Artikelindex

JokeMohamedVietnam165Joke, Mohamed, Jenna en Ilyan: zes maanden door Azië - Filippijnen
21 oktober 2012 - 25 april 2013

Na lang wikken en wegen hebben Joke en Mohamed de stap gezet. De tickets naar Zuidoost Azië zijn geboekt. Eind oktober 2012 vliegen ze samen met Jenna (4) en Ilyan (2) naar Bangkok. Ook de visa voor Australië worden aangevraagd maar of ze de sprong naar dit andere continent gaan maken, zal pas tijdens de reis blijken.

door Joke Hertogen


Reisstress
Maandag 8 april 2013. Manilla, Filippijnen.

Er staat ons een serieuze reisdag te wachten, met vooral veel wachten. We moeten overstappen in Singapore, en ik durfde de vluchten niet te dicht op elkaar boeken, voor het geval de eerste vlucht vertraging heeft. Met als gevolg dat we zes en een half uur moeten wachten in Singapore. Ik begin luchthavens ook stilaan echt beu te worden, want op de één of andere manier hebben deze gebouwen een zeer averechts effect op onze kinderen. Ze beginnen voor het minste te huilen, krijsen, koppen, tegenwerken, noem maar op. Waarschijnlijk is het telkens gewoon weer de verandering die op til is, ze voelen dat zeker ook aan, maar vermoeiend is het wel.

Eerst Jenna die persé de zak van Ilyan op de band wil leggen. Ilyan die natuurlijk protesteert. Wij die Jenna proberen uit te leggen dat het logisch is dat ieder zijn eigen zak erop mag leggen, en jenna die daarop begint te mokken, en de broer achter onze rug stompt. En dan is het hek van de dam... Ilyan die persé door mij gepakt wil worden op de roltrap, maar ik sta er al op en hij ziet me dus naar boven verdwijnen. Grote colère, allemaal voor kleine dingen! Eenmaal door de douane merkt Jenna dat ze haar witte beer van Peter Hans kwijt is. Ze had die in haar boze bui op de grond gegooid, en wij dachten dat ze die had opgeraapt... Ik dus terug, langs immigration (gelukkig zijn ze hier niet heel streng), de hele weg terug afgelegd, maar geen beer te bespeuren. Het was nochtans een vuile vod, wie wil dat nou, niks aan te doen, een goeie levensles!

Om onbekende reden gooit Ilyan zich dan plots krijsend op de grond. Hij weigert te zeggen waarom, waarop wij dan rustig doorlopen (en dat zorgt altijd voor verbaasde blikken, en mensen die ongerust komen kijken bij wie dat kleine jongetje eigenlijk hoort) tot plots een jonge gast op hem afloopt (die we al hadden opgemerkt aan de incheckbalie naast ons, wegens een enorm luide boer en publiek, hij en zijn gezelschap zagen er allesbehalve uitgeslapen uit, waarschijnlijk uit geweest tot aan de incheck) en met zijn hand een geweer nabootst, zich op Ilyan richt, en drie keer doet alsof hij op het venteke schiet. Dat is voor mij de druppel. Ik was al over mijn toeren, maar nu laat ik me volledig los. Ik schreeuw hem achterna dat hij volledig geschift is, zo een gebaar maken naar een kind, dat doe je echt niet (Mohamed kan dan relativeren, hoewel hij ook is uitgevlogen op dat moment, ik kan dat niet). Ik denk dat de hele hal serieus verschoten is, want het werd even stil. We maken er ook niet meer woorden aan vuil. De gast heeft zich ineengedoken geïnstalleerd op zijn stoel, ik vermoed (hoop) dat hij wel besefte dat dat erover was.

We komen weer wat tot rust in een cafeetje met een koffietje en al snel mogen we naar de gate. Eenmaal in het vliegtuig blijkt dat we allemaal verspreide stoelen gekregen hebben. Weer maak ik me druk, en het is weer Mohamed die kalm blijft en zorgt dat we toch samen kunnen zitten. Wat zijn we toch een geolied team. Het zijn allemaal banaliteiten, maar als je je al opgejaagd voelt vergroot je zelf alles uit (en ik in het bijzonder). Gelukkig houden de kids zich rustig en de vlucht verloopt vlot, al zijn er wel een paar indrukwekkende turbulenties net voor het landen. Niet goed voor mijn toch al stevig door elkaar geschudde gemoedstoestand.

In Singapore proberen we onze zakken vervroegd in te checken, dan zijn we daar al vanaf. Daar beseffen we dat we ‘gelukkig’ de latere vlucht genomen hebben. De eerste vraag aan de balie is namelijk: ‘Waar is jullie vertrekticket weg uit de Filippijnen?’ Euhm, dat hebben we nog niet... We hoopten op iets goedkoops lastminute. Maar het betekent dus: niet inchecken. Ons argument dat we een terugvlucht hebben vanuit Bangkok naar België op de 26e helpt niet. Rules of the company! Op het moment zelf natuurlijk heel vervelend, maar eigenlijk doen zij exact wat we in België ook doen met mensen uit derdewereldlanden. De maatschappij is verantwoordelijk voor zogenaamde ‘vluchtelingen’. Als die het land niet in mogen, moet de maatschappij de repatriëring terugbetalen, dus die nemen geen risico's. De Filippijnen eisen een vertrekticket, dus ik zet me snel achter -gelukkig gratis- internet, en boek een ticket richting Bangkok. En zo kan onze bagage toch vervroegd ingecheckt worden. Even spannend, maar volledig in de lijn van onze ‘murphy’ reisdag.

In de transit vinden we dan eindelijk de ‘speeltuin’ waar iedereen het over heeft, en we installeren ons zodat de kinderen al hun energie kwijt kunnen. De tijd vliegt, want wij kunnen gratis op internet, en voor we het weten zitten we op het vliegtuig richting de Manilla. Er zitten verrassend veel ‘witten’ in het vliegtuig. We hadden niet gedacht dat de Filippijnen zo in trek zouden zijn, en het zijn heus niet alleen oudere alleenreizende mannen.

Aangekomen in Manilla nemen we een taxi richting Quezon City. Ik heb een hotelletje geboekt dichtbij het Gabrielakantoor, de vrouwenorganisatie van waaruit we enkele projecten zullen bezoeken. Het ligt in een residentiele wijk, dus helemaal uit het centrum. We zullen dus niet veel van het ‘echte’ Manilla zien. Hetgeen het meeste opvalt is de ‘Amerikanisering’ van de stad. Overal enorme billboards met westerse, blonde vrouwen of producten. Dat is een groot verschil met de rest van Azië. Verder komt het ons wel bekend voor. Alleen de tuktuks (jeepneys) zijn weer van een andere soort. Het zijn grote camionachtige (Amerikaanse) open auto's waar je met ongeveer twintig man kan inzitten. Het is nog even moeilijk om de weg te vinden, gelukkig hebben we al een simcard gekocht en via het hotel vindt de chauffeur toch zijn weg.

We installeren ons in het hotel Casa Pura met een upgrade van de kamer. We krijgen meteen de grootste kamer van de afgelopen zes maanden, met twee bedjes voor de kinderen, een aparte ruimte voor de kleerkast en een grote badkamer. Welcome to Manilla. Uitgeput vallen we met zijn allen in één bed in slaap.

 

Gabriela en de Alliance of Healthworkers
Dinsdag 9 april 2013. Manilla, Filippijnen.

Ondanks het feit dat de kinderen superlaat in hun bedje gekropen zijn (en wij dus ook) zijn ze er alweer uit om zeven uur. Kreun! We houden ze nog een uurtje kalm met iPad en televisie, en om half negen wordt ons ontbijt op bed gebracht. Hum, hadden we niet gevraagd, maar bon, best wel leuk.

We hebben beslist om hier in de Filippijnen een groot deel van onze tijd te besteden aan het bezoeken van projecten van partnerorganisaties, waarmee wij beiden vanuit ons werk -indirect- mee samen werken. De belangrijkste organisatie is de vrouwenorganisatie Gabriela, een partner van geneeskunde voor de Derde Wereld/Intal en daarnaast de Alliance of Healthworkers, partner van het LBC. Het rondtrekken, de natuur en het toerisme zal dus grotendeels voor een volgende keer zijn. Zo kunnen we ons beiden al een beetje klaarstomen voor het werk dat ons thuis wacht.

We hebben dus nog geen plan. Alles zal afhangen van wat Joan, één van de verantwoordelijken van Gabriela, voor ons in petto heeft. Mohamed kent haar nog van zijn vorige reizen naar de Filippijnen, dus dat is wel handig. Groot voordeel, hopen we, is dat we echt tot bij de lokale bevolking geraken. Niet op een ‘toeristische’ manier, maar echt door projecten te bezoeken, zowel stedelijk, als meer ruraal. Ik krijg haar alleen niet vast via de telefoon, maar als blijkt dat ik hier geen 0 mag draaien (elk land is toch zo anders in zijn telefoonnummers), krijg ik binnen de twee minuten een berichtje terug: waar we zijn, en ja, dat we gerust even mogen binnenspringen op kantoor.

We hebben ons hotelletje volledig gekozen op de nabijheid bij het office van Gabriela, en zitten dus in Quezon City, volledig buiten het toeristische gedeelte van Manilla (al wordt dit gedeelte wel aangeraden door de LP). Dat betekent ook dat het hier vrij rustig is, en dus geen hectische verkeerstoestanden waarvoor velen ons al waarschuwden. Al zijn we nu toch wel al wat gewoon, dus misschien daarom. Groot voordeel is ook dat het zomervakantie is, er zijn heel veel Filippino’s Manilla uitgetrokken, en daardoor komt het rustiger over op ons. Groot nadeel: het is zomer, dus super warm!

ph-2004064520-560-420ph-2004064573-560-420

Op het gemak wandelen we richting Gabriela, en als we daar aankomen ontvangt Joan ons met open armen. Ze stelt ons meteen voor aan een aantal collega's, en meteen komen we tot de conclusie dat er véél gemeenschappelijke vrienden zijn. Het programma dat Joan heeft opgesteld lijkt ons zeer goed. Morgen krijgen we een uiteenzetting over Gabriela en de link met gezondheidszorg door Obeth. Overmorgen gaan we naar Tondo, een wijk in de Smokey Mountains. De dag erna gaan we op bezoek bij de Alliance of Healthworkers, en zullen we een ziekenhuis bezoeken. En daartussen moeten we ook nog aandacht hebben voor onze kindjes. Onder de middag rusten we goed uit, en 's avonds hebben we afgesproken met Pam, nog een kennis van Mohamed. Die hij heeft leren kennen in 2000, toen hij met ECPAT hier was. Joan heeft op haar beurt een goede vriend uitgenodigd, Diego, die ook werkzaam is in een NGO rond child abuse. We eten in een supergezellig restaurantje op de universiteitscampus, Dika Liwa. Ze hebben er héérlijk eten. Het is ook een heel gezellige en interessante avond. Diego lijkt ons een zeer interessante kerel, en we spreken af elkaar terug te zien, vooraleer we naar huis vliegen.

 

Tondo
Vrijdag 12 april 2013. Manilla, Filippijnen.

We trekken vandaag met Joan naar Tondo, een zeer arme regio in Manilla stad, aan de rand van de bekende Smokey Mountains. We moeten eerst drie jeepneys nemen, en het is opnieuw ongelooflijk heet. Beetje bij beetje zie je de wijken meer en meer verpauperen terwijl we er voorbijrijden. De armoede hier is toch wel echt veel meer zichtbaar dan in de andere landen waar we gepasseerd zijn: vooral de kloof is zeer confronterend om te zien.

Als we een brug overlopen zien we in de verte de Government housing projects, waar de vele families die vroeger op de Smokey Mountains leefden nu ‘gehuisvest’ zijn. We dalen af langs een levensgevaarlijke trap, die volledig doorroest is. Dit is de toegangsweg voor de hele wijk. Via een smal paadje, langs een open riool lopen we de wijk in. Ik waan me in het vluchtelingenkamp in Saida waar ik twee maanden stage heb gedaan. Smalle steegjes, overal elektriciteitsdraden boven onze hoofden, kleine hokjes die dienstdoen als ‘huizen’, overal kindjes die ons lachend begroeten. Ik heb het al zoveel gezien, maar het blijft steeds weer even confronterend. Hier kan je niet aan wennen.

ph-2004064577-560-420ph-2204233547-560-420

Ik heb geen idee hoe onze kindjes hiernaar kijken. Ze lijken het niet te beseffen? Voor hen zijn het allemaal kindjes, waarmee ze kunnen spelen, punt. De kinderen die zwemmen in de open riool, daar zijn ze wel jaloers op. Ze willen ook het water in, al zien ze wel dat het water heel vuil is. In de steeg zijn appartementenblokken van vier verdiepingen hoog gebouwd, een dikke 20 jaar geleden. Sindsdien heeft de overheid hier geen rotte peso meer ingestoken, en dat is eraan te zien. De trap is geen trap meer. Nog nooit was ik zo bang om een trap op te lopen. De bewoners hebben er een ijzeren constructie voor in de plaats gezet, die op bepaalde plaatsen al helemaal is doorgeroest. Op die plekken zijn dus gewoon gapende gaten, waar je een trede moet ‘overslaan’, en je zo de diepte kan inkijken tussen het ijzer door. Het ijzerwerk kraakt en zucht onder ons gewicht. De kinderen van hier springen en lopen langs ons heen, lachend om die ‘witte’ buitenlanders die zo traag en angstig de trap oplopen.

ph-2204233660-560-420ph-2204233673-560-420

Boven op het dak is een houten barak gebouwd, het bureautje van de lokale Gabriela afdeling. We worden verwelkomd door Joy, een prille twintiger die hier als vrijwilliger werkt, én woont. Hoewel ze niet van hier is, kiest ze er toch voor om zich in te zetten voor deze wijk. Amai, mijn pet af! Ze verwijst meteen naar dr. Elly die hier regelmatig medical missions kwam doen. Dat kan ik spijtig genoeg niet, maar we luisteren wel geboeid naar wat ze ons vertelt.

Gabriela werkt hier sinds 2002. De mensen die hier wonen, wonen in een governemental housing project. Hun huizen in Smokey Mountain werden met de grond gelijk gemaakt. Ze werden gedwongen naar hier te verhuizen, maar er werd hen niet verteld dat ze nu huur moeten betalen aan de overheid, hetgeen de meesten gewoon niet kunnen. De gronden zijn ondertussen doorverkocht aan privémaatschappijen zodat ze dus geen kant meer uitkunnen. Dit gebouw werd gebouwd in 1990, en sindsdien is er geen enkele renovatie geweest. Nochtans werd hen verteld dat met het geld ze moesten betalen het onderhoud zou worden gedaan. Waar gaat dat geld dan naartoe?

Theoretisch worden de mensen eigenaar als ze een aantal jaar consequent hebben afbetaald. De enkelen die daar in slagen zien hun huis wel met de grond gelijk gemaakt worden, want na 25 jaar worden deze gebouwen neergehaald. Diegenen die niet kunnen betalen krijgen een uitwijzingsbevel, hetgeen tot op de dag nog niet is uitgevoerd. De gemeenschap is vrij goed georganiseerd en groot protest voorkomt dat de overheid dit probeert. In dit gebied bevinden zich 1700 units,
en in elke unit wonen 2 tot 3 families. De belangrijkste actie wat Gabriela betreft richt zich in de eerste plaats op het probleem van expulsie uit de huizen. Dat is een dagelijkse angst waarmee de mensen leven, en waartegen ze zich verzetten.

Verder vormt gezondheid hier ook een groot probleem. Het open riool naast de wijk is overduidelijk niet echt gezond. Er is één medical center voor vijf wijken, georganiseerd vanuit de overheid. Er komt drie keer per week een dokter, die maximaal 30 patiënten ziet. Tel maar uit. De andere consultaties worden gedaan door gezondheidswerkers die de mensen zo goed mogelijk helpen. Er is een vrij nieuwe wet hier in de Filippijnen waarbij het verboden is voor zwangere vrouwen om thuis te bevallen. In theorie lijkt dit een ‘goede’ manier om pre- en postnatale mortaliteit te bestrijden, maar wat wordt vergeten is dat vele mensen gewoon geen geld hebben om in een ziekenhuis te bevallen. En zelfs in de publieke ziekenhuizen moet je betalen, en zelf je materiaal kopen. Wie niet genoeg geld heeft, bevalt dus vaak wél thuis met een traditionele vroedvrouw, mét het risico om opgepakt te worden en een straf te krijgen. Verder zijn respiratoire problemen ook een groot probleem door de vervuiling, voornamelijk door de Smokey Mountains.

De kinderen hier krijgen gemiddeld slechts één maaltijd per dag, waardoor er ook veel ondervoeding voorkomt. Families moeten vaak kiezen voor ofwel een nutritionele gebalanceerde maaltijd, maar dan zijn het hele kleine porties, ofwel een ‘instant’ maaltijd (noodles…) waar iedereen dan kan van eten. Niet altijd een gemakkelijke keuze.

Verschillende organisaties zijn hier werkzaam, zoals de kerk en ngo's, maar vaak werken zij via donation programs, waarbij de mensen het risico lopen hiervan afhankelijk te geraken, en wat als het donatieprogramma stopt? Vaak zijn het feeding programs van een zestal maanden, en dan is het geld op, en komt er plots niets meer. Het maakt het werk ook moeilijk met de mensen want als ze veel krijgen, raken ze misschien minder gemotiveerd om zelf iets te veranderen. Politieke partijen gaan vaak nog erger te werk: ze komen hier met geld strooien als mensen naar hun acties komen. Maar dit soort ‘hulp’ verandert hun situatie natuurlijk niet.

De Smokey Mountains zoals wij die kennen van vroeger zijn nu ‘gewone’ heuvels geworden, waar mensen zelfs trachtten gewassen te telen (de vuilnisbelt is er gewoon onder ‘verstopt’!). Dit heeft tot gevolg dat massa's mensen geen werk meer hebben, want velen overleefden door plastic recycle materiaal te zoeken. Maar ondertussen wordt het vuil naar elders gebracht. Dus nu ontstaat er daar een nieuwe Smokey Mountains, het probleem wordt gewoon verplaatst.

De overheid heeft ook een fonds, waarbij men 2800 Php geeft per kind, elke twee maanden, als men de kinderen naar school stuurt. Probleem is dat dit absoluut onvoldoende is om het schoolgeld te betalen, dus kunnen de kinderen toch niet naar school. Want zelfs in de publieke scholen, die theoretisch gratis zijn, worden donaties gevraagd voor zeer uiteenlopende zaken, zoals elektriciteit, water, stoelen, (examen)papier, eten, en zelfs bodyguards.

Hoewel Gabriela van oorsprong een vrouwenorganisatie is, is het duidelijk dat er hier minder rond specifieke vrouwenissues gewerkt wordt. Terwijl wij praten, speelt Jenna met de lokale kinderen en maken ze mooie tekeningen. Ze amuseert zich rot, en wil zelfs niet mee naar huis. Ilyan speelt op zijn iPad, en laat ook de kindjes meedoen. Onze patatjes gedragen zich toch weer voortreffelijk, ondanks de hitte en het feit dat ze minder aandacht krijgen van mama en papa.

Joy werkt en woont hier als vrijwilliger. Het bureau van Gabriela is niet meer dan een houten barak, echt indrukwekkend wat een opoffering ze doet. Ze leeft van donaties van de mensen hier, en krijgt elke dag eten van één van de families, die op zich al zo weinig hebben. We nemen afscheid van de medewerkers, en de kinderen, en wagen ons opnieuw op de trap met vele gaten. Ongelooflijk dat de regering zelfs niet de moeite neemt om dit te repareren.

Dit bezoek heeft ons wel zwaar aangegrepen. Zoals ik al zei, het is niet de eerste keer dat we in sloppenwijken komen, maar elke keer opnieuw blijft het wel een zware confrontatie. Zeker omdat we nu de kindjes meehebben, en we beseffen nogmaals maar al te goed hoe goed we het wel niet hebben in België, met ons zeer degelijk sociaal zekerheidssysteem. Het is dan ook zeer angstaanjagend om te zien hoe de politiek vandaag probeert dit zo zwaar aan te pakken. Iedereen die meegaat in deze politiek zou maar eens naar hier moeten reizen, en zien wat voor effect het neoliberaal systeem heeft op de mensen. En dan heb ik het nog niet over deze zeer arme populatie, zelfs de middle class hier heeft het vaak moeilijk om gewoon goed te leven. Eén belangrijke regel geldt hier: don't get sick!

Na ons bezoek aan Tondo eten we vlug iets onderweg, en trekken dan meteen door naar AHW, Aliance of Healthworkers. Deze organisatie wordt gesteund vanuit het LBC-NVK, Mohameds werk, en het is dus meer dan interessant om met hen een overleg te hebben. De kindjes houden zich weer heel dapper, zodat wij van gedachten kunnen wisselen.

ph-2004064587-560-420ph-2204233443-560-420

AHW is een ngo en werkt voornamelijk als overkoepelende organisatie binnen de verschillende ziekenhuizen. Als er meer dan 20 leden in een ziekenhuis zijn kunnen ze een AHW chapter oprichten, vergelijkbaar met een vakbondsafvaardiging bij ons, al noemen zij het niet zo. Hun voornaamste taak is informatie verschaffen aan de vakbonden en hun leden, en opkomen voor de rechten van de verschillende gezondheidswerkers. Het grootste probleem momenteel situeert zich in de privatisering van de ziekenhuizen. Er zijn drie soorten ziekenhuizen: de openbare ziekenhuizen (rechtstreeks afhankelijk van de Government Health Department), de semipublieke ziekenhuizen en de private ziekenhuizen.

Meer en meer contracten van onbepaalde duur bij de verpleging worden niet meer opgevuld, en in de plaats worden contractuelen (interimmers) aangenomen. Grootste verschil hier is het inkomen. Verpleging met vast contract verdienen 18.000 Php per maand tegenover de interimmers, die verdienen 8.000 Php voor exact hetzelfde werk. Maar dat is nog niet alles: er is een massaal verplegingsoverschot, doordat er tot enkele jaren geleden een enorme vraag was vanuit de VS voor verpleegkundigen. Dus gingen massa's jongeren dit studeren, om naar het buitenland te kunnen. Ondertussen zijn de grenzen weer dicht, en zitten er dus enorm veel mensen zonder werk, het zouden er 500.000 zijn. Dit heeft tot gevolg dat als je aan een job wilt geraken je eerst een onbepaalde tijd als vrijwilliger moet werken. Als er dan een plaatsje vrijkomt kan je als interimmer aan de slag, en slechts af en toe komt er toch nog een vast contract vrij. Hiertegen protesteren is natuurlijk ongelooflijk moeilijk, want er staan honderden verpleegkundigen te springen voor jouw job. Als jij moeilijk doet, geen probleem, dan nemen we iemand anders.

Voornamelijk de overheidsziekenhuizen zijn zwaar onderbemand, wat zeer ironisch is natuurlijk, met het aanwezige overschot. Volgens Robert van AHW is de ideale situatie qua verpleegkundigen: 1 voor 12 patiënten. In de meeste ziekenhuizen is het echter 1 voor 60 patiënten, en in de Goverment Health Department ziekenhuizen is het soms 1 verpleging voor 100 patiënten. Doordat we zolang gepraat hebben, blijkt het al te laat om het ziekenhuis te bezoeken. De kinderen geraken langzamerhand over hun toeren en als het er helemaal wild begint aan toe te gaan, en Jenna plat op haar achterhoofd valt, is het natuurlijk alle hens aan dek. Er sijpelt een straaltje bloed onder haar hoofd vandaan en we weten dus dat we prijs hebben. Gelukkig is het een ‘klein gat’, halve centimeter, dus ik beslis het zo maar te laten. We grappen wel nog dat we zo bijna toch in het ziekenhuis geraakt waren. In het hotel maken we opnieuw onze zakken, want morgen trekken we door naar Panay Island, waar we in Iloilo ook enkele projecten van dichterbij zullen bekijken.


Panay Island
Zaterdag 13 april 2013. Iloilo, Filippijnen.

We laten een groot deel van de bagage achter in Manilla, want we reizen vandaag door naar Iloilo, op het eiland Panay. We hebben uiteindelijk toch voor dit eiland gekozen. Ten eerste omdat Gabriela hier een grote afdeling heeft, en we dus een aantal meer rurale projecten kunnen bezoeken, ten tweede woont de familie van Fretzie, de vrouw van Geert (mijn neef) hier, en ten derde, vlakbij ligt één van de mooiste eilanden ter wereld. Al is dit tegenwoordig blijkbaar zo druk bezocht dat het niet meer zo aangenaam zou zijn, maar dat moeten we dan maar zelf ontdekken. Dus drie vliegen in één klap, gezien het korte tijdsbestek, zeer handig. De tijd die we hebben is sowieso veel te kort om veel aan toerisme te doen, dus focussen we ons bijna volledig op het bezoek van lokale projecten. Dit komt ons ook nog van pas bij terugkomst, én het is ook een goede manier om echt in contact te komen met de lokale bevolking.

De luchthaven in Manilla heeft 4 terminals, en wij moeten in nr. 3 zijn. Bijna alleen vluchten van Cebu Pacific vertrekken hier. Het gaat er een beetje chaotisch aan toe, en we staan echt lang aan te schuiven om in te checken. Ik check uiteindelijk online in ter plaatse, maar dan moeten we toch nog de file doen voor de bagage, dus het is ons niet echt duidelijk wat het voordeel hiervan is? Aan onze gate blijkt dat er vier vluchten tegelijkertijd in de wachtzaal moeten wachten. Véél volk dus, en totale chaos. Vrij veel ‘witte’ toeristen, maar met twee vluchten naar Caticlan (Boracay) is het meteen duidelijk waarom. Als die vluchten vertrokken zijn, blijven we als enige ‘witten’ over.

De vlucht zelf naar Iloilo verloopt goed, maar wel met een vreselijke landing. Er is blijkbaar veel wind, en we vliegen van links naar rechts, naar onder en boven, en met een harde bons komen we op het tarmac terecht. Dat is nu al de tweede vlucht op rij. Leuk is anders (diezelfde dag blijkt ook een vliegtuig in zee beland bij de landing in Bali, dezelfde vlucht als wij een week geleden genomen hebben!).

Nasrin staat ons op te wachten aan de uitgang, wat een service. Ze werkt sinds enkele maanden voor Gabriela, en de rest is volop bezig met campagnevoeren, dus was het haar taak ons te komen ophalen. Ze brengt ons naar ons hotel, waar we enkele uurtjes rusten. Ilyan is als een blok in slaap gevallen, en 's avonds pikt ze ons op om samen iets te gaan eten. Iloilo is een echte verademing na Manilla. Hoewel het ook 1 miljoen inwoners heeft (!) is het er véél rustiger. Geen hoogbouw, veel groen, een hele aangename stad. We plannen om hier enkele dagen door te brengen. Daarna reizen we door naar Roxas City, om Fretzies familie te ontmoeten. We eindigen met drie dagen in Boracay, vooraleer we terugvliegen naar Manilla, Bangkok, en België.

 

Ingore
Zondag 14 april 2013. Iloilo, Filippijnen.

Nasrin haalt ons op en brengt ons naar het lokale Gabrielakantoor waar Lucy en Shiela ons al opwachten. Lucy is een ietwat oudere, zeer energieke en heel gezellige vrouw. Ze staat op de derde plaats voor de congreslijst van Gabriela Womens Party. Je merkt meteen dat ze een politica is, ze praat erop los, en begint meteen met een hele sociale situatieschets van iloilo. Shiela is een meer schuchtere jonge vrouw, die nu twee jaar bij Gabriela werkt. Zij zal ons mee op sleeptouw nemen de komende dagen.

Vandaag staat Ingore op het programma, een buitenwijk van Iloilo, waar enkele jaren geleden een enorme elektriciteitscentrale neergepoot is, op kolen! De meest vervuilende energiebrandstof (die de Filippijnen by the way grotendeels moet importeren), en met dus veel last en schade voor de lokale bevolking.

Door de aanhoudende hitte zullen we pas in de late namiddag vertrekken, en Shiela vraagt waar we nu zin in hebben. Een zwembad! En dus rijden we snel naar een zwemcomplex. Het is zondag, dus veel volk, maar de kindjes weten van geen ophouden. We hebben weer veel bekijks, want we zijn echt de enige niet-Filippino's, en vallen uiteraard op. Ook heel grappig is dat de kinderen van hier echt naar onze kindjes komen om eens aan hun haartjes of huid te voelen. Op dit eiland komen dan ook maar zelden toeristen, en als die er zijn zijn het meestal, oudere mannen. Want die zien we hier inderdaad echt wel opvallend veel. Er is ook een doop aan de gang, en als onze kindjes een hele hoop ballonnen krijgen kan hun geluk niet meer op. Ze wagen zich zelfs op het podium om mee te dansen met de andere kinderen, iedereen geniet.

ph-2204523590-560-420

Shiela pikt ons op in het hotel. We zijn ondertussen verhuist naar een goedkoper hotel, Urban Inn. Een degelijk uitziend hotel, waar ze nog volop aan het verbouwen zijn. We nemen een tricycle naar Ingore, en het is een speciale. Er kunnen wel zes mensen tegelijkertijd op. Ik en de kindjes vooraan, Mohamed en buggy achteraan, en Sheila zit achter de chauffeur.

Aangekomen in Ingore valt de enorme centrale meteen op. Honderden mensen zijn hiervoor verplicht moeten verhuizen, en je ziet de ‘fish ponds’ (viskwekerijvijvers) nog liggen, waar mensen vroeger hun inkomen uithaalden. Daar mogen ze nu gewoon niet meer op, en trouwens, het water is ook danig vervuild. Opnieuw zwermen tientallen kinderen rondom ons terwijl ze proberen de kindjes een knijpje te geven. Ilyan vind het allemaal niet leuk en zet zijn keel open, en dat zorgt voor groot gelach bij iedereen. Het is best een grappige situatie, maar we begrijpen het arme ‘venteke’ ook wel dat ie het niet leuk vindt.

We lopen mee het dorp in met Shiela en een studente, en onderweg horen we vrij luid een continu gezoem, afkomstig van de elektriciteitscentrale. Het geluid valt nog mee vertelt Shiela, als de wind tegen zit, is het nog veel luider. De mensen merken ook dat er veel meer roet in hun watertonnen achterblijft en ook op hun kleren en gewassen blijft vaak een zwarte laag achter. Gabriela heeft samen met de plaatselijke kerk getracht de bouw van deze centrale tegen te houden, en ze zijn nu van plan een gezondheidssurvey te starten om de impact op de gezondheid te evalueren. De meeste westerse landen bannen steenkool omwille van de vervuilende en ongezonde eigenschappen, en hier brengen ze het gewoon terug in circulatie.

ph-2204523587-560-420

ph-2204523607-560-420

Als Ilyan aangeeft honger te hebben en absoluut een ‘moissant’ (croissant) wil eten, brengen enkele vrouwen een paar zachte broodjes, en zijn geluk kan niet op. Meteen verdwijnt de angst als sneeuw voor de zon, en deelt hij flink aan iedereen kusjes uit. We merken dat hier in de Filippijnen echt nog zeer veel mensen in primitieve bamboehuisjes leven. We zagen dit veel in Laos en Cambodja, maar hadden dit niet hier zo verwacht.

 

Leganes
Maandag 15 april 2013. Iloilo, Filippijnen.

Shiela neemt ons vandaag mee naar Leganes, een dorpje net buiten Iloilo om een rurale Gabrielagroep te ontmoeten. Als de jeepney stopt aan de kant van de weg, en we honderd meter de weg aflopen zitten we vrijwel meteen weer tussen de rijstvelden. De gronden staan momenteel kurkdroog door de zomer, maar dit gedeelte heeft het elk jaar opnieuw zeer zwaar te verduren door de moessonregens. De plaatselijke rivier overstroomt, en zo goed als alle huizen komen onder water te staan.

Er is een pad met betonblokken aangelegd om toch min of meer van huis tot huis te kunnen lopen bij hevige regenval. We worden rondgeleid door een vrouw uit het dorp, en vrijwel meteen is te zien dat men het hier zeker niet breed heeft. Zoals ik gisteren al aanhaalde, wonen er echt nog zeer veel mensen in bamboehuisjes, echte ‘huttekes’, meestal op palen. Als je even binnen piept, merk je dat deze mensen echt niks hebben. Jenna is bij Shiela gebleven, die een vergadering heeft. Ilyan huppelt mee met ons. Hij vind het geweldig: door het bos van Roodkapje, en de stoute wolf, blaadjes zoekend om eten te maken, zijn fantasie krijgt de vrije loop.

ph-2304074290-560-420ph-2304074227-560-420

De mensen in het dorp hadden gevraagd of ik geen medical mission kon doen hier. Dat is natuurlijk niet haalbaar, en op zich weinig nuttig, maar toch wordt ik bij enkele huisjes binnengebracht voor een advies. Dat kan natuurlijk altijd wel, en het geeft mij de mogelijkheid ook eens binnen te kijken in de huisjes. De eerste vraag is over een baby van twee maanden. De oma zorgt ervoor en ze is heel ongerust in verband met lelijke korsten op zijn hoofdhuid. Ze hebben dit hier nog niet eerder gezien vertelt de schoondochter. Het zijn nochtans gewoon melkkorstjes, en dus stel ik hen volledig gerust, ik laat ze wat olie aanbrengen op het hoofdje, en meteen komen er plukken korst los. De meeste huisjes hier hebben een gelijkvloers verdiep om te leven, en dan kan je via een bamboetrap naar boven, waar het slaapgedeelte zich bevind. Het koken gebeurt ook binnen, en de keuken ziet dus meestal roetzwart, want er wordt vaak nog op hout gekookt.

Als we verder lopen door het bos, passeren we nog een huis, waar een vrouw een uitslag heeft op alle onbedekte delen van haar lichaam. Hier vermoed ik een zonneallergie, aangezien ze niets speciaals gegeten heeft, én dit probleem jaarlijks terugkomt in de zomer. Maar wat doe je daaraan? Ze heeft felle jeuk, maar medicatie kost geld, en zonnecrème is al helemaal onbetaalbaar. Ik geef haar toch dit advies mee, en als dank klimt de echtgenoot de kokosboom in om enkele echt verse kokosnoten te hakken. Ilyan vind het geweldig, hij praat er dagen later nog over.

ph-2304074263-560-420ph-2304074293-560-420

Je ziet echt het spoor van vernieling die de rivier jaarlijks trekt door de massa's vuil die nu in de droge bedding liggen, en dat mee gespoeld werd door de kolkende rivier. Als we verder het dorp inlopen krijgen we meer en meer kinderen achter ons aan, maar Ilyan vindt het vandaag allemaal oké. Hij loopt helemaal voorop en begint zelfs te ‘praten’ met enkele van zijn nieuwe vriendjes. We moeten echter wel stilaan terug, want we vermoeden dat Jenna nu toch wel heel ongerust zal zijn, waar we blijven. Blijkbaar zijn zij en Shiela al door met de jeepney richting Leganes dorp, en dus nemen we ook vlug een jeepney, maar niemand te bespeuren. Gelukkig dagen ze vijf minuten later op, en op het eerste zicht krijgen we een lachende Jenna terug, maar dan neemt ze mij toch even apart en zegt beteuterd: ‘mama, waar waren jullie, jullie zijn echt wel te lang weggebleven, ik was echt wel een beetje bang’. Oh, en dan breekt je hart toch wel een beetje, maar ze heeft zich super flink gehouden en ze heeft een drankje gekregen, dus al bij al viel het nog wel mee.

 

Sloppenwijk op het strand
Dinsdag 16 april 2013. Iloilo, Filippijnen.

De eerste vraag die het Gabriela comité in Iloilo aan Joan stelde, toen die zei dat wij zouden langskomen, was of ik geen medical mission kon doen. Dat dit niet echt mogelijk is, is voor iedereen wel duidelijk, maar toch zouden ze graag met ons naar Calaparan trekken. Calaparan is een wijk (barangay) aan de kust, waar duizenden mensen in hutjes wonen op het strand, heel dicht op elkaar gepakt. Het lokale comité wil graag een feeding program opstarten. Zij zijn al langer bezig met eigen moestuintjes aan te leggen, en dus proberen ze zelf hun groenten te kweken. Samen met Gabriele gezondheidsmedewerkers zoeken ze naar alternatieve manieren om toch zo goedkoop mogelijk gezond voedsel op hun bord te krijgen. Hierdoor zouden ze dus ook op langere termijn hun kinderen gezonder moeten kunnen voeden. Als dit project van de moestuintjes werkt, zou het dus ook op langere termijn een standvastige waarde kunnen krijgen. Heel interessant allemaal.

Maar zover is men nog niet. Men wil nu graag uitzoeken welke de meest kwetsbare kinderen zijn, lees ‘ondervoede’, opdat men prioritair met deze kindjes kan beginnen in het feeding program. En dus mogen wij vandaag mee voor een medical mission, om zoveel mogelijk kinderen onder de tien jaar te wegen en te meten. Op zich ben ik daar natuurlijk niet voor nodig, maar volgens Shiela betekent een ‘dokter’ meehebben toch wel dat de mensen meer vertrouwen krijgen en het gemakkelijker werken is. Ons materiaal is niet heel uitgebreid, een meetlint en een gewone weegschaal, maar men heeft ons uitgelegd dat het ook vooral het uitwerken en uitleggen van het project is, waarom we deze missie doen.

We rijden er met de jeepney naartoe, en we stoppen in een doodgewone straat zoals we er dagelijks tientallen tegenkomen. Niets wijst erop dat we hier op 100 meter van een indrukwekkende ‘sloppenwijk’ zitten. Via enkele nauwe steegjes lopen we richting strand, en inderdaad, het wordt al snel duidelijk dat de wijk die ‘verstopt’ ligt achter de huizen aan de straatkant, van een heel ander kaliber is. We maken kennis met enkele vrouwen van het lokaal Gabriela comité, op het strand, waar tientallen hutjes op palen gebouwd zijn in zeer primitieve omstandigheden.

Het strand is eigendom van de overheid, en de meeste mensen hier komen van het platteland. Ze bouwen een hutje om te overleven, en omdat ze hier geen ‘huur’ moeten betalen. Op zich zijn deze huizen natuurlijk allemaal illegaal gebouwd. De regering dreigt regelmatig met het afbreken van de huizen, maar tot op heden is dit nog nooit in de praktijk gebracht. Men moet natuurlijk wel een alternatief hebben voor deze mensen, want anders bouwt men gewoon ergens anders een hut. De mensen moeten al bij al toch overleven. Maar deze huizen hebben dus geen riolering, alle ‘afvoer’ wordt dagelijks mee gespoeld met de getijden van de zee. Want daarom staan de huizen op palen, de zee komt dagelijks opzetten en zet alle huizen onder water. Niet echt gunstig voor het vermijden van ziektes en ongedierte.

ph-2304024233-560-420ph-2304024283-560-420

Onze kids kunnen dus duidelijk niet de zee in, en zelfs spelen in het zand lijkt niet echt aangeraden, maar hoe stop je kinderen? Niet dus en we laten het maar zo. Binnen de kortste keren hebben ze een hele groep kinderen rondom zich verzameld, Ilyan speelt met de potjes en het zand, Jenna maakt tekeningen, en de kinderen spelen mee. Enige kleine probleem is dat Ilyan nogal vaak de neiging heeft zijn handen in zijn mond te steken, nu dus ook, en dat is weinig hoopgevend voor de komende dagen. We zullen wel zien, maar we zijn er niet gerust in, vermoedelijk pakt hij toch één of andere microbe mee van hier.

Zelf word ik aan het werk gezet, samen met twee jonge meisjes, studentes, en we gaan alle huizen langs om te kijken of er kindjes zijn. Dan worden ze gemeten en gewogen, en als er klachten zijn doe ik ook een snelle check-up. Veel klachten van diarree en hoesten hier. Als er op een bepaald moment een oma komt vragen voor haar ‘BP’ (bloeddruk) schiet ik onvrijwillig in de lach. Waar ken ik dat van? Shiela heeft een meter meegegeven, wat je hier dus niet moet doen als je voor een specifieke missie komt, want binnen de kortste keren staat er een rij van tien man te wachten voor hun BP.

De huisjes waar ik kom zijn klein, donker, en staan vaak echt bijna op instorten. De bewoners leggen uit dat het geen zin heeft veel ‘renovatiewerken’ uit te voeren, want met de moessons en stormen die jaarlijks de kust teisteren worden hun hutjes toch steeds weer tegen de grond geknakt. De onzekerheid waarmee deze mensen dagelijks leven en de primitieve omgevingsfactoren zijn schrijnend.

ph-2304024333-560-420ph-2304024230-560-420

De kinderen lijken zorgeloos en iedereen lacht en speelt, en ze duiken het vuile water in, klauteren zeer behendig de laddertjes op (ik heel wat minder), maar stuk voor stuk zien ze er picobello uit. Witte T-shirts, mooie kleedjes, de mama's die we tegenkomen zijn dan ook steevast alle kleren in het sop aan het steken. Onze Ilyan daarentegen ziet ondertussen zwart, als we weer bij ons beginpunt aankomen. Hij heeft een gat geknipt in zijn T-shirt met de schaar van Jenna en hangt onder het zand. Iedereen vind het geweldig, wij denken er het onze van.

Shiela neemt ons onder de middag mee naar een restaurant enkele honderden meters verwijderd van de wijk, en wat een contrast. Pure luxe, aan het strand, de bedelaars worden weggejaagd, we eten heerlijke verse vis. Ik vermoed dat vele Filippino’s misschien nog niet eens beseffen wat er naast hun deur gebeurd. Het domein is afgebakend met stokken tot in zee. Om bedelaars tegen te houden.

De namiddag gaan we terug voor de laatste lading kindjes. Het is bloedheet, en in de huisjes is het al helemaal stikken. We installeren ons dus op een binnenkoertje, en laten de kindjes naar hier komen, toch iets gemakkelijker. Mohamed was de fotograaf van dienst en wat foto's betreft, alle eer gaat dus naar hem. Ik had echt geen tijd om dat er nog bij te doen. Wel heel spijtig, want ik had een mooie reportage kunnen maken, maar dat heeft Mo dus tot een heel goed einde gebracht.

Ik vind het wel moeilijk om verslag uit te brengen van deze ervaringen. Misschien is het duidelijker op de foto's, maar het gevoel dat je krijgt door er rond te lopen, de gelatenheid bij de mensen, de schaamte bij jezelf dat valt bijna niet te beschrijven, dat moet je meemaken. Anderzijds merk je toch ook een veerkracht, concreet nu met het project dat op stapel staat. De mensen proberen echt uit de miserie te geraken.

We nemen met veel knuffels afscheid van alle mama's en hun kindjes. Onze kids willen niet naar huis, voor hen is dit opnieuw een hele grote leuke speeltuin, met veel vriendjes. We zijn echt blij dat ze zo goed reageren, en we hopen dat ze zo lang mogelijk zo zorgeloos kunnen zijn. Geen onderscheid maken op basis van uiterlijk, het kind zijn zolang mogelijk behouden.

Lalay, van de Alliance of Healthworkers in Iloilo had gevraagd of we zin hadden om een ziekenhuis te bezoeken? Ja natuurlijk! En dus haasten we ons richting WVMC, het grootste publieke, en enige openbare tertiaire ziekenhuis op Panay eiland. Kinderen zijn niet toegelaten, en ik maak me al op om bij de kids te blijven. Maar als we hun de iPad geven, blijven ze braaf bij enkele verpleegsters zitten, en kunnen we zonder problemen alle twee mee op toer.

We bezoeken verschillende wards of afdelingen, te beginnen bij de chirurgie-afdeling: één grote zaal met 24 bedden, valt nog mee zegt de verpleger, soms hebben we er hier het dubbele. Op de pediatrie-afdeling valt onze mond wel echt open: per babybedje liggen er minstens 4 baby’s (!) dwars op het bed. De mama's of familieleden zitten ernaast op een stoel, ook ‘s nachts. De hele zaal telt 20 bedden, en hier zegt de verpleger worden er soms tot 6 baby’s per bed gelegd op piekmomenten. Onvoorstelbaar, dit ben ik nog nooit tegengekomen! Reken maar zelf even uit hoe crowded het op deze zaal is.

Als we de verpleging vragen naar hun contract blijkt het inderdaad te kloppen dat ze aan verschillende lonen werken; de overgrote meerderheid is gestart als vrijwilliger, en de meesten werken nu als contractueel (interim) per ward is er één vast aangenomen verpleegkundige. Als we hen vertellen over het tekort in België reageren ze meteen hoe ze een aanvraag kunnen indienen. Er is duidelijk een groot verplegingsoverschot hier. Maar dat maakt de actuele situatie des te schrijnender. Vier baby’s per bed, en buiten smeken verplegers om werk!

De laatste afdeling die we bezoeken is de materniteit. Ook hier: twee mama's per bed, meestal dus mama's op de stoel, net bevallen en de kindjes in bed. Momenteel liggen er hier 42 vrouwen op één zaal. Veel privacy na de bevalling heb je hier duidelijk niet. De verpleging hier vertelt dat men hier niemand weigert om te komen bevallen, en zeker sinds de wet dat verplicht is het aantal vrouwen serieus verhoogt. De meeste vrouwen gaan naar huis na 1 á 2 dagen. Men probeert hier wel serieus werk te maken van borstvoeding, aangezien dit de beste én goedkoopste manier van voeden is. Elke dag wordt er voor de hele zaal een uiteenzetting gegeven hierover.

We zijn danig onder de indruk van het bezoek. Niet meteen van de infrastructuur, dat is typisch voor een derdewereldland, maar wel over de manier van de overheid om zijn gezondheidszorg uit te bouwen. Zoveel potentieel aanwezig, en toch zo weinig verpleegkundigen aannemen om voor de patiënten te zorgen? Daarenboven probeert de overheid meer en meer openbare ziekenhuizen te privatiseren. Met als gevolg dat ze nog duurder worden voor de mensen, en de service er niet meteen op zal verbeteren, toch niet voor de zwaksten in de maatschappij. Zeer boeiende stof tot discussie. We praten wat bij in het lokaal waar de kindjes super braaf zitten te tekenen. Ilyan had wel een paar keer gevraagd waar zijn mama is, maar met Jenna in de buurt is hij nooit bang geweest. Flinke kerel!

 

Ziekenhuisbezoek voor Ilyan
Woensdag 17 april 2013. Iloilo, Filippijnen.

Vandaag is het tijd voor wat ontspanning. We gaan met Lucy en Shiela naar het Mangahan festival in Guimaras. Dit eiland ligt vlakbij Panay, slechts twintig minuutjes varen. Onderweg springt Lalay ook nog op de jeepney, en vrij snel komen we al aan op de plek waar we de boot nemen. Het is een typische boot met twee zijspannen, en kost 14 Pesos per persoon (28 eurocent). Heerlijk toch rondtrekken met locals, dan neem je ook echt het plaatselijke vervoer. Aangekomen op Guimaras nog even in de jeepney, en we worden afgezet aan het festival.

Het Mangahan festival vind jaarlijks plaats en is het grote mango festival van de Filippijnen, want hier vind je de zoetste en beste mango's van het land. Lucy troont ons meteen mee naar de stand ‘eat as much mango's as you can’, en we krijgen een half uur om zoveel mogelijk mango's te eten als we kunnen. Dapper gaan we van start, en de mango's zijn heerlijk. Gewoon pellen en je tanden in het heerlijk sappige vruchtvlees zetten, hemels. Ik slaag erin om zes mango's te eten, Lucy geraakt tot acht, het maximum aan onze tafel.

We lopen nog wat rond langs de standjes en kopen enkele kilo's mango's voor de familie van Fretzie, die we morgen gaan bezoeken. De hitte is haast ondraaglijk en na enkele uurtjes keren we terug richting haven. We spreken af om even te rusten en 's avonds samen te gaan eten met de vrouwen. Zover komt het echter niet, want terwijl we onderweg zijn naar het Gabrielabureau is Ilyan alweer over zijn toeren (zou het echt de leeftijd zijn, of voelt hij het einde van de reis naderen?) en springt en hangt aan Mohameds hand. Plots springt hij, draait en laat zich dan met zijn volle gewicht op de grond vallen. In een reflex houdt Mo hem vast, en plots begint het ‘venteke’ te krijsen van de pijn. Meteen horen we aan zijn geschreeuw dat dit geen gewoon koppig gedrag is, hier is iets mis. Hij beweegt zijn rechterarmpje niet meer. We lopen vlug door naar het bureau, waar Lucy ons staat op te wachten, en we vertrekken meteen richting ziekenhuis. Lalay raadt ons het Mission Hospital aan, een privéziekenhuis in de stad.

Hoewel privé oogt het ziekenhuis vrij ouderwets, niet te vergelijken met onze Belgische ziekenhuizen. De spoed is 1 zaal met 8 bedden naast elkaar, met gordijntjes er tussen. Er loopt een massa volk rond, het is niet duidelijk wie verpleegster, student, intern of arts is. Op mijn vraag een orthopedist te zien, wordt ons verteld dat er geen aanwezig zijn in het ziekenhuis. Hier komen alleen consultants, die men kan bellen als er een opname gepland wordt.

Ilyan koorts wordt genomen, er wordt naar zijn longetjes geluisterd, en een rx pols aangevraagd, omdat hij daar veel pijn lijkt te hebben. En dan begint het lopen: eerst moet ik naar radiologie, om hem in te schrijven. Daar krijg ik een kasbonnetje, dan doorlopen naar de kassa, betalen als het onze toer is, terug naar radiologie, en dan mag ik Ilyan gaan halen en hem in de wachtzaal zetten. Een tiental minuutjes later is het onze beurt, en het ‘venteke’ is super flink, maar heeft ongelooflijk veel pijn bij de manipulatie van zijn armpje. Mijn moederhart breekt, en ik moet echt van mijn hart een steen maken, niet leuk!

Enige tijd later komt de assistent arts ons vertellen dat er geen fractuur is, waarschijnlijk een spierspasme, maar daar nemen we geen vrede mee. Ik zeg dat ik absoluut een orthopedist wil zien en ook een foto wil van zijn elleboogje. Dit moet aan de resident gevraagd worden (die we nog niet hebben gezien) en de foto kunnen we krijgen. De orthopedist kan niet worden gebeld omdat Ilyan niet zal worden opgenomen. WTF? Vooraleer ik me heel boos kan maken, zegt de lieve assistent ons dat we naar een nabijgelegen universitair ziekenhuis kunnen gaan. Daar zijn wel resident-orthopedisten aanwezig, maar dat we best eerst nog de foto laten maken. Dus terug heel de weg afgelegd: inschrijven, betalen, Ilyan halen, en deze keer stuur ik Mohamed mee.

Eenmaal terug krijgen we bericht dat alles normaal is. Ik maak me nu toch wel kwaad, en eis om de resident te zien, die dik tegen haar zin (waarschijnlijk omdat wij zo tegendraads doen) dan toch haar kop komt tonen. Ik maak haar duidelijk dat ik overtuigd ben dat Ilyan wel degelijk een probleem heeft aan zijn armpje (hij is nog niet onderzocht), maar droog zegt ze dat ze niets meer kan doen... De houten spalkjes die ze hebben zijn te groot, maar aangezien we toch naar het andere ziekenhuis gaan kunnen we er daar eentje laten zetten. En dat is dan een privéziekenhuis!

Gelukkig is het WVUC Hospital slechts een blokje verder lopen, dus we trekken met de hele stoet (wij, Lucy, Lalay, Shiela, en nog een vriendin van de vrouwen die we toevallig tegen het lijf liepen). Daar aangekomen mag Jenna niet mee naar binnen, dus ik ga enkel met Illy en Lalay richting spoed. Het is ondertussen al negen uur ‘s avonds. Als we binnenkomen zien we meteen een verschil met het andere ziekenhuis. Dit medical center is deels publiek deels privaat, en als we naar de traumazaal worden gebracht, liggen alle bedden vol met mensen, geen gordijntjes meer.

Er is inderdaad een orthopedist aanwezig, maar die zit in de OK. Eén van de wachtdokters komt een anamnese doen, en hij zit er echt mee dat we de orthopedist niet kunnen zien. Hij haalt er zijn collega bij (het zijn allemaal net afgestudeerde artsen), en aan de hand van zijn fysiek onderzoek heb ik er meteen vertrouwen in. Deze kerel weet wat hij doet! We bekijken samen de rx-en en lijken geen fracturen te zien op het eerste zicht. Hij stelt voor een plaasterspalkje te plaatsen, en we kunnen morgen terugkomen voor een ortho advies. Ilyan lijkt aan te geven meer pijn te hebben in zijn pols dan in zijn elleboog, maar hij heeft natuurlijk al door dat als hij zegt pijn te hebben, de dokters net daar gaan duwen, dus begint hij te jammeren dat zijn buikje en hoofdje pijn doen, en schudt dapper nee met zijn hoofd als we naar zijn armpje wijzen.

We staan ondertussen al een half uur in het midden van de zaal, en alle mensen kijken met veel nieuwsgierigheid naar ons. Ik vind het wel pijnlijk om het leed van de anderen te zien, vooral omdat het zo open en bloot voor iedereen zichtbaar is. Wij krijgen ook een zware voorkeursbehandeling, want we worden zo goed als meteen geholpen. Niemand reageert met wrevel of boos, maar het voelt toch echt niet goed. Anderzijds is ons ‘venteke’ echt heel moe, en ik wil hem ook zo snel mogelijk terug in het hotel hebben.

Tijdens het wachten praat ik nog wat met de verpleging, en inderdaad, de meesten werken als contractuel, dus voor 8000 Php, om hetzelfde werk te doen als de regular nurses (18.000 Php). Enkelen werken ook als vrijwilliger, en iedereen heeft het ook gedaan voorheen, best schokkend om te horen. Het verplegersoverschot klopt dus echt wel. Ilyan laat heel flink het spalkje aanleggen, en we kunnen naar huis.

Mohamed, Jenna en Lucy wachten ons op buiten, in de nog steeds broeierige hitte. Het is ondertussen tien uur. We besluiten toch nog iets kleins te gaan eten, en komen terecht in een visrestaurant, waar een live bandje covers zingt. Veel praten komt er dus niet aan te pas) ons ‘venteke’ zit er maar stilletjes bij. Het spalkje zorgt wel dat hij veel minder pijn heeft. De sling is wel volwassenmaat, maar het werkt. We kruipen véél te laat in bed, en morgen moeten we er weer vroeg uit. Gelukkig valt Ilyan snel in slaap om niet meer wakker te worden tot de volgende ochtend. Ik mail nog even met Pieter, collega orthopedist in België, en krijg de volgende ochtend al meteen reactie dat hij een pronation douloureuse vermoedt, elleboog deels of geheel uit de kom, doch klinisch niet 100 procent duidelijk.


Fretzie
Donderdag 18 april 2013. Roxas, Filippijnen.

Aangezien Jenna het ziekenhuis niet in mag, blijven Mohamed en Jen in het hotel. Ik vertrek met Ilyan in de taxi richting ziekenhuis. Dezelfde dokter als gisterenavond is nog aan het werk, shiften van 24 uur. Maar net als we aankomen is het wissel van de wacht, en we krijgen een jonge vriendelijke dokteres in de plaats. De orthopedist is aanwezig, én komt vrijwel onmiddellijk naar beneden om onzen Ilyan te onderzoeken. Hoewel hij de indruk geeft voornamelijk pijn aan de pols te hebben, is er geen rode draad in te krijgen, hij gilt bij palpatie aan zowel elleboog als pols.

Ik leg hem de mogelijkheid van subluxatie voor, maar bij het bekijken van de rxen is hij er toch niet gerust in. Eventueel klein fractuurtje in groeischijf elleboog, dus terug naar radiologie voor nog enkele foto's. Bij de laatste foto komt hij zelf mee, en draait de elleboog 90° naar binnen. Hij voelt geen klik, en Ilyan blijft krijsen, dus we denken dat het toch niet over is. Uit de foto's blijkt dat het gelukkig geen fractuurtje is. Hij krijgt weer een grotere spalk aan, tot boven de elleboog, terwijl hij lekker geniet van een ijsje, dat hij meer dan verdient heeft. Eenmaal zijn spalk aan, waant hij zich de koning te rijk. Ik krijg al het gevoel dat de pijn wel eens veel minder is dan hij zelf nog aangeeft, en een uurtje later is mijn voorgevoel inderdaad een feit: hij wringt zijn spalkje uit, en zegt fier: ‘geen pijn meer’ dus vermoedelijk heeft de behandelingsmanoeuvre van de ortho toch gewerkt, maar besliste Ilyan om ons toch nog even aan het lijntje te houden. De kleine deugniet. We zitten er wel stomverbaasd naar te kijken eerlijk gezegd. Zoveel pijn deze ochtend, en dan plots is hij weer één bom energie. We houden zijn spalkje nog enkele uren aan, tot hij het zelf helemaal uittrekt. Daar gaat hij weer, het avontuur tegemoet.

Meteen bij aankomst in het hotel nemen we afscheid van Shiela en vertrekken richting busstation. Als de taxichauffeur voorstelt om ons voor 25 Euro (na een beetje onderhandelen) naar Roxas te brengen, twijfelen we niet lang. Dus installeren we ons lekker in de taxi en genieten van het uitzicht. In Roxas gaan we de familie van Fretzie bezoeken. Fretzie is de vrouw van Geert, mijn neef. Ze heeft nog twee broers en enkele tantes en nonkels wonen in Pan ay, een dorpje op 30 minuten rijden van Roxas. Overal zijn de verkiezingen meer dan aanwezig, zowel in affiches langs de weg, als op de weg. Hele stukken asfalt zijn opgebroken, overal wegwerkzaamheden, vanwaar kennen we dat?

Ik heb ondertussen al contact gehad met Girlie, de nicht van Fretzie, en aangekomen in Roxas staat ze ons al op te wachten. Een super lieve dame, en ze heeft een halve dag vrij genomen om ons rond te leiden. Haar broer pikt ons op, en samen rijden we richting Pan ay. Onderweg stoppen we even om de grootste kerkklok van Azië te bezichtigen. Ze hangt in een enorme kerk, meer dan 100 jaar oud. Toch wel een raar zicht, want deze kerken zijn eigenlijk de enige architecturale overblijfselen van de Spaanse koloniale tijd, en je krijgt vaak het gevoel dat ze hier echt niet thuishoren tussen alle andere gebouwen. We mogen mee naar boven om de klok van dichtbij te bezichtigen, en als de kinderen de klok mogen luiden zijn ze helemaal blij. Alleen maakt dat echt een oorverdovend geluid, waar we allemaal even niet goed van zijn.

Vijf minuutjes verder rijden komen we aan in het dorpje van Fretzies familie. We zijn eerst uitgenodigd om te eten bij Girlies ouders, de oom en tante van Fretzie. We worden geweldig ontvangen, en leren één voor één de familieleden kennen. We hebben de mango's uit Guimaras mee, waar zij denk ik wel heel blij mee zijn. Het dessertje én heerlijk verse kokos sap krijgen we bij de broers van Fretize: Hilmond en Henry. De kinderen spelen er op los, en als ze de rijstvelden in mogen, weten ze van geen ophouden. Het is een heerlijke namiddag, en we zijn Fretzie en haar familie heel dankbaar dat we hen mochten leren kennen.

's Avonds eten we nog heerlijk verse vis aan het strand, met Girlie, en de kinderen amuseren zich met de straatkindjes die op het plein spelen. Ilyan maakt een superlange trein met stenen samen met enkele andere kleuters, en Jenna loopt om ter snelst met de meisjes. Ze begint ook mee op zoek te gaan naar kroonkurken, net zoals de andere kinderen, en ze lopen alle tafels af om ze te verzamelen. Als we betaald hebben en opstaan, komen al deze kinderen naar onze tafel en beginnen de restjes van ons eten in zakken te kieperen, vooraleer de obers het zien. Dat is wel even confronterend, maar ook een goede les voor Jenna, dat niet alle kinderen het even goed hebben als zij.


Laatste dagen strand
Vrijdag 19 april 2013. Boracay, Filippijnen.

Vandaag is het Mohameds toer om last te hebben van zijn darmen. We hebben de indruk dat we nu aan het einde ineens allemaal wat ziekjes worden. We nemen vandaag de minivan richting Boracay, en aan de bushalte blijkt dat we nog moeten overstappen in Kalibo. We kunnen kiezen: ofwel alles ineens betalen, of in Kalibo deel 2 betalen; we kiezen meteen voor de tweede optie.

We hebben geluk want met ons erbij is het busje dat staat te wachten gevuld. We betalen wel voor drie plaatsen, één daarvan dient voor onze bagage. We zitten helemaal achteraan, dat betekent met zijn vieren op twee plaatsen, we hebben al comfortabeler gezeten. Gelukkig is er airco, en na twee uurtjes rijden worden we in Kalibo gedropt. Onderweg stapt er ook nog een vrouw af om plaats te maken voor twee nieuwe mensen, zo zitten we uiteindelijk met zijn zeventienen in een busje voor twaalf man. Een aantal mensen van ons busje reist ook door naar Boracay, dus in Kalibo kunnen we meteen vertrekken. Deze keer geen airco, maar de raampjes kunnen open. Nog een uurtje rijden en dan worden we afgezet aan de haven in Caticlan.

Een lieve Filippijnse familie neemt ons op sleeptouw en koopt ticketjes voor ons bij een ferry maatschappij (Oyster?) mét airco. Blijkt uiteindelijk beetje belachelijk te zijn, want de overtocht duurt nog geen tien minuten, en je kan het dus perfect doen aan halve prijs met een lokale boot. Maar we laten het niet aan ons hart komen, de mensen zijn super vriendelijk, en dat appreciëren we zeer hard. Het is er wel één groot circus, met veel toeristen die wachten op hun boot. Er is zelfs een muziekgroepje dat de mensen entertaint!

Heel raar, maar we zijn de enige met 'veel' bagage. Er is blijkbaar wel een regel dat je maar tien kilo mag meenemen als je op Caticlan vliegt, want het zijn van die kleine propellervliegtuigen. Gelukkig maakt dat voor ons niet veel uit, want we kunnen ook bagage voor de kids inchecken, maar de meeste mensen hier hebben dus maar weinig bagage mee. Heel opvallend is dat de overgrote meerderheid hier Aziatische toeristen zijn. De enkele westerlingen zijn echt op één hand te tellen.
We worden aan de overkant gedropt, en springen in een tricycle, want ons hotel ligt helemaal aan het andere uiteinde van het eiland. Boracay Ecoresort was het goedkoopste hotel mét zwembad, in de buurt van Puka Beach. Volgens Agoda ben je niet welkom met kinderen onder de 8 jaar, maar hierover zeggen ze niets op hun eigen website, dus heb ik daarlangs maar geboekt, we zullen wel zien. Het lijkt ons de ideale uitvalsbasis in elk geval. Vrij ver van station 1, 2 en 3, maar gratis shuttle en vlakbij Puka Beach.

ph-0905103907-560-420ph-0905103977-560-420

Er is één weg die het eiland doorkruist, en we verschieten eigenlijk wel van de infrastructuur. Wij dachten dat het hier allemaal chique en extravagant zou zijn, beetje zoals in Kuta, maar niets van dat alles. Gewone typische Aziatische huisjes aan de kant van de weg, file van begin tot einde, en je ziet de hotels amper aan de kant van de weg. Zo blijven we in Aziatische sferen, en dat ligt ons wel!

Het ecoresort is eigenlijk een conferentiecentrum, en alles is dus enorm en mastodont. Onze kamer is dat ook, en dat is wel even genieten. We hebben zelfs een freudiaanse ligzetel, een enorm kingsize bed, en dat is altijd mooi meegenomen. De kinderen zijn meer dan welkom, dus dat is weer een discussie minder. Vandaag doen we niets anders meer dan genieten in het zwembad en rusten.

 

White Beach
Zaterdag 20 april 2013. Boracay, Filippijnen.

De ochtend maken we ons opnieuw niet moe, en we spelen in het zwembad. De namiddag nemen we de shuttle richting White Beach, en worden afgezet aan station 1. We stappen door een restaurant richting White Beach, en staan een beetje beduusd te kijken als we er zijn. We weten niet goed wat ervan te denken. Het 'strand' is exact twee meter breed, het stikt er van het volk, en de zee zit vol met algen. Is dit één van de mooiste stranden ter wereld? De kinderen laten het in elk geval niet aan hun hart komen, het felwitte poederzand is ideaal voor ballekes in tomatensoep en zandkastelen, dus onze twee patatjes krijgen we er niet meer vanaf.

ph-0905103987-560-420ph-0905103983-560-420

Zoals we gisteren al hadden opgemerkt heel veel Aziatische toeristen: Koreanen, Japanners en Chinezen vermoeden we. Het geeft wel een speciale touch aan het eiland. We wandelen wat heen en weer, en we kunnen ons wel ergens inbeelden hoe het moet geweest zijn enkele tientallen jaren geleden. Maar het is duidelijk dat White Beach slachtoffer is van zijn eigen succes. Maar al bij al is het wel een mooi strand, geen vuiltje te vinden, wit poederzand, knalblauwe zee. We nemen de shuttle terug richting hotel, en nemen nog een laatste duik in het zwembad.

 

Puka Beach
Zondag 21 april 2013. Boracay, Filippijnen.

Laatste dag alweer, morgen vliegen we terug naar Manila. Vandaag testen we Puka Beach uit. Dit strand ligt helemaal ten noorden van het eiland, en wat een contrast met White Beach. Het is hier in één woord prachtig! Het zand is niet zo wit, maar de azuurblauwe zee en de uitgestrektheid van het strand, met zijn palmbomen maakt veel goed. Het is niet echt goed weer, veel wind, en dat maakt het zwemmen ook wat moeilijker. Weinig visjes en schelpen in het water, maar desalniettemin genieten we van de laatste dag strand op onze reis.

ph-0905104047-560-420ph-0905104087-560-420

In de namiddag trekken we toch even terug naar White Beach, en we hebben er geen spijt van. Aan station 2 heb je een soort shoppingstraat, die heel gezellig blijkt te zijn, en we eten op het strand. Onze 'laatste' avond, terwijl de kinderen genieten van het zand.

ph-0905104150-560-420ph-0905104007-560-420

Afscheid
Maandag 22 april 2013. Manilla, Filippijnen.

We leggen de hele weg terug af richting vasteland: tricycle, ferryboot (nu wel de gewone), en tricycle richting luchthaven, exact twee straten van de haven gelegen. Het is een piepklein luchthaventje, en we arriveren weer veel te vroeg. De kinderen houden zich heel goed, en ze vinden het geweldig dat ze in zo een klein propellervliegtuigje mogen. De vlucht is vrij turbulent, het moet toch iets in de Filippijnse lucht zijn, ik vind het verschrikkelijk. De kids merken er niks van en vinden het 'boenkeboenke' best wel grappig, gelukkig!

ph-0905104107-560-420ph-0905104197-560-420

We hebben een hotel geboekt vlakbij de luchthaven, want morgenvroeg vertrekken we richting Bangkok. Het hotel dat er voor ons het beste uitkwam is eigenlijk een love hotel. Eerst toch even getwijfeld, maar na enkele recensies van andere reizende koppels toch maar het gokje gewaagd. Ik denk dat de staff ter plaatse meer schrok dan wij van het hotel, maar het was toch wel even slikken. De meeste kamers lagen op het eerste verdiep, met op de gelijkvloerse een garage, waar men dus zijn chique auto met geblindeerde ruiten (natuurlijk) kan binnenrijden. Trapje omhoog, en omlaag en je rijdt opnieuw buiten, en niemand heeft je gezien.

Onze kamer was iets meer bescheiden, helemaal zwart geschilderd, met alles erop en eraan. We rusten even uit, en trekken dan richting Quezon City om afscheid te nemen van de vrouwen van Gabriela en Pam en Diego. Ons Filippijnenavontuur zit erop, maar hier moeten we honderd procent zeker nog eens terugkomen. Het is een prachtig land, met prachtige mensen!


Kidzanai
Dinsdag 23 april 2013. Bangkok, Thailand.

Het is zeer vroeg en we leggen de kindjes al slapend in de taxi. Ons vliegtuig is op tijd, we verlaten Manila zonder problemen, en we landen om tien uur 's ochtends in Bangkok. Hier is het allemaal begonnen, en het voelt weer raar om hier nu terug te komen.

We haasten ons naar de taxi, ondertussen met heel wat 'ervaringsbagage'. We passeren de stand voor de taxi, en Mohamed vraagt langs zijn neus weg hoeveel het 'ongeveer' is tot in het centrum. 450 Baht volgens de vrouw, en we stappen in een geelgroene taxi. We merken meteen dat de chauffeur zijn meter niet heeft aangezet, en dus na 500 meter maken we hem er attent op. 'No, no, 450 Baht', ja man, niet met ons. Vriendelijk manen we hem aan om toch maar de meter aan te zetten, en hij wordt echt woest. Je ziet de stoom bijna uit zijn oren komen! We verwachten ons aan een enorme toer in Bangkok, maar aangekomen aan Khao San Road moeten we 350 Bath betalen. Alleen weigert hij ons tot voor het hotel te rijden, en stopt aan het einde van de straat. Ik wil nog even in discussie gaan, maar hij lijkt het allemaal niet te 'verstaan': 'Oút', wow, wat is er gebeurd met die lieve Thai? We haasten ons uit de taxi, en zodoende vergeten we Ilyan zijn kostbare olifantenzakje, met al zijn rekwisieten. Waar we zo fier op waren, dat hij ze na zes maanden nog had! Eén duploblokje, zijn ondertussen helemaal ingedeukte ambulance, zijn vliegtuig... Hij had er minder last van dan wij, maar toch, echt jammer!

We lopen te voet richting Rambuttri Village Inn, waar het zoals altijd een drukte van jewelste is. Ook hier lijken de receptionistes veel minder vriendelijk dan in het begin, heel gestresst. Als we een kamer vragen, dichter bij het zwembad, verdwijnt de lach helemaal. Op de kamer mag blijkbaar maar één kind gratis, en ons argument dat Ilyan op de grond slaapt pakt niet. We moeten bijbetalen. Zes maanden reizen we nu, en dit hebben we nog maar zelden meegemaakt (eerlijk, het staat wel op hun website). Heel raar, maar dat is natuurlijk toeval, slechte dag, en wij zijn ook serieus vermoeid. De Thai die we de volgende dagen tegenkomen zijn weer het volledige tegenovergestelde. De kindjes lijken zich niets te herinneren van het hotel, zelfs Jenna niet. Haar frank valt pas op het moment dat ze het zwembad ziet. Er is veel meer volk aanwezig, maar onze kinderen kan het niet schelen: ze springen en duikelen in het zwembad en we krijgen ze er maar met moeite uit. De rest van de namiddag kruipen we terug in ons bed, want de vermoeidheid slaat hard toe. 's Avonds wandelen we wat door de straatjes van Bangkok en eten nog eens Indisch, dat was lang geleden!

De volgende ochtend gaan we op zoek naar een speeltuin. We hebben geen Lonely Planet meer, en dat voelt toch wel lichtelijk verloren aan. Vooral voor welk transport te nemen zitten we lichtelijk vast. Zo zie je maar, Lonely Planet heeft nadelen, maar zeker ook voordelen. We zoeken een aantal dingen op op het internet, er is een park dat wel leuk lijkt te zijn voor de kinderen. Maar het is het vriendelijke meisje van het cafeetje waar we ons ontbijt nemen die ons goed op weg zet: eerst de boot nemen, daarna de skytrain, en eventueel nog de metro.

We varen een heel groot stuk van de rivier af, en na een kort ritje komen we aan het park, maar veel speeltuin zien we niet meteen. Aan de hand van een kaart trekken we naar een ander park, waar een 'discoverymuseum' zou zijn... Niet dus, grr. Zonder reisboek ben je toch echt wel nergens. We beslissen het ons dan maar gemakkelijk te maken en trekken naar Siam Square. De ene naast de andere shoppingmall. Ik had ergens gelezen dat er een vrij nieuw pretpark is, ergens op de zevende verdieping. Kidzanai, een kinderstad, waar de kinderen allemaal beroepen kunnen uittesten, en daarmee geld verdienen om dan iets te kunnen kopen. Zéér commercieel getint, elk beroep wordt uitgebeeld door een bedrijf natuurlijk, maar qua concept wel zeer leuk. Je loopt echt door een stad op kindermaat, met overal straten en pleintjes. Je hebt de brandweer, ziekenhuis, tandarts, garage... noem maar op! Jenna rijdt mee met de brandweerwagen, ambulance, onderzoekt een patiënt, is tandarts, sushichef, is piloot. Ze vindt het geweldig. Ze begrijpt er de botten van, want telkens krijgen de kinderen eerst een hele uitleg maar het kan haar niet deren. Wij kijken er echt verbaasd naar, hoe gemakkelijk ze overal mee naar toe gaat, want ouders mogen niet mee binnen.

th-0905002817-560-420th-0905002847-560-420

Ilyan houdt zich de hele tijd bezig in de kleuterhoek: een keuken, en ja, het manneke is er helemaal weg van! Wij sjokken er achteraan, maar het is wel leuk om te zien hoe de kids genieten. De entree is wel zeer prijzig, zelfs naar onze normen. Het is duidelijk dat er hier een selectief publiek naar toe komt.

th-0905002883-560-420th-0905002890-560-420

Met Jenna's verdiende geld gaan we naar de 'winkel', maar we blijken niet genoeg verdiend te hebben om nog maar een 'prulleke' te kopen. Tja dat is het commerciële aspect natuurlijk. De verkoper zegt vriendelijk: 'oh, maar jullie kunnen ook in Dubai naar Kidzania gaan en meer verdienen'. Ja dank u, maar daar komen we nu echt niet zo vaak. Dan nemen we het geld maar mee om thuis winkeltje te spelen, ook leuk! We dachten nog naar Under Water World te gaan, maar we zijn zolang in Kidzania gebleven dat daar geen tijd meer voor is. Het is zeker wel een aanrader voor kinderen!

Dan de weg terug, en dat blijkt echt toch wel een dik uurtje reizen te zijn. Ons plan om morgen hier terug te komen laten we maar varen, want 's avonds vertrekken we weer richting België.


Weer thuis
Donderdag 25 april 2013. België.

Ik heb een goedkoop hotelletje geboekt aan de luchthaven. Om te kunnen wachten op onze vlucht die pas om 0.20 uur vertrekt, en om niet te lang op de luchthaven te moeten zitten. Het heeft een zwembad en dus maken we ons rustig klaar, doen de laatste inkopen, en vertrekken op de middag al naar het hotelletje. En amai, we worden aangenaam verrast! Het heeft een zwembad, dat wisten we, maar het is echt een supergezellig, cottage-achtig, zeer familiaal aandoend hotelletje. Een mooie afsluiter! We duiken nog even het water in, en brengen de namiddag door op ons gemak. 's Avonds trekken we naar de luchthaven, en dan begint het échte laatste deel: de terugreis.

Jenna sliep al voor we instapten, en Ilyan volgde niet lang daarna. Natuurlijk waren ze er dus ook vrij vroeg weer uit, maar de televisieschermpjes zorgen voor een blijvende rust. Twee uur wachten in London, regen, regen, en nog eens regen, en dan de vlucht London-Brussel, echt de vreselijkste van allemaal, op alle vlakken! Ilyan die geweend heeft gedurende driekwart van de vlucht omdat hij naast mij wou zitten, aanhoudende reuze-turbulenties die ervoor zorgen dat we gewoon niet van plaats konden wisselen, tot we al bijna terug landden (en Ilyan die prompt op mijn schoot in slaap valt, zo uitgeput is hij!). En dan de landing: mist, mist en mist. We zien de landingsbaan pas als we al bijna op de grond zijn. Oh nee, kunnen we terug? Koud, koud, koud! Dat zijn dus onze eerste gevoelens bij het landen in Brussel, vréselijk! Kers op de taart is de politieman die ons paspoort moet controleren, die ons gewoon niet aankijkt, ongelooflijk nors is en zelfs niet reageert op onze 'goeiedag'. Oh, we willen terug naar Azie!

Ik heb ilyan in de draagzak gestoken, hij wordt er gewoon helemaal niet wakker van. Aan de bagageband komt de buggy maar niet opdagen (meestal worden die als eerste gebracht, wat logisch is lijkt ons om je kinderen er in te leggen), maar hier duurt het meer dan een half uur, alle bagage is al afgehaald, en daar komt onze buggy, ach België. We doen het open en dan... Onze Maclaren buggy heeft supergoed werk geleverd, we zijn er zeer tevreden over, maar ook hij is helemaal op. Een vijsje is eraf gevallen en hij is er dus helemaal aan, net nu op helemaal het einde van de reis geeft ie de geest. Ik draag Ilyan dus slapend naar buiten, en daar staan mama, papa, Leen en Stijn te wachten, met de fietsjes van de kids! Jenna is in de wolken, en als ze dan ook nog massa's cadeautjes krijgt kan haar geluk niet meer op! Ilyan wordt langzaam wakker, moet even wennen aan de 'nieuwe' gezichten, maar dat duurt niet lang. We zijn weer thuis!

 

Korte terugblik
Dinsdag 21 mei 2013. België.

We zijn ondertussen een klein maandje terug, terug in het ritme van werken, school en elke dag een beetje van hetzelfde. Kort gezegd: een wereld van verschil met de voorbije zes maanden. Veel mensen vragen ons 'en valt het mee', 'raken jullie alweer gewend aan het thuis zijn?' En eerlijk gezegd, het went veel te snel. Soms lijkt het zelfs alsof we nog niet vertrokken zijn, alsof we op het punt staan te vertrekken, het lijkt alweer zo ver weg. De zakken uitpakken daar zijn we nog niet aan toe, het ligt daar maar in een hoekje. Daardoor creëren we een beetje het gevoel dat het toch nog niet helemaal voorbij is. En trouwens met dit weer kunnen we toch niets doen met onze zomerspullen!

Hoe gaat het met de kindjes? Ons Jenna gaf de laatste weken toch wel duidelijk aan dat ze nu wel terug naar huis wou. En als we haar nu vragen of ze weer op reis wil, schudt ze zeer duidelijk van 'nee'! Op school merken ze wel dat ze mentaal enorm gegroeid is, hetgeen we wel al vermoeden. Toch altijd leuk om te horen, dat alle ervaringen die ze heeft opgedaan, haar toch veel sterker en ietwat zelfverzekerder gemaakt hebben. Ze gaat tegenwoordig ongelooflijk graag naar school, dat is ook mooi meegenomen! Ze heeft haar beste vriendin Myrthe helemaal teruggevonden, het moment dat die twee elkaar terugzagen, was het net alsof ze nooit weggeweest was, heerlijk!

Ilyan, die tijdens de reis volop in zijn 'twee is nee' fase zat, zet dit hier nog wel wat voort. De eerste dagen op school leek hij het vrij moeilijk te hebben met 'grenzen'. We hebben natuurlijk zes maanden volledig op ons eigen ritme geleefd, niets moest, alles mocht, en nu van het venteke vragen dat hij één, twee, drie helemaal in de pas loopt is wel wat veel gevraagd. Juf Lesley is gelukkig een super juf, en laat hem een beetje zijn gang gaan. Ondertussen is hij het helemaal gewoon op school, doet hij het geweldig, en luistert hij vrij goed, onze stoere kerel! De zindelijkheid was onze grootste zorg, maar na twee weken intensief oefenen is hij nu helemaal droog, ook 's nachts. Zo zie je maar, als een kind er klaar voor is gaat het allemaal net iets gemakkelijker.

De reis zit erop, we duiken weer volop het 'normale' leven in. Bedankt aan iedereen die ons gevolgd heeft, hopelijk hebben jullie genoten van ons plezier!

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!