Artikelindex

Eindelijk weer stroom
Zondag 17 juli 2011. Ziguinchor, Senegal.

Harde druppels op het metalen dak van het impluvium maken ons wakker. Nee hé, het zal toch niet nog steeds aan het regenen zijn? Eerst maar eens polshoogte nemen buiten, maar ook binnen in het middelste van het impluvium is het al meer dan duidelijk. Het regent dat het giet. Van dat kleffe zweetweer. Het is nu ook duidelijk waarom dit zo'n zweetbed is, om het hele matras is een plastic hoes, en de kussens zijn van een soort schuim (synthetisch dus mega zweet materiaal). De kinderen hadden gelukkig wel een normaal matras met een katoenen hoeslaken. Als je buiten in de lucht kijkt zie je één grote grijze massa, echt zo'n grijze grauwe dag zoals we ze in Nederland ook kennen. Het ziet er niet naar uit dat het nog goed gaat komen met het weer.

Demba arriveert, en hij heeft gelukkig een groot stuk blauw stevig plastic bij voor over de rugzakken. Zo blijven ze toch droog. We nemen afscheid van Bonis, de eigenaar. Hij is een broodmager klein rastamannetje, maar met het hart op de goede plaats. Zo hebben we hem leren kennen in die paar dagen. We zijn het dorp nog niet uit of het wordt al droog, en even later gaat zelfs de zon weer schijnen. Het plastic had dus niet gehoeven, maar je weet niet wat je kunt verwachten. Niets zo onvoorspelbaar als het weer.

We rijden door een bos en er steken een paar apen over. Ook zien we weer veel vogels. Grote watervogels, en kleine bontgekleurde tropische vogeltjes in het bos. We rijden door watergebieden, echt hele uitgestrekte plassen en meren. Over een dijkje met kinderkopjes rijden we tussen het water door met links en rechts mangroves. Dan komen we aan bij een grote brug en een hele brede rivier. De Casamance rivier en de grote stad Ziguinchor. Direct na de brug volgt militaire controle, eerst willen ze onze paspoorten zien. Een stukje verder volgt dan controle van de chauffeur en de gids. Ze moeten meekomen. Alle papieren zijn dik in orde, maar ze willen geld zien. Hoezo corruptie? Demba weigert te betalen, en daarom duurt het even voordat we toch verder mogen rijden.

We slapen hier in Hotel Le Perroquet, prachtig gelegen aan de Casamance rivier. Er is stroom en er is wifi! Nu kunnen we de site weer bijwerken. We krijgen een ruime familiekamer met een groot bed en drie losse bedden. Het zijn eigenlijk twee kamers gescheiden door een doorgang met een gordijntje ervoor. Ook hebben we een balkon dat uitkijkt over de Casamance rivier. Pal onder ons balkon is de vertrekplaats van de pirogues (houten smalle boten) naar de diverse dorpen hier in de omgeving.

De kamer is eigenlijk best in orde, maar de badkamer scoort minimaal drie sterren lager. Een oude roestige douchekop en alleen koud water. We doen het er maar mee, we kunnen uiteraard best een frisse douche gebruiken na alle stof en zand uit het vorige dorp. Een nieuw groot stuk zeep wordt wel weer bijgeleverd, en handdoeken ook, wat niet standaard is hier in Afrika. In een grote boom op het terrein zitten heel veel reigers en andere grote watervogels. Ze kwetteren voluit.

We gaan Ziguinchor verkennen. Het is de hoofdstad van de zuidelijke provincie de Casamance. Het is meer een groot dorp, maar er zijn wel meer voorzieningen. Zo is er ook een normaal restaurant waar je bijvoorbeeld een pizza kan bestellen, het heet Le Kassa. We gaan hier vandaag twee keer eten. Wat wel een probleem is, zijn de vele vliegen in het restaurant. Hoewel ze een ventilator aanzetten, stikt het van de vliegen. Je moet eten en wapperen tegelijk, en dat is best moeilijk. Lianne probeert een glas verse bissap, het smaakt een beetje naar kersensap, en is erg lekker. In het donker lopen we terug naar ons hotel, we zitten weer in de bewoonde wereld, en alles lijkt ineens een stuk eenvoudiger.

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!