Artikelindex

Huisruil de keuze
Maandag 16 juni 2014. België.

Meneer onderdeappelboom nam de honneurs waar, terwijl ik weer even in het werkleven verdronk. Maar we overlegden wel: Berkeley werd afgeschreven wegens teveel zand, Barcelona omdat het een appartement bleek, IJsland wegens te koud, en Noorwegen wegens ook wel heel ver weg van Oslo. Bleven toch nog een aantal aantrekkelijke alternatieven over. Portugal leek mij meteen een fantastische plek, maar ook Denemarken had zijn aantrekkingskracht. En het hield niet op: de Hollandse familie bleek namelijk helemaal niet meer in Nederland te wonen. Ze bleken expats. In China!

Ik moest uiteraard even lachen, toen meneer onderdeappelboom zei dat we naar China konden als we wilden. En ook Australië dook plots op. Maar dat zou uiteraard niet alleen helemaal ingaan tegen het oorspronkelijke idee van 'laat het iets goedkoper zijn dan Italië', maar bovendien was het ook heel ver vliegen èn was het misschien lang zo ecologisch niet (daarover later meer). Los daarvan: hoewel ik (samen met meneer onderdeappelboom) altijd de eerste ben om te zeggen dat we onze vroegere rugzakreizen zo missen, dat we zo graag nog een stuk van de wereld willen zien, dat we het immens belangrijk vinden om onze kinderen andere werelddelen te tonen om hen begrip, verdraagzaamheid en bewustzijn mee te geven, om hen te tonen hoeveel mogelijkheden van leven er zijn... ondanks dit alles, spreekt het voor zich dat je dat niet doet op een ogenblik dat de oudste kindjes zeven zijn en de jongste pas drie. Integendeel: de gedachte alleen al deed mij kokhalzen van angst. Op deze leeftijd zet ik mijn kroost het liefst op een stoeltje héél dicht bij mezelf, beschut door liefhebbende armen, en tegen het zachte kussen van (het minieme beetje dat overschiet van) moeders boezem. En wil ik níet op een verre reis. Laat staan een ander, weinig bezocht continent. Angst! En principes over ver reizen met de kinderen? Geen één! Allemaal weg! Daarom dat ik dan ook tegen meneer onderdeappelboom zei: 'Oké, mail jij maar verder met iedereen; we zien wel wat ervan komt'. Ook met angstzweet in de handen kan een mens vooruit...

Terwijl wij in ons gezin de voor en tegens afwogen, deden de kandidaat-ruilgezinnen hetzelfde. En ze waren enthousiast. Allemaal. En dus zei meneer onderdeappelboom: 'We moeten eens gaan beslissen'. Natuurlijk waren de opties al voortdurend de revue gepasseerd in ons hoofd. Hadden we de prentjes van de mogelijke huizen bekeken en aan onze kinderen getoond. Natuurlijk was ik ook alweer helemaal gecharmeerd omdat één van de gezinnen ook een tweeling heeft, en dan nog een derde kindje (is idiote tweelingmama-emotie). Eén van de basistips bij huisruil is overigens: ruil met een gezin dat in dezelfde levensfase is als jij; dan passen jullie huizen wellicht goed bij elkaar, en heb je – mogelijks – ook begrip voor puzzelstukken die in een zetel opduiken of dergelijke meer.

En ja, toen... toen begonnen we China zo gek niet meer te vinden. Enfin, nog steeds verschrikkelijk gek. Ondraaglijk beangstigend. Maar anderzijds: het leven in een expatwijk, het soort van bubble die we anders koste wat het kost zouden vermijden, is misschien toch wel de ideale tussenweg om voor het eerst met kinderen naar een ander continent te trekken. Blijkt de andere cultuur te shockerend, is er behoefte aan rust, dan is er het huis en de wijk om ons in terug te trekken. En hoe vaak zouden we zo'n kans nog krijgen?

En aldus gebeurde het dat meneer onderdeappelboom op een vroege ochtend in de niet-zo-winterse februarimaand naar de Connections-shop op Zaventem trok, en terugkwam met vijf retourtickets Brussel-Beijing.

 

China: Alles begint met een boek, ook voor kindjes
Maandag 23 juni 2014. België.

'Ik ben zo'n vermoeiend type dat de hele dag moet roepen hoe mooi en prachtig alles is, en aangezien wij beiden vrijwel hetzelfde mooi of lelijk vinden, kunnen we – mits ik op gezette tijden mijn mond houd – heel aardig samen reizen'. Dit is één van de eerste zinnen uit het boek dat meneer onderdeappelboom mij aanreikte, en ik was meteen verkocht. Meneer onderdeappelboom bezit de hele reeks 'in een rugzak' van Dolf De Vries, en het boek 'China in een rugzak' bleek hij al in 1991 gekocht te hebben. Dat is maar liefst 23 jaar geleden! Ik verzeker je, meneer onderdeappelboom was toen nog behoorlijk piep, maar blijkbaar toch al helemaal in de ban van reizen. Of van Dolf de Vries. Dat kan, want zijn reisboeken lezen dan ook niet als reisgidsen, maar als boeken over 'wat is dat om op reis te gaan?'.

Als je ook maar enigszins van reizen houdt, en lang of kort geleden nog de rugzak omgegespt hebt om (meer of minder) verre reizen te maken, dan raad ik je 'China in een rugzak' zeker aan. Je krijgt er geen precies beeld bij van de omgeving, kostprijs, of goede hotels, maar wel portretten van verschillende types reizigers en mensen, een inkijk in het wel en wee van rugzakreizen, en een ontwapende zelfkritiek van een auteur die van zodra hij ernaar neigt de pedante Hollander uit te hangen zichzelf meteen tot de orde roept. Je moet er niets van China voor kennen, en zelfs geen wens hebben om China te leren kennen (al gebeurt dat gaandeweg wel). Op de bekende bol-website krijg je bovendien gratis tien bladzijden inkijkexemplaar.

Na de zoete inleiding was het tijd voor het echte werk: de Lonely Planet uiteraard, al was het maar voor de correcte info over bustijden en treinprijzen die je erin vindt (wat handig zou kunnen zijn in een land waarvan niet alleen de taal, maar ook de cijfers en letters volstrekt nietszeggend zullen zijn voor ons). Lonely Planet kan haar correcte up-to-date info garanderen omdat ze niet alleen betrouwbare auteurs ter plaatse stuurt, maar ook vertrouwt op de commentaren van al even betrouwbare reizigers. Toen wij in Bangladesh waren, noteerden we nauwgezet alle moeilijk te verkrijgen info over de grensovergangen met India, en stuurden die daarna ter correctie aan de redactie. Onze aanpassingen werden in de nieuwe editie opgenomen, en als dank mochten we een gratis Lonely Planet uitkiezen. Dat was bij deze geregeld.

De bieb bracht ons nog wat specifieke gidsen over Beijing, en vervolgens was het tijd om aan de kindjes te denken. Het eerste boekje, dat ik leerde kennen via de website 'verre reizen met kinderen', is 'ikke gaat vliegen'. Ook hier biedt bol een inkijkexemplaar. Het is een boekje op maat van peuters en kleuters, en ons kleinste appeltje vindt het geweldig. Na het verhaaltje één keer aangehoord te hebben, vertelt hij het nu elke avond aan ons. Bij de eerste bladzijde, waar ikke thuis in haar tuintje staat, vertelt hij steevast: 'eerst moet je door het stro stappen'. Hij is ondertussen ook overtuigd dat hij een taartje zal krijgen op het vliegtuig èn dat iedereen in de vertrekhal met mondhoeken tot op zijn schoenzolen zal staan van het lange wachten.

Voor de groteren is er het boek 'In een land hier ver vandaan' (jawel, inkijkexemplaar). Het is een sprookjesboek, maar dan eentje waarbij elk sprookje onopvallend ingaat op een stukje geschiedenis: of het nu Machu Picchu of het terracotta-leger is, in het boek wordt het verteld als een sprookje van een drietal bladzijden; ideaal om voor te lezen voor het slapengaan. De oudste onderdeappelboompjes kunnen er alvast geen genoeg van krijgen.

Maar ook voor kinderen bestaat 'het echte werk': de Lonely-Planet-reeks 'verboden voor ouders'. Het is niet wat ik voor ogen heb als de ideale reisgids voor kinderen, maar de schreeuwerige prentjes trekken de aandacht, en weken vragen en verhalen los. En dat is natuurlijk nooit slecht.

En dan zijn er natuurlijk de reisromans. Boeken door Chinese auteurs, boeken over China, boeken om mee te nemen naar China. Voor de kleintjes kochten we heimelijk wat boekjes-op-maat die we zullen bovenhalen als er verveling opduikt, zelf lieten we ons in de reisboekhandel De Pauw Huilt, en Les Lettres de Chine aanraden. Die eerste gaat mee om op reis te lezen, die laatste las ik ondertussen al in vertaling. De auteur is Victor Segalen, een Franse arts die in 1908 naar China reist. Een half jaar later reist zijn vrouw hem achterna, en ze blijven er zeven jaar wonen, tot Segalen verneemt dat de eerste wereldoorlog is uitgebarsten, en ze naar Europa terugkeren. Segalen gaat zelfs aan het Vlaamse front werken!

De brieven zijn enkel deze die hij aan zijn vrouw stuurt. Ze zijn merkwaardig modern en sensueel, afgewisseld met te informatief en irritant, waarna weer grappig, intrigerend, heerlijk en vervelend. Ze bieden een kijk op een land dat in honderd jaar tijd een evolutie van duizend jaar heeft afgelegd (de Verboden Stad was nog verboden toen Segalen in Peking woonde!), een man die met een moderne visie op erfgoed een vrijwel onbekend land heeft ontdekt (hoewel hij er niet voor terugdeinst ergens halverwege een Boeddha te onthoofden), en tezelfdertijd een vleugje bourgeois van voor de wereldoorlogen toont (zelfs op bergpassen in China). Zeer aan te raden.

 

'Breng geen spiraalmatras mee en ook geen kachels'
Vrijdag 27 juni 2014. België.

Bovenstaande woorden schrijft Victor Segalen vanuit China aan zijn vrouw op 7 december 1909. En hij voegt eraan toe: 'Maar wel zo veel ondergoed als je wilt – voor ons allebei een warme schippersjersey en een dito jersey onderbroek. Twee of drie paar wollen sokken. Een rok met een split.'

Over die rok met split schrijft hij wel vaker, zo ook al op 27 september 1909, met een uitgebreide inleiding: 'Ik denk dat je beter niet in amazonezit kunt rijden, dat is alleen maar een mondaine en zeer ongemakkelijke houding. In China zul je niet in kalme draf over een brede weg rijden, en niet op een paard dat je in iedere tred even soepel draagt, maar in de bergen of over smalle paadjes, op een pony met een onregelmatige gang, die af en toe zal uitglijden in de modder of over stenen, en waarbij de amazonezit onhygiënisch, onpraktisch, vermoeiend en gevaarlijk zou zijn. Trouwens, veel vrouwen rijden tegenwoordig schrijlings, en dat is ook verstandiger. Zorg dus voor een lange rok met split.'

Met de raad van Segalen indachtig, kunnen we zo langzamerhand aan inpakken denken. Op reisfora worden vrolijke en aanstekelijke wedstrijden 'om-ter-weinigst-meenemen' gehouden. Zeker als je richting het Oosten gaat, is dat goed mogelijk. De algemene stelling lijkt te zijn dat T-shirts en slaaptenue één en hetzelfde zijn, je de sokken, warme pull en warme broek alleen moet meenemen voor op het vliegtuig, een sarong heel goed handdoek, rok èn kleedje vervangt, èn de enige beschermkleding die je nodig hebt een regenjas is (in de wetenschap dat je desondanks toch kletsnat gaat worden bij een tropische bui). We gaan ons daar vrij trouw aan houden: drie zomerse tenues voor elk, een regenweer-tenue, een extra warme pull, één of twee pyjama's per persoon (in de zomer zijn die toch vederlicht) en een regenjas voor elk. En dan nog een stapeltje onderbroeken natuurlijk, en ik geloof dat mevrouw ook een extra bh wil meenemen.

Medische zaken? Jawel: de onvermijdelijke deet natuurlijk, waar we toch voorzichtig mee willen zijn. Spullen tegen diarree. Nog spullen tegen diarree. Veel spullen tegen diarree. En dan nog wat pleisters, compeed, een verbandje, dafalgan, ontsmettingsmiddel, enzovoort. Ook geen karrenvracht. Het grootste gewicht zal worden ingenomen door de aerosol en medicijnen van dochter onderdeappelboom, die een heel lichte vorm van astma heeft. We gaan voor vertrek nog even bij de kinderarts langs om te horen wat we kunnen verwachten met de slechte luchtkwaliteit, hoeveel medicijn we zelf mogen toedienen, en vanaf wanneer we een dokter moeten inschakelen. We weten dat min of meer, maar het is goed om misverstanden vooraf uit te sluiten. Het huis waar we verblijven heeft gelukkig luchtreinigers hangen, waardoor we minstens binnen schone lucht ademen. En een prof Chinees die ik via het werk ken, heeft voor ons de aandoening en medicijnen van dochter onderdeappelboom naar het Chinees vertaald. Dat papier nemen we mee, in de hoop het niet nodig te hebben.

Voor de hygiëne: tandpasta en tandenborstel, één flesje shampoo (we kopen de rest daar wel), lenzenvloeistof en heel veel zonnecrème factor 50; met minder gaan wij de deur niet uit; inclusief zonnehoedjes voor iedereen.

Bovenstaande zaken passen probleemloos in een tas van zestig liter. En dan is er de handbagage, die wel eens een pak zwaarder kan worden dan de 'echte'. Daarin moet immers een karrenvracht aan eerste leesboekjes, stickerboeken, kleurplaten, enzovoort omdat we helemaal niet weten hoe de kinderen de lange vlucht zullen doorkomen. Daarnaast wil je laptop, ereader, fototoestel en tablet liefst ook in de handbagage. Voor de kleinste uk gaat er voor alle veiligheid een lichtgewicht buggy mee. Ook handbagage. En dan nog wat lolly's (voor bij het opstijgen), flesjes water en een noodrantsoen van propere onderbroekjes en gezonde koeken, voor als de bagage ergens zou blijven steken, het eten niet te vreten blijkt, het toilet niet tijdig wordt gevonden, enzovoort. En vanzelfsprekend willen meneer en mevrouw onderdeappelboom weer veel te veel boeken meenemen. Rest ons alleen de vraag of we onze rugzakken meenemen, of toch handiger af zullen zijn met reistassen op wieltjes.

Inhoudsopgave

  1. Voorbereiding
  2. Beijing
  3. Weer thuis
Altijd gesloten?

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!