Er zit een luchtje aan
Donderdag 14 december 2013. Wellington, Noordereiland, Nieuw Zeeland

Onze laatste avond in Rotorua zijn we opnieuw met de fietsen op pad gegaan. Vlakbij de camping ligt het Kuirau park, waar ook modderpoelen en andere vulkanische verschijnselen zijn. Zo midden in het dorp, we fietsen er door heen. En voelen opnieuw de warmte van de aarde en ruiken de natuurlijke geuren (die je niet in een flesje wilt stoppen). We fietsen op de bonnefooi richting het meer, en komen nog bij een Maori meeting house uit 1887, genaamd Tamatekapua, genoemd naar de kapitein van de Arawa kano. Wat een mooi snijwerk in het hout en de patronen van de tekeningen herhalen zich. Rens ontdekt opnieuw maskers waarbij de tong uitgestoken wordt. Daar gaat onze opvoeding. We sluiten ons fietstochtje af bij de Volcanic playgarden aan het meer. Rens leeft zich uit en wij genieten van zijn behendigheid. Hij klimt en klautert en probeert alles uit.

De volgende dag staan we rustig op en vullen we eerst onze voorraad aan. Daarna rijden we richting Orakei Korako. We rijden door naaldbossen en passeren nog enkele andere vulkanische bezienswaardigheden. Orakei Korako zou minder toeristisch zijn, en dat blijkt bij aankomst. Er staan vijf andere auto's op de parkeerplaats. Aan de overkant van het meer zie je al een silica, vulkanisch terras liggen. Het bootje vaart ons op afroep naar de overkant. Over de aangelegde paden met platforms lopen we tussen de geisers, over de vlaktes en overal sputtert en dampt het. Rens heeft ook door dat het iets bijzonders is. Hij is onze gids: hij volgt de pijltjes en blijft herhalen: op de planken blijven, niets aanraken, dat is namelijk heeeeeeeeel heet. Bij een uitkijkpunt eten we ons broodje en paaien Rens om nog zelf naar de grot te lopen. Daar zien we onderin een groene/blauwe poel met water. Daarna gaat Rens in de Patapum, blij dat we deze mee hebben maar toch een heel gewicht wat je op de rug draagt. Tot nu toe draagt René Rens. Terug bij de pier, belt Rens voor het bootje en dat is er al vlot. Op het terras drinken we nog koffie en komt de zon goed door.

Met dit mooie weer rijden we verder en is onze volgende stop een waterval. Huka Falls, mooi turquoise water wat door een smalle doorgang wordt geperst. wat een power, natuur op zijn best.

1041539 (320x240)1041538 (320x240)

Op camping Taupo de Bretts zoeken we mooi plekje uit en gaan direct door naar het thermale zwembad, met drakenglijbaan en waterspeeltuin. Rens is helaas voor die eerste te klein en samen met een volwassene mag ook niet. Jammer. Gelukkig maakt het andere veel goed. En ondertussen liggen of papa of mama in het warme thermale bad te chillen.

We beginnen de woensdag zoals we de dinsdag eindigden, in het zwembad. Om 8.45 uur waren we er al, helaas bleek de waterspeeltuin dicht te zijn in verband met een verbouwing. Dat hadden ze gisteren wel even kunnen zeggen. Dat vond de dienstdoende manager ook, dus bij vertrek kregen we nog wat geld terug. Rens vermaakte zich prima in het bubbelbad, de warme thermale baden vond hij echt te warm.

Na het skypen met opa en oma vertrokken we toch richting oostkust. Omdat we bij Cape Kidknappers toch graag de Jan van Gent kolonie wilden zien. Dat is afhankelijk van het getijde en past in ons schema. We vertellen Rens dat we met een tractor het strand op gaan om vogels met geel hoofd te gaan zien. Hij verheugt zich vooral op eerste deel.

Op weg naar vertrekpunt in Clifton, lunchen we in het Art Deco stadje Napier, leuk om even te zien. Jammer dat er een mooie boulevard is zonder eettentjes. Om 17.00 uur vertrekken we dan met de tractor met platte kar erachter. We houden ons vast aan een stang en onze benen bungelen. Puk, Rens' pop van het kinderdagverblijf is ook mee. Direct gaan we het strand op. Onderweg licht Colin onze driver, enkele geologische zaken toe. Wat ons vooral verbaast is de zachtheid van het meeste materiaal van de torenhoge kliffen en de 'stenen' op het strand. Vulkanisch as en modderstenen, hoe stabiel is dat? Het gebied is ook kwetsbaar door wrijving van twee aardplaten. In 1931 was de laatste aardbeving.

1041535 (320x240)

Af en toe moeten de voeten de lucht in, omdat deze anders nat worden, ondanks eb. Colin vindt het ook maar al te leuk om net door de branding of over die ene steen te gaan. Rens schatert dan van het lachen. Het laatste stuk lopen we, een fikse klim om bij de kolonie te komen. We zien veel Jan van Gents die zitten te broeden en enkele hebben al kleintjes. Rens laat dat ook aan Puk zien. Hij stopt Puk zelfs achter zijn fleecetrui, want anders krijgt Puk het koud. Voor vertrek gaat Rens nog even achter het stuur. Echt vet cool, pap! Op de terugweg zien we een mooie zonsondergang en valt Rens op de kar in slaap. Colin stopt bij onze camper, die vijftien meter van het strand staat. Dus we zitten snel in ons huisje op wielen. Het was een leuke excursie, schitterende vogels, die erg onhandig landen. Daar hebben we erg om gelachen. Opnieuw vallen we met het geruis van de zee in slaap.

1041536 (180x240)1041537 (320x240)

We zijn op tijd wakker en dat komt goed uit, we willen namelijk naar Wellington rijden. 330 kilometer over highway 2. Nou ja, highway... Een provinciale weg in Nederland is er veel bij. Het eerste stuk rijdt toch nog redelijk door, en slaapt Rens. Daarna zit hij niet helemaal op zijn gemak. In Pahiatua zien we een mooie speeltuin liggen, met een vliegtuigglijbaan, dit moest zo zijn. Hier stoppen we. In elk dorp is hier een wel iets van een speeltuin, toch komt deze met stip op nummer 1. Dan ook maar hier lunchen, nu we er toch zijn. Toch ook weer tijd om verder te gaan. We zijn blij dat Riet ons voor vertrek verteld heeft over de bergpas die je over moet om bij Wellington te komen. Je zou toch maar denken, oh nog vijftig kilometer, maar op de bergpas regende het flink en bij aankomst op de camping in Lower Hutt ook. Na de boodschappen klaarde het op, en leefde Rens zich uit op het springkussen wat we zo zien liggen vanuit de camper. Ons plan is om Wellington de komende dagen op ons gemak te gaan verkennen, we laten de camper staan en gaan met bus of boot richting de stad.

We zijn met de bus naar de stad gegaan. Wellington is Nieuw Zeelands hoofdstad, toch doet het dorps aan. Dat maakt het ook overzichtelijk. we bezoeken de oude St.Paul's kathedraal die helemaal van hout is en lopen daarna langs de overheidsgebouwen richting de boulevard. Bij Shed 5 lunchen we bij The Crab Shag. Rens kijkt zijn ogen uit in de haven, vooral de heftruck voor een hele zeecontainer met grote wielen trekt zijn aandacht. In Frank Knitt's park speelt hij, en besluit uiteindelijk toch van de hoge glijbaan af te gaan. Met de cable car gaan we omhoog, een nostalgisch rode wagon. Door de botanische tuin lopen we naar beneden, met uiteraard een stop in de speeltuin.

Terug op de camping gaat Rens crossen op de camping. 'Aan de kant eenden, hier kom ik.' Soms vliegt hij bijna uit de bocht, tot zijn grote lol. Daarna mengt Rens zich tussen de tieners op het springkussen. Zij zijn hier voor een waterpolo toernooi en al snel heeft Rens het over zijn grote vrienden. 'En mam, ik praat gewoon Nederlands, dat gaat goed'. Fijn om te horen van die kleine man.

1041534 (320x240)

Een onrustige nacht volgt, om vanochtend door te gaan waar hij gisteravond is gebleven op het springkussen. Zijn grootste vriend heet Luke, en die leert snel een paar woorden Dutch. Rens meldt meteen dat op Marimba (kinderdagverblijf) ook een Loek was, en dat het konijn daar Toepie heet. Rens gaat met ons mee de stad in, en Luke gaat naar de zwempolen, aldus Rens.

Waar het gisteren bewolkt was, laat de zon zich vandaag goed zien in Welington, en dat is heerlijk voor een stad aan het water. Via Cuba street en Whitinaga park komen we bij het Te Papa museum. Nieuw Zeeland van toen en nu op zijn best. We vertellen hem dat hij er van alles kan en mag doen, en dat er een 'alsof' aardbeving is. Daarna heeft hij het over de trollenkoning in de Efteling, die tegel trilt toch ook. Klopt! In de discovery ruimtes van het museum bouwt Rens een vuurtje, maakt hij muziek en winkelt hij bij de Kiwi Corner Shop. De grote vissen maken ook indruk. En die glimwormen in de bush buiten, die zijn niet echt. Ook dat klopt.

Na een aantal glijbeurten in Frank Knitts nemen we de bus terug naar de camping, Top 10 Wellington. Rens valt in de bus in slaap, en staat naast de camper nog een tijdje te slapen. Hij wordt net wakker en wil maar één ding: naar het springkussen. Morgenmiddag steken we Cookstraat over naar het Zuidereiland, de slogan van de ferry is: Don't cross it, cruise it. We laten ons verrassen.

 

Zo blauw!
Donderdag 19 december 2013. Marahau, Zuidereiland, Nieuw Zeeland.

Het was mooi op het Noordereiland, maar men zegt dat het Zuidereiland nog mooier is. Dat kan dan alleen maar veel goeds beloven, al schijnt er wel iets met 'sandflies' te zijn. Onze laatste ochtend in Wellington hebben we aan het strand doorgebracht en na proviand ingeslagen te hebben zijn we naar de haven gereden voor de 'cruise' zuidwaarts. De overtocht was inderdaad mooi, maar de Texelse boot doet er als vaartuig niet voor onder. Rens vond het allemaal best leuk om te zien, maar eigenlijk hoefde hij niet verder dan de speelruimte aan boord: ondersteboven, achterstevoren, liggend, hangend; het maakte niet uit zolang hij maar TV kon kijken. Ilse was vooral buiten op het dek aan het genieten en enige vorm van zeeziekte aan het voorkomen. En René vulde de maag met fish and chips en hield bij Rens een oogje in het zeil. Echt een cruise.

1046572 (320x240)

In Picton hoefden we maar kort te rijden naar de camping en vandaar uit konden we makkelijk te voet naar het centrum via de jachthaven. En echt te gaaf, we zagen in de haven stinkree (volgens Rens; wij noemen ze pijlstaartroggen) zwemmen. Wat een beesten, soort van spoken die door het water zweven. De grote zeesterren vallen dan toch een beetje in het niet, hoewel die er echt ook mochten wezen. Op de camping waren er voor ons gevoel opeens veel Nederlanders (Limburgers meegerekend...), dat waren we op het Noordereiland niet gewend. Ach, het is maar voor één nachtje.

1046568 (320x240)1046569 (320x240)

Via de Queen Charlotte Road vertrokken we uit Picton in noordwestelijke richting om bij het plaatsje Linkwater (althans zo stond het op de kaart, maar in realiteit hebben we niet echt iets gezien wat op een nederzetting leek) af te slaan naar de Kenepuru Sound. Een sound is een fjord. Na zo'n 25 kilometer over een smalle bochtige weg, soms door de jungle (om die kwalificatie van Rens te krijgen heb je toch minstens palmen of varens nodig) vonden we een mooie plek aan de Nikau Cove (campingsite van het Department of Conservation - met 4 plekken). Direct aan de baai, met een enorm strand (bij eb merkten we, want bij vloed was er geen strand meer te bekennen. Het voordeel van eb is dat je veel kan verkennen en Rens ging enigszins geholpen op ontdekkingstocht. Grotten, schelpen en onder de grotere stenen een heel assortiment aan krabbetjes. Dat vond hij echt geweldig, steen om (laten) draaien en dan zien hoe al die krabbetjes een veilig heenkomen zochten. En ondertussen uit volle borst 'krabbetjes' brullen. Maar als René er eentje beet pakte om te laten zien, werd het toch al snel heel spannend.

Na het eten kwamen de sandflies toch hun opwachting maken, wat een kleine k.. vliegjes. Het lijken gewoon fruitvliegjes, maar ze bijten venijnig en die beet kan toch jeuken. Gelukkig lijken ze een voorkeur voor Ilse te hebben en valt de schade bij R&R mee. Bij gebrek aan wifi, 220V en ander comfort zijn we met zijn drieën tegelijk naar bed gegaan.

1046573 (320x241)

Gelukkig blijkt Rens toch nog steeds uit te kunnen slapen, zo midden in de bush is kennelijk zoveel rust dat we hem moesten wekken om te komen checken wie de wedstrijd gewonnen had. De vorige avond hadden we namelijk verschillende stokken in het strand geplaatst om te kijken hoe hoog het water bij vloed komt te staan, en natuurlijk had Rens dat het beste ingeschat. Op het kleine stukje strand wat nog droog was, konden we goed ontbijten. En terwijl René de camper klaar maakt voor vertrek, speelt Rens lekker op het strand om te besluiten dat er nog tijd over is voor een lekkere plons in zee; poedelnaakt dat dan wel.

Weer 25 kilometer lang bochten maken naar Queen Charlotte en door naar Nelson. Lekker in de bewoonde wereld een goede lunch nuttigen en boodschappen doen. Langs de kust richting Abel Tasman National Park; een stukje om via een toeristisch route - zeker mooi maar al die (krappe) bochten... We voelen ons geregeld buschauffeur en overwegen een nieuwe loopbaan. In Marahau misten we haast de camping, toch knap als er nog geen tien huizen staan, voor de volgende paar dagen onze uitvalsbasis. In de winkel een lekker ijsje gescoord, Rens was uiteindelijk toch best boos dat hij aardbeien koos en geen smarties. Als hij de volgende dag goed zijn best doet, dan krijgt hij het smarties-ijsje alsnog.

1046578 (320x240)

Voor de verandering toch maar een keer de wekker zetten, na twee keer sluimeren komt Rens overeind om te roepen dat hij de wekker op papa's telefoon hoort afgaan - of er iets aan de hand is? Te voet naar de watertaxi gegaan. De taxi's stonden klaar. En als je dan al direct het reddingsvest aan moet, met twintig man in een bootje op een trailer achter een tractor over straat gereden wordt, dan vraag je toch een beetje af of je niet voor aap over straat gaat. Maar dan wordt je zo de zee in gereden en geeft de kapitein een peut gas en spuit je over het water. Gaaf. Rens vond het te gek en pa en ma ook! We volgden de hele kustlijn van het Abel Tasman Park, met onderweg wat toeristische stops: Split Apple Rock, broedende aalscholvers, luierende zeehonden. Wat een mooie zee, turquoise blauw, super helder water en die witgele stranden; een plaatje.

1046571 (320x239)1046574 (320x240)

Op de terugweg heeft de watertaxi ons bij Torrent Bay afgezet en zijn we een stuk van het Coastal Track gaan wandelen naar Bark Bay. Rens heeft zeker de helft van de route (in totaal zes kilometer) zelf gelopen! Zo nu en dan een bananenschuimpje als beloning of hem herinneren aan de afspraak dat bij goed zijn best doen er echt een smarties-ijsje te verkrijgen was, hield hem gaande. En wisten jullie dat Tom, van de bergpost, in zijn helikopter hier ook rondvloog, Sam en Elvis blusten de verbrande bomen aan het pad na. En zo maakten we onze eigen aflevering van brandweerman Sam. Om niet te laat aan te komen (en de laatste watertaxi te missen), mocht Rens een stuk bij René achter op de rug. Puk zat de hele tijd al achterop de rugzak. Uiteindelijk waren we op tijd in Bark Bay en doken Ilse en Rens nog eerst de zee in. Terug in Marahau wachtte natuurlijk de beloning!

Een reset dagje op zijn tijd is verstandig. Vandaag op het gemak opgestaan en in de camper ontbeten om de sandflies te mijden. Rens ging nog even los in de speeltuin en op de fiets gingen we naar de ingang van Abel Tasman NP. Door de wetlands te voet verder naar Porter's Beach om lekker in de branding te spelen, wat te graven en rotsen te beklimmen. Beetje fout ingeschat dat vloed al voorbij was, de terugweg werd afgesloten door verder opkomend water; de tassen moesten we nog wat verplaatsen maar gelukkig was er nog een tweede pad. En weer die vervelende sandflies! Zolang je maar niet stilzit of -staat gaat het wel, maar even pauze - laat staan een potje zonnebaden - en je bent de klos. We hebben gelukkig spray die vrij goed lijkt te werken. Terug op de camping geluncht, de was gedaan, spelen, tv kijken en zien hoe de wind opsteekt en over de bergen donkere wolken en regen overdrijft. De camper maken we straks alvast vertrekklaar, zodat we morgen op tijd weg kunnen. Maar eerst gaan we even pizza eten. Jammie.

1046581 (181x240)1046582 (320x240)

Nog een paar vragen beantwoorden.
Het is hier lekker weer, droog, zonnig, goed boven de twintig graden, 's nachts meestal koel. Al moet ik zeggen dat het nu toch wel regent. Dus zitten we gezellig in de camper en ligt Rens al lekker te slapen. De camper is een Mercedes Sprinter (verlengd denk ik); achter de bestuurdersstoel is voor Rens een stoel en dat wordt 's avonds zijn bed. Wij slapen achterin en hebben daar een riant bed, overdag zijn dat twee banken met een tafel. Zo groot zelfs dat er voor Rens voldoende ruimte is om midden in de nacht er bij te kruipen als hij het toch te koud heeft gekregen. Eigenlijk tegen onze principes, maar als hij zo direct doorslaapt dan liever dit dan een uur ruzie. Op de fietsendrager aan de achterkant hebben we twee mountainbikes, zodat we de camper ook een dag kunnen laten staan. De natte ruimte en de keuken proberen we zo min mogelijk te gebruiken, die faciliteiten kan je net zo makkelijk van de camping benutten.

Er zit een luchtje aan
Donderdag 14 december 2013. Wellington, Noordereiland, Nieuw Zeeland

 

Onze laatste avond in Rotorua zijn we opnieuw met de fietsen op pad gegaan. Vlakbij de camping ligt het Kuirau park, waar ook modderpoelen en andere vulkanische verschijnselen zijn. Zo midden in het dorp, we fietsen er door heen. En voelen opnieuw de warmte van de aarde en ruiken de natuurlijke geuren (die je niet in een flesje wilt stoppen). We fietsen op de bonnefooi richting het meer, en komen nog bij een Maori meeting house uit 1887, genaamd Tamatekapua, genoemd naar de kapitein van de Arawa kano. Wat een mooi snijwerk in het hout en de patronen van de tekeningen herhalen zich. Rens ontdekt opnieuw maskers waarbij de tong uitgestoken wordt. Daar gaat onze opvoeding. We sluiten ons fietstochtje af bij de Volcanic playgarden aan het meer. Rens leeft zich uit en wij genieten van zijn behendigheid. Hij klimt en klautert en probeert alles uit.

 

De volgende dag staan we rustig op en vullen we eerst onze voorraad aan. Daarna rijden we richting Orakei Korako. We rijden door naaldbossen en passeren nog enkele andere vulkanische bezienswaardigheden. Orakei Korako zou minder toeristisch zijn, en dat blijkt bij aankomst. Er staan vijf andere auto's op de parkeerplaats. Aan de overkant van het meer zie je al een silica, vulkanisch terras liggen. Het bootje vaart ons op afroep naar de overkant. Over de aangelegde paden met platforms lopen we tussen de geisers, over de vlaktes en overal sputtert en dampt het. Rens heeft ook door dat het iets bijzonders is. Hij is onze gids: hij volgt de pijltjes en blijft herhalen: op de planken blijven, niets aanraken, dat is namelijk heeeeeeeeel heet. Bij een uitkijkpunt eten we ons broodje en paaien Rens om nog zelf naar de grot te lopen. Daar zien we onderin een groene/blauwe poel met water. Daarna gaat Rens in de Patapum, blij dat we deze mee hebben maar toch een heel gewicht wat je op de rug draagt. Tot nu toe draagt René Rens. Terug bij de pier, belt Rens voor het bootje en dat is er al vlot. Op het terras drinken we nog koffie en komt de zon goed door.

 

Met dit mooie weer rijden we verder en is onze volgende stop een waterval. Huka Falls, mooi turquoise water wat door een smalle doorgang wordt geperst. wat een power, natuur op zijn best.
Op camping Taupo de Bretts zoeken we mooi plekje uit en gaan direct door naar het thermale zwembad, met drakenglijbaan en waterspeeltuin. Rens is helaas voor die eerste te klein en samen met een volwassene mag ook niet. Jammer. Gelukkig maakt het andere veel goed. En ondertussen liggen of papa of mama in het warme thermale bad te chillen.

 

We beginnen de woensdag zoals we de dinsdag eindigden, in het zwembad. Om 8.45 uur waren we er al, helaas bleek de waterspeeltuin dicht te zijn in verband met een verbouwing. Dat hadden ze gisteren wel even kunnen zeggen. Dat vond de dienstdoende manager ook, dus bij vertrek kregen we nog wat geld terug. Rens vermaakte zich prima in het bubbelbad, de warme thermale baden vond hij echt te warm.

 

Na het skypen met opa en oma vertrokken we toch richting oostkust. Omdat we bij Cape Kidknappers toch graag de Jan van Gent kolonie wilden zien. Dat is afhankelijk van het getijde en past in ons schema. We vertellen Rens dat we met een tractor het strand op gaan om vogels met geel hoofd te gaan zien. Hij verheugt zich vooral op eerste deel.

 

Op weg naar vertrekpunt in Clifton, lunchen we in het Art Deco stadje Napier, leuk om even te zien. Jammer dat er een mooie boulevard is zonder eettentjes. Om 17.00 uur vertrekken we dan met de tractor met platte kar erachter. We houden ons vast aan een stang en onze benen bungelen. Puk, Rens’ pop van het kinderdagverblijf is ook mee. Direct gaan we het strand op. Onderweg licht Colin onze driver, enkele geologische zaken toe. Wat ons vooral verbaast is de zachtheid van het meeste materiaal van de torenhoge kliffen en de 'stenen' op het strand. Vulkanisch as en modderstenen, hoe stabiel is dat? Het gebied is ook kwetsbaar door wrijving van twee aardplaten. In 1931 was de laatste aardbeving.

 

Af en toe moeten de voeten de lucht in, omdat deze anders nat worden, ondanks eb. Colin vindt het ook maar al te leuk om net door de branding of over die ene steen te gaan. Rens schatert dan van het lachen. Het laatste stuk lopen we, een fikse klim om bij de kolonie te komen. We zien veel Jan van Gents die zitten te broeden en enkele hebben al kleintjes. Rens laat dat ook aan Puk zien. Hij stopt Puk zelfs achter zijn fleecetrui, want anders krijgt Puk het koud. Voor vertrek gaat Rens nog even achter het stuur. Echt vet cool, pap! Op de terugweg zien we een mooie zonsondergang en valt Rens op de kar in slaap. Colin stopt bij onze camper, die vijftien meter van het strand staat. Dus we zitten snel in ons huisje op wielen. Het was een leuke excursie, schitterende vogels, die erg onhandig landen. Daar hebben we erg om gelachen. Opnieuw vallen we met het geruis van de zee in slaap.

 

We zijn op tijd wakker en dat komt goed uit, we willen namelijk naar Wellington rijden. 330 kilometer over highway 2. Nou ja, highway… Een provinciale weg in Nederland is er veel bij. Het eerste stuk rijdt toch nog redelijk door, en slaapt Rens. Daarna zit hij niet helemaal op zijn gemak. In Pahiatua zien we een mooie speeltuin liggen, met een vliegtuigglijbaan, dit moest zo zijn. Hier stoppen we. In elk dorp is hier een wel iets van een speeltuin, toch komt deze met stip op nummer 1. Dan ook maar hier lunchen, nu we er toch zijn. Toch ook weer tijd om verder te gaan. We zijn blij dat Riet ons voor vertrek verteld heeft over de bergpas die je over moet om bij Wellington te komen. Je zou toch maar denken, oh nog vijftig kilometer, maar op de bergpas regende het flink en bij aankomst op de camping in Lower Hutt ook. Na de boodschappen klaarde het op, en leefde Rens zich uit op het springkussen wat we zo zien liggen vanuit de camper. Ons plan is om Wellington de komende dagen op ons gemak te gaan verkennen, we laten de camper staan en gaan met bus of boot richting de stad.

 

We zijn met de bus naar de stad gegaan. Wellington is Nieuw Zeelands hoofdstad, toch doet het dorps aan. Dat maakt het ook overzichtelijk. we bezoeken de oude St.Paul's kathedraal die helemaal van hout is en lopen daarna langs de overheidsgebouwen richting de boulevard. Bij Shed 5 lunchen we bij The Crab Shag. Rens kijkt zijn ogen uit in de haven, vooral de heftruck voor een hele zeecontainer met grote wielen trekt zijn aandacht. In Frank Knitt's park speelt hij, en besluit uiteindelijk toch van de hoge glijbaan af te gaan. Met de cable car gaan we omhoog, een nostalgisch rode wagon. Door de botanische tuin lopen we naar beneden, met uiteraard een stop in de speeltuin.

 

Terug op de camping gaat Rens crossen op de camping. ‘Aan de kant eenden, hier kom ik.’ Soms vliegt hij bijna uit de bocht, tot zijn grote lol. Daarna mengt Rens zich tussen de tieners op het springkussen. Zij zijn hier voor een waterpolo toernooi en al snel heeft Rens het over zijn grote vrienden. ‘En mam, ik praat gewoon Nederlands, dat gaat goed’. Fijn om te horen van die kleine man.
Een onrustige nacht volgt, om vanochtend door te gaan waar hij gisteravond is gebleven op het springkussen. Zijn grootste vriend heet Luke, en die leert snel een paar woorden Dutch. Rens meldt meteen dat op Marimba (kinderdagverblijf) ook een Loek was, en dat het konijn daar Toepie heet. Rens gaat met ons mee de stad in, en Luke gaat naar de zwempolen, aldus Rens.

 

Waar het gisteren bewolkt was, laat de zon zich vandaag goed zien in Welington, en dat is heerlijk voor een stad aan het water. Via Cuba street en Whitinaga park komen we bij het Te Papa museum. Nieuw Zeeland van toen en nu op zijn best. We vertellen hem dat hij er van alles kan en mag doen, en dat er een ‘alsof’ aardbeving is. Daarna heeft hij het over de trollenkoning in de Efteling, die tegel trilt toch ook. Klopt! In de discovery ruimtes van het museum bouwt Rens een vuurtje, maakt hij muziek en winkelt hij bij de Kiwi Corner Shop. De grote vissen maken ook indruk. En die glimwormen in de bush buiten, die zijn niet echt. Ook dat klopt.

 

Na een aantal glijbeurten in Frank Knitts nemen we de bus terug naar de camping, Top 10 Wellington. Rens valt in de bus in slaap, en staat naast de camper nog een tijdje te slapen. Hij wordt net wakker en wil maar één ding: naar het springkussen. Morgenmiddag steken we Cookstraat over naar het Zuidereiland, de slogan van de ferry is: Don't cross it, cruise it. We laten ons verrassen.

 

Zo blauw!
Donderdag 19 december 2013.

 

Het was mooi op het Noordereiland, maar men zegt dat het Zuidereiland nog mooier is. Dat kan dan alleen maar veel goeds beloven, al schijnt er wel iets met ‘sandflies’ te zijn. Onze laatste ochtend in Wellington hebben we aan het strand doorgebracht en na proviand ingeslagen te hebben zijn we naar de haven gereden voor de ‘cruise’ zuidwaarts. De overtocht was inderdaad mooi, maar de Texelse boot doet er als vaartuig niet voor onder. Rens vond het allemaal best leuk om te zien, maar eigenlijk hoefde hij niet verder dan de speelruimte aan boord: ondersteboven, achterstevoren, liggend, hangend; het maakte niet uit zolang hij maar TV kon kijken. Ilse was vooral buiten op het dek aan het genieten en enige vorm van zeeziekte aan het voorkomen. En René vulde de maag met fish and chips en hield bij Rens een oogje in het zeil. Echt een cruise.

 

In Picton hoefden we maar kort te rijden naar de camping en vandaar uit konden we makkelijk te voet naar het centrum via de jachthaven. En echt te gaaf, we zagen in de haven stinkree (volgens Rens; wij noemen ze pijlstaartroggen) zwemmen. Wat een beesten, soort van spoken die door het water zweven. De grote zeesterren vallen dan toch een beetje in het niet, hoewel die er echt ook mochten wezen.

 

Op de camping waren er voor ons gevoel opeens veel Nederlanders (Limburgers meegerekend...), dat waren we op het Noordereiland niet gewend. Ach, het is maar voor één nachtje.

 

Via de Queen Charlotte Road vertrokken we uit Picton in noordwestelijke richting om bij het plaatsje Linkwater (althans zo stond het op de kaart, maar in realiteit hebben we niet echt iets gezien wat op een nederzetting leek) af te slaan naar de Kenepuru Sound. Een sound is een fjord. Na zo'n 25 kilometer over een smalle bochtige weg, soms door de jungle (om die kwalificatie van Rens te krijgen heb je toch minstens palmen of varens nodig) vonden we een mooie plek aan de Nikau Cove (campingsite van het Department of Conservation - met 4 plekken). Direct aan de baai, met een enorm strand (bij eb merkten we, want bij vloed was er geen strand meer te bekennen. Het voordeel van eb is dat je veel kan verkennen en Rens ging enigszins geholpen op ontdekkingstocht. Grotten, schelpen en onder de grotere stenen een heel assortiment aan krabbetjes. Dat vond hij echt geweldig, steen om (laten) draaien en dan zien hoe al die krabbetjes een veilig heenkomen zochten. En ondertussen uit volle borst ‘krabbetjes’ brullen. Maar als René er eentje beet pakte om te laten zien, werd het toch al snel heel spannend.

 

Na het eten kwamen de sandflies toch hun opwachting maken, wat een kleine k.. vliegjes. Het lijken gewoon fruitvliegjes, maar ze bijten venijnig en die beet kan toch jeuken. Gelukkig lijken ze een voorkeur voor Ilse te hebben en valt de schade bij R&R mee. Bij gebrek aan wifi, 220V en ander comfort zijn we met zijn drieën tegelijk naar bed gegaan.

 

Gelukkig blijkt Rens toch nog steeds uit te kunnen slapen, zo midden in de bush is kennelijk zoveel rust dat we hem moesten wekken om te komen checken wie de wedstrijd gewonnen had. De vorige avond hadden we namelijk verschillende stokken in het strand geplaatst om te kijken hoe hoog het water bij vloed komt te staan, en natuurlijk had Rens dat het beste ingeschat. Op het kleine stukje strand wat nog droog was, konden we goed ontbijten. En terwijl René de camper klaar maakt voor vertrek, speelt Rens lekker op het strand om te besluiten dat er nog tijd over is voor een lekkere plons in zee; poedelnaakt dat dan wel.

 

Weer 25 kilometer lang bochten maken naar Queen Charlotte en door naar Nelson. Lekker in de bewoonde wereld een goede lunch nuttigen en boodschappen doen. Langs de kust richting Abel Tasman National Park; een stukje om via een toeristisch route - zeker mooi maar al die (krappe) bochten... We voelen ons geregeld buschauffeur en overwegen een nieuwe loopbaan. In Marahau misten we haast de camping, toch knap als er nog geen tien huizen staan, voor de volgende paar dagen onze uitvalsbasis. In de winkel een lekker ijsje gescoord, Rens was uiteindelijk toch best boos dat hij aardbeien koos en geen smarties. Als hij de volgende dag goed zijn best doet, dan krijgt hij het smarties-ijsje alsnog.

 

Voor de verandering toch maar een keer de wekker zetten, na twee keer sluimeren komt Rens overeind om te roepen dat hij de wekker op papa's telefoon hoort afgaan - of er iets aan de hand is? Te voet naar de watertaxi gegaan. De taxi's stonden klaar. En als je dan al direct het reddingsvest aan moet, met twintig man in een bootje op een trailer achter een tractor over straat gereden wordt, dan vraag je toch een beetje af of je niet voor aap over straat gaat. Maar dan wordt je zo de zee in gereden en geeft de kapitein een peut gas en spuit je over het water. Gaaf. Rens vond het te gek en pa en ma ook! We volgden de hele kustlijn van het Abel Tasman Park, met onderweg wat toeristische stops: Split Apple Rock, broedende aalscholvers, luierende zeehonden. Wat een mooie zee, turquoise blauw, super helder water en die witgele stranden; een plaatje.

 

Op de terugweg heeft de watertaxi ons bij Torrent Bay afgezet en zijn we een stuk van het Coastal Track gaan wandelen naar Bark Bay. Rens heeft zeker de helft van de route (in totaal zes kilometer) zelf gelopen! Zo nu en dan een bananenschuimpje als beloning of hem herinneren aan de afspraak dat bij goed zijn best doen er echt een smarties-ijsje te verkrijgen was, hield hem gaande. En wisten jullie dat Tom, van de bergpost, in zijn helikopter hier ook rondvloog, Sam en Elvis blusten de verbrande bomen aan het pad na. En zo maakten we onze eigen aflevering van brandweerman Sam. Om niet te laat aan te komen (en de laatste watertaxi te missen), mocht Rens een stuk bij René achter op de rug. Puk zat de hele tijd al achterop de rugzak. Uiteindelijk waren we op tijd in Bark Bay en doken Ilse en Rens nog eerst de zee in. Terug in Marahau wachtte natuurlijk de beloning!

 

Een reset dagje op zijn tijd is verstandig. Vandaag op het gemak opgestaan en in de camper ontbeten om de sandflies te mijden. Rens ging nog even los in de speeltuin en op de fiets gingen we naar de ingang van Abel Tasman NP. Door de wetlands te voet verder naar Porter's Beach om lekker in de branding te spelen, wat te graven en rotsen te beklimmen. Beetje fout ingeschat dat vloed al voorbij was, de terugweg werd afgesloten door verder opkomend water; de tassen moesten we nog wat verplaatsen maar gelukkig was er nog een tweede pad. En weer die vervelende sandflies! Zolang je maar niet stilzit of -staat gaat het wel, maar even pauze - laat staan een potje zonnebaden - en je bent de klos. We hebben gelukkig spray die vrij goed lijkt te werken. Terug op de camping geluncht, de was gedaan, spelen, tv kijken en zien hoe de wind opsteekt en over de bergen donkere wolken en regen overdrijft. De camper maken we straks alvast vertrekklaar, zodat we morgen op tijd weg kunnen. Maar eerst gaan we even pizza eten. Jammie.

 

Nog een paar vragen beantwoorden.
Het is hier lekker weer, droog, zonnig, goed boven de twintig graden, 's nachts meestal koel. Al moet ik zeggen dat het nu toch wel regent. Dus zitten we gezellig in de camper en ligt Rens al lekker te slapen. De camper is een Mercedes Sprinter (verlengd denk ik); achter de bestuurdersstoel is voor Rens een stoel en dat wordt 's avonds zijn bed. Wij slapen achterin en hebben daar een riant bed, overdag zijn dat twee banken met een tafel. Zo groot zelfs dat er voor Rens voldoende ruimte is om midden in de nacht er bij te kruipen als hij het toch te koud heeft gekregen. Eigenlijk tegen onze principes, maar als hij zo direct doorslaapt dan liever dit dan een uur ruzie. Op de fietsendrager aan de achterkant hebben we twee mountainbikes, zodat we de camper ook een dag kunnen laten staan. De natte ruimte en de keuken proberen we zo min mogelijk te gebruiken, die faciliteiten kan je net zo makkelijk van de camping benutten.

Partners

Social Media

Houd jij van Verre reizen met kinderen? Volg, like en blijf op de hoogte!