Mila kunnen hier natuurlijk nog met gemak doorheen en dat willen ze ook graag. En nog een keer. En nog een keer. Ik zeg: als het gaat om de verlichting in een volgend leven kun je niet zorgvuldig genoeg zijn, dus doe maar lekker.

Wanneer we de tempel uit wandelen komen we langs een kraampje waar je een dakpan kunt kopen en vervolgens beschilderen. Deze dakpan wordt dan bij de renovatie van de tempel op het dak gelegd. Geen idee of dat ook echt een keer gaat gebeuren, maar we vinden het een charmant idee en zeg nou zelf: dakpanschilderen, wie wil dat nou niet? We laten de eer aan onze kinderen om er iets moois van te maken en verwijzen jullie voor het eindresultaat naar de foto’s.

DSC06459 kleinDSC06473 klein

De zon schijnt uitbundig, de kersenbloesem staat in bloei en we zijn in een prachtig park met legio bezienswaardigheden. We schroeven het tempo daarom even terug, gaan op een bankje zitten en genieten van al het moois om ons heen. Aan het eind van de dag hebben de meiden iets lekkers bij elkaar gestickerd en nemen we de bus terug naar het hotel.

Om ons avondeten uit te zoeken wandelen we dan een grote supermarkt in onder het station. Oh my Goodness. Dat is genieten! Wie niks geeft om boodschappen doen: lekker doorscrollen nu. Wie wel kan genieten van 26 soorten pindakaas: let op! We komen hier in Japan namelijk heel veel supermarktjes tegen. Seven Eleven, Lawson, Family Mart… maar dat zijn allemaal van die buurtsupertjes. Wij vroegen ons al af waar de gemiddelde Japanner nou zijn weekboodschappen doet. Nou, bij een winkel zoals deze. Supermarktsushi is in de regel niet om over naar huis te schrijven. Maar hier is een keuze, ongekend. Maki sushi (de rollen) kun je met een tang pakken en in een bakje leggen. En (in mijn ogen dan) exotische dingen zoals verse inktvispoten en zalmkaviaar: ligt gewoon in de koeling. En dezelfde koeling heeft een warmhoud-gedeelte waar je visburgers, gebakken gamba’s en moten zalm kunt inpakken. Net voorbij de kassa staat een magnetron als je met je opwarmmaaltijd niet meer kunt wachten tot thuis. En wil je droogijs kopen? Geen probleem, bij de kassa staat een automaat. Nou ja. Ik geniet ervan.

We onderwerpen de supermarktsushi op onze hotelkamer aan een vergelijkend warenonderzoek en zeggen: thumbs up! Tot slot de meiden nog even lekker door een sopje geslagen en onder de wol. Morgen weer een dag!

 

Save it for a rainy day
Zaterdag 6 april 2013. Nara, Japan.

I4HsX kleinHet weer in Japan blijft ons verbazen. Liep ik gisteren nog in een topje, vandaag is het ene grauwe massa wolken. En daar blijft het niet bij: het regent ook pijpenstelen. We maken er een rustig-aan-dagje van en benutten onze vrije tijd om het laatste stuk van onze Japan-trip te voor-evalueren. Ziet dat er nog steeds goed uit? Staan we er nog achter? We zien hoe Mila gedijt bij meer rust, en we hebben in ons huidige plan nogal wat kilometers voor de boeg. Sommige daarvan zijn geclusterd in forse reisdagen, waarvan ééntje met een treinreis van bijna 8 uur. Thuis in Nederland leek ons dit ook al niet ideaal, maar hinkten we op de gedachte ‘Och, één keertje moet dat toch wel kunnen’. Nu hebben we aan den lijve ondervonden hoe lastig het kan zijn, zeker als de trein steeds voller wordt en er voor de kinderen geen eigen stoel is. Weinig (lees: geen) bewegingsruimte dus, en de tablets zijn (voor Mila in elk geval) een no-no in verband met reisziekte.

Met pijn in ons hart schrappen we onsen-stadje Kinosaki, waar we onszelf in gedachten al in yukata over straat zagen wandelen, van badje naar badje. Ook schrappen we mystiek Nikko, waar we ons bezoek zo gepland hadden dat we een festival konden meemaken. Aiaiai, zelfs als ik het nu opschrijf vind ik het nog erg. We pakken vervolgens de landkaart van Japan erbij, leggen onze vinger op Kyoto (vertrekpunt) en Tokyo (eindpunt) en kijken dan wat er tussenin ligt. Het kasteel van Matsumoto, bijvoorbeeld. Hhmm, vreselijk blasé om te zeggen misschien maar we hebben al een aantal kastelen bezocht – doe maar niet. De waterrijke omgeving van Hakone dan? Hhmm, is een uitvalsbasis voor een weekendje weg voor inwoners van Tokyo dus torenhoge prijzen – doe maar niet.

Het duurt even, wat, het duurt de hele dag om dit ontzettende luxeprobleem op te lossen. We hebben zes dagen ‘over’ en krijgen geen goed alternatief in elkaar gedraaid om deze in te vullen. Als we dit van tevoren hadden geweten, hadden we deze zes dagen op andere plaatsen langer kunnen blijven. Maar goed, ‘achteraf kiek ‘ie’ een koe in de kont’ en daar hebben we nu niks aan. We komen uiteindelijk op het volgende plannetje:
1) We blijven twee nachten langer in Kyoto. We hebben een waslijst van bezienswaardigheden, we kunnen makkelijk nog een week extra vullen als het zou moeten. Met twee dagen erbij kunnen we meer doen en in een langzamer tempo.
2) Vanuit Kyoto gaan we dan backtracken, voor drie dagen terug naar Nara. Daar hebben we per slot van rekening maar een halve dag doorgebracht en er is nog zat te zien - Maarten regelt de nieuwe reservering bij het Sun Hotel, ik regel voor die dagen goed weer.
3) Tot slot gaan we één dag eerder naar Tokyo. Daar is ook ontzettend veel te doen, ook voor de kinderen, dus die dag vullen we met gemak.
Zo poetsen we die zes dagen weg zonder extra reisbewegingen en geven we onszelf rust. Bij terugkeer staan er bij onze werkgevers ook weer twee prachtige stoelen voor ons klaar, en daar willen we uitgerust weer op gaan zitten.

Tegen de tijd dat het ei hierover volledig gelegd is, is de dag om. Opgelucht dat we er geen nachtrust over hoeven te missen duiken we in ons bedje. Morgen op naar Kyoto, waar we onze vriend Marco gaan treffen. Hij moet voor zijn werk naar Japan en is wat eerder van huis gegaan om een paar dagen met ons door te kunnen brengen. Hoe leuk is dat?!


Nijmegenaren
Zondag 7 april 2013. Kyoto, Japan.

Ons nieuwe reisschema heeft een nacht kunnen bezinken en voelt bij het wakker worden nog steeds oké. Als we naar het station van Nara lopen, zijn we dan ook opgelucht dat we hier over een paar dagen weer terugkomen. Maarten koopt kaartjes voor de trein van 9.53 uur naar Kyoto.

Wanneer we daar aankomen staan we even in dubio. Gaan we gelijk naar ons ryokan-hotel om de bagage af te zetten en dan terug om Marco op te pikken? Of blijven we hier wachten? We kiezen voor het laatste en veroveren een tafeltje in een Délifrance-kloon in een winkelcentrum op het station. Met een drankje en wat lekkers erbij is wachten helemaal niet zo erg. Dan krijgen we een berichtje: ‘Ik sta bij de Tourist Information’. We schieten overeind, grissen onze bagage bij elkaar en lopen naar de tweede verdieping. De meiden zijn ineens niet meer te houden en zingen uit volle borst: ‘Naar Marco, naar Marco, naar Marco!’. Het is enorm leuk om elkaar weer te zien. Een kleine reünie van Nijmegenaren in Kyoto. Gezellig!

Met de metro gaan we richting Hirashin Ryokan Hotel. Dit houdt het midden tussen een hotel en een ryokan, met diverse onsen-baden in de kelder. Wij vinden de enorme kamer een groot voordeel, want er is meer dan genoeg plek voor ons vieren. Ook de kamer van Marco is ruim. Supermarkten zitten om de hoek en recht tegenover zit een speeltuin, dus daar laten we Tara en Mila even lekker uitrazen terwijl wij onder het genot van een kopje groene thee bijpraten en een plannetje in elkaar draaien hoe we de rest van de dag willen doorbrengen.

We kiezen ervoor om vandaag dingen te doen die niet zo ver weg zijn, op tijd te eten en dan vroeg naar bed te gaan. Om te beginnen nemen we de metro naar het Kyoto Imperial Palace, ook bekend als de Gosho. Dit paleis dateert oorspronkelijk uit 794, maar is diverse keren herbouwd nadat het was afgebrand. Het huidige paleis staat op een iets andere locatie en is iets kleiner dan het origineel. Als er een nieuwe keizer wordt gekroond, vindt dat nog steeds hier plaats evenals ceremoniële gedeeltes van staatsbezoeken. Normaalgesproken moet je een aanvraag indienen om het te mogen bekijken, maar van 4 tot en met 8 april opent het paleis zijn deuren voor Jan en Alleman. Dat is mazzel, want het is vandaag de 7e!

Jammer genoeg is het best regenachtig en waait er een guur windje, maar als echte Hollanders laten wij ons niet kennen. Paraplu op en gaan. In de drukte van de enorme stroom bezoekers verslappen we één momentje, waarna we ons ineens afvragen waar Mila is gebleven. We lopen in rap tempo terug en worden door diverse mensen al aangesproken: ‘You with child? She is cry.’ Oohooh… en inderdaad, in de verte zien we een mevrouw met Mila aan de hand naar een beveiligingsbeambte lopen. Maarten zet het op een lopen en pakt haar gauw op. Ze is helemaal in tranen, en ik eerlijk gezegd ook wel een beetje. Snikkend vertelt ze wat er is gebeurd: ze was ‘even blijven staan, en toen kon ik lullie niet meer findu en toen ging ik huilu en toen kwam die mefwouw en die pakte mij hier (pols) en toen ging die mefwouw met mij lopu en toen wees die meneer van daar issie en toen kwam papa’. Opgelucht lopen we weer terug, onze mini-kudde is herenigd.

We lunchen op het vuistje bij het Imperial Palace en nemen dan de metro naar Nishiki Market, een grote overdekte markt in diverse etenswaren. Het loopt tegen het eind van de middag, dus de meeste verse vis is al verkocht. Maar er zijn nog genoeg winkeltjes over waar je je ogen uitkijkt. Ingelegde groenten, gemarineerde vis, eetstokjes, norivellen, rijstkommetjes, beschilderde waaiers, gepofte kastanjes… een keur aan etenswaren en toebehoren. Het is er dan ook behoorlijk druk. Ik moet er niet aan denken nog een keer iemand kwijt te raken, dus we geven de meiden een stevige hand. Híer blijven!

DSC06588 klein

Terug in het hotel frist Marco zich even op en gaan we uit eten. Bij binnenkomst in de hal van het restaurant moeten we gelijk halt houden. Schoenen uit! Huh, in een restaurant is dat voor mij nieuw maar ach: when in Rome… – dit gezegde geldt ook voor Kyoto, dus wij doen netjes wat er wordt gevraagd en bergen onze schoenen op een in speciale afsluitbare schoenenkast.

Het eten is heerlijk. Marco en Maarten hebben een combo van diverse saté-achtige prikkers met allemaal kippenonderdelen. Bij bestudering komen we tot de conclusie dat één prikker bijvoorbeeld vol zit met kippenhartjes. Zou ik zelf niet snel bestellen, maar blijkbaar smaakt het uitstekend. De meiden hebben rijst met kleine stukjes kip met daar bovenop rauw eigeel. Ze beginnen er vrolijk in te prikken en laten het zich goed smaken. Zelf ben ik erg in mijn nopjes met mijn groene salade met kip. Als klap op de vuurpijl heeft Marco een grote tas vol leuke en lekkere dingetjes bij zich. Van Christel, die voor ons allemaal iets persoonlijks heeft bedacht. En van mijn collega’s bij RWB die een kaart vol schreven met lieve dingen en er mijn lievelingschocolade bij deden. Wat lief allemaal! Nogmaals enorm bedankt!

DSC06616 kleinDSC06622 klein

Als we terugkomen uit het restaurant kunnen we Marco niet meer verleiden tot een drankje in de lobby of op onze kamer. Twee vluchten, zeven uur tijdsverschil en een middagje sightseeing eisen hun tol; begrijpelijk. We spreken af voor het ontbijt om half zeven. Morgen weer een nieuwe dag.

 

Lovely Kyoto
Maandag 8 april 2013. Kyoto, Japan.

Het ontbijt bij Hirashi Ryokan Hotel doet ons wel een beetje denken aan het ontbijt bij de monniken. Kleine porties van allerlei hapjes, groene thee, soep, tofu, rijst… sommige dingen smaken ons uitstekend, andere wat minder. De meiden timmeren lekker een portie cruesli met kwark naar binnen en laten het zich goed smaken.

Dan zijn we klaar om aan deze maandag te beginnen. We nemen eerst de bus naar Kinkaku-ji oftewel The Golden Pavillion. De toegang tot deze prachtige tempel uit 1397 bedraagt slechts 400 Yen, een klein bedrag voor zoveel moois. Deze tempel is namelijk helemaal met bladgoud bedekt. Als je goed kijkt, kun je vanaf een afstandje al zien dat het bladgoud uit allemaal kleine vierkantjes bestaat. In de vijver waarin de tempel ligt, wordt hij bovendien nog eens schitterend weerspiegeld. Er is een vast fotopunt waar je moet gaan staan, dus onze foto is zo’n beetje vergelijkbaar met alle andere foto’s van deze tempel. Geeft niet, want het is prachtig. We wandelen op ons gemak om de tempel heen, tot we langs een koffiekraampje komen. De heren hebben wel zin in een bakkie èn er staan bankjes in de zon. Hartstikke luxe, dus we nemen het ervan. Tara een ijsje, Mila een blikje warme chocomel… het is even heel erg genieten.

Na deze opknapbeurt zijn we toe aan onze volgende bezienswaardigheid: het bamboebos van Arashiyama. Als we een taxi zien, stappen we in. Zo houden we Mila (en onszelf) zo lang mogelijk fit. De chauffeur zet ons zo dicht mogelijk bij het bos af, maar eerst moeten we ons nog wel langs een aantal winkeltjes worstelen. Dan stappen we het bamboebos binnen. Een prachtig gezicht. De bamboe groeit metershoog recht naar boven, vrijwel zonder in de grond zichtbaar uitgebreid te wortelen. Toevallig rijdt er in een riksja ook nog een geisha rond. Wij vermoeden dat het een dame is die zich in een kostuum heeft laten hijsen. Dat kun je hier namelijk doen, en vervolgens geschminkt en al de straat op.

DSC06644 kleinDSC06687 klein

Na het bamboebos wandelen we verder naar de Tenryuji Tempel. Hier genieten we vooral van de tuinen. Echt prachtig aangelegd, vol bloesem en naar verluidt in de top vijf van Zen tuinen van Kyoto èn op de Unesco werelderfgoed lijst. Mila wordt er ook helemaal Zen van, want die stort bij Maarten op de nek zowat in slaap.

We vinden het mooi geweest voor haar, dus we splitsen ons groepje op. Ik ga met de meiden met de bus terug naar het hotel, Marco en Maarten gaan met de trein door naar de Fushimi Inari Tempel, die bekend staat om zijn duizenden vermiljoen torii’s. Vermiljoen verwijst naar de oranjerode kleur van deze houten poorten. De tempel staat in het teken van de godin Inari, de Shinto godin van de rijst. Omdat vossen haar boodschappers zijn, staan er overal standbeelden van vossen langs de route.

De mannen wandelen de route helemaal af, de berg op naar waar je een houten poortje neer kunt leggen met je eigen wens erop. Daar zijn ze wel zo’n drie uur mee bezig geweest, dus sowieso geen optie voor Mila’s korte pootjes. Die is ondertussen in de bus op weg naar het hotel al in slaap gezakt op een bankje, dus eenmaal in het hotel was de kop van de vermoeidheid eraf en viel ze niet meer in slaap.

Als ik met de meiden later op de middag in de speeltuin tegenover het hotel zit, komen M&M aangewandeld. Het is inmiddels kwart over vijf, dus we frissen ons even op want Marco heeft aangeboden ons mee uit eten te nemen. Hij heeft sushi in gedachten, en dat soort gedachten juichen wij van harte toe. In een winkelcentrum vlak bij ons hotel zitten in de kelder allemaal restaurants, en daar zit ook Sushi Ina.

We kunnen eerlijk zeggen dat Sushi Ina haar zaakjes goed voor elkaar heeft. In de enorme vitrine liggen schaaltjes met prachtige moten vis en als we onze bestelling hebben doorgegeven gaan er drie sushi chefs gelijk mee aan de slag. Ze rollen, ze snijden en presenteren de sushi op prachtige schalen die alleen nog maar extra bijdragen aan onze eetlust. Het is héérlijk! Marco stuurt wat foto’s door naar Christel en krijgt een kiekje terug van een sneue bruine boterham in een plastic zakje. Nou, zo vaak sushi eten is ook heus geen lolletje hoor, dat moet je niet onderschatten! Onze lieve schatjes zijn ondertussen wel toe aan een flinke nachtrust. En wat is er nou mooier dan je kinderen zo in slaap te zien vallen na een prachtige dag?

 

Temple Town
Dinsdag 9 april 2013. Kyoto, Japan.

Als we vandaag opstaan, realiseren we ons dat dit onze laatste nacht in een ryokan en dus op een futon was. Enerzijds jammer, want de kamers in ryokans zijn veel ruimer dan de hotelkamers, anderzijds doen mijn heupen en schouders een vreugdedansje.

Om half acht zien we Marco weer bij het ontbijt. Hij heeft nog ruimte in zijn koffer voor een tasje kleding, dus dat geven we alvast mee. Scheelt ons weer in onze rugzakken, want met name die van Maarten wordt veel te zwaar, alsof je een koelkast op je rug aan het hijsen bent.

We proberen Marco’s laatste dag optimaal te benutten en nemen de metro naar station Gion Shijo. Vanaf daar is het een paar minuten lopen naar de Chion-in tempel, waarvan de San-mon toegangspoort de grootste van Japan is. Overigens is meer aan deze tempel groot of zelfs het grootste in/van Japan. We wandelen er op ons gemak rond en genieten van het mooie weer, de prachtige gebouwen en de rust die er heerst, terwijl je toch midden in een stad van anderhalf miljoen mensen loopt. De kersenbloesem is al over zijn hoogtepunt heen; overal liggen de roze sakurablaadjes op de grond.

In één van de gebouwen kijken we rond en doen we iets dat we normaalgesproken nooit doen: we negeren het bordje ‘No pictures’ en maken foto’s van de Boeddha. Ik verwachte half en half een soort ‘Revenge of the Buddha’, maar ze zijn prima gelukt en niet bewogen of onderbelicht.

Onze kanjers van meiden doen het vandaag súper. Tempels zijn op z’n zachtst gezegd niet hun favoriete locaties om te bezoeken, maar ze stappen flink mee. Het scheelt dat het complex zo groot is dat ze ook lekker hun gang kunnen gaan. Tijdens het wandelen horen we plotseling een gebed. We volgen het geluid en komen uit bij een kleinere tempel, waar bordjes staan dat je van harte welkom bent. Wel even schoenen uit natuurlijk. We stappen op kousenvoeten naar binnen, waar de dienst net begonnen is. We gaan op de tatamimatten zitten, voeten netjes naar achteren en kijken wat er gebeurt. De monniken nemen het voortouw en al gauw komen er twee hogergeplaatste geestelijken binnen. Voor het gemak: een oranje en een blauwe. Hier mochten uiteraard ook geen foto’s gemaakt worden, dus dat hebben wij netjes gerespecteerd.

We wandelen vrij ver het terrein op, dat tegen een berg aan ligt. Vanaf deze hoogte heb je een mooi uitzicht over Kyoto. Voordat we verder gaan naar de volgende tempel (sorry meiden) eten we in de zon nog even een lekker ijsje. Uit de automaat natuurlijk, want vrijwel alle drankjes en versnaperingen komen in Japan geautomatiseerd tot je. Prachtig.

Een klein stukje terug richting het station ligt Shoren-in, oorspronkelijk een woonhuis van de ‘aanvoerder’ van de Shabot stroming van het Boeddhisme. Er omheen liggen prachtige tuinen, en we hebben bedacht dat we daar gaan lunchen. M&M halen iets te lunchen, ik loop met de meiden vast naar het huis. Daar is het werkelijk heerlijk. We zoeken een hooggelegen plekje op en lunchen daar op het vuistje. Vervolgens wandelen we de tuinen en het woonhuis door. Een enorm huis, ongelofelijk dat daar iemand heeft gewoond. De vele schuifdeuren inspireren ons tot leuke kinderspelletjes (labyrint, slaapfeestjes…) en natuurlijk tot het nemen van veel foto’s.

Als slotstuk willen we nog graag naar Gion, de geishawijk. Overdag is de kans dat je daar een geisha op weg naar haar werk tegenkomt vrij klein, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door het aantal loslopende bruidsparen in traditionele kleding. Tara en Mila gaan helemaal los en willen vrijwel met elk paar op de foto. Die bruidsparen vinden dat heel leuk, van die blonde meisjes erbij dus die giechelen wat en vinden het allemaal goed. Hup, papa en mama er ook nog even bij, wel ja…

DSC06838 kleinDSC06924 klein

Tot slot drinken we nog even wat en wandelen dan terug naar het hotel. De kortste weg is over de Nishiki Market, en vanwege de drukte daar nemen M&M de meiden op de nek. Nu ze zich niet meer hoeft in te spannen om te lopen, gaat bij Mila het lampje uit. Ze zakt bij Maarten op de nek in slaap, kwijlt ondertussen zijn hele oor vol en wordt pas wakker als we weer in onze ryokan zijn om de bagage op te halen.

We nemen met z’n allen een taxi naar ons volgende hotel. Vanaf daar gaat Marco naar het station om met de trein naar zijn congres te gaan. We nemen afscheid in de wetenschap dat we elkaar over een paar weken weer zien, maar dan is het een thuiswedstrijd in Nijmegen. Mila en Tara vinden het hélemaal niet leuk dat Marco er van door gaat, Mila wordt er zelfs een beetje verdrietig van. De afgelopen dagen heeft ze Marco ‘geadopteerd’, dus gedag zeggen past niet in haar straatje.

Nadat we inchecken in het Gimmond Hotel houden we het simpel. We eten lekker pizza in het restaurant van het hotel, waar we op vertoon van de kamersleutel nog even tien procent korting van de rekening afharken. Gauw naar onze redelijk ruime kamer, tentjes opzetten voor de meiden en ons bedje in.

 

Lost... but not (yet) found
Woensdag 10 april 2013. Kyoto, Japan.

Na de wat vollere dagen met Marco is het nu weer eens tijd om een dagje uit te slapen en natuurlijk voor een echte kinderactiviteit. We klungelen na het ontbijt eerst heel ontspannen een beetje aan en gaan aan het eind van de ochtend richting Kyoto Zoo, de één na grootste dierentuin van Japan.

Wanneer we er heen wandelen staat de zon te stralen aan een strakblauwe hemel, dus al snel worden de truien om het middel geknoopt. Lekker! We lunchen in de dierentuin bij de giraffen, in een heel nieuw gedeelte van de dierentuin. Dan kuieren we op ons gemak verder. Mila geeft aan dat ze moe is, dus we improviseren een bedje van jassen en truien voor haar. Maarten en Tara wandelen alvast verder, ik blijf bij Mila zitten lezen. Van dat slapen komt natuurlijk helemaal niks, dus na een kwartiertje draaien pakken we de boel weer bij elkaar en zoeken we Maarten en Tara.

De dierentuin is ruwweg te verdelen in drie stukken: splinternieuw, verouderd en ‘under construction’. We hopen dat de verouderde stukken snel aan de beurt komen, want sommige hokken bieden een troosteloze aanblik. Een olifant bijvoorbeeld, die moet het doen met een betonnen oase van tien bij tien en dat stemt niet vrolijk. Behalve dieren zijn er ook nog een paar kleine attracties. Bootjes, een treintje, botsautootjes en een reuzenrad. Ach, het is vandaag kindertijd dus kies maar wat uit. En nog een. En nog een. We staan hier nou toch. Als we richting de uitgang gaan, komen we nog langs de verblijven van de leeuwen, de tijgers en een jaguar. Wat een prachtige dieren zijn dat toch allemaal, met die enorme poten en gigantische hoektanden!

Maarten wil ons nog graag meenemen naar de duizenden torii’s bij Fushimi Inari waar hij eerder deze week met Marco was. Om Mila niet teveel te vermoeien nemen we een taxi. De rit duurt iets langer dan gedacht, maar dan zijn we er. Mila is inmiddels in slaap gevallen, dus die moeten we wakker maken. Dan wandelen we naar de voet van de heuvel. We passeren eerst talloze winkeltjes en staan dan bij het begin van Fushimi Inari. Als we iets willen fotograferen zoeken we naarstig naar onze camera. Wanneer deze niet op de gebruikelijke plaatsen zit, breekt ons acuut het klamme zweet uit. Sh*t! In de taxi!

We overleggen snel. Hoe zag de taxi eruit? Ja, daar kunnen we helder over zijn. Hij was zwart. En de chauffeur was een oudere mijnheer. Heel veel helpt ons dat niet, want dat is zo’n beetje de beschrijving van alle 6386 taxi’s in Kyoto. Dan schiet me te binnen dat er een bordje op het dak zat met een olifant er op. Met dit aanknopingspunt zet Maarten het op een lopen naar het station en de taxistandplaats, maar komt even later zwetend en zonder resultaat terug. Geen taxi met een olifant meer te bekennen.

Dan valt ons oog op een soort kantoortje tegenover de hoofdingang van de tempel. We spreken iemand aan en vragen of hij Engels spreekt. No, little. We wagen het erop. Met Hints voor gevorderden leggen we uit dat we onze camera zijn verloren in de taxi, en dat er een olifantenbordje op het dak staat. De beste man loopt met ons mee naar een parkeerplaats, waar hij een andere taxichauffeur aanschiet. Die weet te melden dat de olifant het logo is van de Rakuto Group. Samen met de oudere mijnheer duiken we de receptie van een hotel in, waar we met versterking van de receptionist bellen met de Rakuto Group. We laten de folder zien van ons vertrekpunt, de Kyoto Zoo, en weten nog te melden wat we voor de taxi betaald hebben. Met zoveel info móét het toch lukken om die taxi te traceren?

De oudere mijnheer loopt weer met ons terug naar zijn kantoortje aan de voet van Fushimi Inari en informeert in welk hotel we zitten. Hij legt aan de taximaatschappij uit dat de camera, als hij wordt gevonden, bij het hotel afgegeven kan worden. Dan belt hij het hotel om dit alvast uit te leggen. Jeetje, wat is die lieve man enorm behulpzaam. Op een gegeven moment zijn er twee oudere heren voor ons aan het bellen terwijl de allereerste aangesproken taxichauffeur er ook nog bij staat te wachten, net als wij hopend op goed nieuws. Als we de website van de Rakuto Group bekijken, lezen we dat de olifant uit hun logo symbool is voor ‘good fortune’ en hopen we dat dat dit keer vooral op ons mag slaan. We hebben het toestel in december gekocht, speciaal voor deze reis…

Dan komt er een telefoontje van de taximaatschappij. De chauffeur is gelokaliseerd, herinnert zich ons nog, heeft de auto nagekeken en niets gevonden. Maarten laat de oudere mijnheer de taximaatschappij op het hart drukken om nóg een keer te kijken, ook onder de stoel. Ze geven aan dat ze dat zullen doen en dat ze het hotel bellen als er nieuws is.

Inmiddels is het half vijf. Chagrijnig lopen we naar de trein en wandelen we naar ons hotel. Daar vraagt Maarten bij de receptie nogmaals naar nieuws van de taximaatschappij. De receptioniste geeft aan dat ze gekeken hebben maar niets hebben gevonden. Of dit nu het bericht is dat we al hadden, of naar aanleiding van een tweede kijkpoging is ons niet duidelijk. Wat we wel weten is dat ons fototoestel verdwenen is, evenals het 32Gb geheugenkaartje en de foto’s van vandaag.

De avond staat in het teken van polisvoorwaarden (Ja, u moet aangifte doen. Wordt leuk, in het Japanse Engels…) en het tegen beter weten in wachten op een telefoontje van de receptie. Vandaag dus geen foto’s bij het verslag. We zijn nog in dubio of we het toestel nu gelijk vervangen of door blijven duimen op een goede afloop. Duimen jullie mee?

No-Camera Photo klein

 

Fushima Inari
Donderdag 11 april 2013. Kyoto, Japan.

Já! Je gelooft het nooit, maar om tien uur ging de telefoon op onze kamer dat onze fotocamera gevonden is! Yés! We maken een klein rondedansje van plezier. De receptionist vertelt dat de camera wordt afgegeven bij het hotel, over een uur of twee. Daar wachten we dan wel op, dan kunnen we de chauffeur persoonlijk bedanken. Vijf minuten later wordt er op onze deur geklopt (in plaats van een Brabants kwartierke hebben ze hier een Japans uurtje?): de receptionist, om te melden dat de chauffeur beneden staat. Maarten schiet in zijn schoenen en met de meiden in zijn kielzog haast hij zich naar beneden. Daar staat een andere chauffeur dan die van de betreffende rit en inderdaad: hij heeft ons fototoestel in zijn handen. Whoehoe! Overboord kan onze planning van aangifte doen en een nieuw toestel kopen, heerlijk.

Gisteravond heb ik vlak voor het slapen gaan nog een mailtje gestuurd naar het hoofdkantoor van Rakuto, met het vriendelijke doch dringende verzoek om nóg een keer heel goed te kijken – ook onder de stoel – omdat er foto’s van onze kinderen met emotionele waarde op het toestel staan. Wij waren het er met z’n tweeën al over eens dat als we dan foto’s kwijt moesten zijn, dan maar die van de dierentuin, maar baat het niet dan schaadt het niet.

Geen idee wat er nou uiteindelijk voor gezorgd heeft dat het ding toch boven water is gekomen, maar we hebben hem terug. Geen fotoloze blogs dus. Ik gooi er gelijk nog een mailtje achteraan om uitgebreid te bedanken voor het retourneren van de camera – wel zo netjes. We gaan nu gauw op pad, naar de torii’s onder de noemer ‘drie keer is scheepsrecht’. Joehoe!

Gewapend met ons fototoestel gaan we met metro en trein richting Fushima Inari. Bij een supermarktje vlak bij het station kopen we eerst een paar dozen koekjes om af te geven bij het kantoortje waar gisteren de oudere heren zo druk in de weer zijn geweest met het helpen zoeken naar onze camera. Als we daar aankomen is er maar één mijnheertje aanwezig, maar die herkent ons wel en is blij dat we de camera terug hebben. Hij spreekt geen woord Engels, maar uit zijn gebaren blijkt wel dat hij in eerste instantie de koekjes niet wil hebben. We dringen een beetje aan en dan gaat hij toch overstag. Hé, het zijn koekjes – wie zou er niet overstag gaan? We bedanken hem nogmaals hartelijk en wandelen verder.

De torii zijn zoals Maarten al eerder vertelde een prachtig gezicht. Het zijn er echt ontelbaar veel, ze staan haast tegen elkaar aan en vormen zo een haag van oranje houten poortjes. Als je er in loopt, zijn ze effen oranje (vermiljoen eigenlijk), als je terugloopt zie je de gravures erin. Er staan ook weer een aantal bruidsparen, dus Mila en Tara willen weer dolgraag op de foto met ze.

Een stukje verderop staat een groepje vriendinnen in traditionele kleding te poseren, en ook daar stuiven onze meiden op af, tot groot enthousiasme van de dames èn hun fotograaf. Bij een attractie als deze zit uiteraard ook een flink aantal winkeltjes. En kitsch of niet, ik wil (al heel lang) graag zo’n Japans katje dat met z’n pootje zwaait. Liefst eentje die echt beweegt. Ja lach me maar uit, vind ik niet erg. We wisten al dat dit het symbool is voor gastvrijheid, maar het valt ons op dat er twee varianten zijn: zwaaiend met links en zwaaiend met rechts. In een winkeltje worden we aangesproken door de verkoper, die uitlegt dat zwaaien met links betekent ‘Welcome to guests’ en zwaaien met rechts ‘Welcome to money’. Als Maarten twee handen in de lucht steekt en vraagt of dat bekent ‘Welcome to guests with money’ liggen wij in een deuk maar het grapje gaat ‘lost in translation’. De verkoper kijkt ons ‘appelig’ aan en zegt: ‘Two hands mean give up. Surrender’. Nou, overgeven doen wij liever niet dus zo’n kat met twee pootjes in de lucht moeten we dan toch maar zien te vermijden. Vriendschap gaat bij ons altijd boven geld, dus wij kiezen voor de ‘welcome to guests’-variant. Overigens blijkt het een mission impossible om überhaupt een leuk exemplaar te vinden, het zijn allemaal spaarpotten. Ik blijf dus uitkijken.

DSC07080 klein1

We nemen de trein terug richting de stad en duiken Bic Camera in, een enorme elektronicazaak, op zoek naar een nieuw hoesje voor ons fototoestel. Ik zal de uitweiding besparen: is niet gelukt. Op het station besluiten we te splitsen. Maarten gaat met Mila naar het hotel voor een tukkie, ik ga met Tara nog een keertje naar Nishiki Market om te winkelen voor mijn aanstaand zelfstandig ondernemerschap. Als we daar klaar zijn, zitten we vlak bij ons vorige ryokan met de speeltuin voor de deur. Ach, Mila slaapt toch dus ik kan Tara wel even blij maken. Ze gaat super lief met een Japanse dreumes aan het spelen onder het toeziend oog van die moeder, dus ik kan nog even lekker afdwalen in de laatste hoofdstukken van Tatiana de Rosnay’s ‘Die laatste zomer’. Heerlijk.

‘s Avonds eten we in een klein restaurantje vlak bij het hotel. Het is zo’n restaurant waar je eerst bij binnenkomst je keuze maakt bij een automaat. Je duwt geld in de automaat, drukt op de knoppen van de gerechten naar je keuze en voegt er eventueel drankjes aan toe. Dan spuugt de automaat voor elk item een bonnetje uit. Dat overhandig je aan de ober en binnen tien minuten staat alles dampend op tafel. Voordelen: geen kasverschil bij de ober(s), hoge rotatie. Nadelen: geen fooien, geen bijverkoop.

 

Niji-jo by night
Vrijdag 12 april 2013. Kyoto, Japan.

Omdat we onlangs besloten om twee nachten langer in Kyoto te blijven maar het Gimmond Hotel helaas vol zat, moesten we op zoek naar nieuwe accommodatie in deze stad – onze derde stek alweer. Niet optimaal natuurlijk, maar ook wel weer leuk want we hebben gekozen voor een vorm die we nog niet eerder gehad hebben: het appartement.

We komen uit bij Ichijo IVY, een mini-appartementje vlak bij het kasteel Nijo-jo. Hier is de badkamer nog kleiner dan we eerder al zagen, het lijkt bijna op het toilet in een vliegtuig. Ook verstrekken ze geen handdoeken en wordt er tussentijds geen verschoning aangeboden van linnengoed. Wij slapen hier maar twee nachten – thuis verschoon ik mijn bed ook niet elke dag. En het handdoekenverhaal hebben we ondervangen door bij de supermarkt wat goedkope handdoekjes (van dito kwaliteit) in te slaan die we hier bij het uitchecken in de prullenbak kieperen. Je kunt er de krant doorheen lezen en ze zijn spuuglelijk, maar het heeft ook wel weer wat.

Terwijl Maarten naar het postkantoor gaat om de resultaten van mijn ‘shopping spree’ op Nishiki Market naar Nederland te versturen, blijf ik met de meisjes buiten spelen. Er zit een oma met haar kleinzoon tegenover me op een bankje, en zij heeft een bellenblaas. Met haar hoge stemmetje nodigt ze de kinderen uit om mee te spelen. Tara en Mila rennen in het rond, vangen de bellen zo goed als ze kunnen en blijven in de gure wind lekker warm.

Net na een uur mogen we in ons appartementje. De eigenaar laat ons zelfs een huurovereenkomst tekenen voor deze twee dagen en alsof we echte Japanse inwoners zijn worden we verzocht ons afval te scheiden en zelf aan de weg te zetten. Zoals het een Japans appartement betaamt is het heel klein. Moet er niet aan denken hier een gezin op te laten groeien. Al het meubilair is inklapbaar, zodat je je kont nog een beetje kunt keren. Gelukkig kunnen we de tentjes na het inklappen van de ‘eethoek’ prima kwijt, dus wij zijn tevreden.

Maarten gaat even lekker een stuk fietsen. Voor 100 Yen per dag kun je bij dit appartement een fiets huren, dus dat hebben we voor twee dagen gedaan. Er zijn geen fietsen met een kinderzitje en dat is in Japan wel verplicht, dus we hebben het bij één exemplaar gehouden. Onderweg gaat hij nog even naar de kapper, want zijn korte reiscoupe is aan een scheerbeurt toe.

‘s Avonds loop ik met Mila naar een wat grotere supermarkt voor ons avondeten. In het appartement zit één gaspit, dus ik kies voor een zak soep die er heerlijk uitziet. Tomatensoep, goed gevuld met stukken rundvlees. Hhmm, lekker opwarmen en smullen. In het kader van risicospreiding doe ik er nog een salade bij en voor de kinderen een maaltijd met rijst, een moot zalm en diverse ‘bijgerechtjes’. Toetjes erbij, biertje, wat stukjes tonijn die bij het snijden van de sashimi overgebleven zijn (denk ik) om vanavond te snaaien. Lekker om gewoon weer eens in een normale supermarkt boodschappen te doen, al is het maar een klein beetje. Bij thuiskomst blijkt de goed gevulde soep een waterige bedoening te zijn, waar de vlammen al van uit je tong slaan als je er alleen maar naar kijkt. Toch lastig, dat reis-analfabetisme. Gelukkig is er de salade nog, aangevuld met yoghurt en cruesli. Ook goed.

We hebben de kinderen vanmiddag uitgebreid laten tukken, zodat ze vanavond wat langer op kunnen blijven. Als het donker is willen we namelijk naar Nijo-jo, een kasteel hier vlakbij. Het kasteel en de circa 200 bloesembomen er omheen worden in de bloeitijd namelijk uitgelicht. We pakken de bus en zijn in een wip bij het kasteel. Daar is een mooie route uitgezet met allerlei lantaarns en alle bloesembomen zijn inderdaad allemaal van onderaf verlicht. Prachtig!

DSC07125 klein

Tegen negen uur sluit het kasteel en gaan we lekker terug naar huis. De vermoeidheid begint bij de meiden toch wel de kop op te steken. Als we thuis het hele spul net in de pyjama’s hebben gehesen, gaat het skype-alarm af op onze iPad. Huh? We hebben toch geen date staan met iemand? Het blijkt ons neefje Bram te zijn (3), die eigenhandig skype heeft opgestart en ons even met een videogesprek opbelt om zijn treinbaan te laten zien. Wat een grap zeg!

 

Stirred, not shaken
Zaterdag 13 april 2013. Kyoto, Japan.

Het is zaterdag, dus we hebben de wekker uitgezet om lekker uit te kunnen slapen. Daarbij hadden we alleen even geen rekening gehouden met Moeder Natuur en ‘tectonische’ platen en zo, want om 05.33 werden we gewekt doordat ons appartement begon te schudden. Maarten was het eerst bij zijn positieven en stootte mij aan. ‘Hé Edith, een aardbeving!’. Ik zat op dat moment nog hevig in mijn REM-slaap en voelde het wel, maar het drong niet gelijk door. Op zich niets nieuws, want de aardbeving in Roermond op 13 april 1992 en die in Goch op 8 september 2011 heb ik ook niet gevoeld. Dat is het voordeel van stevig gebouwd zijn: je trilt niet zo snel. Sterker nog, bij die van Roermond kwam mijn moeder destijds op een holletje naar mijn zolderkamer omdat ze meende dat ik uit bed was gevallen. Nou, ben nu ook weer niet zó stevig gebouwd dat ik een aardbeving van 5,8 op de schaal van Richter veroorzaak hoor…

Anyhow, er gebeurde hier verder niets totdat een paar minuten later de boel wéér schudde. Aangezien er geen scheuren in de muur ontstonden, er geen alarmbellen gingen rinkelen en er zich geen andere spannende zaken voordeden hebben we ons weer omgedraaid en geprobeerd verder te slapen. En de meisjes? Die ronkten overal lekker doorheen, hebben er niets van gemerkt. Achteraf bleek uit het nieuws dat wij de aardbeving zelf niet gevoeld hebben, maar de naschokken. Die worden overigens deze week nog meer verwacht.

Aan het eind van de ochtend nemen we de bus naar de wijk Gion. Daar zijn we eerder deze week met Marco al eens doorheen gewandeld, maar we wilden de sfeer daar nog wel een keertje proeven. Als we uit de bus stappen is het lunchtijd, en laten we nou toevallig midden voor de McDonalds de bus uit rollen. We verwennen onze meisjes met een bezoek aan deze hamburgergigant en bestellen voor hen lekker een bakje mais in plaats van frietjes. Gezonder en ze vinden het ook nog eens lekkerder.

Het Happy Meal wordt hier overigens niet uitgeserveerd in een leuke kartonnen doos, maar je mag bijvoorbeeld wel je eigen speeltje uitzoeken. Onze kinderen kiezen allebei voor de plastic papegaai, waarvan later blijkt dat er geluid uitkomt. Drie verschillende geluidjes maar liefst. Joepie. Ze zijn er alle twee wel erg mee in hun sas en in het kader van ‘Doe eens gek bij de Mac’ betrekken ze gelijk onze buren bij hun spel. Ach ja, verbroedering over de landsgrenzen heen: wij zijn vóór. Zeker nu we van alle kanten gewaarschuwd worden voor afweergeschut in Tokyo dat staat opgesteld tegen het malle noordelijke neefje van PSY…

Wanneer alle mais aan boord is wandelen we verder langs het water. Het zonnetje schijnt, er is gezelligheid aan de oevers dus we laten Tara en Mila lekker steentjes in het water gooien en steken zelf lekker de benen vooruit met onze snoet in de zon. Als ik het zo opschrijf, weet je al dat het nooit lang gaat duren hè? ‘Mama, ik moet echt héél nodig poepen’. Oké… einde idylle.

Als we door Gion gewandeld hebben op zoek naar een échte geisha (niet gelukt) is het hoog tijd om onze speeltuin-belofte aan de kinderen in te lossen. We pakken een taxi naar de speeltuin voor de deur van onze oude ryokan en laten de kinderen daar lekker anderhalf uur hollen, dollen, glijden, wippen, schommelen en zandtaartjes bakken. Maarten pakt er een kopje koffie van de supermarkt bij, ik sla mijn e-reader nog eens open. Prima zo.

DSC07196 kleinDSC07210 klein

Tegen half vier wandelen we naar de bus die ons in 20 minuten naar ons appartement brengt. De meiden krijgen een cooling down (lees: hun tablets) en Maarten springt op de huurfiets om even flink op de pedalen te trappen. ‘t Is geen mountainbike, maar toch. Op de terugweg neemt hij ons avondeten mee en zo zitten we weer aan de sushi. En nee, dat verveelt nog niet.


Terug naar Nara
Zondag 14 april 2013. Nara, Japan.

Vandaag verlaten we ons inimini-appartementje en vertrekken we uit Kyoto. Voor vertrek maakt Maarten nog gauw even gebruik van de aanwezige strijkplank en strijkbout – hij is gelukkig heel goed ‘in touch with his feminine side’. Het grappige aan dit kabouterhuisje is dat er heel veel inklapbaar is. Een snel rondje meubilair: twee inklapkrukjes, een inklapstoel, een inklapbureau, inklapwasmand en een inklapbed (met de vouw precies onder je heupen, ook lekker). Ja, en een inklapstrijkplank natuurlijk. Het komt ongetwijfeld door een enorm ruimtegebrek in grotere steden.

Persoonlijk moet ik er niet aan denken om hier met een gezin te wonen, tenzij er ook inklap-Lego bestaat. Je merkt ook dat dit zijn weerslag heeft op hoe mensen met elkaar omgaan. Er wordt bijvoorbeeld heel zachtjes gepraat in het openbaar vervoer, soms zó zachtjes dat je echt niets hoort, ook niet als je er heel dichtbij zit. Ook komt het nog vaak voor dat ouders bij hun kinderen inwonen. Tel daar van die schattige rijstpapieren deuren bij op en je privacy is helemaal ver te zoeken. Gelukkig heeft iemand daar het ‘love hotel’ voor uitgevonden, waar echtparen voor een paar uur of een nacht een hotel kunt huren om… nou ja, om… wel wat privacy te hebben zeg maar.

Met de bus rijden we naar Kyoto Station. De bus is druk, dus we laden onze bagage niet van onze ruggen af. Bepakt en bezakt in de bus staan is niet handig, maar die grote rugzakken en die tentjes op de toch al volle vloer is ook niet alles. We zwaaien nog één keer naar het prachtige Kyoto en stappen dan op de trein naar Nara. In de trein zit een klein jongetje te huilen op zijn moeders schoot. Heel zielig, zowel voor hem als voor de rest van de passagiers want het snijdt door je trommelvliezen. Ik graai in mijn Mary Poppins-tas en vind behalve de schemerlamp, de spiegel en de kapstok ook die helse rode vogeltjes van de McDonalds. Ik spoor de kinderen aan om deze even aan het huilende jongetje te geven – ze willen dat best wel, maar Mila drukt me wel op het hart ‘Alléén lenen!’. Jammer, ze heeft m’n plannetje doorzien. Als ze de vogeltjes voor het jongetje houden en laten horen dat er geluid uitkomt is het kind meteen stil. Aaahh, zalig. De rest van de rit hebben zijn ouders geen kind aan hem en wij geen kind aan onze meiden. Super!

DSC07228 klein

In de trein merkt Maarten op dat we vandaag precies drie maanden onderweg zijn. Dat opgeteld bij onze reis uit ’04/’05, die op de kop af negen maanden duurde, zijn we dus vandaag een jaar voor langere tijd op reis. Een bijzondere mijlpaal!

In Nara keren we terug naar het Sun Hotel, waar we zelfs dezelfde kamer kunnen krijgen. Ook dit keer was de kamer al na een kwartiertje klaar. Het is onverwacht leuk om ergens terug te komen waar je al een keer bent geweest. Niet te vergelijken met thuiskomen in je eigen huis, maar toch een soort van vertrouwd. We meppen de koffertjes en rugzakken op dezelfde handige plekjes en laten Mila even een lekkere tuk doen.

Als dat gebeurd is, gaan we met de bus naar het Nara-Koen park. We hebben bellenblazen meegenomen tot groot plezier van Tara en Mila. Er zijn meer mensen in het park: we zien een enorme (familie?)picknick, jonge stelletjes hand in hand op een deken en wat andere gezinnen. Na het bellenblazen haken de meiden aan bij een jongetje met een bal en zijn ze zo weer ruim een half uur onder de pannen.

Aan het eind van de middag wandelen we naar Silk Road, een restaurant waar een grote treinbaan doorheen loopt die door de etende kinderen bestuurd kan worden. Wanneer we daar aankomen zit de boel hermetisch dicht. Voor de deur staat een hekje met een bordje erop, waar wij natuurlijk niets van kunnen bakken. Het enige dat we kunnen is lezen is 25 4 7, wat zou kunnen duiden op 7 april in Japanse jaartelling. Met de vertaal-app leest Maarten iets voor in de trant van: ‘Terminus Silk Road, thank you for your client’. Balen, want het was zo leuk voor de kinderen.

We wandelen verder richting het station en komen daar uit bij een restaurantje met een grappig promo-filmpje bij de voordeur. En waar grappig staat, mag je ook kitsch lezen. Als we naar binnen stappen blijkt het een kaiten-zushi te zijn, een restaurant waar de sushi op bordjes op een lopende band aan je voorbij schuift. In de regel krijgt deze sushi geen hoge score, maar we zijn met de kinderen erbij toch niet op zoek naar de ultieme sushi-ervaring en zoeken dus vier krukjes naast elkaar. De sushi is echter verrassend smakelijk en de stukken vis zijn vers en echt niet te krap bemeten. In het restaurant staat trots aangegeven dat het met 26 meter de grootste sushi-band ter wereld is. Een kaiten-zushi stond nog op ons lijstje ‘leuk voor de kinderen’, dus daar kan nu een keurig vinkje achter. Check!

 

I'm glad i spent it with you
Maandag 15 april 2013. Nara, Japan.

Om onze uitslaapkans te vergroten heb ik de luiken voor de ramen geschoven en de wekker uitgezet. Het mag niet baten, want om half zeven tikt Tara op mijn schouder. Ik probeer haar nog in ons bed te lokken om nog even verder te dommelen, maar ze heeft honger en houdt een vurig pleidooi voor cruesli met yoghurt.

Als iedereen fris gedoucht is en ontbeten heeft nemen we de bus weer naar het Nara-Koen park. Om de regen van ons vorige verblijf in Nara enigszins te compenseren hebben de weergoden de thermostaat opgeschroefd tot een aangename 20 graden en alle wolken naar elders verbannen. Het is heerlijk in de zon, dus we laten de kinderen zonder jas lekker bellenblazen, denkbeeldige vissen vangen, verstoppertje spelen en dennenappels verzamelen voor de hertjes.

We wandelen door het park en houden af en toe halt bij een mooie bezienswaardigheid. Zo stoppen we bijvoorbeeld bij het Ukimido Paviljoen, dat midden in het water ligt. In de schaduw van de bomen om de vijver heen zitten flink wat schilders op kleine krukjes te aquarelleren. In en om het water zien we een stuk of tien schildpadden rondzwemmen of zonnebaden op een platte steen. Wat leuk dat die hier in het wild leven! Midden op het paviljoen nemen Tara en Mila een videoboodschap op voor hun jarige tante Jetske, die we via Whatsapp gelijk kunnen versturen. De techniek staat voor niets.

DSC07297 klein

Als we gaan lunchen zien we nog een demonstratie voorbij trekken. Zoals dat gaat in Japan verloopt alles uiterst ordelijk. De groep demonstranten loopt netjes strak langs de stoep en aan de andere kant lopen drie politieagenten mee. De achterste van de drie agenten heeft de taak om achteropkomend verkeer in de gaten te houden en loopt dus ook daadwerkelijk achterstevoren. De demonstranten zijn ook van het nette soort en nemen vrijwel allemaal de moeite om te zwaaien naar de kinderen. Schattig hoor.

We kiezen voor een restaurantje op basis van de voorbeelden in de etalage en de term okonomiyaki op de gevel. Eenmaal binnen lijkt het een restaurant waar je zelf met je gerecht aan de slag moet, maar als we zitten blijkt de warme ijzeren plaat alleen een warmhoudplaat te zijn. We zetten de kinderen zo aan tafel dat ze zo ver mogelijk verwijderd zijn van de hitte en leggen ze goed uit waarom het verstandig is om van de plaat af te blijven. Mila ziet ons regelmatig met stokjes eten en wil dat ook. Best lastig als je drie bent, maar ze geeft niet op. One tough cookie. Tara ontdekt dat op sommige plaatsen de edamame boontjes (jonge sojaboontjes) met grof zout worden geserveerd… Daar had ze even geen rekening mee gehouden.

DSC07339 klein

Tegen half vijf pakken we de bus terug naar onze kamer voor een rustig afsluiter van de middag. Samen met Mila haal ik iets te eten bij de supermarkt. Daar wijd ik als ik tijd heb nog een keer een apart blogje aan, zulke grappige, handige of bijzondere dingen hebben ze daar. Wat een relaxte dag was dit!

Voor vertrek had ik een dolletje met mijn RWB collega Marian Baks dat ik wel ‘big in Japan’ zou zijn. Nou bedoelt ze natuurlijk ‘tall in Japan’, maar dat is haar vergeven. Nu we hier vijf weken zijn mag ik wel stellen dat ons dolletje bewaarheid is geworden. In Nederland ben ik doorgaans al niet de kleinste, en hier wordt dat nog eens extra duidelijk.


Van hier tot Tokyo
Woensdag 17 april 2013. Tokyo, Japan.

Gisteren zijn we met onze laatste shinkansen van Nara via Kyoto naar Tokyo gereisd. Ons hotel in Nara lag vlak bij het station, dus daar hadden we plezier van – we waren vlot weg. De treinkaartjes naar Tokyo slaan een aardige deuk in ons dagbudget, maar de goedkopere optie vreet zoveel tijd dat het eigenlijk ook weer geen echte optie is.

In Tokyo pakken we een taxi naar ons appartementhotel, Tokyu Stay Higashi Ginza. We moeten even wachten tot de kamer klaar is, dus zoeken we een speeltuin in de buurt op. Als we om drie uur de kamer in mogen, leggen we gelijk Mila nog even op bed voor een verlaat middagdutje. Dit één na laatste hotel is hélemaal top. We hebben een kamer met goede, ruime bedden, een loeier van een TV, een magnetron, een elektrische kookplaat, een koelkast met vriesvak en een wasmachine! Niet dat ik nou 4 pinten Ben & Jerry’s ga invriezen (oooww… maak me gek!) en preventief alles twee keer ga wassen hoor, maar toch. Het kàn.

DSC07406 kleinDSC07408 klein

Aan het eind van de middag en aan het begin van de avond voelen we nog twee aardbevingen, waarvan de eerste een pittige 6.2. Grappig eigenlijk, in Nederland gebeurt zoiets vrijwel nooit en hier in anderhalve week drie keer. We zetten de TV aan en daar wordt de uitzending gelijk onderbroken door ernstig kijkende heren die toelichting geven. Ook zie je live beelden van aardbevingscamera’s die overal opgesteld staan, en als je daar dan ook de beelden van het moment van de beving op terugziet is het wel even echt. Gelukkig was er verder geen tsunamialarm en ging de nationale TV al vrij snel weer over tot de orde van de dag: baseball. We duiken op tijd in bed. We zijn aangekomen op ons vertrekpunt!

 

De huishoudbeurs in Tokyo
Donderdag 18 april 2013. Tokyo, Japan.

Vandaag wordt het volgens Maartens weer-app een prachtige dag, dus we trekken er lekker op uit. Wanneer we ons hotel uitlopen is het een drukte van belang op straat. Nu ligt ons hotel (en wie ons inmiddels een klein beetje kent weet dat dat niet geheel toevallig is) heel dicht in de buurt van de Tsukiji Fish Market. In de straatjes om ons hotel zit veel kleine handel, die de verse waren weer doorverkopen. Het is een drukte van belang. Bij veel kraampjes mag je iets proeven en daar lijkt het verdorie wel de huishoudbeurs. Zelf proeven we (heel bescheiden) wat heerlijke amandelen, nori-vellen met wasabi (lekkerr!) en verse omelet. Onze mini-omnivoor Mila doet aardig mee.

DSC07441 kleinDSC07447 klein

Zoals sommige mensen met een borreltje omgaan (het is altijd wel ergens vijf uur) doen wij het graag met sushi. Het komt hier nu zo super vers aan, toch zonde om te wachten tot later op de dag? En half twaalf lunchen is toch helemaal zo gek nog niet? Op straat staan voor alle restaurantjes ‘proppers’ die hun uiterste best doen om de mensen naar binnen te praten. Bij sommigen lukt dat zo goed dat er al een flinke rij voor de deur staat. Als wij zo’n kaiten-zushi (lopende band) tentje zien worden de meiden gelijk enthousiast en ach: alles voor de kinderen nietwaar? We genieten van de heerlijke vis, het gekakel van de sushi chefs en ook heel erg van onze twee globetrotters die aan hun sushi zitten te knagen alsof het broodjes knakworst zijn. Wat zijn wij trots op onze flexibele meiden! Zo’n markt, ik kan er niets aan doen maar ik heb er iets mee. Ik vrees dat ik later zo’n moeder word die haar kinderen op vakantie (tegen heug en meug) meesleurt naar al die ‘gezellige marktjes’. Wat is er te koop? Wat ken ik nog niet? Hoe eet je dat? Waar smaakt het naar?

Aan het begin van de middag pakken we de metro naar het Imperial Palace, waar de keizer van Japan woont. Het paleis is twee dagen per jaar toegankelijk, op de keizer’s verjaardag en op Mila’s verjaardag, dus vandaag niet. Het terrein is op afspraak wel toegankelijk, maar daar moet je van tevoren voor reserveren. Dat hadden we even niet in het vizier, dus we volstaan met een bezoek aan de East Gardens. Zo midden in de stad heeft het terrein wel iets weg van Central Park: een grote groene long, waarnaast de wolkenkrabbers tegen de grenzen meteen vechten om de vierkante meters. Je kunt echt Tokyo in deze tuinen niet buitensluiten, maar het lukt aardig om er even minder ‘in’ te zitten. We zijn nog net op tijd om een bestelwagentje weg te zien rijden met een bijzondere lading: het toiletpapier van de keizer. Tsja, dat moet natuurlijk ook gebeuren…

DSC07496 klein

Halverwege de middag wordt Mila te moe, dus we suizen met de metro weer terug naar ons appartement. Daar warmen we in de magnetron wat kant en klare dingen op. Een soort koken, maar dan zonder inspraak in de smaak. En een soort roomservice, maar dan met afwas.

 

Finding Nemo
Zaterdag 20 april 2013. Tokyo, Japan.

Eigenlijk hebben jullie van ons het blog over vrijdag de negentiende nog tegoed, maar eerlijk gezegd valt daar niet zoveel over te vertellen. We hebben een succesvolle inkoopstrooptocht gehouden om mijn webshop-in-wording te voorzien van allerlei leuks. Er is dus nu een dikke vette doos (de derde!) met de slow boat op weg naar Nijmegen en in Tokyo zijn in winkels hier en daar lege schappen, rekken en pinnen gesignaleerd. Wordt vervolgd.

Wat voor jullie misschien leuk is om te zien is hoe vrij onze meiden zijn in een wildvreemd land. Wat grappig is om te weten, is dat er vaak pakjes met flinterdunne zakdoekjes worden uitgedeeld als promo-materiaal. Mila en Tara zijn er allebei gek op, dus als er ergens zo'n promo-persoon (m/v) staat mag die zich verheugen in een levendige belangstelling van twee Nederlandse kinderen. Tijdens dat winkelen hadden we overigens wel ineens het: 'Wauw, we zijn in Tókyo!'-gevoel. Hordes mensen, overal lichtreclames en schermen aan de gevels, keiharde muziek. Toevallig reed er ook nog een promo-truck van Daft Punk voorbij, waar Maarten gek op is. Man man man, wat een sensory overload. Blij dat ik hier een paar dagen mag zijn, maar ook blij dat ik er niet woon.

DSC07534 klein

Goed, zaterdag de 20e. Vandaag scheidden onze wegen al vroeg in de ochtend. Zoals gezegd zitten we vlak bij de Tsukiji vismarkt waar de beroemde tonijnveiling vrijwel dagelijks plaatsvindt. Aangezien kinderen er niet welkom zijn (en na vandaag snap ik ook uitstekend waarom) hebben we besloten om de beurt te gaan: Maarten vandaag, Edith maandag. Het aantal plaatsen is beperkt en we willen dit niet missen, dus al om kwart over drie 's nachts trekt Maarten de deur van ons appartement achter zich dicht. Heel zachtjes gelukkig, want wat een onmenselijke tijd is dit – maar dat terzijde.

Het is stil op straat als ik naar de vismarkt wandel. Gelukkig is het maar vijf minuutjes lopen. Wanneer ik aankom zijn er al mensen voor mij, een stuk of vijftien. Er gaat om de zoveel tijd een deur open en dan wordt de rij wachtenden alvast binnengelaten. Als ik ook naar binnen mag ben ik toch een beetje opgelucht: ik zit bij de 120 bezoekers van vandaag! Dan begint Het Grote Wachten tot het moment dat we in een veiligheidshesje worden gehesen en achter de bewaking aan mee mogen lopen naar de veilinghal. Buiten blijkt ook gelijk waarom de eisen omtrent bezoek zo streng zijn. Het is een drukte van belang met karretjes die met flinke vaart af en aan rijden. Dit is geen toeristische attractie, dit is een enorm druk bedrijf waar volop wordt gewerkt en geld verdiend. Eigenlijk is het van de zotten dat er toeristen worden toegelaten, zo druk. Maar natuurlijk ben ik wel blij dat ik erbij ben!

DSC07555 kleinDSC07579 klein

We worden naar een hal gebracht waar de diepgevroren tonijnen liggen. De staart en vinnen zijn er af gesneden, waardoor ze een beetje de aanblik bieden van grote grijze bommen uit de Tweede Wereldoorlog. Tussen alle rijen vis door lopen de handelaren, die met een haak in het rode stuk vlees slaan waar eerst de staart zat. Ze pulken er een stukje uit en wrijven dat fijn tussen hun vingers om het te keuren. Dan begint de echte veiling. Dit gaat razendsnel. Ik ben het Japans natuurlijk niet machtig, dus dan blijft het toch een beetje gissen naar wat er nou precies gebeurt. Ik zie de veilingmeester op een krukje staan en hoor hem van alles roepen, en bij de handelaren steekt er af en toe eentje zijn hand op. Een mannetje met een pot rode verf en een kwast markeert in rap tempo de vissen, waaruit ik opmaak dat die verkocht zijn. Na een klein half uur worden we met strenge hand de hal weer uit geloodst, waarbij geen tegenspraak wordt geduld. Hesjes weer inleveren in een grote bak, bedankt voor uw bezoek. Alle tussenhandel is nog dicht, die gaat pas om negen uur open, dus ik wandel terug naar het hotel om met Edith en de meiden gezellig samen te ontbijten.

Als het ontbijt op is, nemen we de metro naar de wijk Akihabara, ook bekend als de electronicawijk. Ik heb een voorliefde voor alles... nou ja, veel dat met audio, video, fotografie en computers te maken heeft en in deze wijk zit heel veel aanbod geconcentreerd. We wandelen een soort electronica-V&D binnen met wel acht verdiepingen. Ik zie niet echt heel veel nieuwe snufjes en ook qua prijzen is het niet super aantrekkelijk, maar wel heel leuk om eens tussen flatscreen TV's van 17.000 Euro en fototoestellen van 12.000 Euro te lopen. De dames zijn zoals verwacht wat minder enthousiast, dus Edith neemt de meiden mee terug naar het hotel zodat Mila kan slapen. Als je het zo tegen Mila zegt zet ze d'r hakken in het zand, als je zegt 'Jullie gaan er gezellig een meisjesmiddagje van maken!', vindt ze het prachtig. 't Is maar net hoe je het brengt.

's Avonds profiteren we nog een keer van onze ligging bij de vismarkt. Edith wandelt met Mila naar een sushirestaurant om ons avondeten af te halen. Onder haar toeziend oog wordt alles ter plekke vers bereid. Het is weer smullen! En gezien alle lovende reacties op onze sushi-foto's maken we jullie graag nog één keertje lekker...

DSC07611 klein

Kiddyland
Zondag 21 april 2013. Tokyo, Japan.

Ik ben nogal van de spreekwoorden, dus ik gooi er voor de lol een paar tegenaan. 1) Belofte maakt schuld. We hebben tegen de meiden gezegd dat we zondag gaan zwemmen in een héél groot zwembad. 2) Bezint eer ge begint. We hebben niet gecontroleerd hoeveel reistijd dit zou inhouden en schrikken dus nogal als blijkt dat het twee uur enkele reis is. En de gemeentelijke zwembaden enigszins in de buurt vereisen het meebrengen van je eigen badmuts. 3) Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten. We leggen uit dat het zwembad veel te ver weg is en krijgen de rekening gepresenteerd: twee teleurgestelde kinderen. Ai. 4) Wie A zegt, moet ook B zeggen. We vinden een hartstikke leuk alternatief: Kiddyland, de mooiste speelgoedwinkel van Tokyo, waar we beloven dat ze er allebei iets uit mogen kiezen. 5) Eind goed, al goed. De meiden halen hun hand over hun grote hart en huppelen mee naar Kiddyland.

img 1594p1010344

Kiddyland zit aan Omotesando in de wijk Harajuku, en als we naar die winkel toelopen houden we ons hart al vast. Marc Jacobs, Chanel, Dior, Armani, Ralph Lauren, Louis Vuitton... We beginnen te vermoeden dat Kiddyland geen 'één-euro-alles-moet-weg-opruimingsbak' heeft. Ehm, hoe zat het ook al weer met spreekwoord 1 en 2? In de speelgoedwinkel zelf is het waanzinnig druk. Het is een grijze, beetje regenachtige zondag, een perfecte dag om de winkels in te duiken. Van het aanbod sla je bijna steil achterover. Man, wat leuk. Het is dat het allemaal niet in m'n bagage past, maar er zitten me toch leuke dingen tussen. De meiden laten allebei hun oog vallen op een mini Lalaloopsy. Toegegeven, niet geheel zonder enige sturing. Die dingen zijn lekker klein en passen dus makkelijk in de rugzak. Iedereen blij.

 

Tokyo Disney
Maandag 22 april 2013. Tokyo, Japan.

We hebben één van de leukste dingen van ons avontuur tot het laatst bewaard: een tweedaags bezoek aan Tokyo Disney. Dit staat gepland op maandag 22 en dinsdag 23 april, en die maandag is aangebroken. Voor mij al vrij vroeg, want ook ik wil een bezoek aan de Tsujiki vismarkt natuurlijk niet missen. Om drie uur loopt de wekker dus af en gewapend met Maartens instructies wandel ik naar de tonijnveiling. Onderweg krijg ik het zinnetje 'Ik loop hier alleen in een te stille stad' van Guus Meeuwis' 'Brabant' maar niet uit mijn hoofd. Gek eigenlijk, want het past helemaal niet. Tokyo om 03.15 uur is helemaal geen te stille stad. Er is volop verkeer en bedrijvigheid. En zelfs op dit tijdstip voel ik me absoluut niet onveilig. Overigens, iemand die het in zijn hoofd haalt om mij op te tillen en in een geblindeerd busje te gooien zal waarschijnlijk a) zijn rug verrekken en b) mij bij dageraad retourneren wegens teveel praatjes. Dus zo'n vaart loopt het niet.

Tsja, alles wat ik nu over de veiling ga schrijven is dubbelop want Maarten was er natuurlijk eerder deze week al. Als ik terugkom van de veiling is iedereen nog in diepe rust. Tegen zevenen rolt iedereen uit bed en gaan we haast je rep je aan de slag. Het hele ochtendritueel, ook dat het van inpakken en uitchecken – gaat als een speer want we hebben er zin in. We gaan naar Mickey!

We nemen de metro en de trein naar Disney. Vanuit de trein zien de meiden in de verte het kasteel van Doornroosje liggen en gaan ze al half uit hun dak, zeer tot plezier van de mensen om ons heen. Het lijkt of bij Tara en Mila nu ècht het kwartje valt dat we 'naar de prinsessen' gaan, alsof het tot nu toe meer een soort grapje was. Een soort van 'we gaan zondag naar het zwembad...'. Onze bagage mochten we in Tokyu Stay achterlaten, dus gelukkig hebben we alleen een dagrugzak met het hoognodige bij ons.

Bij de kassa hebben we zo'n moment dat je jezelf er bewust toe moet zetten even nergens aan te denken en gewoon, hatseflats, af te rekenen. We kopen kaartjes voor twee dagen. Mila is nog geen vier en mag dus gratis naar binnen, en dat is hier echt nog wel even boffen. Binnen in het park lopen we gelijk Goofy tegen het lijf, gevolgd door een aantal bekende Disney-characters. In het begin wil geen van de meiden op de foto, dan wil Tara toch aarzelend wel en uiteindelijk vinden ze het allebei wel heel leuk.

Af en toe schuren we iets tegen de strakke door het park bedachte regeltjes aan. Bijvoorbeeld wanneer we in de rij staan voor de carrousel en de petemoei uit Assepoester een kleine fotosessie houdt, pal naast ons. We tillen Tara uit de rij zo hup, over de kettingen naast de petemoei om een foto te maken. Oh oh, lichte paniekaanval bij de mevrouw van de carrousel. We houden de rij nodeloos op, dit is niet toegestaan, rode vlekken in de nek... Wij doen er wat luchtiger over en zijn blij met de foto. Die is in de pocket. Even later zitten we in de vliegende olifantjes en haalt Maarten het in zijn hoofd om een foto te maken. Oh oh, lichte paniekaanval bij de mevrouw van de vliegende olifantjes. Het fototoestel kan immers vallen en onschuldige omstanders verwonden, dit is niet toegestaan, rode vlekken in de nek... De vliegende olifantjes worden tot stilstand gebracht zodat Maarten zijn reprimande in ontvangst kan nemen. Zucht. Wij doen er wederom wat luchtiger over en zijn blij met de foto. Die is in de pocket.

DSC07681 kleinDSC07693 klein

Om half drie ga ik met Mila met de monorail naar het hotel. We hebben voor één nacht een Happy Magic Room geboekt in het Tokyo Bay Hilton, op steenworp afstand van het park. De monorail is helemaal in Disney-stijl. De beugels om je aan vast te houden zijn Mickey-gezichtjes, evenals de ramen. Persoonlijk ben ik er gek op als een lijn zo goed vastgehouden wordt, en Disney is daarin natuurlijk een meester. Als we in de shuttlebus van het station naar het hotel stappen word ik dan ook erg blij van de Mickey-uitlaat, het Mickey-ventilatierooster en de Mickey-rem/knipperlichten. En nee, dat is geen overkill, dat is gewoon stoer. Dat je er überhaupt aan dénkt om een uitlaat in Mickey-vorm te maken, wauw.

We worden tot ín de kamer begeleid door een Hilton hostess en ik merk op dat ik dacht dat er vier bedden zouden staan in plaats van drie. Ze geeft me de tip om housekeeping te bellen en een extra bed te vragen. Zo gezegd, zo gedaan. Housekeeping meldt netjes dat daar een 'additional fee' van 4000 Yen voor staat, een kleine veertig Euro. Ik meen me te herinneren dat op mijn boeking stond 'this room sleeps four adults', dus ik gooi een balletje op. En welja, de kamer wordt zonder kosten als service omgeboekt naar een vierpersoons. Super attent.

Samen met Mila doe ik een middagdutje van anderhalf uur. Effe die randjes van het vroege opstaan voor de visveiling wegpoetsen. Maarten en Tara zijn ondertussen adrenalinetechnisch een tandje opgeschaald en doen een rondje in de Big Thunder Mountain. En een lol dat Tara heeft, nergens bang voor. Prachtig!
Als ik om zes uur weer bij het kasteel sta zijn Maarten en Tara daar ook. We gaan eten bij het Plaza Pavillion Restaurant en dat is nog best oké. We nemen een toetje bij de ijssalon en wandelen dan weer richting het kasteel voor de Electrical Parade: Dreamlights en het vuurwerk. We zijn net op tijd en hebben naar verhouding een prima plek. Een ding moet je de Japanners overigens wel nageven. Die zijn ècht ontzéttend goed in wachten. We zagen eerder in de middag overal mensen zitten op stukjes zeil, uitgeklapte plattegrondjes van het park of wat er maar voorhanden was (of op de grond). Als wij dan gingen kijken wat er te doen was op die plek bleek dat er over anderhalf, soms twee uur een parade of een show was. Anderhalf uur?! Man, dan ben ik minstens twee of drie en als ik mazzel heb vier attracties verder... (Overigens, de Hollander in mij denkt ook 'ik ga hier niet twee uur zitten wachten, dit park kost klauwen met geld' maar dat is misschien een beetje flauw.)

Mila en Tara zijn volgens eigen zeggen nog láng niet moe, maar we gaan toch echt wel richting het hotel. Eerst even langs de 24 hour supermarket, want de kosten voor het ontbijt zijn dertig Euro voor volwassenen en 25 voor kinderen. Nou, ik denk dat voor 110 Euro wel een paar lekkere broodjes kunnen halen, dank u beleefd. Met een tasje met lekkers zoeken we onze kamer op. Die valt bij iedereen in goede aarde. Bij het inchecken kreeg ik twee enveloppen en de receptionist melde mij in lastig Engels het volgende: 'Happy Magic Loom has flee dlinks'. Free drinks? Fantastisch! Dàt is nog eens service. Als we op de kamer komen en de envelopjes openmaken staat erin beschreven dat er op de kamer 'three tricks' zijn die je kunt ontdekken en wordt er verklapt waar deze zich precies bevinden. Ach so. We hijsen de kinderen en onszelf in de pyama's die vrijwel elk Japans hotel verstrekt. De meiden raken hun kussen en zijn uitgeteld, wij volgen niet veel later. Jongens, wat een dag. Ik plaats buitensporig veel foto's en filmpjes van vandaag want wat wàs het super. Moe maar voldaan!

 

Tokyo Disney Sea
Dinsdag 23 april 2013. Tokyo, Japan.

Op onze tweede Disney-dag kiezen we voor Tokyo Disney Sea. Dit park van ruim 71 hectare is in 2001 geopend en is met een kostenplaatje van 4 miljard US dollar het duurste attractiepark ooit. Tokyo Disney en Tokyo Disney Sea zijn overigens als enige parken geen eigendom van Disney, maar van een franchiser die de figuren en thema's onder licentie heeft. Het hele park heeft water als rode draad en echt waar: kosten noch moeite zijn gespaard. Het is ècht prachtig, zó mooi en overtuigend gemaakt en van de omvang alleen al sla je (ik in elk geval) zowat steil achterover. Als je ooit gedacht hebt 'Goh, wat is de Efteling toch mooi!' (want dat issie!) nou zet je dan maar schrap.

Maarten gaat met Tara in een achtbaan die over de kop gaat. Tara vindt het helemaal te wauw en steekt Mila aan met haar enthousiasme. Die is helaas nog een stukje te klein voor dit gooi- en smijtwerk en mag dus niet mee. Dikke tranen natuurlijk als ze Tara met Maarten weg ziet lopen. De Disney-dame bij de ingang van de grote achtbaan vindt het zó sneu en komt op een holletje achter ons aan. Ze geeft Mila een Mickey-sticker die normaalgesproken wordt uitgedeeld aan kinderen die jarig zijn. 'my happiest birthday!' staat erop. Ze heeft kleine hartjes getekend over 'birth', dus nu staat er 'my happiest day'. Mila's naam wordt er nog netjes ingeschreven (en dat is nog eens de puntjes op de i zetten: ze maakt er een Mickey-figuurtje van – love it!) . En wat er dan gebeurt is echt super. De rest van de dag roept ieder Disney-personeelslid die de sticker in het oog krijgt 'Happy birthday!' en begint voor Mila te klappen. Nou moet je weten dat Mila thuis gaat huilen op d'r verjaardag als er lang zal ze leven wordt gezongen omdat ze het niet fijn vindt als alle ogen op haar gericht zijn. Gelukkig gaat het hier in het voorbijlopen en in het Engels, dus dat is niet spannend en nu vindt ze het wèl leuk.

DSC07866 kleinDSC07878 klein

Terwijl wij wachten op de adrenalinetijgers wil Mila nog wel een rondje in Sindbad Storybook Voyage, waarin je in een bootje langs de avonturen van Sindbad vaart. En nog een rondje. En nog een rondje. De dame bij de ingang kijkt mij op een gegeven moment aan en vraagt: 'Four times...?', waarop ik alleen maar m'n schouders ophaal en op de Jarige Jet wijs. 'She wants it'. Alles voor de kinderen... We lunchen in de kasbah waarbinnen een Indiaas curryhuis is ingericht. De meiden krijgen een minder pittige variant waar goed van wordt gesmuld. En hoewel we geen genoeg hebben van sushi is het wel weer even lekker om eens iets heel anders te eten dan Japans.

Mila houdt het hartstikke goed vol zonder slaapje, dus Maarten en Tara wagen zich aan een bezoekje aan de Twilight Zone Tower of Terror. Het klinkt vrij ambitieus voor een bijna-vijfjarige, en dat is het ook. In de 'opwarmruimtes' voor de attractie waar je alvast een beetje in de stemming wordt gebracht vraagt Maarten nog een paar keer goed na of Tara echt wel wil, en uiteindelijk geeft ze aan dat ze het te spannend vindt. Mission aborted. Ondertussen ben ik met Mila in Turtle Talk gegaan, waar de zeedieren uit Finding Nemo zogenaamd echt aan het woord komen via een vertaalhydrofoon. Helaas voor ons is alles in het Japans, dus het komt er op neer dat wij steeds nèt te laat zijn met het opsteken van onze handen en het meeklappen. En van meelachen is al helemaal geen sprake. Wat wel héél leuk is, is dat de attractie deels live is. Mensen uit de zaal worden naar hun naam gevraagd (tenminste, dat denk ik) en Crush de schildpad herhaalt het en maakt er een grapje over. Hilarisch blijkbaar, want de zaal ligt dubbel.

DSC07929 kleinDSC07957 klein

Als we buiten komen en elkaar weer gevonden hebben begint er net een show. Meestal ben ik daar niet zo van, maar alle bekende Disney karakters doen mee dus we zoeken een plekje op de bankjes. De show is echt tot in de puntjes verzorgd. De kostuums, de muziek, het enthousiasme. Alles klopt gewoon hélemaal. Respect hoor.

Na de show besluiten we hier nog te eten en dan huiswaarts te gaan. De grote finaleshow om half acht en het aansluitende vuurwerk wordt voor de kinderen véél te laat. Na het eten mogen de kinderen nog even door een winkel struinen voor een souvenir, waarna we met tegenzin het park achter ons laten. Het was fantastisch, echt geweldig. We komen superlatieven tekort. De Grote Afsluiter van onze reis, het bezoek aan Disney, zit erop. En daarmee komt ook het eind van ons avontuur heel erg in zicht. Nog héél even!

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!